Bedrijfsvoorlichting op Noord-Beveland
4/1>
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
Wissenkerke. O. HOEKSTRA.
dc 24ste februari van het jaar 1939 moet de
heer J. Eversdijk, toen hoofd van de Lagere
Landbouwschool te Kortgene, voor een algemene
vergadering van de Coöperatieve Landbouwvercni-
ging „Ncord-Beveland" een lezing hebben gehouden
met als titel: „De bodem als organisme en als
levensbron".
Wel zal niemand toen hebben vermoed, dat deze
vergadering in feite de oorsprong zou worden van
een eens op te richten Vereniging voor Bedrijfs
voorlichting.
Teen, op die avond, werd n.l. de heer Eversdijk
benoemd tot deskundig medewerker van genoemde
Coöperatie. Hij nam deze benoeming tot landbouw
kundig adviseur aan. En zo kreeg de blijkbare be
hoefte aan wat men later voorlichting zou gaan
noemen, in deze benoeming gestalte.
Dcordat nu in de behoefte aan voorlichting tot
op zekere hoogte kon worden voorzien tot op
zekere hoogte, want de heer Eversdijk zal zerder
twijfel sléchts een klein gedeelte van de hem be
schikbare tfjd aan dit object nebben kunnen wijden
steeg op zijn beurt deze behoefte, een stijging
die in 1941 resulteerde in het in leven roepen van
een afdeling „bedrijfsvoorlichting" van de Coöpe
ratieve Landbouwvereniging.
Maar men ging verder, want nog in hetzelfde
jaar werd een landbouwkundige in de persoon van
dj heer Ir. D. de Waal in dienst genomen, die de
afdeling Bedrijfsvoorlichting beheerde.
In heel wat opzichten moet het voor Ir. De Waal
een pionieren zijn geweest. Doch twee feiten waren
er de oorzaak van, dat hij langzamerhand wind in
de zeilen ving. Ten eerste was het toen hartje oorlog,
de beschikbaarheid over kunstmest werd met het
jaar minder en men wilde deze weinige kunstmest
liefst zo doelmatig mogelijk over gewassen en per
celen verdelen, iets wat op zichzelf reeds voorlich
ting vroeg. Maar tegelijkertijd was het grondonder
zoek in opkomst. En zo was voor Ir. De Waal het
klimaat gunstig om het grondonderzoek en daardoor
ook zichzelf te introduceren.
In 1945 vertrekt de heer De Waal naar Kopen
hagen als landbouwattaché, nu als Dr. Ir. D. de
Waal- Doch de afdeling Bedrijfsvoorlichting van
de Coöperatie blijft. Gezocht wordt een nieuwe
„leider" zo heette het toen van deze afdeling.
En nu verschijnt de heer Eversdijk weer op het
toneel. In 1942 vertrokken als leraar aan de Land-
bouwwinterschool te Schoondijke, en in 1945 naar
Kortgene terugkerend, volgt hij de heer De Waal
op.
Doch in 1945 gebeurde er meer: er werd besloten
om de Bedrijfsvoorlichting los te maken van de Co-
operatie en op de heer Eversdijk kwam toen de taak
te rusten om op te treden als informateur voor en
formateur van een Vereniging voor Bedrijfsvoor
lichting.
En zo zag een jaar later, in 1946 dus, de Ver
eniging voor Bedrijfsvoorlichting, na als embryo
een vijftal jaren in de schoot der Coöperatie ver
keerd te hebben, het levenslicht. Gestart werd met
89 leden en een kleine 3000 ha.
In de heer C. J. van der Velde vond men een
voorzitter, die met veel enthousiasme de belangen
van de Vereniging diende. Bij zijn vertrek naar
Yerseke in 1955 was er dan ook reden om hem tot
erelid te maken.
Echter „boerenoorlogen" over de aard van de
opleiding der aan te stellen functionaris en vooral
ook herhaalde wisseling van deze functionarissen
waren er de oorzaak van, dat de Vereniging aanvan
kelijk niet tot dié opbloei kon geraken als het wel
verdiende. In 1953 komt aan deze „duiventilperiode",
Het bedrijf van de heer S. »J. van Langeraad.
Voorzitter van de Vereniging van Bedrijfsvoorlichting Noord-Beveland.
zoals deze door sommigen werd genoemd, een eind.
Sindsdien heeft er geen wisseling van personeel
meer plaats gehad.
WïIET alleen hebben we er de Coöperatieve Land-
bouwvereniging dankbaar voor te zijn, om des
tijds in de groeiende behoefte aan voorlichting te
voorzien, maar vooral ook, dat men de afdeling-
Bedrijfsvoorlichting voortaan als een Vereniging-
voor Bedrijfsvoorlichting eigen wieken gaf, waar
door het lidmaatschap ook voor de niet bij de Co-
operatie aangesloten boer toegankelijk werd. En
zo is de Vereniging voor Bedrijfsvoorlichting nog
steeds spreekt men van „Bedrijfsvoorlichting" zon
der meer kunnen gaan groeien, zij het in het be
gin dus ook weifelend, doch later steeds meer en
meer; totdat op dit ogenblik ongeveer 90 °/o van het
Noordbevelandse akkerbouwland tot de Ver
eniging „behoort". Zo is ondergetekende dan ook
vergeef de stoutigheid met recht de grootste
boer van Noord-Beveland, al is het dan ook boer
zonder portefeuille (vergeef nogmaals de stoutig
heid).
In nevenstaand grafiekje een beeld van de groei
der Vereniging.
In de notulen lezen we, dat reeds in 1947, dus
een jaar na de oprichting, contact wordt gezocht
met de toen in ontwikkeling zijnde Rijkslandbouw-
vcorlichtingsdienst. Sindsdien is er een band van
goede verstandhouding ontstaan. De Vereniging be
sefte, dat een intensief contact met de R.L.V.D. haar
opbloei slechts kon bevorderen en de R.L.V.D. op
zijn beurt zag in de Vereniging een welkom brugge-
hoofd.
FANNEER we tenslotte iets opmerken over het
werk, onder auspiciën van de Vereniging
verricht, dan kan worden gezegd, dat dit steeds een
s
tw
■ï":-
weerspiegeling wilde zijn van de heersende pro
blemen van het landbouwbed.n In dit licht kan
men o.a. ieder jaar weer gehouden demonstraties
zien, voorts het door de Vereniging gedane onder
zoek en ook de jaarverslagen, welke door de jaren
heen uitgroeiden tot een micro-regionaal landbouw-
verslag.
Aanvankelijk waren het vooral detail-onder
werpen, die in de aandachtsfeer werden getrokken.
Hiervan zouden we kunnen noemen het grondonder
zoek en de voorlichting op plantenziekten; Maar al
lengs moest het gezichtsveld van de Vereniging zich
wel verrui ïen, want tegen de achtergrond van de
detailzaken zag men steeds duidelijker het bedrijf
als organisch geheel oprijzen. Vooral een door
schaarser en duurder wordende arbeid zich min of
meer explosief ontwikkelende mechanisatie droeg
het zijne hiertoe bij. En dus groeide de behoefte
aan bedrijfseconomische voorlichting.
De laatste paar jaren staat o.a. het behoud van
d bodemvruchtbaarheid in meer dan ruime belang
stelling bij de Vereniging. Het slagen van een straks
noodgedwongen sterk doorgevoerde mechanisatie zal
cp bepaalde punten denk aan het zakkenrooien
in de toekomst staan cf vallen inet de gesteld
heid van de bodemstructuur. Het heeft dan ook
alle zin om na te gaan, hoe we met een zo hoog
mogelijk opgevoerde organische stof-voorziening,
passend in het bedrijfsplan, de grond een bumper
kunnen verschaffen om structuurbedervende in
vloeden op te vangen en verder het doorvoeren van
de mechanisatie de meeste kans van slagc te kun
nen geven.
Dat het ledental van de Vereniging tot zulk een
grote hoogte mocht stijgen geeft enerzijds haar Be
stuur en ondergetekende als tegenwoordige functio
naris bij de Vereniging, een ruggesteun van ver
trouwen, prikkelend tot hogere werkzaamheid, maar
vraagt ook aanhoudende bezinning en veel zelf
kritiek, om minstens dit peil te handhaven, want
het is een waar woordstilstand is achteruit
gang.
Moge dit het Bestuur, dat sinds 1955
onder de bekwame leiding staat van de
Heer S. J. van Langeraad, gegeven zijn.