De plaats van de fruitteelt op Noord-Beveland
481
ZATERDAG 17 JUNI 1961
Golden Delicious.
IN CIJFERS:
COMMERCIËLE fruitteelt wordt op Noord-Beveland bedreven op een oppervlakte van 135 hectare.
Ruwweg tweederde van dit areaal is beplant met appels, een derde met peren. Bessen - hoofd
zakelijk zwarte beslaan een oppervlakte van 10 a 15 hectare, voornamelijk als tussenteelt in jonge
boomgaarden.
De grootte-indeling der bedrijven is als volgt:
26 bedrijven van 1 tot 2 hectare
5 bedrijven van 2 tot 3 hectare
3 bedrijven van 3 tot 5 hectare
3 bedrijven van 5 tot 8 hectare
3 bedrijven van 10 tot 12 hectare.
In verschillende gevallen wordt naast de fruitteelt ook nog een groter of kleiner landbouwbedrijf
geëxploiteerd.
De leeftijdsopbouw is als volgt:
20 jaar of ouder: 13 hectare
10 tot 20 jaar: 60 hectare
1 tot 10 jaar: 62 hectare.
Door inundatie met zout water ging in 1953 ongeveer 50 hectare boomgaard verloren. Van de 15
hierbij betrokken fruittelers hebben 11 hun bedrijf herplant.
In 1960 groeide op Noord-Beveland 2 miljoen kilogram fruit.
Uit bovenstaande cijfers valt het volgende af te leiden:
1. Waar de totale oppervlakte cultuurgrond op Noord-Beveland -- 7000 hectare bedraagt, is het
fruitareaal klein minder dan 2
2. Ook de bedrijven zijn klein van tweederde van het aantal bedrijven is de oppervlakte 2
hectare of minder, terwijl slechts van 3 bedrijven de bedrijf sgrootte 10 tot 12 hectare bedraagt.
Deze drie bedrijven samen beslaan 25 van het totale fruitteeltareaal.
3. De bedrijven zijn overwegend jong nog geen 10 van het areaal is 20 jaar of ouder (het laat
ste slechts enkele hectaren), ruim 45 is jonger dan 10 jaar.
HET BEGIN.
IYE enkeling die reeds vóór 1940 fruitteler was
buiten beschouwing gelaten, is men op
Noord-Beveland fruitbomen gaan planten in en na
de tweede wereldoorlog voornamelijk erna.
Waarom? De voornaamste aanleiding was wel
gebrek aan landbouwgrond. Velen die slechts over
een geringe oppervlakte grond beschikten, zagen,
nu tengevolge van de oorlog de fruitprijzen op een
meer aantrekkelijk niveau waren komen te liggen
dan voorheen, eeni betere bestaansmogelijkheid op
hun (te) kleine perceel liggen in de fruitteelt dan
in de landbouw.
Daarnaast bleek het ook voor sommigen die een
groter (landbouw) bedrijf exploiteerden aantrek
kelijk, een gedeelte van het bedrijf met fruitbomen
en/of bessen te beplanten.
De nieuwe fruittelers werden en bloc lid van de
Nederlandse Fruittelers Organisatie. Reeds in no
vember 1945 werd de afdeling Noord-Beveland
der N.F.O. opgericht. De afdeling telt thans 56
leden waarvan 40 fruitteler zijn. De overigen zijn
óf in de fruitteelt workzaam óf belangstellend lid.
DE ONTWIKKELING.
DE eerste jaren waren moeilijk. Alles moest
van de grond af worden opgebouwd, in welke
opbouw de Rijkstuinbouwvoorliehtingsdienst in
nauwe samenwtljhing met de N. F. O. een groot
aandeel heeft gehad. Tuinbouwcursussen en snoei-
demonstraties werden georganiseerd, voorlichting
gegeven op de bedrijven zelf en door middel van
lezingen enz. Diverse telers bezochten na het af
lopen van een algemene tuinbouwcursus'de fruit
teeltvakschool in Wilhelminadorp.
Het gevolg van dit alles is dat de telers in de
loop der jaren een mate van vakkennis verwierven
die zeker niet onderdoet voor hetgeen men in an
dere streken vindt.
Ook de mechanisatie heeft met deze ontwikkeling
gelijke tred gehouden. De fruitteelt wordt op
Noord-Beveland beoefend op moderne bedrijven
met moderne gereedschappen zoals in een jong
gebied past.
HET RESULTAAT.
RONDER in filosofische beschouwingen te ver*
vallen mogen we zeggen dat het leven va*i
een fruitteler een strijd zonder einde betekent.
Zelfs met de modernste hulpmiddelen die door
techniek en wetenschap zijn ontwikkeld mag de
teler geen moment verslappen.
Talloze ziekten en plagen vormen een voortdu
rende bedreiging voor zijn bomen en de vruchten
die eraan groeien. Dit geldt overal; ook voor
Noord-Beveland. Het is evenwel gebleken dat onze
telers dank zij de ijver en toewijding van henzelf
en hun personeel, dank zij hun vakkennis en de
zeer gewaardeerde adviezen van Rijkstuinbouw-
voorlichting en Plantenziektenkundige Dienst, vak
technisch in staat zijn een produkt te telen dat
gezien mag worden en dat zeker niet minder is dan
hetgeen in andere fruitteeltcentra groeit.
Ik schrijf vaktechnisch, want er komt natuurlijk
meer kijken. Geen bedrijf is zo riskant als de fruit
teelt. Nachtvorst, hagel, stormen, droogte of water
overlast zijn factoren waarop de teler geen of na
genoeg geen invloed kan uitoefenen en die elk op
zich in korte tijd desastreuze gevolgen kunnen heb
ben voor het bedrijf.
De weersomstandigheden van de tweede helft
van het jaar 1960 en voorjaar 1961 zullen naar het
zich laat aanzien tot gevolg hebben dat behalve
een aantal dode bomen de oogst 1961 nauwelijks de
helft van de kilo-opbrengst belooft die 1960 gaf.
Dan hoeft er verder niets meer te gebeuren.
Fruitteler zijn betekent een heleboel keren: als
't nu maar eens...; evenveel keren: als 't nu maar
niet...; een emmer zweet en de gunst van Boven
DE TOEKOMST.
IS uitbreiding van de fruitteelt op Noord-Beve
land mogelijk?
Er wordt wel over gepraat. De verbindingen zijn
nu zoveel eenvoudiger geworden nu Noord-Beve
land geen eiland meer is. Er ligt veel redelijk ge
schikte grond waar fruitteelt mogelijk zou zijn. De
akkerbouw is ook niet meer wat het geweest is.
Moeten we niet meer in de fruitteeltrichting? enz.,
enz. Men hoort een bepaalde tendens als men hier
en daar zijn oor te luisteren legt. Sommigen schij
nen met min of meer vaststaande plannen rond te
lopen.
Hier past een waarschuwend woord.
Zoals ik het zie, zijn er misschien be
scheiden mogelijkheden voor wat klein
fruit. Aardbeien, bessen, misschien wat
frambozen. Op kleine percelen, als ge
zinsbedrijf. Maar zomaar een aantal
hectaren planten met appels en/of
peren, een fruitbedrijf stichten al of niet
als nevenbedrijf van de landbouw, is
een kat van een ander kleurtje.
Ik wil het nu niet eens hebben over investatie-
kosten van tienduizend gulden per hectare of meer
(buiten de grondprijs), ook niet over de onontbeer
lijke vakkennis, en zelfs niet over de eerste paar
jaren na het planten. Maar een fruitbedrijf in pro-
duktie brengt 25 a 30 ton per hectare fruit voort.
In topjaren meer. Het bedrijf kent bepaalde ar-
beidstoppen. Het dunnen bijvoorbeeld. En de pluk.
X hectaren maal drie of vierhonderdduizend appels
of peren die geplukt en getransporteerd moeten
worden. In een korte tijd. Waarin ook nog on
werkbare dagen voorkomen. Ook mooie dagen
waarop men 's-morgens niet vroeg kan beginnen
met plukken omdat de vruchten nat zijn. Soms
mistige dagen waarop men er heel niet aan komt.
Enzovoort etcetera. Hoeveel plukkers zijn er nodig
voor x hectare fruit? Dit werkje is namelijk nog
niet gemechaniseerd. En aangezien een ketting niet
sterker is d&n de zwakste schakel, zal ieder die
voornemens mocht hebben op Noord-Beveland een
aantal hectaren boomgaard aan te leggen, verstan
dig doen zich met de immigratie-autoriteiten in
verbinding te stellen en te informeren hoeveel
Mexicanen, Chinezen of soortgelijke over enkele ja
ren beschikbaar zullen zijn als arbeider in de fruit
oogst. En hij zal dan aan de gegevens van het im
migratiebureau zijn plantplannen aanpassen.
Caveat emptor!
CONCLUSIE.
JJEN naar verhouding tot de totale opper
vlakte klein areaal fruitteelt is op Noord-
Beveland, voornamelijk na de tweede wereldoor
log, tot ontwikkeling en bloei gekomen. De be
drijven zijn modem en worden vakkundig ge
ëxploiteerd.
Uitbreidingsmogelijkheden zullen hoofdzakelijk
door een steeds nijpender wordend tekort aan
arbeidskrachten naar het oordeel van de schrijver
beperkt zijn.
Z.