De teelt van Winterbloemkool 461 MINIMUMPRIJSREGELING AARDBEIEN Gunstige afzetvooruitziehten Minimumprijgregeling vroege aardappelen DINGEN VAN DE WEEK ZATERDAG 10 JUNI 1961 TUINBOUW ÏN een speciaal nummer van de Mededelingen van de Zeeuwse groentetelersvereniging, heeft de heer M.v Wattel, hoofdassistent van de Rijkstuinbouwvoorlichtingsdienst, een uitvoerig overzicht gege ven van de teelt van winterbloemkool in Zeeland in het afgelopen seizoen. Deze week een algemeen overzicht uit deze interessante gegevens ©ver een teelt die voor Zeeland zeer belangrijk is en grote perspectieven biedt. Het blijkt dat er dit voorjaar op de Zeeuwse veilingen 973.512 stuks winterbloemkool werden aan gevoerd. Deze brachten een totaal bedrag op van 295.782,70 wat een gemiddelde prijs geeft van 30,40 per 100 stuks. De hoogste middenprijs had de veiling Walcheren te Middelburg met 34,3 cent per stuk. Deze veiling had ook de grootste aanvoer, namelijk in totaal 473.245 stuks. Op de tweede plaats kwam de veiling Goes met 284.187 stuks en een middenprijs van 27,50 per 100 stuks. In Krabbendijke werden 97.170 stuks winterbloemkool aangevoerd en de middenprijs was hier ƒ26,40; Terneuzen met 73.887 stuks kwam aan een minimumprijs van ƒ25,80 en in Kapelle, waar de aanvoer 45.023 stuks bedroeg, werd een gemiddelde prijs gemaakt van ƒ24,70 per 100 stuks. De op het eiland Tholen geteelde bloemkool werd in Bergen op Zoom geveild en die van Schouwen en Duiveland in Rotterdam. Deze kon dan ook niet in het overzicht van de heer Wattel worden opge nomen. Dat de middenprijs op de veiling Walcheren het hoogst is geweest, komt wel mede hierdoor dat het bij deze veiling meer echte tuinders zijn die de bloemkool aanvoeren. Zij weten uit ervaring welke verzorging de winterbloemkool nodig heeft. Op andere veilingen wordt meer aangevoerd door hen die weinig of geen ervaring hebben. Wanneer alle telers de adviezen voor een goede verzorging opvolgen, zal dit van jaar tot jaar beter worden. PLANTENTEELT r twijfelen er niet aan of er zal weer veel belangstelling bestaan voor deze teelt in het komende seizoen en we geloven dat dit terecht is omdat de winterbloemkool past op vele Zeeuwse bedrijven. Ten aanzien van de uitzaai voor de plantenteelt zegt de heer Wattel dat in 1960 een dubbele hoeveel heid werd uitgezaaid in vergelijking met 1959. Zoals in de meeste jaren, moesten de vroegste zaaisels worden beregend om een voldoende vochtig zaaibed te'krijgen. Vooral in de gemengde- en landbouwbedrijven geeft de planteteelt vaak zorgen wegens te droge grond. Met het oog op deze moeilijkheden is de zaadnorm steeds hoog gesteld namelijk 100 gram per 40 are te betelen oppervlakte. Dit is meer dan voldoende, doch ook in het afgelopen seizoen hebben vele Van de uitgezaaide zaden het niet tot een pootbare plant kunnen brengen. Over het algemeen wordt op de plantebedden nog te dik gezaaid, vooral door hen die met een zaai- machientje op rijen zaaien. Wanneer niet tijdig kar. worden uitgepoot, hetzij door het niet tijdig ge ruimd zijn van de voorvrucht of door droogte, worden de planten te lang en te spichtig. Naast vele andere bezwaren maakt dit de planten ook minder geschikt, of zelfs ongeschikt om met een machine uit te poten. Bovendien zal het aantal door vallersziekte aangetaste planten bij een dichte stand groter kunnen zijn dan bij een ruime stand. Voor de planteteelt geldt dus: hoe ruimer de stand, des te beter. DE ZAAIDATUM DOOR de bevordering van de hardheid van de plant is het goed om een wat oudere plant uit te poten. Deze heeft meer weerstand onder ongunstige groeiomstandigheden, als te droge grond of veel zonneschijn. De meerdere groeiremming van een oudere plant bij het uitplanten, wérkt er toe mede, een te gulle groei voor de winter te voorkomen. Het zaaien zal enkele dagen vroeger kunnen plaats vinden dan het advies steeds is geweest, mist maar ruim wordt gezaaid. Vooral in de meer noordelijk gelegen teeltgebieden van ons land, waar de groei in de herfst eerder wordt afgeremd door nachtvorsten en lagere temperaturen dan in het zuiden, zal men wat vroeger moeten zaaien. Voor Zeeland is het teeltadvies van de heer Wattel de vroege lijnen van de ZGV-selectie te zaaien tussen 22 en 25 juni en de middelvroege tussen 25 juni en 1 juli. Een grondbehandeling met 1 kg Aldrin stuifpoeder per are mag zeker niet worden nagelaten ter voorkoming van vreterij door maden van de koolvlieg. VOORVRUCHT, NATEELT AVER de voorvrucht en nateelt zegt de heer Wattel dat in de natte herfst van 1960 gerst een zeer lastig voorgewas bleek te zijn. Door wieden was het niet mogelijk, de opslag van bij het oogsten uitgevallen graan kwijt te raken. Aardbeien, landbouwerwten en plantuitjes bevestigden hun geschikt heid als voorvrucht. Het bezwaar van een te gulle vgroei op aardappelland werd niet waargenomen. Meerdere achtereenvolgende jaren winterbloemkool telen op dezelfde grond is geen bezwaar, mits in het voorgaande gewas geen knolvoetaantasting werd waargenomen. Na de winterbloemkool werden dit voorjaar spruitkóoï, prei, bonen, witlof, voederbieten, voorgekiem- de aardappelen, gladiolen en nog vele andere gewassen gezaaid of uitgepoot. Op andere aspecten van deze teelt komen we een andere keer terug. In 1960-'61 is gebleken dat de winterbloemkoolteelt goede resultaten kan geven bij een goede verzorging. Zeeland heeft mogelijk heden als produktiegebied van dit produkt. Laten de telers deze mogelijkheden ook benutten. DR zal dit seizoen geen heffing worden ingehou- den op de aardbeien welke worden aange voerd op de Nederlandse veilingen. Dit is besloten door het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilin gen. Wel zal er dit jaar weer een minimumprijs regeling gelden. Deze is ondertussen reeds in wer king getreden. De minimumprijs van alle aard- AOK in Zeeland is de oogst van vroege aard- appelen thans volop begonnen. Met name op de veiling in Middelburg kwamen eind vorige week en begin deze week reeds mooie kwantums voor de klok. De prijs lag toen tussen 30 en 40 cent per kg. De afzet had in hoofdzaak plaats op de binnen landse markt. In de komende weken mag in Zee land op een snelle toename van het aanbod worden gerekend want de vroege aardappel is een produkt dat op vrij grote schaal wordt geteeld. We geloven trouwens dat het areaal in onze pro vincie nog heel wat groter zou kunnen worden wantode vroege aardappel is een produkt dat goed past in veler arbeidsschema. Het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen heeft besloten dat dit jaar geen heffing verschul digd' zal zijn voor het minimumprijzenfonds van vroege aardappelen. Wel geldt er een ophoud- en vergoedingsprijs. Vanaf 5 juni is de ophoudprijs tot nader order f 14,per 100 kg. Wekelijks kan deze in het ver volg anders worden. Ze geldt enkel voor de sor teringen boven 28 mm. Partijen beneden' deze maat mogen voor elke prijs worden verkocht. Bij eventuele doordraai is de vergoeding voor de eerste kwaliteit ƒ11,20 per 100 kg en voor de tweede kwaliteit ƒ4. beien zonder dop, met uitzondering van de rassen Madame Lefeber en Laxton, is 45 cent per kg. Bij eventuele doordraai krijgt de teler voor de kwali teiten 1 en 2 een vergoeding van 45 cent per kg en voor afwijkende kwaliteit is de vergoeding 15 cent per kg. De minimumprijs voor de aardbeien met dop is 45 cent per kg en bij doordraai bedraagt de ver goeding 35 cent per kg voor kwaliteit 1 en 2 en 15 cent per kg voor kwaliteit afwijkend. De rassen Madame Lefeber en Laxton moeten als afwijkende kwaliteit worden aangemerkt indien deze zonder dop worden aangeboden. De minimumprijsregeling voor aardbeien geldt niet voor die aardbeien welke onder glas zijn ge teeld. TEN aanzien van de afzetvooruitziehten voor de Nederlandse aardbeienoogst 1961 is het Centraal Bureau van de Tuinbouwveilingen vrij optimistisch gestemd. In haar officieel orgaan „Groenten en Fruit" van vorige week is hierover uitvoerig geschreven. Daarin komt men tot de conclusie dat de afzet mogelijkheden voor de Nederlandse vollegronds- aardbeien vrij zeker minstens even gunstig zijn als vorig jaar. Daarom wordt verwacht dat afzet- moeilijkheden achterwege zullen blijven mede ook door de verdere vernieuwing van het Nederlandse aardbeien areaal. Ten aanzien van de omvang van de oogst verwacht men dat onder normale om standigheden er ongeveer een paar duizend ton aardbeien meer zullen komen dan het vorig jaar. De afzetmogelijkheden zijn echter ook goed want in de eerste plaats is de indruk dat de totale exportvraag naar verse aardbeien, met name van naar aardbeien die geschikt zijn voor verwerking, minstens even groot zal zijn als vorig jaar. AOK verwacht men dat de Nederlandse industrie in 1961 meer vraag naar aardbeien voor pulp- bereiding zal tonen dan in 1960 en wel voorname- ELKE week heeft zo zijn mee- en tegenvallers en men is geneigd meer aan het laatste dan aan het eerste te denken. We kregen vorige week het jaarverslag van de Onderlinge Fruittelers Hagel Verzekerings Maatschappij te Goes toege stuurd. We waren juist bezig dit verslag door te nemen toen we werden opgeschrikt door het be richt, dat er weer op vele plaatsen hagel was ge vallen en hier en daar zelfs zeer zwaar. Voor de Maatschappij al weer een tegenvaller en niet minder vóór de teler niet-verzekerde. We heb ben reeds eerder in deze rubriek over de noodzaak van een liagelverzekering voor ons bedrijf ge wezen en liet niet verantwoord geacht om een gokje te wagen. Er moeten al genoeg risico's ge dragen worden, die niet ondergebracht kunnen worden in een verzekering. Laat ons tenminste dan één van de ergste risico's in de fruitteelt gezamen lijk dragen. Ook de nachtvorst van 27 op 28 mei heeft grote schade toegebracht aan de fruitteelt in verschillende delen van ons land. Daarbij nog de zeer ernstige schade door de hoge waterstand en men kan zich indenken, dat velen in den lande niet erg optimistisch gestemd zijn. Er is veel zelf beheersing nodig om onder al deze omstandigheden rustig voort te blijven gaan. Want één van de kenmerken van ons ondernemersbestaan is wel dat de zaken veelal geheel anders verlopen, dan wij ons hadden voorgesteld. Zo is geheel ons tuinbouwbedrijfsleven vol van mee- en tegenvallers. We doelen niet alleen op de weersomstandigheden maar ook op onze afzet en op onze teelten. Onze rassen b.v. bekijken we het ene jaar door een donkere bril, het andere jaar ligt het weer geheel anders. Zo zal het altijd wel blijven; het tuinbouwvak is nu eenmaal een vak vol spanning en onberekenbaarheid. Wie meent de ,,top" te kunnen bereiken zal tot de conclusie ko men, dat dit niet gaat. Wie zich in de tuinbouw gaat begeven, moet zich realiseren dat zich dage lijks nieuwe aspekten voordoen die men niet had verwacht en dikwijls niet van meevallende aard zijn. De pessimisten onder onze tuinders hebben dan ook geen gemakkelijk leven, want er is altijd weï iets, dat niet meezit. Om niet te verkommeren moet men beschikken over een grote dosis optimis me, niet bij de pakken gaan neerzitten, maar altijd: de lichtpuntjes blijven zien. Die zal weer zijn door waterschade getroffen boomgaard gaan reorgani seren, zijn door hagelschade getroffen boomgaard gaan dunnen evenals zijn door vorst getroffen perceel. Niets is funester dan „niets" doen. Dan gaat men moreel ten gronde zonder dat dit nodig is. Want meestal zien we, dat het toch weer terecht komt en de optimist gelijk- krijgt. Gelukkig zijn er ook weer meevallers in ons bedrijf. We kregen weer een heerlijke bui regen, die voor onze aard beien van grote betékenis was. De vooruitzichten voor onze aardbeien zijn niet ongunstig. Tot op heden houden de prijzen zich goed en zijn zelfs lonend. Meermalen hebben we gesproken over risicospreiding bi het bed rijl'. We weten dat dit, in verband met de arbeidsvoorzie ning, steeds moeilijker wordt. Arbeid wordt steeds duurder en schaarser. Toch ontkomt men niet aan het feit, dat een zekere spreiding veel aantrekke lijkheden biedt. Wie de kennis er voor bezit en de zorgen aandurft, zit op een steviger basis dan degene, die het met enkele produkten moet wagen. De meerdere zorgen die een gespreid bedrijf met zich meebrengt, worden weer gecompenseerd door de meerdere kansen die zo'n bedrijf biedt. Voor alles moet men als tuinbouwer de wil opbrengen om te slagen door alle tegenslagen heen. Deze mensen zijn gelukkig nog niet uitgestorven en men ziet ze meestal slagen ook. Deze zien veelal ook nog de vele lichtzijden van het leven. Die zouden niet graag ruilen met een beroep, waarbij men verzekerd is van de wieg tot het graf. Na elke slechte tijd komt weer een andere en het leven is ook in gunstige zin vol verrassingen. Deze gedach ten krijgt men zo bij door waterschade getroffen percelen, bij bevroren vruchten en verhagelde produkten. Tot volgende week. lijk door het ontbreken van overtollige voorraden en door een vrij wat grotere Engelse vraag. Men heeft de indruk dat dit ook geldt voor aardbeien die bestemd zijn voor inblikken en diepvriezen. Een zeer belangrijke afnemer van aardbeienpulp is Engeland en daar schijnt men ook helemaal door de oude voorraden heen te zijn. Verder schijnt er in Engeland begin vorige week vrij grote schade te zijn toegebracht aan de Engelse aardbeien. Bij de voorverkoop van aardbeien in Engeland worden hoge prijzen betaald. TENSLOTTE zegt het Centraal Bureau van 1 Tuinbouwveilingen dat verwacht mag wor den dat er op de binnenlandse markt ook een flinke belangstelling zal bestaan voor aardbeien voor verse consumptie. Allemaal bij elkaar zijn dat dus nog al optimistische geluiden en het is te hopen dat ze uit zullen komen overeenkomstig de verwachtingen. De stand van liet gewas in Zeeland is over het algemeen niet slecht te noemen maar toch heeft hier het gewas wel grote behoefte aan regen. In sommige streken is het reeds te lange tijd droog en er zijn dan ook reeds droogteverschijn selen waar te nemen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 13