Blijft arbeid in tuinbouw aantrekkelijk?
De verzorging van aardbeien
443
TUINBOUW
DINGEN VAN DE WEEK
ZATERDAG 3 JUNI 1961
rVEE weken geleden schreven wij in deze rubriek over de arbeidsvoorziening in de tuinbouw, naar
aanleiding van een onderzoek dat is ingesteld naar het arbeidsverloop binnen de tuinbouw. We
deden toen de beloften hierop terug te komen en de zaak ook van een andere kant te belichten. We
willen dit deze week doen aan de hand van een artikel dat is verschenen in de mededelingen van de
Direkteur van de Tuinbouw, drs. H. K. Krijgsman van het I. T. T.
Deze gaat er vanuit dat gebleken is dat voor vele jongeren de arbeid in de tuinbouw na verloop van
enige tijd niet meer aantrekkelijk is en hij heeft gezocht naar de oorzaken daarvan.
Gebleken is dat deze over het algemeen minder in het materialistisch vlak liggen dan men opper
vlakkig geneigd zou zijn te denken. Het is niet zo dat de aantrekkelijkheid van het werk alleen maar
wordt bepaald door de inhoud van het loonzakje.
De aanwezigheid van een groot aantal vakbekwame mensen in de tuinbouw is hiervan het beste be
wijs. Voor deze groep is de arbeid in de tuinbouw nog zo aantrekkelijk dat de paar tientjes per week
meer welke zij in de fabriek zouden kunnen verdienen, hun niets zeggen.
Vooral in de typische tuinbouwgebieden treft men dit aan. Er zijn echter tekenen die er op wijzen dat
ook in deze gebieden de houding tegenover de fabriek aan het veranderen is.
Drs. Krijgsman zegt dat bij onderzoekingen in de fabrieken is gebleken dat er drie faktoren zijn welke
als zeer belangrijk genoemd kunnen worden voor de arbeidsvoorziening en deze faktoren zijn ook van
belang voor de tuinbouw.
Dat zijn: le. het oordeel thuis; 2e. de band met het bedrijf; 3e. de verhouding personeel-baas.
Deze drie faktoren houden ten nauwste samen met het plezier dat men in het werk heeft. In de
eerste plaats wordt genoemd het oordeel thuis. De fabrieken hebben dat goed begrepen en talrijke
voorlichtingsdagen voor huisgenoten van werknemers worden er georganiseerd.
WANNEER er thuis niet zo best wordt geoor-
deeld over het werk van de man dan zal deze
er lang niet zo gauw plezier in hebben als wanneer
men er thuis ook volledig mee op de hoogte is.
Vooral voor jongeren is dat erg belangrijk. In de
tweede plaats is genoemd de band met het bedrijf.
Dit hangt ook weer ten nauwste samen met het
eerder genoemde oordeel van thuis. De onder
nemer zal moeten trachten de band met het bedrijf
zo goed mogelijk te doen zijn. Als derde faktor ten
slotte is genoemd de verhouding personeel-baas.
Het zal voor weinigen een grote verrassing zijn dat
de verhouding met de baas van grote invloed is op
het plezier waarmee wordt gewerkt.
Toch komen we het in de praktijk herhaaldelijk
AP het moment dat we dit schrijven is het nog steeds erg droog
en de aardbeien gaan daar onder lijden. Met groot verlangen
zien de telers van dit produkt uit naar regen.
De stand van een ras als Sengana is over het algemeen nog
goed maar het vroege ras Regina b.v. laat het er plaatselijk op
droogte gevoelige grond al bij zitten.
Laten we hopen dat wanneer dit nummer verschijnt er reeds
volop regen gevallen zal zijn want dat kunnen de planten goed ge
bruiken.
De afgelopen week is de pluk van Regina begonnen en in de
komende week zullen er ongetwijfeld veel komen op de Zeeuwse
veilingen.
Naar aanleiding van het feit dat de oogsttijd thans vóór de deur
staat, willen we nog een keer uw aandacht vestigen op het feit
dat het erg goed is om een stro-bedekking aan te brengen bij de
aardbeien. Dit mag niet te vroeg gebeuren, want dan wordt de
oogst er door verlaat, maar nu kan het wel.
Door het aanbrengen van een stro-bedekking bereiken we dat
we straks met schone vruchten op de veiling komen en daar
vraagt de handel om. In de eerste plaats de handelaar die koopt
voor de binnenlandse markt voor verse consumptie. Ook de fa
briek ziet echter graag een schone, heldere aardbei. Wanneer er
veel regen valt kunnen onze op de klei gegroeide aardbeien er
soms erg vuil uitzien als ze niet in het stro liggen en daarom
raden we een ieder aan om dit aan te brengen.
Het gemakkelijkst werkt men met gehakseld stro. Dat geeft ook
de minste moeilijkheden met de grondbewerking na afloop van de
pluktijd.
De bespuitingen tegen meeldauw en vruchtrot zullen voort
moeten gaan tot dicht tegen de oogst. Bij de bestrijding van
grauwe schimmel vragen vooral de rassen Talisman en Sengana
de aandacht. Tot veertien dagen vóór de pluk kan men dit be
strijden met Thiram. Daarna wordt Captan gebruikt. Op het ogen
blik ziet het er niet naar uit dat de grauwe schimmel schade zal
doen, maar vergeet niet dat het erg snel anders kan worden.
tegen dat de verhouding tussen de baas en het per
soneel te wensen over laat.
Mannen schijnen op dit punt gevoeliger te zijn
dan vrouwen. Moeilijkheden tussen het schuur-
personeel en „de heren van het kantoor", tussen
de eigenaar van het bedrijf en de verschillende bazen,
hebben menigeen het plezier in het werk vergald.
Een slechte verhouding tussen het personeel
en de leiding zit de mensen hoog. Uit ervaring
weten wij, zegt drs. Krijgsman dat het plezier in het
werk dan ver te zoeken is. De baas moppert over
zijn personeel en het personeel over de baas. Het ge
volg is dat het werk met onverschilligheid wordt
gedaan en dat op het bedrijf niets meer lukt. De
tuinbouw is helaas te klein om hier met voorbeel
den te werken maar hetgeen is
vastgesteld voor de fabriek zal
ook dikwijls van toepassing zijn
voor de tuinbouw.
Oorzaken van spanningen wel
ke in de praktijk nog al eens
voorkomen, ook op het tuinbouw
bedrijf zijngeen instructiegeen
goede instructie; zonder com
mentaar een instructie verande
ren; personeel als onmondig be
schouwen; ondeskundigheid van
de baas; eigenmachtig handelen
van het kantoor; miskenning van
de funktie van de*baas enz.
Het is nu tijd om stro tussen de aardbeien aan te brengen»
ANDERE BELANGRIJKE
FAKTOREN
HRS. KRIJGSMAN bespreekt
niet alle faktoren uitvoerig
maar stipt wel aan dat in de in
dustrie verlichting, orde en net
heid, werktijden, ventilatie en
verwarming van invloed zijn op
het plezier in het werk.
De ervaringen in de tuinbouw
wijzen ook in deze richting, zij
het misschien ook in andere ma
te.
In het bijzonder bestaat er be
zwaar tegen lange werktijden
ook al worden de overuren be
taald.
Men hoort wel eens de opmer
king dat het moeilijk is mensen
in de tuinbouw te houden omdat
er zo weinig promotiekansen zijn.
In de industrie liggen de promo
tiekansen veel gunstiger. Drs.
Krijgsman gelooft echter dat
men zich moet afvragen of er in
dit opzicht niet te zwaar wordt
getild in de tuinbouw want vol_
gens hem werkt een bedrijfslei
der op een fruitteeltbedrijf met
als ideaal een eigen bedrijf in de
Noord Oost Polder, zeker niet
met meer of minder plezier dan
zijn medewerker-arbeider zonder
deze aspiraties.
Nog vele andere op zichzelf
zeer interessante uiteenzettingen
worden door drs. Krijgsman ge
geven over genoemd" vraagstuk.
We kunnen dit hier alles niet uit
voerig weergeven want dan had
den we enkele pagina's nodig. De
algemene 'opmerkingen welke hij
aan het slot van zijn artikel
maakt willen wij u echter niet
onthouden en daarbij de aanbe
veling geven deze goed te lezen
en er eens over na te denken.
Voorop gesteld moet worden
dat de tuinbouw op de arbeids--
markt moet concurreren met de
industrie. Wil men op deze ar
beidsmarkt stevig staan en wil
de arbeid in de tuinbouw in de
JJOG maar kort geleden hoopten we op een
droge periode en nu zien we weer uit naar
een fikse regenbui.
Vooral de aardbeientelers verlangen daar erg
naar. De vele droge en harde wind van de laatste
tijd heeft geen goed gedaan aan dit gewas. Daarbij
komt bovendien nog dat de slechte structuur van
de grond ook niet bevorderlijk is voor een willig
en gul gewas. Op het ogenblik is de pluk van het
vroege ras Regina reeds in volle gang. Het ziet
er echter naar uit dat de vruchten van dit ras erg
klein zullen blijven wanneer het zó droog en zó
koud blijft en niet geschikt zullen zijn voor verse
consumptie.
Opnieuw zien we dat de aardbeien sterk onder-*
hevig zijn aan de weersomstandigheden. Het ge
beurt niet dikwijls dat er helemaal niets aan
hapert.
Toch zien we ondanks dit alles op het ogenblik
reeds een mooi aanbod van aardbeien van de volle-
grond en gezien de uitbreiding van de teelt van
vroege rassen, zal de aanvoer vertier toenemen, ook
ondanks het minder gunstige weer.
Vooral de veiling in Kapelle-Biezelinge zal een
aardbeien veiling van betekenis worden. De Jucun-
da en Madame Moutot, rassen van vroeger, zijn
voor een groot deel verdwenen en er voor in de
plaats zijn gekomen de rassen Regina, Talisman,
Red Gauntlet en Sengana.
Op de proeftuinen en selectiebedrijven worden
nog steeds nieuwe rassen beproefd en we zijn zeker
nog niet aan het eind van deze ontwikkeling. We
kmmcn de aardbeientelers echter adviseren om
zich te houden aan de goede rassen die er op het
ogenblik zijn en niet meer rassen te telen dan
nodig is voor de werkverdeling.
Het telen van teveel rassen leidt alleen tot ver-:
snippering en is niet economisch. Op de veilingen
moeten we komen met flinke aanvoeren van een
bepaald ras, zo gelijk mogelijk van goede kwaliteit.
Dan kan de handel zich hierop instellen en het
zal de prijs ten goede komen. Ook de industrie zal
goede kwaliteit weten te waarderen.
De tijd is voorbij dat alles maar in het vat ge
gooid kon worden. Laten vooral de aardbeientelers
er toe meewerken dat er een goede kwaliteit
komt, voor welk doel de aardbeien dan ook be
stemd mogen zijn. De intensieve aardbeïenteelt is
in Zeeland toegenomen en voor goede kwaliteit
zal altijd een afzetgebied zijn. Dan zullen de
Zeeuwse aardbeien echter ook moeten kunnen con.
curreren met andere gebieden.
Nu de aardbeiencampagne is begonnen, meen
den we er goed aan te doen hierop de aandacht te
vestigen. Het is in uw eigen belang dat er straks
op de veilingen een goede kwaliteit wordt aange
voerd.
Met dit aardbeienpraatje willen we het deze
week laten.
Tot de volgende week.
toekomst aantrekkelijk blijven, dan zal men in toe-»
nemende mate systematisch aandacht moeten gaan
besteden aan de arbeidsomstandigheden en men-»
selijke verhoudingen op het bedrijf.
Het voorgaande kan leiden tot de volgende
ADVIEZEN
I. Houdt rekening met de omgeving waaruit dé
medewerkers komen.
Waardeer de mensen als zij goed werk doen4
De mensen vragen niet alleen bedankjes maar
ook waardering.
Wees bereid suggesties van het -personeel te
accepteren. Stimuleert dit.
Help de mensenwanneer zij minder prettig
werk moeten doen.
5. Zorg voor redelijke werktijden. Denk aan de
vijfdaagse werkweek die in opmars is.
Zorg voor goede technische hulpmiddelen en
een goede werkomgeving.
Zorg voor een nette, handige en veilige werk
ruimte.
Bereid het personeel goed voor op een taak.
Het belang van een goede werkinstructie kan
niet worden onderschat.
Zorg voor een goed werkplan.
Zorg voor billijke loonver houding en binnen
het bedrijf. Maak het intensieve werken aan
trekkelijk door een goede beloning. Wees voor*
zichtig met het werken met tarieven.
2.
3.
4.
6.
7.
8.
9.
10.
WU hebben vrij uitvoerig stil gestaan bij dit
vraagstuk omdat we van mening zijn dat
het voor de toekomst van onze tuinbouw van
zeer groot belang is. Wanneer we zien wat er
rondom ons gebeurt dan kunnen we niet doen
alsof we nog leven in een wereld van vijftig
jaar geleden.
We moeten met de tijd mee als tuinbouw en
dat geldt zeker ook in de verhoudingen tot onze
werknemers.
Met name het vraagstuk van de arbeids
vreugde zullen we daarbij moeten bekijken want
dit is nog altijd een bijzonder belangrijk punt.
Wanneer we dat op kunnen lossen zijn we een
heel eind en we begonnen met op te merken dat
dit zeker niet alleen wordt bepaald door de in
houd van het loonzakje. Daarom hopen we voor
al dat u de adviezen aan het eind van dit artikel
nog eens goed naleest en er over nadenkt.