over de veredeling r 423 Het nu aanwezige uien materiaal De discussie Quoteringsregeling oogst 1960 voor de suikerindustrie ZATERDAG 27 MEI 1961 IIET veredelingswerk aan de ui aldus de heer J. Petiet is steeds in 11 nauwe samenwerking met de Uienfederatie uitgevoerd. Zonder deze medewerking was het voor het I. V. T. zeer moeilijk geweest gevolg te geven aan de aandrang die de Uienfederatie uitoefende om het veredelingswerk uit te breiden. In tegenstelling tot wat door onwetendheid nog wel eens wordt beweerd zijn de veredelingsactiviteiten de laatste jaren sterk toegenomen. Uit cijfers van de heer Petiet bleek dat de veredelingsactiviteiten in de periode 1955'60 het viervoudige bedroegen van de periode 1949'54. Maar niet alleen op het I. V. T. is van een toenemende activiteit op het gebied van de uienveredeling sprake, ook bij de particuliere zaadbedrijven wordt meer en intensiever dan ooit aan de verbetering van de ui gewerkt Naast het gewone selectiewerk wordt thans door minstens 6 selectiebedrijven gewerkt aan een Nederlandse hybride. Mooie resultaten hebben al bereikt het Verede. lingsbedrijf van het Centraal Bureau te Hoofddorp, de fa. De Groot en Slot te Broek op Langedijk en de Gebrs P., C. en L. de Jongh te Goes. Uit de vele honderden kruisingen die door het I. V. T. zijn gemaakt zijn thans 13 hybriden overgehouden. Hiervan zullen ongetwijfeld nog weer enkele borden afgekeurd. Een van deze hybriden was het afgelopen jaar 3 weken vroeger dan de vroegste Rijnsburger, zeer uniform, goed houdbaar en had een hoog drogestof- yAN de gelegenheid vragen te stellen na afloop van de lezingen van de heren Dr. Banga en J. Petiet werd veelvuldig gebruik gemaakt. De discussies stonden op een hoog peil en hebben zeker bijge dragen tot een juist inzicht in de problemen met betrekking tot de ui, en dan meer speciaal van de uienveredeling. Enkele van de meest interessante punten uit de discussie zullen we trachten samen te vatten. Het zoeken naar planten die geen stuifmeel leveren, z.g.n. manlijk steriele planten. Deze planten worden gebruikt bij liet kweken van hybriderassen. gehalte en een goede huid. Helaas laat de kilo-opbrengst nog wat te wensen over. Wellicht zal deze hybride nog niet voor 100 aan alle eisen voldoen, maar het is wel zo dat het reeds een duidelijke verbetering is op het bestaande sortiment. DE houdbaarheid en vervoerbaarheid van de Nederlandse uien is er de laatste jaren be slist niet op vooruit gegaan. Dit is gedeeltelijk hel gevolg van het streven van de teler naar veel kilo's (veel stikstof), maar de rassenkeuze speelt ook een rol. Het oude ras Zeeuwse Bruine leende zich beter voor bewaring en transport, maar gaf min der kilo's dan de Rijnsburger. Reeds in 1939 heeft de Uienfederatie tegen het toenemende gebruik van de Rijnsburger gewaarschuwd, maar helaas tevergeefs. V Hpr- -w De heer J. Petiet ontdekte deze ui in het noorden van Perzlë, aan de kust langs de Kaspische Zee. Deze ui is waarschijnlijk onvatbaar voor de koprot. J-JET staat nog geenszins vast dat een toenam* ■Li- van het drogestofgehalte ten koste van de smaak zou gaan. Bovendien moeten we niet den- ken dat men in het buitenland onze uien koopt omdat deze zo goed zijn. Meestal koopt meri de Nederlandse ui omdat er op dat moment geen betere aan de markt zijn. Als we een zoetere ui hadden dan zouden we daarvoor in bepaalde streken van Engeland zeker afzet kunnen vinden. Maar van iedere ui moet regelmatig een voldoende kwantum worden aangevoerd daar de consument de gelegenheid moet hebben het ras te leren ken nen en te waarderen. Pas dan zal hij ook bereid zijn ervoor te betalen. DE oplossing ligt echter niet alleen bij een beter ras. Het beste ras is waardeloos als het niet met zorg wordt behandeld door teler, ver werker, handelaar, detaillist enz. Door een te hoge stikstofgift kan ieder ras bedorven worden en de Uienfederatie, hiervan ook overtuigd, zal nader onderzoek doen naar het verband tussen de stik stofbemesting en de houdbaarheid. T jlT onderzoek van het I.P.O. (Instituut voor LJ Plantenziektenkundig Onderzoekis ge bleken dat door de hopen uitschotuien enorme hoeveelheden sporen van de koprot- schimmel worden ver spreid. Telers die deze hopen rotte en halfver rotte uien open en bloot laten liggen doen zich zelf en hun buurman beslist schade. A OPROT wordt ook in de hand gewerkt door het te) lang door groeien van het gewas. Daarom moeten we met de bespuitingen met Zi- neb tegen de valse meel dauw tijdig stoppen. De laatste 4 a 5 weken vóór de oogst moet er niet meer gespoten worden. 5 TUT TG ART ER en Zittauer Riesen zijn over 't geheel ge nomen beter bewaar- baar, maar iets minder produktief. De selecties van de verschillende zaadfirma's verschillen echter onderling nogal, zodat het eigenlijk niet goed mogelijk is om te spreken over de Zittauer en de Stuttgartsr. Sommige tuindersselecties zijn evenals de beide zojuist genoemde rassen beter bewaar- en vervoer baar dan de Rijnsburger en worden nu ook in de rassenproeven van de Uienfederatie opgenomen. DOOR de heer J. A. Veerman van het Insti tuut voor Tuinbouwtechniek, werd er op gewezen dat zij die met uien omgaan er goed aan zouden doen eens een kijkje te gaan nemen bij hun collega's fruittelers. De ui staat als produkt dicht bij de appelsmaar men schijnt zich dit niet altijd te realiseren. Als bij de consument een produkt beschadigd blijkt te zijn moet men niet de schuld aan één machine geven maar alle han delingen kritisch bekijken en proberen te ver beteren. Door het I. T. T. is in samenwerking met de Uienfederatie een af staar tmachine ontwikkeld die aanzienlijk minder beschadigingen geeft. T N zijn slotwoord zei de voorzitter, de heer J. A. van Nieuwenhuijzen, onder de indruk te zijn gekomen van het vele werk dat door het 1. V. T. wordt gedaan. Dit werk is zeer belangrijk maar ook van het 1. V. T. mogen we evenmin als van de Uienfederatie verwachten dat zij alleen alle moeilijkheden kan oplos sen. Hij wekte daarom de aanwezigen op om met elkaar en ieder naar vermo gen en functie te werken aan de verbete ring van de positie van de Nederlandse uien. DIJ besluit van 10 mei 1961 heeft de Minister van Landbouw en Visserij voor de suiker fabrieken een regeling getroffen tot verdeling van de opbrengst van de gegarandeerde suiker. Krachtens de „uitvoeringsbeschikking garantie regeling beetwortelsuiker oogst 1960" zal elke suikerfabriek een aandeel in de gegarandeerde hoe veelheid ontvangen naar rato van haar aandeel in de totale suikerproduktic van deze campagne. Aan gezien de gegarandeerde hoeveelheid ten hoogste de aflevering voor binnenlands verbruik voor de periode 1 oktober 19601 oktober 1961 bedraagt, zal met elke suikerfabriek een verrekening moe ten plaats hebben, omdat de werkelijke afleverin gen voor het binnenland hoger of lager kunnen zijn dan het evenredige aandeel. Voor wat méér dan het aandeel in het binnenland is afgeleverd zal de suikerfabriek een heffing in het Landbouw Ega lisatie Fonds L. E. F. moeten storten; voor wat minder is afgeleverd ontvangt een suiker-i fabriek een bijdrage uit het L. E. F. Heffing en bij drage worden gebaseerd op het verschil tussen de garantieprijs en de gemiddelde opbrengst van de door een fabriek geëxporteerde suiker. Op deze wijze worden de suikerfabrieken in staat gesteld, de garantieregeling voor de suikerbieten met de suikerbietentelers te verrekenen. De garantieprijs voor witsuiker per 100 kg af fabriek is bij de garantiebeschikking- bietwortel-: suiker oogst 1960 vastgesteld op ƒ62,10, hetgeen overeenkomt met een prijs van ƒ54,voor 1000 kg suikerbieten met een gehalte van 16 De ge-* garandeerde hoeveelheid werd beperkt tot 465.000 ton witsuiker of tot ten hoogste zoveel meer als in het binnenland zal worden verbruikt. Het binnen landse verbruik wordt geraamd op 480.000 ton; da totale produktie is 652.000 ton. De wereldmarktprijs! waartegen deze niet-gegarandeerde suiker kan worden geëxporteerd, schommelt gewoonlijk om streeks 28,per 100 kg.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 11