Wetenswaardigheden over
de Veehouderij
Wereldboerencongres in Joegoslavië
Opgave fokkoeien voor stierenkeuze
FIÉTA-ISO-SYSTOX
385
DE OPFOK VAN MOEDERLOZE VEULENS
PREMIEKEURINGEN VOOR STIEREN
EN VROUWELIJK FOKVEE
IN ZEELAND
ZATERDAG 18 MEI 19 6 1
TER ATTENTIE VAN DE RUNDVEEFOKKERS IN ZEELAND
I
JJOOR de Prov. Commissie ter bevordering van Rijkswege van de Veefokkerij is een commissie in
gesteld die de Zeeuwse rundveefokkers behulpzaam wil zijn bij de keuze van de meest geschikte
stier voor een of meer van hun koeien. Het doel hiervan is om door een zorgvuldige stierenkeuze
de aanfok van goed vee uit een kern van goede koeien in de provincie te bevorderen.
De samenstelling van de adviescommissie is zodanig dat hierin de Prov. Commissie ter bevorde
ring van de Veefokkerij, het Ned. Rundvee Stamboek en de Rijks vee teeltconsulent zijn vertegen
woordigd.
DE WERKWIJZE
Er zal volgens de volgende richtlijnen worden
gewerkt.
1. In beginsel kan elke veefokker één of meer van
zijn geregistreerde fokkoeien waarvoor hij advies
wenst inzake gebruik van sperma van goed fok
kende K. I.-stieren uit Zeeland of van K. I.-sta-
tions elders, ter beoordeling aan de Commissie
opgeven. De aanmeldingen dienen vergezeld te
gaan van de stamboekgegevens van de betreffende
koeien.
2. De beoordeling van de koeien geschiedt door
de Commissie volgens bepaalde normen waarvoor
de richtlijnen in de volgende punten zijn samen
gevat.
De Commissie behoudt zich het recht voor om
bepaalde koeien waarvan de fokwaarde twijfel
achtig is, niet aan te wijzen. De veehouder kan
echter ook in die omstandigheden een vrijblijvend
advies ontvangen.
3. Voor het exterieur van de koeien zijn type,
maten en melktekens van overheersende beteke
nis. Hoewel minimum exterieureisen bezwaarlijk
zijn in te voeren, zullen die in de lagere klassen
(bc 4- en b-) van in het stamboek ingeschreven
(of in te schrijven) koeien in het algemeen niet
in aanmerking komen.
4. Voor de produktie van de koeien worden
geen absolute normen gesteld. De aan te wijzen
dieren moeten evenwel een vlot goede opbrengst
aan melk, vet en eventueel eiwit hebben.
5. Met betrekking tot de afstamming moet ge
steld worden dat zowel voor exterieur als pro
duktie een voldoende doorgefokte en dus waar
de volle afstamming aanwezig is. Ook hier zijn
geen vaste normen te stellen.
6. De koeien zullen in de aan de inseminatie
voorafgaande melkperiode aan eên onderzoek op
melkbaarheid worden onderworpen. Dit zal na
mens dé Commissie door proef melking op hét
bedrijf van de eigenaar plaats vinden door een
gediplomeerde voormelker. De dieren moeten goed
melkbaar zijn, zowel met de hand als met de ma
chine, en een goede verhouding tussen de pro
duktie van de uierkwartieren hebben.
7. Vruchtbaarheid, afkalven e.a. gebruikseigen
schappen spelen bij de beoordeling mede een rol.
8. De aangewezen koeien kunnen in overleg met
de eigenaar worden geïnsemineerd met sperma
van door de Commissie aan te wijzen fokstieren,
9. Met betrekking tot deze stierenkeuze maakt
de Commissie voor elke koe een voordracht op
van een 2-tal K. I.-stieren welke geschikt worden
geacht.
10. De eigenaar van de koe kan hieruit
a. een vrije keus doen, öf
b. één van deze stieren door de Commissie
doen aanwijzen.
11. De eigenaar heeft over de vaarskalveren,
geboren uit de aangewezen koeien, de vrije be
schikking.
12. De stierkalveren dienen, bijzondere omstan
digheden voorbehouden, tot een leeftijd van min
stens 1 j^ar voor keuring te worden opgefokt. De
eigenaar verbindt zich dan de jonge stier vóór
verkoop te doen beoordelen door de Commissie.
Deze geeft de bevindingen door aan de Prov.
Rundvee Commissie en de K. I.-besturen in Zee
land.
Voor mogelijke verkoop en bestemming Van
deze jonge stieren voor de Zeeuwse fokkerij be
houdt de eigenaar volledige vrijheid.
De kosten die verbonden zijn aan het onderzoek
en de selectie van de voor deze gerichte stieren
keuze opgegeven fokkoeien zijn voor rekening van
de Prov. Commissie ter bevordering van de Vee
fokkerij.
Voor de kosten van het sperma van door de
Commissie aangewezen K. I.-stieren buiten Zee
land kan een tegemoetkoming in uitzicht worden
gesteld afhankelijk van de financiële mogelijkhe
den. Deze moet echter als van ondergeschikte be
tekenis worden gezien.
Wij verzoeken de veefokkers die in aanmerking
willen komen voor deelname aan de .hier ge
schetste mogelijkheid van stierenkeuze, hun die
ren hiervoor op te geven. Het is, rekening hou
dende met het voorbereidende onderzoek van de
koeien, wenselijk hiermede niet te wachten tot in
het dekseizoen 1961'62.
Opgave kan gericht worden aan de Rijksvee-
teeltconsulent, Londense Kaai 27, Middelburg, of
de Inspecteur van het N. R. S., Nieuwstraat 45,
Goes.
De RijksvèeteeltconsHlerit
Ir. W. L. HARMSEN.
(12)
TEN gevolge van afwijkingen bij de geboorte kan het voorkomen dat de merrie sterft of onvol-
doende melk afscheidt, dan zal het veulen zonder moederhulp groot gebracht moeten wor
den.
Een storing in het hormonale systeem heeft dikwijls onvoldoende zogafscheiding tot gevolg. Een
hormooninspuiting, door een veearts, geeft meestal een goed resultaat en de merrie zal dan spoedig
voldoende melk voor het veulen produceren. Soms is het mogelijk om een pleegmoeder te vinden,
die het veulen aan wil nemen en groot brengt. Lukt dit niet, dan zal men tot kunstmatige opfok
over moeten gaan. Met de nodige zorg, dat wel iets extra werk bezorgt, vooral in de eerste dagen,
kan men ook goede resultaten bereiken.
DE VOEDING
DIJ kunstmatige opfok is het van belang om een melk samen te stellen, die zoveel mogelijk met
de moedermelk Overeen komt. De eerste biest is van grote waarde voor het veulen, deze ver
hoogt de weerstand tegen ziekten en drijft het darmpek af. Is geen biest beschikbaar, dan is het ge
wenst het, veulen in te laten spuiten met een antibioticum of paardeserum.
In de eerste weken is voor een pas geboren dier melk onontbeerlijk. De gehalten aan voedende
bestanddelen van paaröemelk wijken echter sterk af van die van koemelk, waarover wij doorgaans
volop beschikken. Dit blijkt uit de volgende vergelijking van de gemiddelde gehaltecijfers
Koemelk
Paardemelk
drogestof
12.6
10.9
eiwit
3.4
2.65
vet
3.7
1.6
melksuiker
4.8
6.15
as
0.75
0.50
Om een goed mengsel samen te stellen, is op 2 delen koemelk een verdunning met 1 deel water
nodig, tevens 1 eetlepel suiker toevoegen aan 1 liter van dit mengsel. In de eerste week iedere 2 uur
14 tot Va liter van dit mengsel verstrekken tot een hoeveelheid van 3 liter per dag, oplopend tot 6
liter per dag aan het eind van de eerste week. Vooral in het begin het drinken lauwwarm toedienen.
De hoeveelheid geleidelijk opvoeren, tot 15 liter op een leeftijd van 1 2 maanden. Daarna de hoe
veelheid water als toevoeging verminderen en vervolgens kan overgegaan worden op karnemelk of
ondermelk. Na de eerste week beginnen met wat meel te voeren. Het meest geschikte meel is Kui-
kenopfokvoer I in verband met het lage albumine-gehalte in koemelk.
Goed drinkwater en prima weidehooi moeten steeds beschikbaar zijn. Op stal kan tevens een
zeer kleine hoeveelheid voederbieten verstrekt worden, nog beter is wat wijnpeen te geven.
De grootst mogelijke zindelijkheid van het melkgereëdsehap bevordert het welslagen van de opfok
van moederloze veulens.
F. A. VAN GILST.
V
12e ALGEMENE VERGADERING VAN DE I. F. A. P.
VAN 11 tot 24 mei 1961 zal te Dubrovnik (Joegoslavië) de 12e Algemene Vergadering van de In
ternationale Federatie van Agrarische Producenten worden gehouden, waaraan namens het
K. N. L. C. door ir. C. S. Knottnerus en als buitenlands contactman van het K. N. L. C. door mr. J. F.
G. Schlingemann wordt deelgenomen.
Deze wereldboerenfederatie, die in 1947 in Nederland (Scheveningen) definitief werd opgericht,
vindt haar leden over de gehele wereld 30 landen).
Afgezien van de gebruikelijke punten als bespreking van. de activiteiten van internationale organi
saties, zal aan de orde komen het door de I. F. A. P. in te nemen standpunt met,"betrekking tot de hui
dige wereld-landbouwvraagstukken.
Er zal bijzondere aandacht worden gewijd aan de betrekkingen tussen E.E. G. en de niet-leden-
landen. met name de landen van de Economische Vrijhandels Associatie, de landen van het Ge
menebest en de Afrikaanse landen. De directeur-generaal voor de Landbouw van de E. E. G., de heer
Rabot, zal naar verwacht wordt aan deze besprekingen deelnemen. Ook de landbouwaspecten van
de handel- en tarief onderhandelingen in het G. A. T. T. zullen onderwerp van bespreking vormen,
evenals de van de O. E. S. O. op het gebied van de landbouw te verwachten acties.
De mogelijke gevolgen van de nieuwe agrarische politiek van de Verenigde Staten voor zowel
het nationale beleid als voor de aanwending van overschotten zullen het eerst onderwerp van be
spreking vormen.
Met betrekking tot het voor de verschillende produkten te voeren beleid zal waarschijnlijk de
nadruk kompn te liggen op de bespreking over granen (met name tarwe) en de zuivelprodukten. Een
hernieuwing' en versteviging van de Intèrnationale Tarwe-Overeenkomst in 19(j>2 zal zeker één van de
aanbevelingen van de I. F. A. P. zijn. De wereld-botersituatie vraagt naar de mening van alle deskun
digen om een goede aanpak op multilaterale basis en bovenal om meer effectieve consultaties èn
samenwerking tussen de regeringen.
Een ander belangrijk punt van de agenda is het vraagstuk van de deelname van de I. F. A. P. in de
door de F. A. O. gelanceerde „Freedom from Hunger Campaign".
Eén van de speciale coöperatie-vraagstukken betreft een studie over coöperatieve aanpak van „con
tract farming" in de verschillende landen en uitwisseling van gedachten over de publieke opinie
t.a.v. landbouwcoöperaties.
VOORJAAR 1961
SCHOUWEN-DIJIVELAND
Maandag 15 mei: Dinsdag 16 mei:
Noordgóuwe 9.30 uur Ellemeet 9.30 uur
Brouwers- Haamstede 10.45 uur
haven 11.00 uur Moriaanshoofd 14.00 uur
Kerkwerve 14.00 uur
WALCHEREN
.Woensdag 17 mei: Vrijdag 19 mei:
Gapinge 10,00 uurs Vrouwenpolder 9.00 uur
Grijpskerke 14.00 uur Veere 10.30 uur
Serooskerke 14.00 uur
(Adv.)
- i
/T\
TBAYER» net systemisch insekticide
V H y met de langste werkingsduur
N.V. AGRO CHEMIE ARNHEM