Ontwatering van ingesloten laagten
I
368
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
Een eerste vereiste is clan ook 'er voor te zor
gen, dat het overtollige regenwater niet oppervlak
kig naar de laaggelegen plekken loopt en daar
blijft staan, doch te trachten het water zo vlug
mogelijk af te voeren.
SCHELPEN DRA IN AGE E.D.
DOORZOVER een ingesloten laagte op geringe
afstand van een sloot ligt, kan op eenvou-
en waar op een bestaande drainage moet worden
aangesloten. Hierin schuilt echter een groot ge
vaar. Wanneer tijdelijk enige buizen worden ver
wijderd, bestaat de kans dat ze moeilijk op de juiste
wijze kunnen worden teruggelegd.
Verzakken is vrijwel altijd het gevolg. Hiertegen
moet dan ook ernstig worden gewaarschuwd. Even.
eens is dit het geval bij een direkte afvoer van
DRAINAGE.
HOEWEL momenteel in veel gevallen de water
overlast niet aan de drainige doch aan de
struktuur is toe te schrijven, mag de aandacht
voor een goed funktionerende drainage niet ver
slappen. Integendeel ook hieraan dient de grootst
mogelijke aandacht te worden geschonken.
Het is in de praktijk gebleken, dat vele klachten
te wijten zijn aan vervuilde drainreeksen. Laat
daarom tijdig Uw drainage reinigen. Bedenk
hierbij wel dat het feit dat een drainreeks water
afvoert nog niet inhoudt, dat de reeks schoon is
en voldoende water afvoert. Ook een schelpen
opvulling faalt, wanneer deze wordt aangebracht
boven een vervuilde drainreeks.
(Zie verder 'volgende pagina.)
Afwisselende opvulling van de sleuven met grond en schelpen.
/er>Gf e cVao^jsnecv'e
water vermengd met slib en zand omdat dan de
kans van dichtslibben van de drainage groot is.
Een betere methode is het aanbrengen van goed
doorlatend materiaal boven de drainreeks in de
drainsleuven. Door de Cultuurtechnische Dienst
in Zeeland zijn over deze kwestie een aantal proe
ven aangelegd die tot gunstige resultaten hebben
geleid. Hierbij wordt uitgegaan van materiaal als
zeer grof zand, grind- koolas, steenslag, schelpen
enz. De prijs en de kosten voor transport spelen
bij de keuze van het materiaal uiteraard een grote
rol.
Omdat juist bij natte plekken vlak onder de
bouwvoor vaak dichte lagen ontstaan, is het nood
zakelijk dit materiaal van de draindiepte tot de
bcuvvvoor aan te brengen en wel in de vorm van
een trechter, zoals bij figuur 1 is aangegeven. Het
goed doorlatende oppervlak is dan onder de bouw
voor het grootst, terwijl met een minimum aan
materiaal kan worden volstaan.
ÏUANNEER een bestaande drainreeks door het
midden van een laagte loopt en het opper
vlakte water - desondanks niet'bij de buizen kan
komen, dan is een dergelijke „filter" op eenvou
dige wijze aan te brengen. Ligt het laagste ge
deelte evenwel op grotere afstand van de bestaan
de drainage, dan zal naar hier een aftakking van
de bestaande drainage moeten worden gemaakt
waarbij eveneens weer een „filter" op het laagste
gedeelte wordt aangebracht.
In het geval de laagte op geringe afstand ligt,
kan een oplossing gevonden worden door de sleuf
vanuit de laagte, met toenemende diepte in de
richting van de drainreeks te graven om vervol
gens met schelpen of iets dergelijks op te vullen.
Zie hiervoor figuur 2.
Wanneer bijvoorbeeld in een verkaveld gebied
de drainage door een bestaand akkersysteem
wordt doorsneden, dan kan in de drainsleuven
goed doorlatend materiaal worden aangebracht op
een wijze zoals in figuur 3 is aangegeven.
ILS gevolg van de minder goede struktuur van de grond, de ongelijke ligging en de wervloedige
regenval ook dit voorjaar, treffen we de laatste tijd talrijke percelen aan met mee of minder
grote plekken die wateroverlast ondervinden.
Plaatselijk is liet zelfs van dien aard dat de financiële schade zonder twijfel groot zal zijn Omdat
het hier, vooral bij de ergste gevallen, nog al eens bedrijven betreft die ook het afgelopen jaj r onder
moeilijke omstandigheden hebben moeten werken en veelal ook matige tot slechte bedrijfsmtkom-
sten hebben verkregen, klemt de vraag temeer op welke wijze en met welke middelen, in deze vaak
slechte omstandigheden verbetering kan worden gebracht.
STRUKTUUR VERVAL.
Struktuurverval ontstaat
wanneer in de grond
de klei- en zanddeeltjes ge
scheiden naast elkaar
voorkomen en de boven
grond in natte toestand
als een slemperige massa
in elkaar zakt. Deze zeer
eenvoudige voorstelling is
eigenlijk het begin van een
proces, dat veel op een
vicieuze cirkel lijkt. Deze
cirkel is in dit geval al
leen maar te doorbreken
door een droge zomer of
een strenge winter, ge
volgd door een gunstige
opdooi, of een grote hoe
veelheid organische stof en
een goede drooglegging.
Immers wanneer we te
doen hebben met een laag
gelegen plek, dan groeien
de gewassen daar veelal
slecht en als gevolg daar
van is de bescherming van
de grond, de beworteling,
de vochtonttrekking en de toevoer van organi
sche stof ook minimaal.
Eenvoudiger gezegd kunnen we dus stellen dat
het gewas niet groeit omdat de struktuur niet
deugt en de struktuur niet opknapt omdat er geen
gewas wil groeien.
Hier moet en kan iets aan gedaan worden.
dige wijze het water naar de sloot worden afge
voerd. Niettegenstaande het feit dat deze rede
nering erg simpel aandoet, blijkt toch in de prak
tijk, dat de moeite niet altijd wordt genomen.
Een groter probleem vormen echter de lage plek
ken, die op grotere afstand van een sloot liggen
De door schel pend r ai nage verbeterde natte plek
van bovenste foto.
Een andere manier is om met een grote boor
(diameter 20 cm) vlak naast de drainreeksen
gaten te boren (zie figuur 4).
Ook deze gaten worden opgevuld met goed door
latend materiaal tot onder de bouwvoor.
Ook hier moet er terdege op worden gelet dat
de zuigdrains niet worden beschadigd. Het spreekt
vanzelf dat, indien mogelijk, al deze werkzaam
heden onder zo droog mogelijke omstandigheden
moeten geschieden.
Wil men het oppervlaktewater afvoeren naar
het uiteraard laagstaande grondwater, dan kan het
boren ook machinaal plaatsvinden met een trek
ker en een grote palenboor.
£ciV<?tJGor>z/cJ?é
I -~i
I
I1
out