Joor de Een nieuwe Lente - Een vernieuwd interieur Zeeuwse Plattelandsvrouwen hielden hun Voorjaarsvergadering te Kortgene H ft»»»»*******»**#****** VAN HET PLATTELAND ONDER REDACTIE VAN MEVROUW L. N. HUIJSMAN—GRIEP Ieder einde is een nieuw begin5' ZEEUWS LANDBOUWBLAD ONDERDEN Zeeuwse leden van de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen reisden over de dam naar Noord-Beveland om in Kortgene een geanimeerde voorjaarsvergadering bij te wonen. Hartelijke woorden van welkom werden namens de afdeling Noord-Beveland gesprokenwaarna de Provinciale presidente mevrouw W. van Veen—van Loghem als volgt sprak: 99 DIT leek mij een toepasselijk gezegde voor deze vergadering. U hier op Noord-Beveland hebt pas het einde van ..eiland zijn" meegemaakt en ondervindt nog dagelijks het „nieuwe begin", dat daar het gevolg van is. Juist hierom wilden wij zo graag onze ledenvergadering bij U houden en ik dank U dan ook namens het Provinciaal Bestuur voor uw medewerking. Ons bestuur kan immers wel zeggen: „hier of daar zouden wij willen ver gaderen, maar het belangrijkste is, dat de betrokken afdeling dit ook moet willen, want het brengt veel werk voor bestuur en leden mee. Ook bedank ik u wel voor uw hartelijk welkomstwoord. Ieder einde is een nieuw begin. Ons hele leven door hebben wij hiermede te maken, van de eenvoudigste tot de ingrijpendste gebeurtenissen, zowel op materieel als geestelijk gebied. Bij de geboorte eindigt de zwangerschap en begint het zelfstandige bestaan. In de eerste helft van ons leven zien wij, al dan niet bewust, meestal meer naar het nieuwe begin dan naar het einde van de voorafgaande periode. Zo volgen elkaar op: de wieg, de box, het rondlopen in huis en later het buitenspelen met de buurkinderen. Hoe verrukt vertellen ze je dan op een dag. dat zij naar de kleuterschool gaan, maar na een paar jaar is dat ,,'t kleine schooltje" geworden en verlangen zij naar de „grote school". Zit ten zij in de eerste klas van H.B.S. of Ulo, dan zijn het ineens „dames en heren" geworden. In de pauze wandelen zij en er is geen „tikje" meer bij. Aan het eind van die scholen, wanneer de eigenlijke beroepsopleiding volgt, openen zich weer geheel andere perspectieven. Dikwijls gaan zij dan uit huis, voelen zich volwassen of althans doen alsof. IN deze tijd, waarin zo duidelijk het einde van het „kindzijn" nadert, zijn vooral in het begin de vakantie thuis nog zeer welkom. Bij het ouder en zelfstandiger worden, verlangen zij er minder naar en tenslotte zien zij vol ongeduld uit naar de dag, waarop zij definitief het ouderlijk huis zullen verlaten om een eigen gezin te stichten. Dan beleef je als belanghebbend en belangstellend toeschouwer dezelfde cyclus bij je kinderen. Met begrip, ver trouwen en soms ook ongerustheid volg je hun ontwikkeling. Maar het moment, waarop zij voor goed ons huis zullen verlaten, wordt maar al te vaak met een zekere weemoed tegemoet gezien en opnieuw besef je, dat ook deze jaren maar een episode zijn geweest. Later volgt de pensionering, het overdoen van ons bedrijf, het ons terug trekken uit onze werkkring met alles, wat daarmee samenhangt. Verheugen wij ons dan op het gemakkelijker leven, in het kleine huis, op de vrije tijd, waardoor wij al die dingen kunnen gaan doen, waar wij nooit aan toe kwamen? Of zien wij het uitsluitend als een einde, een aan de kant, gezet worden en weten wij er niets van te maken, leven met onze gedachten steeds in het verleden? Toch kan deze periode 10 of 20 of meer jaren duren. Waarom denken wij in de tijd, dat wij aktief in het arbeidsproces inge schakeld zijn, zo weinig aan het nieuwe begin, dat ons later wacht en dat ons bij een juiste instelling toch zo heel veel kan geven. Komt het einde van dit aardse leven, gelukkig dan diegenen, die dit niet zien als een einde, maar juist als een nieuw begin. Met enkele variaties, al naar gelang men kifideren heeft of niet, of dat men ongetrouwd gebleven is, is dat de gang van zaken in ons persoonlijk leven. WIJ hier op het platteland beleven nu het einde van die vorm van samen leving, die ons van jongs af aan vertrouwd was. De veranderingen, geleidelijk begonnen, volgen elkaar in steeds sneller tempo op. Is onze aan passing een positieve, of een noodgedwongen, als 't ware tegenstribbelende? Je kunt geen vergadering bezoeken of er wordt gesproken over de toekomst van het platteland en ik krijg weleen's de indruk, dat er teveel theorie en te weinig praktische indeeën naar voren komen. Komt dit doordat wij geen zekerheid hebben en ons niet kunnen noch wil len voorstellen hoe het uiteindelijk worden zal? Wordt er ook niet teveel gesproken over vraagstukken waar wij de oplossing met voor kunnen geven en zou het niet beter zijn ons te bezinnen op die veranderingen en verbete ringen in onze naaste omgeving, die voor ieder bereikbaar zijn? B.v. naast het bedrijfstechnisch- algemeen vormend onderwijs voor onze kinderen, zodat zij later leidende funkties in de plattelandssamenleving kunnen en willen innemen. Verder doelmatiger huishouden en woninginrichting, waar door tijd vrij komt, die misschien nodig zal zijn om in bedrijf of zaak mee te helpen en anderzijds gebruikt kan worden voor sociaal werk of voor ont spanning. Nauwer kontakt tussen manen, vrouwen, jongeren, vooral in de afdelingen. De suggesties in het Zeeuws Landbouwblad, speciaal wat de Bond van Plattelandsvrouwen en de Z. P. M. betreft, juich ik van harte toe. Er wordt nog teveel naast en door elkaar gewerkt, wat onnodige verspilling van energie en kosten betekent, zeker in een afgelegen provincie als de onze. Soms had ik de indruk, dat, de Z. P. M. er tegenop zag iets met ons samen te doen, omdat zij bang waren, dat wij het teveel zouden bemoederen. Met nadruk wijs is erop, dat deze vrees ongegrond is. Immers, het zou van weinig inzicht getuigen als wij Plattelandsvrouwen een dergelijke instelling bezaten, daar deze in niemands belang zou zijn. Wij hopen van harte, dat het einde van het naast elkaar werken nabij is en wij staan aan het begin van „WAT SAMEN KAN, SAMEN DOEN". Op de volgende vrouwenpagina hopen wij u meer van deze vergadering te vertellen. (Red.) 1-fOE blij wij ook zijn met de nieuwe lente en de heerlijke zonneschijn toch is er ook hier een schaduwzijde. In de donkere dagen ging het nog best met het interieur, de muurbekleding, de gordijnen. Maar reeds bij de eerste zonnestraaltjes blijktdat het toch allemaal niet zo best meer is en dat onze kamers er herboren zouden uitzien, wanneer wij de muren en ramen, die ons omsluiten, in het nieuw gingen steken. Maar wat nemen wij nu eens? WANDBEKLEDING OP TEXTIELBASIS T\EZE mag u in eerste instantie wat vreemd voorkomenmaar laat u zich U eens een stalen boek tonen, waar u een keuze hebt uit 130 verschillende suwide-soorten want dit is de naam van deze wandbekleding en dan zult u alleen maar enthousiast zijn. Het betreft een produkt, dat schoonheid paart aan duurzaamheid. Zo is het gemakkelijk afwasbaar, het is lichtecht, kras- en stootvast en dat wil wat zeggen in ruimten, die intens worden be woond. Deze wandbekleding mag dan wat duurder zajn, de duurzaamheid heft dit bezwaar weer op. Er zijn felle, maar ook feeërieke tinten, klassieke dessins, zoals saffiaan of boxkaifnerven. Een ieder kan zijn keus maken. JLJET feit, dat suwide overal ter wereld, in grote hotels b.v., wordt toege- past is voor ons Nederlanders niet alleen om trots op te zijn, maar ook om veel vertrouwen te hebben in het materiaal. Zo is er een 5000 meter ver werkt in het Hilton-hotel te Cairo en ook in vele andere landen prijkt deze Nederlandse wandbekleding. Ook voor de bekleding van meubelen leent dit materiaal zich. Het is er nu ook op tricotbasis, wat zich gemakkelijk laat verwerken bij gebogen oppervlakken, zoals leuningen e.d. GORDIJNEN MOET u soms ook aan nieuwe overgordijnen, vraag dan eens naar de gildestoffen, die in Noord-Brabant worden gemaakt. Het zijn struc tuurwee f dessins, waarvoor men de kwaliteit produkten, die eertijds door de gilden werden gemaakt, als voorbeeld heeft genomen. De eerlijkheid van een eenvoudig effen linnen patroon gaat gepaard met de warmte van mo- "clerne tinten, waardoor de gordijnen iets vertrouwds en behageüjks aan het 'interieur geven. Geen aan mode onderhevige drukdessins. JËDe gordijnen zijn lichtecht, wrijfecht, wasecht en motecht. Al zijn er dan geen gilden meerwe hebben toch gildestoffen, een voorbeeld van het kun- J n§3 van onze Nederlandse industrie om trots op te zijn. rr'iirtiMÉi

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 4