h T T I N G ZATERDAG 2 2 APRIL 1961 327 v 2 ;fW de cie mf, de eel rk. •an va cht leï- op lik- •en M)k dit de ge- af- de rdt N. af liet rijf ste ige akt lak Bij de tegenstanders nemen de afdelingen Poortvliet en Stavenisse het standpunt in dat men wel voor de heffing zou zijn, indien er wat betreft de kwaliteitsverbetering zichtbare resultaten waren bereikt. De afdelingen Drei- schor en Zuidzande zijn van mening dat het Rijk deze zaken moet financieren, daar uien geëxporteerd worden en deviezen opleveren, terwijl de afdeling Nieuw en St. Joosland de benodigde gelden via heffingen bij export binnen zou willen halen. Zo lang geen minimumprijzen voor de uien zijn vastgesteld, meent de afdeling Rilland-Bath dat er geen heffing moet worden opgelegd. Waarom de afdeling Nieuwerkerk tegen de heffing is, motiveert men als volgt: 1. hierdoor wordt een precedent ge schapen; 2. bij een heffing ontbreekt voor de S. N. Ui. F. de direkte prikkel tot initiatief' en toewijding, welke wel aanwezig is, wanneer de aktivitei- ten ontplooid worden door middel van gelden, bijeengebracht door vrijwillige kontributies. Hierbij gaan de gedachten uit naar een kontri- butie van ƒ5,per 0.50 ha ver bouwde uien; 3. er zijn nog andere onbeproefde middelen om langs andere wegen meer geld ter beschikking' te krij gen en anderzijds kunnen de gevoer de aktiviteiten in samenwerking met reeds bestaande instellingen ten uitvoer worden gebracht. De afdelingen Biezelinge, Wemel- d.inge, Kruiningen en Nisse's-Heer Abtskerke zijn tegen de heffing, omdat de S. N. Ui. F. naar hun mening het meest in het belang van de grotere uien telers werkt en door meerdere ak tiviteiten bereikt wordt dat de kleine telers nog eerder uitgeschakeld wor den. NIET alle tegenstanders zijn even positief in hun standpunt, bij voorbeeld de afdeling Dreischor antwoordt: „een heffing wordt niet op prijs ge steld"; de afdeling Wolf aartsdijk is tegen een heffing, wanneer alleen de telers worden belast; de afdeling Grijpskerke is „bang ermee te beginnen"; de afdeling Zaamslag vindt het „niet aan te bevelen"; in de afdeling Zuidzande waren de uientelers ervoor (slechts 3 leden op de vergadering aanwezig waren uientelers), terwijl de rest van de aanwezigen tegen een heffing was. Enkele afdelingen noe men de stemmingsuitsla gen: van de 48 aanwezigen op de vergadering te St. Maartensdijk waren er 10 voor en 36 tegen een hef fing, terwijl 2 blanko stem den. In Wissenkerke waren van 28 aanwezige leden 2 voor en 23 tegen een hef fing; 3 stemden blanko. Eveneens van 28 aanwezi gen stemden in de afdeling Kloetinge 8 voor en 20 tegen een heffing'. Het standpunt van de af delingen, die geen uitge sproken antwoord op deze vraag geven, is dat er in hun gebied te weinig uien- teelt voorkomt om hier over een beslissing te ne men. Men wil dit dan ook liever aan de uientelers overlaten. O.a. de afdeling Kortgene neemt dit stand punt in, maar zegt er wel bij dat men niet tegen een heffing van 10,- per ha op zich is. De afdeling Veere merkt op dat men wel alles moet doen om de afzet te bevor deren. beren, daar individueel zeer weinig bereikt kan worden. 4 afdelingen menen dat dit een taak is. van het Rijk. De afdeling Rilland-Bath ziet geen mogelijk heden, omdat er geen behoefte aan de S. N. Ui. F. is. Degenen, die wel mogelijkheden zien, denken voor het overgrote gedeelte in de eerste plaats aan het winnen van individuele leden, hoewel zij niet allen even positief zijn. Een aantal antwoordt met: „dit zou geprobeerd moeten worden", de uientelers zouden lid moeten worden", „de handel en telers zou den dit geld moeten opbrengen langs vrijwillige weg". 5 afdelingen zijn van mening dat de financiering via exportheffing moet plaatsvinden, terwijl 1 af deling de gelden door de kwekers opgebracht wil zien, die een en ander dan weer kunnen verhalen op de telers. Eén van de afdelingen zou een Stich ting van uientelers opgericht willen zien. Een andere afdeling meent dat degenen, die individueel lid worden, dan ook voorrang zouden moeten ge nieten bij de voorlichting. De afdelin gen St. Annaland en Poortvliet menen dat, wanneer de S. N. Ui. F. door goede resultaten het vertrouwen weet te win nen, er zeker uientelers als lid zullen toetreden. De afdeling Nieuwerkerk ziet ver schillende mogelijkheden om de finan ciering mogelijk te maken, namelijk: 1. Een intensievere ledenwerfaktie onder allen, die belang hebben bij de teelt, dus zowel de telers als de handel. Dït heeft tot nu toe te wei nig aandacht gehad. 2. Een bijdrage van het Produktschap en zo deze reeds gegeven wordt, een verhoging van deze bijdrage. 3. Voor beproeving van mechanische hulpmiddelen samenwerking met het 1. L. R. uienzaad, zodat het kelijk wordt. 4. Een heffing van kioekersrecht op kweken van nieuwe en betere rassen aantrek- »<V«MA\/VVVVAW- geven aan de nieuwste ontwikkelingen op hefc gebied van de teelt van uien de nodige aandacht, behoeft. Enkelen sug gereren bierbij de Rijkslandbouwvoor- g lichtingscliensfc in te schakelen. [7. Ruim Va van de afdelingen is vóór en ruim 60 is tegen een heffing, terwijl 10 geen uitspraak, hierover wil doen, omdat in hun gebied praktisch geen uien worden geteeld. De vóóirstemmers voeren als argumen ten aan dat dit de enige weg is om: de nodige gelden beschikbaar te krijgen, ter wijl tevens bereikt wordt dat alle telers mee betalen. Bij de tegenstemmers overheerst wel de mening- dat men in principe tegen heffingen is. Verder zijn een aantal afdelingen van mening dat het resultaat tot nu toe geen heffing wet tigt, terwijl enkelen op het standpunt staan dat de kleine telers, die ook zullen mee moeten betalen, er niet voldoende van zullen profiteren. Bijna 30 van de afdeihtgen meent dat financiering van het werk van de S. N. Ui. F. langs andere weg wel moge lijk moet zijn, waarbij in de eerste plaats aan het winnen van individuele leden wordt gedacht. Een aantal meent dat financiering via exportheffing moet plaatsvinden en/of dat dit door het Rijk moet gebeuren. Hoewel meer dan de helft van de afde lingen de mogelijkheid van de bereid heid om lid van de S. N. Ui. F. te worden, niet aanwezig acht, rijn er toch een tien- lal afdelingen, die menen dat via een intensieve leden werf akt ie wel iets te be reiken is. i<r. Wanneer door gebrek aan middelen het werk van de S. N. Ui. F. zon moeten wor den ingekrompen, meent bijna van van de afdelingen dat de Rijkslandbouw- voorlichtingsdienst een gedeelte van het u erk dient over te nemen. Verder worden nog genoemd kwekers, chemische industrieën, het Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie en het Instituut voor Rassenonderzoek als degenen, die een gedeelte van het werk dan dienen te behartigen. Ruim 70 van de afdelingen meent dat meerdere instellingen met heffingsaan- vragen zullen komen. Ruim 40 is voor dergelijke aanvra gen erg huiverig, terwijl bijna 20 elkè aanvrage apart door de belanghebbenden zou willen laten beoordelen. De rapporteur, C. P. J. VAN IW AARDEN* De afdeling Zierikzee meent dat het niet eenvoudig zal zijn om genoeg leden te werven. Wanneer deze mogelijkheid echter enigszins aanwezig is, zou deze afdeling er toch wel toe over willen gaan en degenen, die dan geen lid wen sen te worden een heffing opleggen. Daar de regeling van een en ander niet eenvoudig is, stelt deze afdeling voor dat er ook een mogelijkheid zou bestaan bij het opleggen van een heffing de individuele leden van de S. N. Ui. F. een korting op de heffing met het oog op de reeds betaalde kontributie toe te staan. I VRAAG 8 I Ziet U andere mogelijk heden het werk van de S.N. Ui. F. te financieren, bij voorbeeld via het winnen van individuele leden, die dan per jaar een zekere kontributie betalen? WEGEN en twintig af- delingen zien geen mogelijkheid het werk op een andere manier te finan cieren; 21 afdelingen wel; 22 hebben geen mening; 1 afdeling meent dat de Stichting dit zelf maar moet onderzoeken. Van de 29 afdelingen, die geen mogelijkheden zien het werk op een andere manier te financieren, zijn £r 13 afdelingen, die zich Vóór de heffing hebben uitgesproken. In het alge meen blijkt uit de antwoor den dat deze afdelingen het standpunt innemen dat het beter is een heffing op te leggen, dan het langs de >yeg van het winnen van individuele leden te pro- I VRAAG 9 Bent. U van mening dat. binnen uw afdeling een aantal uientelers bereid zou zijn op vrijwillige basis het werk van de S. N. Ui. F. te steunen *CHT en dertig afdelingen zijn van mening dat deze kans niet aanwezig is, of in ieder geval zeer klein zal zijn. Uiteraard is een belangrijk aantal van de ontkennende antwoorden ge baseerd op het feit dat er weinig uientelers in het gebied voorkomen. Van de 38 afdelingen zijn er namelijk 19, waar de uienteelt in geringe mate voor komt. 1 afdeling, namelijk de afdeling Waarde, meent dat te proberen zou zijn de afdelingen op vrijwillige basis een kleine kontributie te laten betalen. 10 afdelingen menen dat in hun afdeling wel mogelijkheden liggen om individuele leden te winnen. De afdeling Nieuwerkerk zegt hierover het volgende na een daartoe op bescheiden schaal gehouden onderzoek onder de belanghebbende leden, heeft de kommissie cle stellige overtuiging gekregen dat onder deze leden vele vrijwillige kontribuerende leden van de S. N. Ui. F. te vinden zouden zijn, eerder dan voorstanders van een van boven afgedwongen heffing". De af deling Zierikzee betwijfelt daarentegen of het aantal te winnen leden geheel voldoende zal zijn. De afdeling Zonnemaire zegt dat alle aanwezige uientelers op de vergade ring, waar het vraagpunt werd behandeld, in principe bereid waren tot een stichting van uientelers toe te treden. Door meer propaganda en/of persoon lijk kontakt, zo meent deze afdeling, zijn dan ook donaties van individuele uientelers te krijgen. De afdeling St. Annaland meent dat wanneer de S. N. Ui. F. zich enkel zou bewegen op het gebied van de ziektebestrijding en de veredeling, de telers in dit gebied zeker bereid zouden zijn het werk van de S. N. Ui. F. te steunen. De afdeling Kruiningen acht het speciaal een taak van de S. N. Ui. F. zelf om na te gaan hoeveel individuele leden er te winnen zijn. De afdelingen Axel en Terneuzen ten slotte beperken hun bevestigend ant woord op deze vraag door op te merken dat het er slechts enkelen zullen zijn. Verder zijn er 24 afdelingen, die over deze vraag geen mening hebben, merendeels omdat er weinig uienteelt in hun gebied voorkomt. VRAAG 10 Wanneer het afwijzen van de heffingsaanvrage ertoe zou leiden dat bepaalde taken niet kunnen worden behartigd, bent U dan van mening dat dit door anderen dient te gebeuren? Zo ja, wie zouden dit moeten zijn en hoe zou het moeten gebeuren BIJNA de helft van de afdelingen, namelijk 34, weet geen oplossing of heeft geen antwoord gegeven op deze vraag. Door 24 afdelingen wordt de Rijkslandbouwvoorlichtings- dienst genoemd als dienst, die een gedeelte van de taak zou kunnen overnemen; 3 afdelingen noemen hierbij in één adem de Rijkstuinbouwvoorlichtingsdienst. De afdeling Arnemuiden noemt naast de R. L. V. D. ook nog de kwekers en de chemische industrieën. De laatste twee mogelijkheden worden ook door de afdeling Nieuw en St. Joosland genoemd, waarop deze afdeling dan nog laat volgen dat oplossingen voor machinaal rooien, de verzorging en bewaar methoden wel Uit de praktijk komen. Bij dit laatste sluit de mening van de afdeling Kruiningen zich aan, want deze staat op het standpunt dat men alles maar aan partikulièren, kwekers en handel over moet laten. De afdeling (Zie verder volgende pagina le kolom.)

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 11