VLAS EN LUZERNE RUILVERKAVELING 200 1*1 ETA-1 SO-SYS TO X WETENSWAARDIGHEDEN 20 ZEEUWS LANDBOUWBLAD ULAS kan beschouwd als de meest ideale dekvruchfc voor luzerne. Hierbij speelt vooral een rol dat vlas een van de eerste gewassen is die het veld ruimen. In een voor de jonge luzerneplanten be langrijke periode wordt dan de concurrentie die de dekvrucht toch altijd veroorzaakt, uitgeschakeld. Im mers, in diezelfde periode gaat bijvoorbeeld zomergerst vaak legeren en zodoende de concurrentie ver sterken. De laatste jaren wordt het meeste vlas bespoten met een chemisch onkruidbestrijdingsmiddel. Men kan zich afvragen welke consequenties dit meebrengt voor de eronder gezaaide luzerne. Bekend is immers dat jonge klaver en luzerne gevoelig zijn voor de meeste onkruidbestrijdingsmiddelen. Dit blijkt inderdaad ook bij luzerne onder vlas enigszins het geval te zijn. In de praktijk ziet men echter dat deze schade op lange termijn bezien meevalt en op de proefvelden dat in de nazomer het verschil tussen onbehandeld en bespoten veldjes grotendeels verdween. (Adv.) ."ON, (bayerV het systenTisch insekticide V met de langste werkingsduur d - Y" NV. AGROC HE.MI E ARNHEM De aanwezigheid van luzerne onder vlas is een reden te meer om de voor- en nadelen van een be spuiting van vlas wel sterk tegen elkaar af te wegen. Een bespuiting van vlas brengt voor het gewas altijd toch nog wel enige risico met zich mee. Uitgaan van schoon land en een doelmatige onkruidbestrijding in een voorafgaand jaar zijn cul tuurmaatregelen die door de Aiitbreiding van de luzerneteelt onder vlas nog eens beklemtoond wor den. De keuze van het onkruidbestrijdingsmiddel in vlas wordt bepaald door de aanwezige onkruid soorten. Komt vrijwel uitsluitend wilde boekweit [(zwaluwtong) voor, dan verdient Na-DNC (Extar Sandoz, AAnadoc) de voorkeur. Bij aanwezigheid van melde (melle, dauwkool oftewel ganzevoet en dubbeltjes of tasjes (witte krodde) en uiteraard ook stekels (distels) zal MCPA betere resultaten geven. Vaak is een onkruidsortiment aanwezig dat naast zwaluwtong ook andere meer MCPA-gevoelige on kruiden bevat. Veel werd dan de laatste jaren ge bruik gemaakt van een mengsel van Na-DNC en MCPA. De hoeveelheid van beide varieerden dan meestal naar gelang van de belangrijkheid van de betreffende onkruidgroep op het bewuste perceel. De indruk is, dat bij het mengen van deze mid delen het risico voor het vlas toeneemt, zeker wan neer ongunstige factoren zoals nachtvorst in het geding zijn. Dat dit grote risico ook aanwezig is bij toepassing van fabrieksmatig bereide mengsels van MCPA |- Na-DNC is in 1960 gebleken. Hieruit zou men de conclusie kunnen trekken; a. Gebruik bij voorkeur geen mengsel. Bedenk daarbij dat Na-DNC praktisch alle soorten on kruid doodt, als zij maar in kiemplantstadium verkeren. b. Neem geen risico door vlas te spuiten in een periode met nachtvorsten. WIL men de onkruiden in kiemplantstadium treffen, dan dient men vroeg te spuiten. Be nut de gelegenheid om vlas te spuiten vanaf het mo- moment dat 't 4 cm lang is. Uitstel is alleen dan verantwoord als het weer en de stand van het ge was daartoe dwingen. Men bedenke echter, dat elke centimeter dat het vlas en het onkruid groter wordt de kans op een goed resultaat kleiner wordt. Groter vlas meer beschadiging. Grotere onkruiden minder goede bestrijding. Een ongeregelde stand door structuur, vlasbrand, botrytis, nachtvorst enz. zijn factoren die er toe kunnen leiden dat men eenvoudig van een bespui ting moet afzien. Neem het een loonspuiter niet kwalijk als hij onder die omstandigheden het risico yan een bespuiting niet durft te nemen. Een paar dagen droog weer vooraf geeft het vlas meer weer stand en een voorsprong op het onkruid. TENSLOTTE kan nog gewezen worden op de rol die de zaaitijd van de luzerne hierin speelt. Het gemengd zaaien van vlas en luzerne heeft tot gevolg dat de luzerne in de vlasrij staat en bij het spuiten door de „dek"vrucht inderdaad wat be dekt wordt (parapluwerking). Mocht het zaaien van de luzerne door bepaalde omstandigheden uitgesteld worden tot na de op komst van net vlas, dan dient men dit toch zo vroeg mogelijk te doen. Dit houdt in, dat men na de opkomst er als de kippen bij moet zijn om vast te stellen of er al dan niet gespoten moet worden tegen het onkruid. Is dit niet noodzakelijk des te beter. Moet wel ge spoten worden dan is het nog moeten zaaien van de luzerne een reden te meer om vanaf het 4 cm- stadium nauwkeurig de groei van het vlas en de weersomstandigheden te volgen en vroeg te spui ten. Zaaien van luzerne kort vóór het spuiten geeft in de sporen van wielen en zaaipijpen meer kans op gewasbeschadiging en moet dus ontraden worden. In een dergelijk geval verdient Na-DNC de voorkeur boven MCPA of het mengsel. Het op de grond terechtgekomen DNC kan mogelijk de kieming van de luzerne nog ongunstig be ïnvloeden. Om zo weinig mogelijk risico te lopen doet men goed tussen spuiten en luzerne zaaien enkele dagen te laten verlopen. Overigens zal men in de praktijk dit moeten laten afhangen van de vlasgroei en de mogelijkheid om nog door het vlas te rijden en aan de hand daarvan deze periode zo nodig verkorten. P. VERHAGE, R. L. V. D. (Slot), OVER Het ruilverkavelingsprogramma voor Zeeland ZOALS het Meerjarenplan de omvang aangeeft van het lan delijke ruilverkavelingsprogramma, is er ook in iedere pro vincie een volgordeschema opgesteld, waarin de blokken zullen worden voorbereid en eventueel uitgevoerd. Dit volgordeschema is vorig jaar opgemaakt in overleg met Gedeputeerde Staten en het Landbouwschap en geldt voor een periode van 5 jaar. Het tempo waarin dit programma verwezenlijkt kan worden hangt af van de tijd die met de voorbereiding van elk blok is gemoeid en (na de stemming) van het geld dat jaarlijks aan de Cultuur technische Dienst in de provincie wordt beschikbaar gesteld voor de uitvoering. J-JET programma in Zeeland ziet er als volgt uit (zie ook het kaartje). Naam. 1. Kleverskerke 3. Walsoorden 3. Walzoorden 4. Canisvliet 5. Noord-Beveland 6. Zuiddorpe Clinge 7. De Poel opp. 950 ha 1200 ha 1200 ha 2400 ha 7500 ha 5600 ha 5000 ha opmerkingen. gestemd in 1960, in uitvoering wordt in 1961 gestemd, administratieve ruilverkaveling, combinatie met Kanaalplan. het gehele eiland, het zandgebied langs de grens. TN totaal staat dus een programma van omstreeks 28850 ha op stapel. Vooral in de beide laatste blokken is de voorbereiding nog in een beginstadium en zal de uitwerking van de plannen nog enige jaren in beslag nemen. Deelt men het bedrag dat op de begroting van Landbouw voor ruilverkavelingen is opge nomen door de oppervlakte die jaarlijks zal worden uitgevoerd in Nederland (40.000 ha), dan komt men op een kosiencijfer van f2250,— per ha. Dit is een gemiddelde, tegenover een duurder blok moet dus een goedkoper staan. OM de gemiddelde kosten te benaderen zullen de plannen sober moeten worden opgesteld. Besparing op wegenaanleg en verbetering van de afwatering is nauwelijks mogelijk. De versobering zal dus hoofdzakelijk gezocht moeten worden in het kavelinrichtingswerk, d-w.z. in het dempen van oude sloten, het egaliseren van ongelijk land, het draineren. Er zal op dat gebied belangrijk minder gebeuren dan in de herverkavelingen. "pNKELE gebieden, waarvoor reeds aanvragen zijn ingediend, konden nog geen plaats op het provinciale programma krijgen. Nieuwe aanvragen zullen eveneens op de wachtlijst geplaatst moeten worden. Uiteraard kunnen nieuwe blokken te zijner tijd in voorbereiding worden genomen, naarmate er blokken van 't programma in uitvoering en gereed komen. In de hoop dat ook in de toekomst ruilverkaveling nog een belangrijke bijdrage zal kun nen leveren tot een bloeiende landbouw en een welvarend platteland in Zeeland, beëindi gen wij deze wetenswaardigheden. Ir. D. VAN DER ZAKEN.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 6