<Uoor de <~Urouw
Hebt U plannen voor de zomer?
Wasproblemen
288
VAN HET PLATTELAND
ONDER REDACTIE VAN MEVROUW L. N. HUIJSMAN—GRIEP
wSsMiroMBM
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
/^\NGETWIJFELD hebben wij vrouwen allen wel enige plannen voor de naaste toe-
toekomst: „de schoonmaak van ons huis, aanschaffing van nieuwe dingen, die al
het versletene moeten vervangen. Bovendien nog de aankoop van onze zomergarde-
robe 1961".
Wel, dit jaar heeft het goed voor met ons en onze beurs. Er is weinig schokkend
nieuws, dat maakt, dat ons bezit van een jaar geleden niet ondraagbaar is. (Net of we
ons er aan zouden storen). Als je het goed beschouwt, zou je denken, dat de mode in
rustig vaarwater is gekomen, zich heeft aangepast bij onze tegenwoordige leefwijze en
nu een meer blijvende vorm heeft. Min of meer is dit vroeger ook met de klederdrach
ten gebeurd.
De rokken blijven kort, de lijn van pak en man
tel vaag en niet aangesloten. Onze kleren zitten
ons dit jaar gemakkelijk. We willen ook niet meer
in een dwangbuis worden geperst.
Maar laat niemand nu veronderstellen, dat het
leven zomaar zonder corset, gaine of B. H. ver
lopen kan. Minder dan ooit kunnen deze kleding
stukken worden gemist. Ze geven lijn en houding
aan de figuur en onze jurken zitten er veel beter
mee. Daarom is het niet verstandig op deze punten
te bezuinigen.
WE zien veel jurken met jasje en ook veel losse
pakjes. Ze zijn beide ideaal voor vrouwen
die zelf chaufferen. De auto heeft invloed op de
mode voor de plattelandsvrouw gehad, vooral nu
bijna elke wagen wordt verwarmd. Want weg gaan
de zware lange mantels, die een hindernis zijn
achter het stuur. Hetzelfde geldt voor de geklede
hoeden. De auto heeft de plattelandsvrouw meer
sportief gemaakt in haar kleding. Hoge hakjes
zijn lastig bij het chaufferen, dus komen de ge
zellige sportschoenen aan de beurt. Deze zijn in
alle soorten en prijzen in de winkels te zien.
Zo heeft dus de mode zich bij de veranderende
omstandigheden op het platteland aangepast. We
kunnen er alleen maar blij mee zijn.
Toch mogen we ook niet denken, dat we er nu
zijn en dat we verder rustig met de handen in
de schoot mogen toezien.
DEZE toestand van schijnbare rust leert ons,
dat we langer met onze kleren kunnen doen,
dus dienen we ze met meer zorg te kiezen. Immers,
het is nog altijd zó, dat willen kleding, die met
veel zorg wordt gemaakt, vrij duur is.
Hebt u gelet op de prijzen van de winterman
tels en van wollen winterkleren?
Het: „een lapje voor een tientje", is er niet meer
bij in 1961.
Nu we, wat de mode betreft langer in onze
garderobe kunnen rondlopen, zullen we de beste
stoffen kunnen kopen, een goede coupe en een
neutraal model kiezen. Van dat neutraal model
behoeft niemand terug te schrikken.
„Exclusief", dus „buitengewoon", staat er soms
op een kaart naast een wonderlijk modisch model.
We dienen wel te begrijpen, dat deze exclusieve
modellen heel moeilijk te dragen zijn als we zelf
geen exclusief mooi figuur of een exclusief beel
derig gezichtje hebben. Voor de meesten van ons
is zo'n excentriciteit niet weggelegd.
U7E kopen dus liever een prettig, maar wat ge-
woner model, dat het volgend jaar niet intens
bespottelijk zal zijn. „En lopen we dan allemaal
ineens gelijk in onze jurken en pakjes", zult u
misschien vragen? Laat ik u gerust stellen. Het
is heus geen eenheidsmodel, want er is voor elk
wat wils. Wel loopt er door de hele confectie-mode
een gouden draad van redelijk gezond verstand,
die rekening houdt met de eisen van het leven
der werkende vrouwen. Deze dames, die geld heb
ben om een goede garderobe samen te stellen,
waaraan hoge eisen van gebruikswaarde worden
gesteld, geven steeds meer de toon aan in de
confectie-industrie.
Maar het gewone, gezellige modelletje zou al
te gewoon worden als het niet werd opgefleurd
door de passende modieuze accessoires. Deze bij
komstigheden zijn zeer belangrijk bij een eenvou
dig model, zó belangrijk zelfs, dat ze tot hoofd
zaken zijn geworden in 1961.
NU er door de jongere vrouwen niet veel hoeden
meer worden gedragen, zijn het de kapsels,
die het hem moeten doen. Wat in de hoedensalon
werd bespaard, zal wel bij de kapper moeten wor
den uitgegeven, want bij de hoedenïoze mode is
een verzorgde en goed geknipte haardos een eer
ste eis. Als u maar weinig geld voor een permanent
over hebt, doe het dan liever zonder. Een hoofd
met schapekrulletjes is nooit mooi. Veel beter
is het dan het haar recht te dragen, het zelf goed
te wassen en te verzorgen
Het behoeft geen betoog, dat voor oudere vrou
wen een hoed nog steeds de aangewezen dracht is.
De hoed verzacht de lijnen van een ouder wordend
gezicht, geeft een flatteus schaduwtje en onze
grijze haren staan alleen maar goed als ze niet
verwilderd om ons hoofd waaien.
We zullen dit jaar veel kralen zien, want het
is al ketting wat de klok slaat. Gelukkig Zeeland
met al zijn bloedkoralen en gitten. Nu is het een
jaar om ze te gebruiken, al zal het slot meestal
achter moeten zitten. Probeer ook eens een lange
ketting te dragen in een knoop a la mode 1920.
MET de kralen komen ook de gouden en zilveren
kettingen weer op de proppen. Hoe meer hoe
liever, want de eenvoudige jurk vraagt echt om
deze opvulling. Zo vraagt ook de revers van het
simpele pakje om een mooie speld of een bosje
signetten. Als ik een Zeeuwse was, zou ik eens
een speurtocht in het kabinet gaan ondernemen.
Met oude kralen is heel wat te doen en met wat
fantasie kan men prachtige kettingen samenstel
len als men wat durft en de grondtoon van de
jurk goed in het oog houdt. Men moet dus streven
naar een goede combinatie of zorgen dat een
levendig contrast wordt bereikt.
Een andere opvallende nieuwigheid van 1961 zijn
de grote tassen. Op de leder- en de jaarbeurs was
de grote tas overheersend. Het was alles diep,
breed en lang wat wij zagen, zowel in de dure
leersoorten als wel in goedkope plastic-uitvoering.
Nu staan grote tassen royaal en fleurig voor
grote vrouwen, maar ze zijn een kruis voor de
kleintjes onder ons. Immers, ze staan in geen ver
houding tot de figuur van de draagster. Daarom
is een lange spiegel een eerste vereiste in een
goed-ingerichte tassenzaak, daar de kleine vrouw
dit jaar haar keuze zal moeten richten op de
kleinste maten uit de sortering. Een leren tas is
een kostbaar bezit, want leer is duur. Er staat
echter tegenover, dat leer, mits goed gepoetst,
lang mee gaat, prettig aanvoelt en het gehele voor
komen van de draagster op een hoger plan zet.
UARKENS- en rundleer zijn voor sportieve wol-
len kleding de aangewezen leersoorten. Pas
wel een beetje op voor de besmettelijke tinten, die
men graag kiest bij een zomerjaponnetje. Is het
kleedgeld niet al te ruim, dan is plastic in een
lichte kleur een uitkomst,omdat het afwasbaar
is en er ook goede soorten te koop zijn.
Een tas met leer gevoerd schapen- of geiten
leer is mooier en duurder dan de soorten, die
met zijde zijn gevoerd. Eén of meer vakjes, al dan
niet met een ritssluiting, verhogen weliswaar de
prijs, maar het practisch genot is ook veel groter.
Dat tassen overzichtelijk moeten zijn bij het ope
nen, spreekt haast vanzelf. Let dus goed op de*
sluiting. Tassen met een ingewikkelde sluiting zijn
ondingen en veel koper of nikkel maken een tas
tot een vlinder van één zomer. Een klassiek model
zonder veel versiering zal echter lang een goede
en elegante belegging vormen.
FNSLOTTE de handschoenen, die van een.
vrouw een dame moeten maken. Nog altijd
geldt het grondbeginsel van de mode ook hier:
„gekleed hoort bij gekleed en sportief bij sportief."
Geen suède of nylon bij een daags pakje of
sportkleren en geen gevoerde of varkensleren
handschoenen bij een dun jurkje. Verder moet
men nooit te kleine handschoenen kopen. Te groot
is beter dan te klein; de handschoen zit beter, de
hand lijkt er heus niet groter door en de levens
duur wordt niet verkort door openspringende
naden. Onze bijkomstigheden behoren niet meer in
dezelfde kleur te worden gekozen. Het tijdperk
van vier blikvangers in één kleur tas, hand
schoenen, schoenen en hoed is voorlopig voorbij.
Kies ze alleen met zorg, laat ze harmoniëren of
een tegenstelling vormen, al naar het u lijkt. Het
voornaamste is, dat ze fleur geven aan uw eenvou
dige jurk en dat u er zelf plezier in hebt.
D. ELEMA—BAKKER.
TJET is eenr loffelijk streven van de organisatoren van de Huishoudbeurs geweest, dat er ook van.
consumentenzijde iets gezegd mocht worden over de apparatuur voor de behandeling van de
was. Zo was de eer aan mevr. H. BoodeHackébard om namens de Nederlandse Huishoudraad
hierover een causerie te houden. Wij willen u er gaarne een verkorte inhoud van geven.
De apparatuur voor de behandeling van de was wordt tenslotte voor de consument geproduceerd.
Zij moet er mee werken. In de praktijk is gebleken, dat de producenten zich maar al te vaak on
voldoende verdiepen in de bruikbaarheid van hun producten. Door aanprijzing en eenzijdig gerichte
voorlichting hopen zij meer producten af te zetten. Maar de consument zit achteraf met de pro
blemen.
JDIJ de wasbehandeling heeft de huisvrouw te maken met:
Textielgoederen, wasmiddelen en hulpmiddelen voor het doen van de was, b.v. emmers, teilen
was- en droogapparaten.
Voor de 2de wereldoorlog was de vrouw gewoon met katoen, linnen, wol zijde en rayon om te gaan
Daarna is een keur van nieuwe textielgoederen aan de markt gekomen. Bij de behandeling wordt
de huisvrouw voor problemen gesteld. Het is jammer, dat de textiel-fabrikanten bij de vervaardiging
van hun vaak mooie producten zich zo weinig in de behandeling er van verdiepen. Spreekster wees
op de textiel-etikettering, die met haar was- en strijkvoorschriften 'n uitkomst voor de huisvrouw
betekent. Vraag daarom steeds naar van etiketten voorziene kledingstukken en stoffen. Hoe meer de
huisvrouw vraagt, hoe meer er zullen komen.)
r\OOR gebrek aan huishoudelijke hulp verlangt de huisvrouw steeds meer naar electrische appa-
ratuur. Op het gebied van de wasbehandeling is er keuze te over, maar bij de aanschaf moet er
met verschillende factoren rekening worden gehouden. Er wordt in Nederland bij de bouw van huizen
niet voldoende gerekend met het doen van de was in huis. Daarom is het verstandig zich goed te
laten voorlichten wanneer men tot aanschaf van was-apparatuur overgaat.
Betrouwbare inlichtingen kan de consument krijgen bij diverse huishoudelijke voorlichtingsdien
sten. (Zo kunnen onze lezer°ssen zich vervoegen bij ons tooning-adviesbureau om ook aangaande
bovengenoemde materie betrouwbare inlichtingen te verkrijgen.)
L