<~0oor de <"V^rcuw Brief uit Normandië van een Hollandse emigrante 265 VAN HET PLATTELAND ONDER REDACTIE VAN MEVROUW L. N. HUIJSMAN—GRIEP Stichting Hermien van der Heide-studiefonds" ZATERDAG 1 APRIL 1961 ,ï>oor de werkgroep „Emigratie" van de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen is aan onze afdeling in Frankrijk gevraagd eens iets omtrent ons leven en onze ervaringen te schrijven. Laat ik dan maar beginnen het een en ander van ons leven hier te vertellen. We zijn ongeveer vijf- en-twintig jaar geleden geëmigreerd en zo langzamerhand hier ingeburgerd. Vóór ik verder ga, zou ik er op willen wijzen, dat het voor iedere emigrant van het grootste belang is vóór zijn vertrek de taal van het land, waarheen hij trekt, te gaan leren. Het is heel erg als je de fnensen niet kunt verstaan en jezelf niet verstaanbaar kunt maken. Kennis van de taal draagt er toe bij, dat je jezelf vlugger kunt aanpassen in de nieuwe omgeving. Ook zou ik oudere mensen ten zeerste afraden te gaan emigreren. Dit moet men op jonge leeftijd doen, daar men dan nog niet zo aan het oude hangt en er mee vergroeid is. Mensen op hogere leeftijd stuiten op veel moeilijkheden en kunnen zich niet zo gemakkelijk aanpas sen bij de gewoonten van het land, waarheen zij getrokken zijn. Ook komen er vaak moeilijkheden als de kinderen de lagere school doorlopen hebben. Om verder te studeren gaan ze vaak heel jong &an huis. Onze oudste kinderen zijn tot hun veertiende jaar op de dorpsschool gebleven. Zij moesten dan gen examen doen en hadden zij het goed gemaakt, dan kregen zij een certificaat. Hierna konden zij uitgebreider onderwijs volgen. Tegenwoordig kunnen de leerlingen van elf jaar een examen doen en gaan dus jonger naar een school voor uitgebreid onderwijs. De afstanden zijn te groot om iedere dag naar huis te komen èn zo zijn er dan aan genoemde scholen internaten verbonden. Het is heel moeilijk V.oor jonge kinderen een passend kosthuis te vinden, zodat zij op een internaat aangewezen zijn. Op de scholen moet hard worden gewerkt. De dagtaak begint 's morgens om goed half zeven en ïie kinderen gaan pas 's avonds om half tien naar bed. De jongste uit ons gezin bezoekt nu al voor bet derde jaar een soortgelijke school en het bevalt hem goed. Voor de nodige ontspanning wordt gezorgd en de keuken is prima. Echter, het wordt hoe langer Hoe moeilijker een kind op een internaat geplaatst te krijgen, daar de toeloop van leerlingen steeds groter wordt. MA deze uiteenzetting wil ik dan graag iets van het leven van ons emigrantenvrouwen be schrijven. Misschien is het u niet bekend, dat wij onge veer elf jaar geleden een afdeling van de Neder landse Bond van Plattelandsvrouwen hebben op gericht. Wij hebben ruim twintig leden en houden om de twee maanden een bijeenkomst. Door de grote afstanden, vaak meer dan 100 km is het bezwaarlijk iedere maand bij elkaar te komen. At' en toe hebben wij een spreekster, er worden dia's vertoond of wij vullen de middag met eigen krachten. Kort geleden hebben wij een Schotse middag met een paar genodigden uit Parijs gehad. Het was een zeer geslaagde middag. Zijn wij zo'n middag als Hollandse vrouwen bijeen, dan is het precies of wij in Holland zijn. Er wordt gezellig gebabbeld en wij zouden die middagen niet graag missen. Vijf Hollandse gezinnen, waarvan wij er één zijn, zitten hier vrij dicht bij elkaar. Ómdat de onderlinge afstand niet meer dan twintig km is, komen wij af en toe bij elkaar. Anders is het met één onzer leden, die kort geleden nog bij ons was en daarvoor 130 km moest rijden. Toch komt zij vrij geregeld op onze bijeenkomsten. WAT het kerkelijk leven aangaat, zitten wij ook vrij gunstig, ongeveer 130 km van Parijs. Daar worden geregeld Hollandse kerkdiensten ge houden, die wij zo af en toe bezoeken. De dominéé komt ons eenmaal per maand bezoeken. Hij blijft de nacht over en wij hebben dan een bijeenkomst bij één der Hollandse families. In de zomermaan den wordt er een „Buitendag" gehouden. De domi néé komt dan met bestuursleden van de Neder landse Protestantenbond en vele Hollanders uit Parijs. De Hollandse families uit onze streek komen de kerkdag meemaken. Om ongeveer elf uur arriveren de Parijse Hollanders. Op het erf van de boer." waar de bijeenkomst gehouden .wordt, zijn tafels en banken gezet en na aankomst wordt er koffie gedronken. Na de broodmaaltijd volgt een kerkdienst. Na deze dienst wordt er thee gedronken en daarna wat gewandeld op de boerderij en het een en ander bekeken. Ongeveer om zes uur wordt de kerkdag besloten. Wegens het drukke verkèer op de grote wegen in de vroege avonduren, wordt er tegenwoordig nog weleëns een dineetje aan vastgeknoopt. Later op de avond is het wat rustiger op de weg. Het diner wordt in een restaurant genuttigd. Zo'n Buitendag wordt bijzonder gewaardeerd, vooral door de mensen uit Parijs, die dag in dag uit in het drukke stadsgewoel zitten. Zo ziet u, dat wij emigranten nog wel eens iets meemaken van Hollands verenigingsleven. VOOR de opgroeiende jeugd is het op het plat- teland tamelijk saai. Er wordt weinig voor de jongeren georganiseerd. Muziek, zang en sport worden weinig beoefend. Onze kinderen krijgen wel muzieklessen, maar zij moeten er in hun weinige vrije tijd nog een extra reis voor maken. In de steden wordt er veel meer aan sport gedaan. Toch is er in de vijf-en-twintig jaar, dat wij hier wonen, wel veel veranderd. In de grotere plaatsen gaan de Franse jongeren zich meer en meer orga niseren. Er worden excursies gehouden, tentoon stellingen bezocht enz. HOOR de schaarste aan personeel helpen de kinderen veelal mee in het bedrijf. Over het algemeen laten de emigranten hun kinderen leren. Zij kunnen later hier in Frankrijk of desgewenst in Holland een betrekking vinden. Wij kunnen wel zeggen, dat het leven hier wat moeilijker is dan in het vaderland. Vroeger hadden hier alle boeren veel personeel in huis, wat voor de boerin veel werk meebracht. Als u alleen maar bedenkt, dat er tweemaal per dag warm wordt gegeten. Er is nu nog wel een periode dat wij het druk hebben en wel in de oogst. Komt de maaidorser op het bedrijf, zo krij gen wij al het werkvolk in huis. Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat wordt er dan hard ge- werkt. Bij het ontbijt wordt er soep gegeven. Verder wordt er in die tijd veel pluimvee gegeten en vaak verschijnt er ook konijnebout op tafel. Al met al moeten wij boerinnen dus in de 'oogsttijd veel tijd aan het eten besteden. Ik hoop u met dit korte praatje enig inzicht in ons leven als emigrant te hebben gegeven. Met een hartelijke groet uit Eure, EEN EMIGRANTE. Het toeval wil, dat ik bij mijn bezoek aan onze afdeling in Frankrijk j.l. september, na afloop van de lezing, die ik voor de afdeling hield, te gast was bij de schrijfster van bovenstaand emigranren- praatje. Ik bewaar heel prettige herinneringen aan de kennismaking met de afdeling en heb de grootste bewondering voor de leden, die soms uren met de auto moeten rijden om een vergadering te bezoeken. De schrijfster zond mij een foto van een typisch Normandische boerderij, die wij hierbij weer geven. REDACTRICE. IN deze rubriek heeft u al eens eerder over de „Stichting Hermien van der Heide-Studie- fonds" kunnen lezen. U weet zich dan wellicht te herinneren dat dit Fonds meisjes een kans geeft een cursus te volgen op een Volkshogeschool of het Vormingscentrum „De Vonk" te Noordwij- kerhout. „De Vonk" heeft zeer aantrekkelijke cursussen voor meisjes van 14—16 jaar. Over deze cursussen wil ik graag wat meer vertellen. JN de leeftijd van 1416 jaar bevinden veel meisjes zich op een moeilijk punt. Ze weten vaak niet hoe ze verder moeten gaan; zijn daar- door moeilijk voor zich zelf en voor hun om geving. De problemen komen meestal voort uit het feit, dat ze bezig zijn de grens van de kinder- naar de volwassen wereld te overschrijden. Dit „groot" worden verwart hun innerlijk vaak zó dat zij juist om dit te verbergen onverschillig doen, dwars worden; van school of werkkring willen veranderen, telkens woorden hebben met de ouders enz. Juist in deze situatie blijkt het vaak heel positief te werken wanneer het meisje voor enige tijd de spanning uit haar wereldje van alledag achter zich mag laten en te midden van een 30-tal leeftijdsgenoten zich zelf wat beter kan leren kennen. IjET Vormingscentrum „De Vonk" zet haar deuren open voor meisjes van allerlei rich tingen, zowel uit de stad als van het platteland. De 9-weekse cursussen zijn voor deze leeftijds groep bijzonder aantrekkelijk. De leidsters op „De Vonk" kunnen de meisjes, door het geven van persoonlijke aandacht, helpen bij vragen die zo specifiek behoren bij hun leeftijd. Juist het gedurende een paar maanden met leeftijdsgenoot jes leven onder één dak en het direkte kontakfc met de leidsters is heel belangrijk. De gespreks groepen nemen een grote plaats in in de cursus sen: kinderverzorging, „zorg voor jezelf", de maatschappij, het sexueie leven; ook geloofsvra gen zijn onderwerpen die aan de orde komen. Daarnaast geeft „het samen bezig zijn" mogelijk heden tot verdere uitgroei van de persoonlijk heid. Bij huishoudelijk werk, handenarbeid, to neel, za.ng en muziek, dans en spel, ontdekken de meisjes vaak nieuwe mogelijkheden in zichzelf. EEN beroepsadvies, dat gegeven kan worden op grond van een psychologisch onderzoek maakt dat ook na de cursus de meisjes met een nieuw of vaster omlijnd perspectief de toekomst tegemoet kunnen gaan. Voor 1961 staan er nog twee 9-weekse cursussen op het programma, t.w. van 23 mei22 juli en van 23 oktober23 december. Deze zijn dan voor niet meer leerplichtige meisjes van 1416 jaar. Voor meisjes die de cursuskosten niet zelf kunnen beta len en die ook door de ouders niet geholpen kun nen worden kan een verzoek tot financiële steun worden ingediend bij de Stichting Hermien van der lleide-Studiefonds, secretariaat: Fauwenlaati 79, Den Haag. Voor de cursussen op de Volkshogeschool, wel ke voor jongelui boven 18 jaar worden gehouden, verleent genoemd fonds op dezelfde voorwaarden eventuele medewerking.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 9