meisjeswerk in de Het P. J. G. N. D IT zijn maar enkele punten, welke dienen als voorbeeld. Er is zo veel 268 HET MEISJE OP EEN VERANDEREND PLATTELAND EEN PRACHTIGE TEGEMOETKOMING Het meisjeswerk in onze Plattelandsjongerenorganisatie ZEEUWS LANDBOUWBLAD -flrTTWW Hier ziet U mej. M. Kielman uit Sluiskil met haar zeljgemaakte jurkje, op de landelijke wed strijd van de P. J. G. N. van 18 februari te Utrecht. Zij behaal de daarmee een tweede prijs. Voor waar een prachtig resultaat van de ak- tiviteiten die dit sei zoen in onze provin cie, op het gebied van de meisjeswed strijden, ontwikkeld zij*. ONGEVEER vier jaar geleden" is voor het meisjes werk in de P. J. G. N. een commissie samengesteld uit drie damesleden en de secretaris. De drie dames kregen dus gedrieën de taak om de vragen, inlichtingen enz. voor het plattelandsmeisjes- werk te behartigen. Op het secretariaat werkte de P. J. G. N.-secretarissen dit uit, wat voor hen begrij pelijk zeer moeilijk was. Vóór die tijd gebeurde het ook wel eens dat in lichtingen over bakwedstrijden binnenkwamen. Deze inlichtingen spaarde de secretaris dan op tot de da gelijks bestuursvergadering en daar werd het de taak van het enige vrouwelijke lid om inlichtingen te ver strekken en verzoeken in te willigen. (Vervolg vorige pagina.) blijven achter" zeggen sommige jonge plattelan ders zeer teleurgesteld. En de meisjes zeggen: „De jongens kunnen alleen maar over hun werk praten. Wij willen ook wel eens over iets anders praten. Enze zijn niet zo attent als de jon gens uit de stad". Bij de oprichting van het landbouwhuishoud- onderwijs werd over het plattelandsmeisje ge zegd: „Niet altijd is een boer haar ideaal, en het zou haar kansen, „een heer" tot levensgezel, te krijgen kunnen schaden, als ze na het verlaten van de lagere school of voortgezet lager onder wijs al te duidelijk liet blijken, op het boeren- milieu aan te sturen". ANS antwoord: „Een boer kan, ja möèt ook een heer zijn!" Een oud gezegde luidt: „Wanneer een boer geen goede moer in de korf heeft, gaat de boerderij er aan". Wageningse onderzoekingen hebben uitgewezen, dat de bedrijfsinkomsten hoger worden naarmate de boer beter ontwikkeld is, maar uit deze onder zoekingen bleek ook, dat met de ontwikkeling van de boerin de inkomsten toenamen. Het rapport „Bedrijfsopvolging en Beroeps keuze in Land- en Tuinbouw" van het L. E. I. ver meldt in de laatste 2 bijlagen enkele gegevens over de echtgenoten en dochters van de geënquê teerde bedrijfshoofden met zoons van 12 jaar en ouder. Van de echtgenoten heeft7 huishoud school, 19 huishoudelijke cursussen, 3 ander onderwijs en 71 geen voortgezet onderwijs ge volgd. Van de dochters zijn de percentages38 huishoudschool, 24 o huishoudelijke cursussen, 13% ander onderwijs en 25% geen voortgezet onderwijs. Er is dus gedurende één generatie reeds veel veranderd. TENSLOTTEde plattelandsvrouw was veel eerder geëmancipeerd dan de vrouw in de stad. Zij nam reeds vroeg in het boerenbedrijf een gelijkwaardige plaats in naast de man. Het is begrijpelijk dat ze protesteerde, toen de boter- en kaasbereiding naar de fabriek ging. Haar plaats, haar sociale prestige werd bedreigd. Wanneer zij er niet in slaagt op andere wijze haar bijdrage te geven aan de samenleving, dan zou dit een teruggang betekenen. Er ligt een groot arbeidsterrein in het gezin, dat op weg is om van het tradi tionele gezin te groeien naar het zelf standige en democratische gezin en in de wereld buiten het gezin. Het meisje op een veranderend platte land moet mens zijn in de wereld van nu. Mej. M. GEERTSEMA. ..Volkshogeschool Bergen", 25 mrt. 1961. Naarmate meer provinciale plattelandsmeisjesbon- den zich aansloten bij de P. J. G. N. werden dergelijke inlichtingen en verzoeken veelvuldiger. Daar dit door één persoon niet meer bij te houden was, werden door de landelijke raad drie personen aangewezen. Het liep allemaal prachtig en prettig de eerste tijd; er werden wedstrijdreglementen voor meisjes ont worpen, werkschema's voor jaarprogramma's voor meisjes-afdelingen samengesteld, korte lezingen om te dienen als vulling van het eigen ledenprogramma geschreven en zelfs werd het plan opgevat om een aparte uitgave over meisjeswerk uit te geven. Dat dit ook voor drie damesleden te veel werd kunt u wel begi-ijpen. NU is er in 1960 een commissie samengesteld wat uit negen personen bestaat. Uit elke provincie heeft één meisje zitting in deze commissie, zodat elke pro vincie kan meespreken en oordelen over de plannen en uitvoeringen van dit specifieke meisjeswerk. De commissie is begonnen met het organiseren van de meisjeswedstrijden bij de landelijke ploegwedstrij- den in de Noord-Oostpolder. Deze bestond uit bloe- menschikken en slaatjes maken. Het leuke hiervan was dat onze Zeeuwse afgevaardigde, mej. M. Kiel- ma, kampioene van de P. J. G. N. werd. Op de algemene vergadering op 18 febr. j.l. te Utrecht werd een modeshow gehouden, die provin ciaal voorbereid was. Uit elke provincie namen hier drie meisjes aan deel, die ieder in een afzonderlijke rubriek deelnamen. Ook was er een tentoonstelling van eigen gemaakte handwerkstukken, die als voorbeeld dienden voor de meisjeswedstrijden 19611962. WAT GAAN WE DOEN? IJET plan is dat er weer meisjeswedstrijden worden A gehouden samen met de landelijke ploeg wedstrjj- den. Deze zullen vermoedelijk in Zuid-Holland wor den gehouden. De wedstrijden zullen bestaan uit: le het maken van slaatjes (4 personen)2e het maken van een bloemenkrans om bord (voor een jarige)3e het schikken van bloemen tot een tafelstukje; 4e het bedrukken van stof met verf (b.v. een lopertje). Deze wedstrijden kunnen provinciaal eventueel af- öelingsgewijs voorbereid worden. Verdere inlichtingen kunt u bekomen op het secre tariaat in Goes. Ook het boekje van wedstrijdregle menten voor meisjesleden van de P. J. G. N. DE HANDWERKWEDSTRIJDEN. yOALS u al eerder medegedeeld is in het het P. J. G. N.-maandblad j.l„ organiseert de commis sie dit jaar een landelijke wedstrijd, speciaal bestemd voor de damesleden in de provincies, n.I. een hand- werkwedstrijd. De wedstrijd zal bestaan uit vijf rubrieken: le ruitversiering (half schortje, luierbroekje)2e Kruis steek (Broodmandkleedje, meetlap, geboortelapje); 3e streepversiering (schortje); 4e smocken (kapman teltje); 5e Perzisch ajour (ontbijtlaken). De richtlijnen hiervoor zijn met veel zorg samen gesteld en er is zoveel mogelijk rekening gehouden met de verscheidene wensen uit. de verschillende pro vinciale organisaties. OOK is er gedacht aan hen die zich „beginners" Ql „gevorderden" op het handwerkgebied noemen. De „beginners" willen graag bij het vervaardigen van hun werkstukken aanwijzingen en hulp ontvangen. Hiervoor is een aparte uitgave „met naald, draad, stof en nog wat" samengesteld en daarnaast wordt in het wedstrijdboekje veel handwerklectuur van dé N. B. P. V. genoemd om te raadplegen. De afdelingen ontvangen allen een „richtlijn" waarin alles uitvoerig beschreven staat over de wed strijden. Als er leden zijn die zelf dat boekje willen hebben kunnen ze zich wenden tot het secretariaat. Ook in het P. J. G. N.-m'aandblad staan steeds enige voorbeelden in met de ontwerpen en de manier van afwerking. Het is natuurlijk wel «1e bedoeling dat alles wat gemaakt wordt vrij ontwerp moet zijn. Dus dames zet uw beste beeentje voor! L. MOL. J' E kunnen het echt niet helpen, maar wij moeten al weer aan de woorden van de heer De Vrieze, gesproken op de kaderdagen, denken. Die hielden n.I. het dringende advies in van: Laat de bron van je fantasie niet opdro gen". Nogmaals, u moet dus veel lezen om nieuwe ideeën te krijgen. Hiervoor komen in aanmerking „De Boeren jeugd", het „P. J. G. N.-maandblad en Kern en Keur(vroeg u al om een gratis proef nummer?). \TU schrijft mej. v. d. Leeden iets over de I mogelijkheden van samenwerking. Vooral die met de Bond van Plattelandsvrouwen. Dat is een prachtige kreet. Maar wat doet die Bond eigenltijk en waar is samenwerking mogelijk? Er zou voor u eigenlijk een informatiebron beschik baar móeten zijn. Dan weet u inderdaad wat de Bond doet en wat u samen kan aanpakken. Wij vinden juist daarom het aanbod, om het blad ,,De Plattelandsvrouw" voor leden van de Z. P. M, tegen een kleine prijs beschikbaar te stellen, fan tastisch mooi. Vanaf dit moment wordt u n.I. ge lijkgesteld met de leden van de Bond zelf. „De Plattelandsvrouw", die maandelijks verschijnt, is nu ook door u te verkrijgen tegen een jaarlijkse vergoeding van 1,50. Deze kans wil natuurlijk geen enkel Z. P. M.-afdelingsbestuurslid missen. Een kaartje aan het sekretariaat is het enige wat u doen moet. Wij maken U erop attent dat de BLOESEM RIT is vastgesteld op zaterdag 22 april 1961. Gestart zal worden in Nieuw- en St. Joos- land. Slotbijeenkomst in hotel „De Zwaan" Kapelle. J^JOET gericht zijn op het doel: de ontwikkeling en de vorming van het meisje tot volwassene Zij zal vanuit haar v:erk of gezin een blik op de wereld daarbuiten moeten kunnen werpen Zij zal in de veranderende omstandigheden op het platteland in Nederland vaak een taak hebben zowel in het gezin als in het bedrijf. Ons meisjeswerk in onze plattelandsjongerenorganisatie moet met deze omstandigheden rekening hóuden. Daarom moet het meisjeswerk meer inhouden dan alleen 't houden van enkele wedstrijden in huishoudelijke- of landbouwtechnische vaardigheden. Het moet een ruimere opzet hebben met het oog op de huidige en toekomstige omstandigheden op het platteland. Eert doelgericht programma zou het bovengenoemde kunnen omvatten. Dit alles kan je trachten te doen of te bereiken binnen het raam van een Plattelandsmeisjesaf- deling, daar kan je de voedingsbodem leggen en vinden. Er is zo veel, het is, of beter gezegd, ons terrein is zo breed, het is teveel om op te noemen en ik zal dan ook wel veel vergeten" zijn te noemen. I-JET is allerminst de bedoeling van u allen „studiehoofden" te maken. Mijn punt van uitgang is El geweest de vraag: .Waartoe is het nodig, dat plattelandsmeisjes zich voorbereiden op de toe komst, hun taak en plaats. Mijn antwoord wil ik in 't kort nog even samenvatten, een dom gehouden) initiatiefloos en engziend platteland kan zowel geestelijk als materieel nooit voldoende tot haar recht en welvaart komen; als anderen zich niet geroepen voelen om hierbij van betekenis te helpen, is hun zaak, maar plattelandsmeisjes: het platteland is ook onze zaak en daarom is er maar één weg en wel deze, dat wij onze plaats en onze taak kennen en aanvaarden om het zelf aan te pakken. P. K. CIGGAAR, Vice-voorzitster P. J. G. N.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 12