BOERENJEUGD
Het plattelandsmeisje in het zonnetje
Hoe kunnen plattelandsvrouwen en
Zeeuwse plattelandsmeisjes
met elkaar samenwerken?
266
L J G
A AN de lentetijd, aan tulpen en narcissen, aan paaseieren-zoeken in een voorjaarstuin, aan een
versierde Paastafel met gekleurde eieren of aan een Paaskaart, waar Paashaasjes je een
„Vrolijk Pasen" toewensen?
Als het daarbij blijft, dan ben je (on-)behoorlijk dicht bij het primitieve heidendom, waar men
in het voorjaar het feit vierde, dat de natuur, die dood was, weer tot leven kwam
A AN het feit, dat God Zijn Zoon Jezus Christus naar de wereld heeft gezonden om die wereld
op te zoeken in zijn van God afgekeerd bestaan.
Maar de wereld zei „neen" en sloeg Christus aan het kruis. God zei op Pasen „ja", waardoor
Zijn Zoon niet in de dood bleef, maar er uit opstond. De kerk gelooft dus niet in een Heiland,
die destijds tragisch om het leven kwam, en daarbij bleef het, maar in de lévende Heer. Dat gaat
lijnrecht in tegen ons „gezond" verstand (daar geloven we n.l. wel heel erg in Maar daardoor
blijft het in ons leven armoedig en leeg, en we missen de blijdschap, want alje zin is er aan
ontnomen, als de dood toch het noodlottige eindpunt is
A AN jou en mij. Hij roept ons op, niet om met diepzinnige wenkbrauwen te gaan discussiëren
over het hoe en het waarom van het wonder. Maar Hij wil in de Opstanding ons laten
beseffen, dat Hij zelfs door deze dood met ons een nieuw begin wil maken.
Daarom wil Hij ons bevrijden van de „banden des doods", waardoor het bestaan ons moeite
waard wordt.
En de Opstanding van Christus is daarvan het bewijs.
„Vrolijk Paasfeest", zegt de Paashaas en het doet je niets.
„De Heer is waarlijk opgestaan" belijdt de kerk. En als je het met deze belijdenis waagt, dan
vier je Paasfeest. Want dan zal je ervaren, dat God het weer waagt met jou.
Ds. J. W. COENRAAD.
Daarom zou een gezamenlijke werk
bespreking ter voorbereiding van het win-
terprogramma noodzakelijk zijn, zowel van
de provinciale als de plaatselijke besturen.
Misschien is deze suggestie een knuppel
in het hoenderhok Wat een gekakel zal
het dan geven. Ik hoop het, want dan wor
den zeker grootse plannen uitgebroed
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
Dit speciale Boerenjeugd-
nummer is samengesteld door
Uw Prov. sekretaris van de
Ij. J. G. met intensieve mede
werking van de Redaktie.
Waar denk je dan aan?
Waar denkt de kerk aan?
Waar denkt God aan?
MU een speciale kommissie van de P. J. G.N. begonnen is allerlei plannen uit te werken voor het
specifieke meisjeswerk, dringt zich als vanzelf de vraag aan ons op: „Kunnen wij misschien
ook iets samen doen?"
Bij het doorlezen van de nota betreffende het meisjeswerk is het mij bijzonder opgevallen, dat
allerlei aktiviteiten volkomen parallel lopen met die van de Bond van Plattelandsvrouwen. Dit is
met name het geval bij de Handwerkwedstrijd 1961-1962, waarvan het programma allerlei technie
ken vermeldt, welke ook regelmatig terugkeren in het programma van de Handwerkwedstrijd van de
Bond van Plattelandsvrouwen.
AM met succes aan een wedstrijd te kunnen
deelnemen is een voorbereidende kursus
welhaast onmisbaar. De ervaring heeft ons ge
leerd, dat het lezen en begrijpen van de richt
lijnen vooral voor hen, die niet veel handwerken,
vrij moeilijk is. Zo was het voor plattelandsvrou
wen nog wel eens een teleurstélling, dat hun
handwerk hoe keurig gemaakt niet in aan
merking kwam voor een prijs, omdat het op een
enkel puntje afweek van de richtlijnen.
Dit komt de laatste tijd praktisch niet meer
voor, nu ieder najaar een handwerkkursus wordt
georganiseerd van 4 lessen, waar de kursusleid-
ster de richtlijnen uitvoerig met de deelneemsters
bespreekt en toelicht.
Een dergelijke kursus lijkt mij ook voor de
Z. P. M.-sters bijzonder geschikt. Waarom dan
niet gezamenlijk iets in die geest georganiseerd?
Het aantal geschoolde krachten is nu eenmaal op
het platteland niet zo erg groot en ook hand-
werkleraressen zijn erniet veelWe moeten
zuinig zijn met onze kursusleidsters
AP het meisjesprogramma kwam o.a. ,,het ver-
v zorgen van de tuin" voor. Wisten jullie dat
in Zeeland momenteel in Rilland, Yerseke en
Wolfaartsdijk tuinkursussen worden gegeven?
(lx per maand van maart t/m november). Wil
len jullie nog meedoen je bent van harte wel
kom! De eerste les is al gegeven maar de res
terende zeven kun je eventueel nog meemaken.
Behalve provinciaal, zou dunkt mij ook plaat
selijk meer samengewerkt kunnen worden en ge
lukkig gebeurt dit ook hier en daar wel.
UfAAROM zouden plattelandsvrouwen en
Z. P. M.-sters samen niet eens één keer per
winterseizoen gezamenlijk een avond organi
seren? Vooral kulturele avonden zijn duur en ge
deelde kosten zijn halve kosten. Bij „samen doen"
is echter „samen overleggen" een gebiedende eis.
A. v. d. LEEDEN.
N.B. Wisten jullie, dat het Adviesbureau voor de Woninginrichting van de Bond van Plattelands
vrouwen iedere tweede dinsdag van de maand te Goes op het Landbouwhuis gratis advies
geeft aan hendie hierom komen vragen, en dat Z. P. M.-sters hier ook van harte welkom zijn?
(Al of niet met een a.s. echtgenoot
HET aanbod om een uitgebreider nummer
te mogen samenstellen is een mogelijk
heid die met beide handen aangegrepen dient
te worden, duist daarom is het plezierig om
u het resultaat van de vele voorbereidingen
die hieraan altijd verbonden zijn, te kunnen
aanbieden.
Het is ons ook gelukt aan dit nummer een
bijzonder cachet te geven door deze keer de
schijnwerper op het meisjeswerk te richten.
Immers dikwijls horen wij van de meisjes
afdelingen de klacht dat er juist voor hen
nog zo weinig mogelijkheden tot het ont
plooien van aktiviteiten, aanwezig z\jn. Men
vindt dat onze organisatie zich eigenlijk nog
maar weinig op het specifieke meisjeswerk
heeft toegelegd.
Deze klacht is begrijpelijk en ook ten dele
gerechtvaardigd. Ons werk is tot nu toe inder
daad veel meer gericht geweest op de tech
nische vorming van de jongens, dan van de
meisjes. Denk maar eens aan de technische
wedstrijden als ploegen, trekkerbehendig
heid, veebeoordeling, enz.
De overtuiging dat het meisjeswedstrijd-
werk eveneens de nodige aandacht moet ver
dienen leeft al geruime tijd bij uw provinciaal
en landelijk bestuur. Het waren steeds ech
ter dé middelen die ontbraken. Nu hierin
meer ruimte is gekomen, is er landelijk een
werkgroep geformeerd, die zich speciaal met
deze materie bezig houdt.
Uit elke provincie heeft in deze „club" een
meisjes zitting (voor Zeeland: mej. L. Mol).
Deze werkgroep is nu met grote voortva
rendheid aan het werk gegaan. En het zal
u duidelijk zijn dat de meisjeswedstrijden op
de algemene vergadering hieruit mede voort
vloeiden.
Er is echter nog veel meer. Bijzonder in
genomen kunnen de meisjesafdelingen vol
gens ons zijn met de boekjes „Wedstrijdregle
menten voor meisjes" en „Richtlijnen voor
handwerkwedstrijdendie onlangs bij de
P. 9. G. N. zijn verschenen.
Hopelijk ligt het tijdstip niet veraf waarop
ook in onze provincie een werkgroep „Meis
jeswerk" aan de gang kan gaan. U ziet het:
er is een duidelijke ontwikkeling te constate
ren.
Wij hopen dat deze „Boerenjeugd" u enige
uren van prettige verpozing mag geven.