Aspecten van de loopstal voor rundvee 245 BEDRIJFSVOERING EN BEDRIJFSGEBOUWEN ZATE A DAG 25 MAART 1961 Ontleend aan de inleiding- van Ir. P. KOOMANS van het I. L. B. ANGEVEER 7 jaar geleden deden door de verwachte besparing op arbeid en bouwkosten de loop- stallen in Nederland hun intrede. Doordat de dieren in een loopstal een bepaalde bewegingsvrijheid genieten, is het mogelijk hen taken te laten verrichten die in een grupstal door de boer zelf moeten worden uitgevoerd. Een belangrijke arbeidsbesparing werd verkregen bij het melken door de toepassing van de door- loopmelkstal. De eerste doorloopmelkstallen bestonden uit 2 standen, waarbij één man één apparaat bediende, de z.g. éénstandsmelkstal. Hiermee kan een capaciteit van 15 koeien per uur per man worden bereikt. Nadien werden andere typen melkstallen ontwikkeld met meer standen. Be eerste waren melkstallen met groepsdoorloop, zowel de enkele als de dubbele twee- en driestandsmelkstallen. Hierbij is het niet mogelijk de dieren individueel in en uit te laten. Nadat men dit bezwaar had opgeheven, was het aantal gemolken koeien per uur vergeleken met de overeenkomstige groepsdoorloopmelkstal toegenomen met 4 a 5. Thans wordt een proef genomen met een visgraatdoorloopmelkstal. Deze heeft 2x5 standen, doch kan ook als 2 x 4 worden gebruikt. Het krachtvoer wordt verstrekt met voederautomaten, welke van een punt vanuit de melkput kunnen worden bediend. Dit vindt plaats op het moment, dat de dieren de melkstal binnentreden. De verwachte capaciteit is 3540 koeien per uur per man. Niet alleen bij het melken, doch ook bq het voeren biedt de loopstal mogelijkheden tot arbeidsbesparing. ITIT proeven met mest- en jongvee is gebleken, dat bij toepassing van doelmatige ruiven en repelhekken de verliezen door vermorsen praktisch nihil zijn. Ook treedt geen luxe consumptie op. Bij melkvee blijkt uit de voorlopige resultaten, dat de melkproduktie geen invloed heeft onder vonden van de gewijzigde voedermethode en dat er evenmin luxe consumptie optreedt. Voor de voorraadvoedering van hooi heeft een ruif van bouwstaal met mazen van IV2 cm goed voldaan. Om te voorkomen, dat gemorst voer door Visgraatmelkstal, 2x5 standen. de dieren wordt vertrapt, dient onder de ruif een bak te worden aangebracht. Het bouwstaal kan zowel recht als schuin worden geplaatst. Er dient één schuine zijde aan de bak te zijn om het voer te laten zakken. Zowel bij voorraadvoedering van hooi als kuilvoer kan met een eetbreedte van 25 cm per dier worden volstaan. Een aantrekkelijk accent van de voorraadvoede ring is het feit, dat het voeren kan plaats vinden op een moment dat de boer het beste schikt. Bo vendien geeft het een geringe arbeidsbesparing van een /z min. per G. V. E. per dag. ANDER meer worden ook proeven genomen betreffende het bedekken van de gehele lig- en loopruimte met een roostervloer. Deze rooster- vloeren worden in Noorwegen veelvuldig toegepast. Hiervoor worden betonbalken genomen ter breed te van 10 en 14 cm. Het systeem wordt beproefd in een open loopstal en in een gesloten loopstal, beide met jongvee. De resultaten in de gesloten loopstal lijken niet ongunstig indien er voor wordt gezorgd, dat de ruimte per dier beperkt blijft tot 3 m2. In de open loopstal zullen bij vorst wellicht moeilijkheden optreden met het verstoppen der spleten. In de open stal is een gedeelte bedekt met houten roos ters. Deze zijn in het gebruik gladder dan betonnen roosters, waardoor de dieren zich er moeilijker bewegen. MESTAFVOER DIJ de open loopstallen vergt het reinigen van de uitloop en de wachtruimte vrij veel tijd. Vaak zijn deze ruimten zodanig geplaatst, dat mechanische reiniging moeilijk gaat. Door het I. L. B. zijn enkele proeven genomen om de mest- Schema van gesloten loopstal met roostervloer voor jongvee. afvoer te mechaniseren. Een eenvoudige manier is die met behulp van een trekker met schuifbord. Indien men echter meerdere groepen dieren heeft, ondervindt dit bezwaren vanwege de afscheidingen op de uitloop. Men kan dan gebruik maken van een getrokken bak in een brede mestgoot van 2 m over de uitloop, welke onder de afscheidingen door loopt. De dunne mest wordt dan direct in een mengmestkelder geschoven. Bij dit systeem wordt de naast de goot liggende mest met de hand in de goot geschoven. Er zal echter ook een proef wor den genomen, waarbij een schuif van 4 m breed wordt gebruikt, zodat bijna de gehele uitloop wordt schoongemaakt. Een andere mogelijkheid welke is toegepast, be staat hieruit, dat op de uitloop een kelder met roostervloer wordt gemaakt. BOUWKOSTEN IN het voorgaande is gesproken over de lagere bouwkosten van een loopstal. Uit een studie die het vorig jaar door het I. L. B. is gemaakt, bleek dat bij een veebezetting van 80 G. V. E. de besparing aan bouwkosten 1020 bedraagt. Dit percentage wordt wellicht groter by grotere een heden. De oppervlakte per köe is in de loopstal groter dan in de grupstal. Dure elementen, zoals de doorloopmelkstal, geven bij grote en kleine groepen dieren betrekkelijk geringe verschillen in stichtingskosten. Bij een doelmatige opzet van de loopstal is de mogelijkheid aanwezig om met weinig kosten de stalling uit te breiden. Dit geldt vooral indien de ligruimte in laagbouw wordt uit gevoerd. (Vervolg van vorige pagina) DE ONTWIKKELING VAN NIEUWE TVIT5N GEBOUWEN. Pde afgelopen jaren hebben de veranderingen in de bedrijfsvoering aanleiding gegeven tot de ontwikkeling van enkele nieuwe typen gebou wen. Een voorbeeld hiervan is de open loopstal. De gedachte van de open loopstal spruit voort uit de wens om voor het gemengde- en het weide- bedrijf een gebouw te construeren, waarbij het mogelijk is een zo groot mogelijke arbeidsbesparing te behalen. Een gedeelte van het werk, dat voor heen door de mens werd verricht, kan in de loop stal door de dieren geschieden. Dit geldt des te meer, wanneer voorraad- en zelfvoedering worden toegepast. BJj het melken komen de dieren naar de melker in de doorloopmelkstal en niet omgekeerd, zoals in de grupstal. Naast arbeidsbesparing wordt een be sparing op bouwkosten verkregen, omdat de loop stal eenvoudiger van opzet is en geringere eisen aan het stalklimaat stelt. Sinds 1955 zijn er in Ne derland plm. 100 loopstallen gebouwd, voornamelijk op het gemengde bedrijf. MEDIO I960 heeft het Instituut voor Landbouw bedrijfsgebouwen een oriënterende prognose gemaakt over de economische perspectieven, die verbonden kunnen zijn aan de open loopstal en alles wat daarmede samenhangt. Vergelijking grupstal loopstal voor Voedermethode Hooi Kuilyoer Uitmesten Arbeidsbehoefte veeverzorging per G. V. E Totale arbeidsbehoefte per G. V. E Strokosten per G.V. E Stichtingskosten gebouw per G. V. E Werktuigeninvestering per G. V. E Verhouding totale arbeidsbehoefte Verh. investeringen in gebouwen en werktuigen Totale bedrijfskosten per G. V.E Bedrijfsresultaat per G.V.E Voor een weidebedrijf van plm. 18 ha werd een vergelijking gemaakt tussen de grupstal en de loopstal, beide met uiteenlopende bedrijfsvoering. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de opzet en de uitkomsten van deze studie. Nadruk kelijk zij vermeld, dat hierbij gebruik is gemaakt van een aantal normen en uitgangspunten, die nog niet voldoende aan de praktijk zijn getoetst. Uit deze tabel blijkt, dat de open loopstal, in combinatie met bepaalde voedermethoden, voor delen kan hebben. Op het gemengde bedrijf heeft de open loopstal nog het voordeel dat men in de weideperiode de loopstal op gemakkelijke wijze en zonder hoge in vesteringen voor een ander doel b.v. mestvar- kens kan gebruiken. De bereikbare verschillen tussen de grupstal en de loopstal zijn voor een bedrijf met plm. 30 G.V.E. vrij gering. Het is te verwachten, dat naarmate de aantallen stuks vee groter worden, de besparingen toenemen. Bij de grupstal is een automatische uitmest installatie toegepast. Uiteraard kan men met de mechanische systemen, b.v. de mestbak e.d., even eens goede en minder kostbare resultaten bereiken. Past men naast de mechanisatie van de mest- afvoer nog andere vormen van mechaniseren toe b.v. mechanisch voeren e.d. dan is het wel licht mogelijk op bedrijven met meer dan één vee verzorger met een arbeidskracht minder te vol staan. een weidebedrijf met 30 G.V.E. Grupstal Grupstal Loopstal Loopstal trad. trad. voorraad voorraad trad. trad. trad. zelfvoedr. hand autom. trekkerschuif 60 mu 55 mu 50 mu 48 mu 93 mu 88 mu 83 mu 80 mu 6,- 6,- 34,- 34,- 1.800,— 1.800,— 1.500,— 1.500 1.000,— 1.165,— 930,— 930,— 100 95 89 86 100 106 87 87 987, 1.006,— 950,— 952,— 26,— 6,— a 63,— 60,- De genoemde loopstallen hebben de mogelijkheid in zich om tot werktijdverkorting te komen. Boven dien kan men door voorraad- en zelfvoedering een gunstiger arbeidsverdeling bewerkstelligen, omdat het voer gereed kan worden gezet op een tijdstip, dat de boer het beste Past. In de praktijk zal moe ten blijken in hoeverre de geschetste tendenzen tot uiting komen. SLOT. UET verband tussen de bedrijfsvoering en de ge- bouwen blijkt zeer nauw te zijn. Dit geeft aanleiding tot bepaalde consequenties. Op enkele daarvan is hier de aandacht gevestigd. Bij de plan ning van nieuw- en verbouw zal men rekening houden met de opgedane ervaringen en tevens met de veranderingen in de bedrijfsvoering, die mo menteel reeds enigermate zijn te voorzien. Voor de individuele boer is het van groot belang, dat.de opzet van zijn huidig en toekomstig bedrijf zo danig is. dat er zoveel mogelijk evenwicht in de produktiefactoren is. De arbeid, de mechanisatie en de gebouwen zijn daarvan belangrijke elementen. In de praktijk kijkt men nog dikwijls al leen naar de stichtingskosten van de ge bouwen. De betekenis van de gebouwen voor de arbeidsbehoefte, de arbeidsgemak- ken en de mechanisatie kunnen belang rijker zijn dan de hoogte van de bouw kosten. Het behalen van een verantwoord be drijfsresultaat is slechts mogelijk, wanneer er een goed samenspel bestaat tussen de gebouwen en de overige bedrijfsfactoren. Bezien we in dit licht de relatie tussen be drijfsvoering en gebouwen, dan is daar mede gelijktijdig de belangrijkheid van dit vraagstuk aangegeven.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 9