KAMPERLAND: 22, 23 en 24 juni
De „vette" en de „magere" suiker!
r
zetel van de Z. L M. tentoonstelling 1961
ZATERDAG 11 MAART 1961
Meerderheid van het Bestuur Landbouwschap tegen
areaalbeperking in 1961
Er zullen dus dit jaar niet, via indivi
duele garantietoewijzingen, bepaalde be
perkingen voor oogst 1961 opgelegd wor
den.
Wel zal aan de telers het dringende
advies gegeven worden het areaal voor
1961 vergeleken met de gemiddelde
oppervlakte periode 1958/'60 met circa
10 te beperken. Aangaande de overloop
regeling werd besloten, dat in overleg met
de minister en de suikerindustrie, die allé
mogelijke medewerking dien aangaande
toezegde, getracht zal worden een oplos
sing hiervoor te vinden. Met instemming
zal de Zeeuwse bietenteler van deze be
slissingen kennis nemen.
V.
- rT"
No. 2571 Franfcering bij abonnement: Terneuzen
10e J**rg;*ng
Zeeuws
lAHÓBOUWBlAÖ
17EEL is er de laatste tijd geschreven en gesproken over het probleem van het grote overschot aan
suiker, dat in Nederland voor 1960 getaxeerd wordt op 180.000 ton. De produktie oogstjaar 1960
zal ongeveer 173.000 ton meer zijn dan de consumptie zal bedragen, waarbij dan nog een regerings-
voorraad van ongeveer 50.000 ton dient geteld te worden. In gemeenschappelijk overleg is 20.000 ton
voor 27,a 28,per 100 kg verkocht en de laatste tijd zijn er zelfs nog enkele partijen verkocht
voor 23,de 100 kg, terwijl de gegarandeerde suikerprijs circa 62,bedraagt. Niemand kan dan
ook reeds nu de strop berekenen die de bietentelers uiteindelijk zullen moeten betalen. Maar dat deze
groter zal zijn 10,a 12,dan in eerste instantie verwacht werd, is zeker.
Allerwege tracht men dan ook alsnog eeh oplossing te vinden om dit grote overschot weg te wer
ken om zodoende het verlies te beperken. Zowel in de Hoofdafdeling Akkerbouw, in het Bestuur van
het Landbouwschap als in de kringen van telers en verwerkers heeft men zich over een en ander beraden.
|N de januari-vergadering van de Hoofdafdeling werd besloten voor 1961 nog niet tot een contin-
gentering van de garantie te adviseren. Wel besloot de Hoofdafdeling te bevorderen dat een regeling
waarbij niet de telers gezamenlijk, doch elke individuele teler afzonderlijk wordt geconfronteerd met
het feit dat een teveel aan bieten niet meer opbrengt dan 15,per ton in 1962 zou worden inge
voerd. Dit indien zou blijken dat het door de telers in 1961 verbouwde areaal belangrijk te groot zou
zijn. Een rekening-courant systeem zou echter moeten worden ingevoerd, waarbij een overschot van het
ene jaar geheel of gedeeltelijk in een ander jaar tegen garantieprijs zou kunnen worden afgezet.
VET MAKEN SUIKER 1960
IN de vergadering van het Bestuur van het
Landbouwschap op 15 februari j.l. werd door
telers, geschrokken door de zware korting die zou
moeten worden toegepast, een voorstel gedaan om
door een overloopregeling, de extra hoeveelheid
suiker over te hevelen naar 1961 (eventueel 1962).
Daarvoor zou men in 1961 (en evt. 1962) echter
zoveel minder suiker moeten produceren of althans
tegen garantieprijs afzetten. Het overschot zou dan
(afgezien van bewaai-kosten) ong. 50 miljoen meer
opbrengen. Dit voorstel beoogde dus uitsluitend het
overschot van 1960 tot hogere waarde te brengen,
waartoe de telers zich in !961 (en evt. '62) beper
kingen moeten opleggen door minder suikerbieten
tegen garantieprijs te verbouwen (of leveren).
De suikerindustrie bleek bij overleg begrip te
hebben voor een overloopregeling, maar wees op
enkele moeilijkheden, die bij de uitvoering naar
voren zouden kunnen komen. Zo maakte zij bezwa
ren tegen de plannen tot een eventuele toewijzing
van de garantiehoeveelheid aan de hand van de
levering oogst 1960. De V. C. S. gaf in een schrijven
nog nader uiting aan haar bezwaren waarbij o.m.
het volgende naar voren kwam
1. Het is te laat om op dit moment, nu de telers
hun zaadbestellingen thuis hebben en hun bouw
plannen hebben vastgesteld te komen met een
beperking van de uitzaai.
2. Bij de beperkende maatregelen van de produk
tie, waardoor 50 miljoen meer aan de boeren
ten goede zou komen diene men te bedenken
dat dit geldelijk voordeel verminderd moet wor
den met opslagkosten, verlies onderbezetting
fabrieken en inkomstendei ving voor de telers,
door vrijwillige beperking bietenuitzaai en de
daarvoor in de plaats uit te zaaien gewassen.
Deze kosten taxeert de V. C. S. globaal op 35
a 40 miljoen.
3. Campagnepersoneel, zal door de kleinere cam
pagnes, van 6 7 weken vrijwel onmogelijk zijn
aan te trekken.
4. Een eventuele beperking op basis van 1960 is
niet aanvaardbaar. Het Landbouwschap heeft in
1960 bij de telers op zelfbeperking aangedron
gen. Zij die aan dit advies gevolg hebben ge
geven, zouden hiervan de nadelige konsekwen-
ties in hun toewijzing ondervinden.
VOORSTEL HOOFDAFDELING
DE hoofdafdeling Akkerbouw., die zich naar aan
leiding van de verschillende naar voren ge
brachte argumenten nogmaals over deze kwestie
heeft beraden, achtte het niet raadzaam het gehele
overschot oogst 1960 mee te nemen naar oogst '61,
resp. '62. De daarmee gepaaid gaande beperking
zou te diep ingrijpen in de bedrijfsvoering van de
telers.
Wel voelde de Hoofdafdeling er voor bijv. de
helft (circa 90.000 ton) als magere suiker af te
zetten en het resterende kwantum aan te houden
met de bedoeling deze hoeveelheid geheel of ge
deeltelijk in de garantie '61 te plaatsen en dus vet
te maken.
Een beperking van de produktie '61 zal nood
zakelijk zijn wat gevonden moet worden in de uit
zaai van een kleiner areaal dan gemiddeld in de
periode '58/'60.
Zou blijken dat de telers toch op de inge
slagen wég voortgaan en individueel geen
areaalbeperking toepassen, dan zou aan iedere
teler een toewijzing moeten worden verstrekt
van een hoeveelheid suikerbieten (uitgedrukt in
suiker) dia voor de garantieprijs in aanmerking
komt. Déze toewijzing zou gebaseerd moeten
worden op de gemiddelde per teler afgeleverde
hoeveelheid in de periode '58/'60 met een beper
king van 10
In dat geval zou bij een normale opbrengst, res
pectievelijk een 5 lagere of een 5 hogere op
brengst, onder bij telling van het mee te nemen
overschot van 90.000 ton en de binnenlandse con
sumptie op 500.000 ton stellende, het overschot
oogst 1961 op 30.000 ton respectievelijk 10.000 ton
of 50.000 ton getaxeerd kunnen worden.
BEZWAREN
IN de hoofdafdeling kon een meerderheid voor
dit standpunt worden gevonden. Een 4-tal
leden had echter onoverkomelijke bezwaren tegen
dit voorstel, grotendeels analoog aan de bezwaren
die door de Bestuurscommissie van de Gewestelijke
Raad voor Zeeland naar voren werden gebracht.
Het Dagelijks Bestuur van het Landbouw
schap stond in meerderheid eveneens afwijzend
tegenover «-de gedachte de suikerbietentelers
thans nog voor oogst 1961. via individuele ga
rantietoewijzingen bepaalde beperkingen op te
leggen. Wel achtte het D. B. het uiteraard ge
wenst een beroep te doen op de gezamenlijke
telers zoveel mogelijk te voorkomen, dat het
areaal 1961 opnieuw aanleiding zal geven tot
een korting. Bij een minder grote oogst zou wel
via de overloopregeling nog een gedeelte van
oogst '60 in de „vette"' sector geplaatst kunnen
worden.
Ook Ir. M. A. Geuze heeft bij de behandeling van
de begroting van Landbouw en Visserij over deze
kwesties gesproken en kortheidshalve mogen wij
hiervoor naar elders in dit nummer verwijzen.
BESLISSING GEVALLEN
IN* de openbare Bestuursvergadering van het
Landbouwschap op woensdag 8 maart is
wederom uitvoering over deze kwestie gesproken*
Bij de uiteindelijk te nemen beslissing waarbij ge
stemd diende te worden of men vóór het voorstel
van de Hoofdafdeling Akkerbouw of vóór het
advies van het Dagelijks Bestuur van het land
bouwschap was, bleek een grote meerderheid tegen
het voorstel van de Hoofdafdeling Akkerbouw te
zijn.