Nieuwe Deutz Dieseltrekkers D-30 en D-50 Opnieuw invoer van een Belgische hengst 202 HET OPRUIMEN VAN DE VOEDERBIETEN ZEEUWS LANDBOUWBLAD ER schijnt maar geen einde te kunnen komen aan de hengstenkeuringen. dit jaar. Ditmaal was de Belgisch-Nederlandse grensovergang bij Sluis de plaats van samenkomst. En wie kwa men daar zoal samen op 23 februari j.l.? De Belgische verkopers, bestaande uit de heren Modeste Voet uit Vosselare en de Gebr. Simoens uit Stalhille en Zevekote; de Nederlandse kopers, de Kindn Mart. Simons uit Grubbenvorst (Limb.); de jury, de officials van 't Stamboek en een vrij talrijke schare alleen maar kijkers, voornameijk bestaande uit Zeeuws-Vlaamse fokkers. Wat op de achter grond maar wel in het middelpunt van de belangstelling: de bruine, 4-jarige Carlo de Neui'maison, die moest trachten het Nederlanderschap te verwerven. CARLO DE NEUF MAISON De via Sluis geïmporteerde Belgische hengst. Opgenomen in Keurstamboek onder nr K. 2585. 70 uit de verte leek hij aanvankelijk niet klein, maar toen we er, zoals alle aanwezigen, wat kritisch omheen draaiden, viel dat allemaal nogal mee. Royaal middenmaatspaard met forse schouder, korte middenhand, rondom breed ge noeg, wat hoog kruis, bijzonder brede schenkel en best gespierde broek, ruime gewrichten, naar onder even minder fors, de voeten beslaan vol doende bodem en lijken van harde kwaliteit, ter wijl de stap wat slordig maar de draf buiten gewoon gemakkelijk en zeer vlot is. Verdienste lijke singelmaat. Wat weinig adel misschien, maar met zekere allures als Vaderpaard, niet zonder kleine detailfoutjes dus, maar met over schot in bepaalde voor de fokkerij onontbeerlijke onderdelen. De jury keurde hem dan ook zonder enige reserve goed. Ook in België bewoog Carlo zich bij diverse belangrijke prijskampen in de kopgroep van het peloton. Hij was 1ste der 18- maanders te Tielt, 1ste der 2-jarigen te Oostende, 2de in zijn categorie in de Brusselse Centenaire in het afgelopen jaar, klasseerde zich in november j.l. op de regionale prijskamp te Deinze weer 1ste en toucheerde bij die gelegenheid de grote premie van B. Frcs. 13.500 OP de origine valt, zoals bij de meeste Belgi sche paarden van klasse gemeenlijk het ge val is, niets af te dingen. Vader Crésus de Cues mes werd, hoewel wat zondigend in de achter hand, tweemaal 1ste te Brussel en winnaar van de grote bewaarpremie van België, diens vader Wallon de Libenne werd kampioen in 1951, fokte best en trad daarbij in de voetsporèn van zijn nog veel beroemder vader Costaud de Marche, die in 1948 Belgisch kampioen werd en daarna met zijn fokprodukten in Nederland tot grote hoogte rees. In Wallon was ook nog verenigd het goede Libenne-bloed, terugleidend naar Albion d'Hor en via Vengeur de Libenne, d. Bourgogne Belg. kamp. 1902, teruggaand naar d'aloude Brin d'Or die de hoogste titel in 1900 behaalde, terwijl diens vader Jupiter dit voorheen reeds in 1889 had gedaan. Meerdere goede bloedlijnen als die van Bonaventure en Carlo de Velsique, beide ein digend bij de kampioen van 1891Gerfaut II. Bekend bij onze lezers is zeker ook de lijn Cupi- don de Kerque, d. Espoir de Quaregnon, d. Avenir d'Herse etc. Voeg hieraan nog wat goed bloed toe uit de befaamde Fosteau-stal van Jules Hazard en dan zit wat dat betreft, de zaak weer rond. r zullen ons maar niet wagen aan voorspel lingen betreffende de mogelijke fokwaarde van de nieuwe import. Zijn eerste jaargang veu lens moet nog komen. Evenmin willen wij deze, of welke import dan ook, ten voorbeeld stellen aan de Zeeuwse fokkers. Het is ons om het even, waar een hengst vandaan komt. Als er maar klasse ge noeg aanwezig is» om onze rijke merriestammen op volwaardig niveau te houden. Limburg Iaat ons op dat punt niet in het ongewisse, evenmin als Brabant, Drenthe en andere fokdistricten. Ook daar is concurrentie, doch meer in het kwaliteits- vlak dan t.a.v. de dekprijs. De ervaring gebiedt ons te constateren, dat hieraan in Zeeland nogal eens wat schort. We hopen slechts, dat de Zeeuwse hengstenhouderij op dit punt haar taak zal ver staan. Niet alleen slechts ten gunste van de totale fokker^, maar vooral ook ten bate van haar eigen bestaan. P. J. LAKO. 7GALS in de landbouwbladen te lezen geweest is, is er een provinciale verordening tot stand gekomen, die inhoudt dat het na 1 april verboden is om voederbieten met spruit vorming op zijn be drijf te hebben. Door te zorgen dat de voederbietenkuilen opge ruimd zijn, voordat de bieten op het veld boven staan, wordt de kans op aantasting door ver- gelingsziekte aanzienlijk' verminderd. De gemengde bedrijven zuilen hiermede echter zowel vóór als na 1 april met het voederen van sappig voer rekening mee moeten houden. Hoe kan men in deze het beste handelen: 1. Voederbieten in versneld tempo opvoederen, zo dat er na 1 april niets meer in voorraad is. Het kuilvoer kan tot later bewaard worden. Met de hoeveelheid voederbieten dient men niet ver der te gaan, dan voedertechnisch verantwoord is, want ook hier geldt dat overdaad schaden kan. Na 1 april kan melkvee het wel zonder voederbieten stellen. In een vroeg voorjaar kun nen de dieren begin april overdag naar buiten. Jongvee van I jaar en ouder kan na 1 aril het overschot kuilvoer en eventueel natte pulp ge voerd worden. Jongvee, jonger dan 1 jaar, kan natte eventueel droge pulp gevoerd worden. 2. De normale hoeveelheid bieten voeren en het restant dat na 1 april nog nodig is, éind maart diep koppen, zodat geen jonge spruiten meer gevormd kunnen worden. Meestal kunnen deze diepgekopte bieten slecht bewaard worden, zo dat een groot percentage rot kan optreden. De afgekopte koppen en spruiten dienen vanzelf sprekend vóór 1 april opgevoederd of vernie tigd te zijn. 3. Het ensileren van bieten. De verkoopwaarde van voederbieten is zeer laag; daarom wordt ensi leren overwogen. De bieten moeten van het grootste vuil gerei nigd worden, daarna fijn gehakseld worden met een bietensnijder en goed aangetrapt bij voor keur in een silo ingekuild worden. De verliezen zijn echter zeer hoog, vooral dit jaar, nu de voederbieten een laag drogestofgehalte hebben. Met het perssap verdwijnt ook een gedeelte van de voedingsstoffen. Het perssap vasthouden door toevoeging van droog materiaal (droge pulp of kaf) is niet afdoende, maar gaat toch de verliezen tegen. Gekopte bieten in mei ge bruiken als konserveringsmiddel bij het inkui len van gras, levert een goede graskuil, wan neer met zorg gewerkt wordt. Maatregelen voor de volgende oogst: 1. Niet meer voederbieten verbouwen dan bij een normale opbrengst vóór 1 april vervoederd kun nen worden. 2. In het najaar die voederbieten, #lie op 1 april nog in voorraad zullen zijn, behandelen met een spruitremmend middel. Maart 1961. R. L.V. D. Axel: R. C. DE BRUYCKERE. R.L.V.D. Goes: F. DE RONDE. |\E technische vooruitgang in de landbouwsector is niet te stuiten. Steeds meer mechanische hulpmiddelen worden aangewend. Vandaar ook, dat kort geleden de Deutz fabriek te Keulen twee nieuwe trekker typen introdu ceerde. die nu ook in Nederland leverbaar zijnde typen D-30 met 28 pk en de D-50 met een gereguleerd vermogen van 46 pk. Beide trekkers zijn in standaard uitvoering voorzien van doordraaiende aftakas, die ook schakel- baar is als evenredig-draaiende aftakas. Op de aftakas kan een riemschijf gemonteerd worden. Het vermogen aan de riemschijf bedraagt 25.76 pk. Spocrverstelling behoort voor beide typen tot de standaard-uitrusting evenals een luxe tractormeter, die toerental van motor- en aftakas, trekker snelheid en bedrijfsuren aanwijst en verder controlelampjes voor oliedruk en laadstroom herbergt. De hydraulische hefinrichting voor de D-30 en de D-50 omvat de Deutz- transferrer voor het overbrengen van een deel van het gewicht en de grond- druk van aanbouwwerktuigen op de trekkerachterwielen, en een dubbel re- gelventiel met kieskraan, waardoor zonder enig hulpmiddel een tweede hef- cylinder (voor maaibalk, voorlader etc.) op de installatie aan te sluiten is. De hefkracht om een last volledig omhoog te brengen is voor de D-30 1250 kg en voor de D-50 1500 kg. Be importeur Sieberg N.V. te Amsterdam stelde ons er zojuist van in kennis dat deze firma van 1 maart 1961 af verkochte Deutz trekkers aflevert onder de condities van het trekker-service reglement van de „Stichting Mechanisatie-Centrum" te Wageningen.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 10