Intensivering kleinfruitbedrijven
143
TUINBOUW
Vast glas bezwaarlijk voor arbeidsverdeling
NIEUW VEILINGCOMPLEX IN GOES
DINGEN VAN DE WEEK
ZATERDAG 18 FEBRUARI 1961
\\7ANNEER we de dagbladverslagen mogen geloven dan zijn deskundigen
op het gebied van de kleinfruitteelt niet zo enthousiast over de wijze
waarop verschillende kleinfruitkwekers in Kapelle-Biezelinge en Omgeving hun
bedrijfsvoering intensiever hebben gemaakt. Zij hebben kassen gebouwd om
daar aardbeien in te telen en na de aardbeienteelt moeten deze kassen dan
verder hun geld opbrengen en dan moet er groente in. Nu vrezen verschillen
de mensen dat in de praktijk zal blijken dat er veel te weinig tijd is om de
nodige zorg aan deze nateelten te besteden omdat hieraan veel werk gedaan
moet worden in een periode dat de kleintruitkweker het reeds zo druk heeft
met zijn andere produkten zoals late aardbeien, frambozen en bessen. Met is
ook niet mogelijk om de nateelt in de kassen te verwaarlozen want hiervoor
is de investering te groot.
We lazen over de critiek hierop welke werd geleverd tijdens een vergadering
in Kapelle, uitgaande van de Zeeuwse groentetelersvereniging, waar de heer
M. Wattel van het rijkstuinbouwconsulentschap sprak over de mogelijke nateelten
in deze kassen en waar door ir. Roelofsen uit Goes, deskundige voor het klein-
fruit van het Proefstation in Wilhelminadorp, gewezen werd op het gevaar
van de gekozen combinatie in verband met de arbeidsvoorziening. We kunnen
dit enigszins ongerust zijn van deze deskundige begrijpen. Ze zien voor zich het
feit dat er op de meeste kleinfruitbedrijven een geweldige arbeidspiek bestaat
en zij zien ook dat het steeds moeilijker wordt om arbeidskrachten voor deze
piek aan te trekken. De laatste jaren heeft dat verschillende kleinfruitkwekers
hoofdbrekens gekost en er zijn geen aanwijzingen dat het anders zal worden,
integendeel, er moet eerder worden gerekend op een toenemen van de arbeids-
moeilijkheden.
AAR DBEIENTKELT IN KASSEN
JUU komt daar op de kleinfruitbedrijven waar
R men kassen heeft gebouwd, de zorg bij voor
de nateelt. We kunnen ons voorstellen dat er
deskundigen zijn die er een gevaar in zien. Nu
mogen we evenwel ook veronderstellen dat
degenen, welke kassen hebben gebouwd, terdege
hebben overdacht alvorens ze zijn begonnen en
we mogen dus vertrouwen dat het wel goed zit
op die bedrijven. Overigens is het wel iets om in
haar algemeenheid te bekijken en dan zijn we
van mening dat aardbeienteelt in kassen zeker
niet voor elke kleinfruitkweker een geschikte
mogelijkheid is om z'n bedrijfsvoering intensiever
te doen zijn. Wat dat betreft zijn we misschien
nog wat ouderwets maar dan houden we het toch
nog maar liever op het platglas waarvan de in
vesteringen niet zo hoog zijn en die ook een ver
vroegd produkt kunnen voortbrengen bij de aard
beien en daar is het uiteindelijk om te doen. We
juichen het van harte toe dat we in Zeeland veel
glasaardbeien zullen krijgen. We hopen dat onze
provincie in dezen een centrum van betekenis zal
worden en we geloven dat het ook kan. Maar of
we het moeten zoeken in dure vaste kassen, is
een tweede vraag. We hopen wel dat deze vaste
kassen er komen, maar dan op de specifieke
groenteteeltbedrijven. Zeeland dient naar onze
mening meer glastuinbouw te krijgen maar dan
zullen de ondernemers in deze branche zich moe
ten specialiseren en zich niet op het een en het
ander werpen want dan is het gevaar groot dat
er een minder goed resultaat wordt bereikt.
We zijn niet geweest op de bijeenkomst in
Kapelle en we hebben noch de heer Wattel, noch
ir. Roelofsen hierover gesproken, maar we wil
den toch deze week enkele gedachten hierover
weergeven.
Daarbij herhalen we dat we bang zijn voor
teveel glas op onze kleinfruitbedrijven. Wel is er
voor deze bedrijven een goede mogelijkheid in de
teelt van aardbeien onder platglas waarvan de
werkzaamheden verricht kunnen worden in een
periode dat het toch reeds niet zo druk is.
We geloven in de mogelijkheden voor uitbrei
ding van het glasareaal in onze provincie maar
dan op de bedrijven waar men zich hierop wil
specialiseren en daarbij zijn we dan helemaal
een voorstander van de rolkassen welke in vele
gevallen verkieslijker zijn dan de vaste kassen of
warenhuizen.
OVERIGENS kunnen we dit vraagstuk hier
niet uitputtend, behandelen.
Ook als kleinfruitkwekers staan we voor een
nieuw seizoen en we moeten ons teeltplan weer
opmaken. We zouden de aandacht willen vestigen
op het telen van vroege aardappelen waarvoor de
mogelijkheden in onze provincie gunstig zijn en
speciaal wanneer we aardbeien in de zomer wil
len planten is dat een geschikte voorvrucht.
Verder zouden we ook nog een keer een vurig
pleidooi willen voeren voor uitbreiding van de
spruitkoolteelt in onze provincie, in het bijzonder
door de telers van kleinfruit.
Eik jaar opnieuw zien we dat de spruitenteelt
het behoorlijk doet. -luist onze kleinfruitbedrijven
zijn zo uitermate gesehikt om, spruiten te telen.
Dat geeft werk in een periode dat
het piet druk is en bovendien brengt
het dan geld in liet laadje en dat
kunnen we ook best gebruiken want
het leven in de winter is duur en
het is een lange periode van oktober
tot juni waarin we dikwijls zonder
inkomsten zitten. Daarom hopen we
dat meer en meer ook in de richting
van de spruitenteelt gedacht zal wor
den.
WAAR wij vernemen ligt het in de bedoeling om a.s. maandag 20 febr. in Goes het nieuwe vei
lingcomplex van de veilingsvereniging „Zuid-Beveland" te Goes in gebruik te nemen. De afge
lopen tijd is men druk bezig geweest met de verhuizing en thans is men zover gevorderd dat de be
langrijkste zaken in het nieuwe complex aan de Fruitlaan staan opgesteld, zodat daar kan worden
begonnen. Met ingang van maandag zullen de veilingen daar worden gehouden.
We vernamen ook dat het in de bedoeling ligt de officiële opening eerst over enige tijd te doen
plaats vinden wanneer alles over is en men wat is ingewerkt.
UOOR, allen welke te maken hebben met deze veiling zal het een grote verandering zijn. In het
nieuwe, ruime veilingcomplex, dat is gebouwd ten zuiden van het spoorwegemplacement, is
ruimte in overvloed en het zal mogelijk zijn de aangevoerde produkten daar op een zodanige wijze
ter verkop aan te bieden dat alles goed te zien is. In het oude gebouw was dat dikwijls niet moge
lijk. Voor de telers zal het prettiger werken als ze hun produkten af kunnen leveren in de nieuwe
veiling. Voor de handel zal het een verbetering zijn en niet in het minst voor het veilingpersoneel,
dat vooral de laatste jaren onder bijzonder moeilijke omstandigheden moest werken en als we zien
op welke wijze dat moest dan kunnen we niet anders dan respect hebben voor de manier waarop
het altijd weer voor elkaar kwam. Nu behoort dat alles tot het verleden. Het nieuwe, moderne com
plex wordt in gebruik genomen en we hopen de volgende week U hierover uitvoeriger in te lichten.
DE praktijk leert ons (lat het over jaren gezien,
wel erg moeilijk is om een geschikt tuinbouw -
beleid te voeren. Toen b.v. de „emigratie" naar de
N. O. Polder begon was alles als in een mozaïek in
gepast. Zoveel kavels met akkerbouw, zoveel voor
groenteteelt, zoveel voor de fruitteelt. Alles lag
voor ons keurig in blokjes en doorsneden met
rechte wegen en vaarten.
Alleen de beste van de beste kwamen er voor
in aanmerking. Ze werden llink geselecteerd. Het
was alles precies uitgedokterd hoe het in de toe
komst gaan moest. Maar de gewijzigde omstandig
heden storen zich niet aan mooi uitgewerkte plan
nen. Ze ondermijnen met zekerheid het keurig op
gezette plan van de mensen. De boeren in de Noord
Oostpolder die het verschillende jaren aardig naai
den vleze ging, zagen hun winst verdwijnen. Ze
kijken nu met een begerig oog naar de fruitkwe
kers die na jaren van moeizaam zwoegen thans de
vruchten gaan plukken van hun werk. De boer in
de N. O. P. heeft grond, waarom zal hij ook geen
fruit gaan planten? Dan kan hij ook meteen mee
gaan profiteren van de pioniersarbeid van de
„emigrant". De groenteteler met zijn grove groen
ten wil ook wel wat fruit liebbeu want grove
groenteteelt legt ook geen gouden eieren meer m
deze tijd van hoog conjunctuur met fijne schotels.
Het gevolg hiervan is dat straks de landbouwe.r
in de N. O. P. ook fruit kan gaan telen, b.v. in
nraatschapsverband omdat hij zelf niet voldoet aan
de eisen welke er voor worden gesteld. Hij kan dat
dan samen gaan doen met iemand die wel aan
deze eisen voldoet.
Op het ogenblik is het zo dat men een minimale
opleiding moet hebben van een algemene tuin-
bouwcursus met 5 jaar praktijk. Wanneer de
nieuwe erkenningsregeling tot stand komt, zal
dit nog wel lager komen te liggen zodat men met
een minimale opleiding kan Worden opgenomen in
de groep van fruittelers in de N. O. P.
Dat hierdoor het tuinbouwonderwijs in het ge
drang komt, kan niet worden ontkend. Nog altijd
zijn er mensen die graag de weg van de minste
weerstand kiezen en zich niet meer inspannen dan
beslist noodzakelijk is. Er worden scholen gebouwd
en nieuwe leerplannen ingevoerd en men is over
tuigd van de noodzakelijkheid hiervan maar aan
de andere kant wordt het zo gemakkelijk gemaakt
dat men zonder veel moeite geregistreerd kan
worden als fruit- of groentekweker. Overal is er
de drang naar vrijheid, ook in de tuinbouw. Men
moet fruit, groenten, bollen enz. kunnen telen
waar men wil en in principe moet dat door ieder
een gedaan kunnen worden, zo zegt men.
Men meent hierdoor het kleine boeren vraag
stuk te kunnen oplossen. We geloven daar niet zo
erg in. Zouden er geen andere vraagstukken door
naar voren gesehoven worden?
AQK hierover zijn weer verschillende meningen.
Er zijn er die menen dat in E. E. G.-verband
enige duizenden tonnen groenten of fruit meer óf
minder geen invloed zal hebben op de prijsvorming.
Anderen wijzen er op dat de E. E. G.-gedachte
in de tuinbouw nog slapende is en dat ieder maar
voor zichzelf moet zorgen.
Is België met zijn hoge heffing op ons fruit hier
van niet het voorbeeld? De pessimisten beweren
dat er een teveel van onze produkten zal komen
die we niet zullen kunnen afzetten, gezien de ont
wikkeling in andere landen. Wat er van uit zal
komen, zal de toekomst moeten bewijzen. Wel zijn
we van mening dat het gevaarlijk is de grondge
bruiker te sturen in een zekere richting waar het
nu nog „gaat" maar wat toch een wankele basis
geeft.
Het geeft toch wel te denken dat kleine fruit
kwekers overwegen en het gebeurt ook reeds
om in loondienst te gaan met een hoog loon en een
verzekering van de wieg tot het graf.
Voor een paar jaar was dat nog ondenkbaar.
We zijn tegen belemmerende voorschriften cn
klemmende banden op het terrein van het bedrijfs
leven maar we zijn van mening dat het niet in de
belang van onze tuinbouw is dal alle banden wor
den losgemaakt en dat ieder kan doen en laten
wat hij wil.
Men speculeert dan wel erg veel op het verant
woordelijkheidsgevoel van de mens zelf. De tyd
zal moeten leren of er zich dan niet heel veel mis
lukkingen zullen voor doen.
Of met onze maatschappij die mislukten dan
weer maar op de been helpen? De overheid en
allen die haar adviseren hebben hier naar onze
mening ook een preventieve taak.
Hoe meer men over deze dingen nadenkt, hoe
moeilijker men komt tot een conclusie. W7e moeten
zo dikwijls constateren dat wat met moeite is op
gebouwd, zo gemakkelijk weer wordt afgebroken.
Wel zijn we er van overtuigd dat het belangrijk is
dat we een organisatie hebben waarin mensen lei
ding geven die in staat zijn de vraagstukken te
overzien en mede een beleid kunnen ontwikkelen
ten bate van hen die in de tuinbouw hun brood
moeten verdienen.
Onze eigen organisatie, om daar maar bij te
blijven, heelt tot taak haar leden de nodige voor
lichting zo goed mogelijk te geven. Hoe dit bij ons
gaat is weer een ander iets en het is ook goed om
daar eens over na te denken.
Tot de volgende week.