Tegenstrijdig beleid W1! leven in een tijd, waarin, vooral door de technische hulpmiddelen en communicatiemiddelen, de gebeurte nissen elkander zo snel opvolgen, dat wij het rustig naden ken en overdenken aan het verleren zijn. Vele mensen krijgen tal van wereldgebeurtenissen in de huiskamer opge diend. Staatslieden vliegen her en der en bemoeien zich met veel meer zaken dan vroeger. De taken van vele overheids instanties nemen steeds maar toe. Ook het bedrijfsleven bekommert zich om vele belangen, die het aangaat, en wordt bij tal van beslissingen en maatregelen betrokken. ZATERDAG 11 FEBRUARI 1961 OVERZICHT Wereldvoedseldistributie No. 2567 Frankering bij abonnement; Terneuzen Zeeuws lAHÖBOUWBlAÖ Maar waar blijft de tijd voor de nodige bezinning? Wie werkt eens rustig de vele nieuw opgeworpen denkbeelden uit en beziet wat wel en niet kan in verband met wat anderen doen? Bovenstaande foto ontlenen wli aan het Orgaan van de Koninklijke Vereni ging „Het Nederlandsche Trekpaard", die ons deze ter beschikking stelde. „Mira" en „Alice" resp. links en rechts die op de Nationale in Den Bosch "*n de voorste gelederen stonden hebben nu weer bewezen goud waard te zijn. Zij vervoerden 86.000 kg bieten op het bedrijf van de heer J. J. Vermunt Ie Ens (N. O. P.). Bewezen werd weer dat: Met een vierspan in de hand blijft men altijd baas op 't land. Men zal zich misschien afvragen, waar wij nu naar toe willen. Wel, het verbaast ons nogal eens, dat in ons eigen kleine, overbevolkte land, zoveel instanties naast elkander werken. Blijven wij maar bij de landbouw. Terwijl de Minister van Landbouw via prijsgaranties de agrarische ondernemers een zeker bestaan wil garanderen en zij via kostbare diensten als de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst en de Cultuurtechnische Dienst en instellingen als tal van onderzoekinstituten en het L. E. I. een zo economisch mogelijke bedrijfsvoering tracht te be vorderen, dient zijn ambtgenoot van Financiën nieuwe belastingvoorstellen in, waaraan voor die zelfde landbouw en zijn economische instellingen, de coöperaties, zeer onvoordelige kanten zitten. TERWIJL ten koste van grote sommen, ook van het Rijk, de verkaveling op tal van plaatsen in ons land verbeterd wordt, gaan Rijksambtenaren van Rijkswaterstaat en Provinciale en stedelijke planologen rustig voort deze vernieuwde agrarische gebieden te doorsnijden en aan te tasten met wegen, kanalen, en met uitbreidingsplannen, die voor vele jaren tevoren worden gemaakt. Wanneer in het belang van de ontwik keling van ons land vele onteigeningen plaatsvinden en men tegelijkertijd voor de geheel of gedeeltelijk verdreven agrariërs andere oplossingen zoekt, di 3 mede verge makkelijkt zouden kunnen worden door o.a. een gedeeltelijke verkoop van domein gronden in de nieuw te scheppen Zuider zeepolders, dan deelt de Minister van Financiën doodleuk mede, dat verkoop wel wordt overwogen, maar dat hij van plan is hiermede te wachten, tot de grond prijzen, die nu nog beheerst worden door de bepalingen van de Wet Vervreemding Landbouwgronden, omhoog zullen gaan. Hiermede tal van noodzakelijke ontwikke lingen in land- en tuinbouw belemme rende. Toch maken al deze Ministers deel uit van het zelfde kabinet, waarin hun collega van Landbouw werkt aan de bevordering van een zo economisch mogelijk opgezette agrarische bedrijfstak. WIJ constateerden slechts enkele van de vele tegenstrijdigheden in het totale beleid ten opzichte van slechts één bedrijfstak. Het geeft de indruk, dat er èn onder de hoogste bewindslieden én onder hun hoofdambtenaren niet genoeg tijd meer is voor een rustige bezinning op de grote lijnen. Deze ontboezeming komt voort uit het ant woord dat Minister Zijlstra gaf op aan hem ge stelde vragen uit de Tweede Kamer over de uit gifte van gronden in de Zuiderzeepolders. Reeds enige jaren geleden nam deze zelfde K^mer immers een motie aan, waarin werd aangedrongen op verkoop en uitgifte in erfpacht van een gedeelte van de domeingronden. Wij weten uit eigen provincie, dat inwilliging van dit verzoek de sanering van gronden bij en na grote onteigeningen, zoals bijvoorbeeld in de Kanaal zone van Zeeuws-Vlaanderen aanzienlijk zou vergemakkelijken. Maar het lijkt ook hier of er bij de Regering het gezegde opgaat, dat de ene hand niet moet weten wat de andere doet. Regeren is vooruitzien O IN de Niéuwe Rotterdamse Courant van zater dag j.l. lazen wij, dat de regering van cornma- nistisch China met Canada een overeenkomst ge sloten heeft voor de levering van 750.000 ton tarwe en 260.000 ton gérst en in Australië een miljoen ton tarwe heeft besteld. Met het derde land, dat een tarwe-overschot heeft, Amerika, kunnen geen zaken gedaan worden, omdat alle handel tussen Amerika en China stil ligt. Een veertigtal schepen werd gecharterd om het aangekochte graan on middellijk naar het hongerende Chinese vojk te kunnen brengen. Hoewel er niet veel bijzonder heden uit het communistisch geregeerde land be kend zijn, weten wij wel, dat China in de beide laatste jaren door geweldige natuurrampen is ge troffen. Van 106 miljoen ha bouwland hebben in 1959 meer dan 40 miljoen in 1960 zelfs 60 mil joen ha zeer ernstig door droogte, overstromingen. plantenziekten en parasieten geleden. Het systeem van de volkskommunes, een nog verder dan in Rusland doorgevoerd systeem van het gezamen lijk bewerken van de grond levert bovendien heel weinig succes op. Daartegenover lezen wij in de afscheidsrede van de afgetreden president Eisenhower, dat de voor raad tarwe in de Verenigde Staten 1,3 miljard bus hels bedraagt en ruim voldoende is om het Ame rikaanse volk het jaar 1961 te voeden, om de nor male uitvoer te waarborgen, om de achtergebleven onderontwikkelde gebieden te helpen en om dan nog een overslagvoorraad aan te houden. U7ANNEER wij dit overdenken, dan faalt de mens toch wel ten aanzien van de distributie van het voortgebrachte voedsel. Tevens kunnen wij hieruit afleiden, dat bij een enigszins andere poli tieke wereldsituatie de overschottenproblemen van de Westelijke wereld, die vooral ook hun weerslag hebben in de gedrukte marktprijzen, wel eens als sneeuw voor de zon zouden kunnen verdwijnen. Het is voor ons een reden om te pleiten voor een Nederlands landbouwbeleid, waarin de eigen pro- duktie van voedsel voor onze snel groeiende be volking, van overheidswege gesteund wordt. Het mag dan op het ogenblik econo misch verantwoord lijken de prijzen v in de voornaamste basisprodukten te milli meteren, maar juist met het oog op de zeer ingewikkelde en zich steeds wisse lende wereldsituatie, is ook dit geen rustig, weloverwogen beleid. Nog nit3t erg lang geleden bepleitte een vorige Minister van Landbouw (Dr. Mansholt) een areaal van 90.000 ha suikerbieten en een zo hoog mogelijke eigen voeder- produktie. Men moet en mag in een klein, grondstoffen arm land als het onze niet met zijn boeren en hun bestaan sol len. Want regeren behoort te zijn voor uitzien, S,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 1