Volgens de traditie
De teelt en het gebruik van
zaaizaad in Zeeland
ZOALS Friesland van oudsher een goede naam
heeft als pootgoedleverancier, heeft Zeeland
steeds een goede naam als leverancier van zaai*
granen gehad. Dit is mede een gevolg van klima*
V-
ZATERDAG 2 8 JANUARI 1961
73
Ir. L. J. P. KLJPERS,
Rijkslandbouwconsulent
te Zevenbergen.
WANNEER het voorjaar het landschap weer aankleedt met tinten groen, die een wanhoop zijn voor de wat minder moderne landschap-schilders, dan
wordt het weer een interessante tijd voor de specialist voor plantenziekten van de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst. Met het jonge gewas ver
schijnen ook de ziekten en plagen. Heel vaak is het tegenwoordig mogelijk om goede raad te geven. Door het aanwenden van het arsenaal van de
moderne bestrijdingstechniek kunnen er goede resultaten wórden geboekt. Maar wat te doen, als van begin af aan de zaak grondig is verknoeid?
Hoe vaak komt het nog niet voor dat er klachten zijn over rogge, die niet wil, of over haver die er maar akelig bleek en spichtig op staat? De con
clusie is dan nog al eens dat niet alleen aan het gewas, maar vooral aan de boer wat mankeert.
yROEGER had men geen behoorlijke mogelijkheden om al dat lichte spul
uit de partij te verwijderen. De wankorf, maar ook de wanmolen zijn
niet te vergelijken met de moderne zaadreinigingsmachines. In jaren dat de
haveroogst vochtig in de schuur of in de mijt bij elkaar was gebracht, dan
was het dorsen van dergelijke gebroeide haver een bezoeking voor neus en
longen van de dorsers vanwege het vele stof.
Wat denkt u van de kiemkracht van zulk een verbroeide, beschimmelde
partij? Toch werd het zaaizaad uit de oogst genomen van het vorig jaar, om
dat men niet beter had en niet beter wist.
AANGEZIEN de boer verwachtte dat de kiemkracht wel niet zo best zon
zijn, deed hij op de traditionele maat er nog een flink schepje op.
Ontsmetten van zaaizaad of reinigen van onkruidzaad was ofwel niet moge
lijk. of was nieuwerwetse poespas.
Vooral de haver heeft heel wat percelen bouwland in Nederland, maar ook
alle graangebieden van Europa, waar nog volgens de traditie geboerd wordt,
zwaar besmet met één van de lastigste onkruiden: de wilde haver.
De wanmolen is niet te vergelijken met de moderne zaadreinigingsmaehine.
PEN veel voorkomende fout is, vooral op zandgronden, het te diep zaaien
van de granen, maar ook van andere gewassen zoals bieten. Bij de
breedwerpige zaai van vroeger, was dat een regelmatig voorkomende kwaal,
speciaal op de keerpunten van de eggen op de wendakkers en in de glooiingen
langs de grippen. Nu de zaaimachine zo langzamerhand de oude zaaimethode
heeft verdrongen, is het te diep zaaien beslist niet minder geworden.
Een excuus dat vaak wordt aangevoerd, is de vogelschade. Nu kifhnen
kauwen, kraaien en duiven inderdaad grote schade aanrichten, maar tegen
de eerste twee vogelsoorten zijn, door zaadbehandeling, redelijk werkende
maatregelen te treffen.
I\E grootste fout is echter dat het zaad, waaruit de nieuwe oogst moet
groeien, nog vaak de naam van zaad niet verdient.
Vroeger zaaide men van haver b.v. niet 120 kilo per ha, maar zoveel vat
per morgen land of per löpense. Niet het gewicht, maar de hoeveelheid in
volume was belangrijk en men deed dit ook nog met goed recht. Haver is een
pracht gewas om veel zakken mee te vullen, omdat het zaad vooral bij nood-
rijpheid of bij zware en vroege legering, heel veel slecht gevuld zaad oplevert,
met veel bast en weinig meel in de korrel.
UET merkwaardige is, dat een boer die dergelijke blunders uithaalt, in
andere bedrijfstakken van zijn bedrijf wel zal oppassen volgens^ Je
aloude traditie te werken.
In zijn kippenhokken leven de leghennen volgens een regiem dat gloednieuw
door de onderzoekers is uitgekiend. De melkkoeien eten een mengvoeder,
voorzien van alle mogelijke vitaminen en mineralen. Ook de mestvarkens
krijgen keurig afgepaste uitgebalanceerde rantsoenen in hun troggen.
Het. lijkt er dus wel op, alsof er bij de teelt van de traditionele gewassen
zoals de rogge en <je haver, weinig veranderd is in de loop van de tijd, behalve
dan de vervanging van de zicht door de zelfbinder en de mestkar door de
kunstmestzak. In verhouding met de mogelijkheden, zijn de opbrengsten van
de granen te weinig vooruitgegaan.
De boeren op de kleinere bedrijven maken zonodig ruzie om in het bezit
te komen van een halve bunder grond méér. Ze betalen soms prijzen voor
grond, die in geen verhouding staan tot de eigenlijke waarde.
Maar met hetzelfde gemak aanvaardt men een halve opbrengst van de
granen, alsof niet juist op het kleine bedrijf de grootst mogelijke opbrengst
per hectare van belang was.
De tijden veranderen, de technieken, óók in landbouw, veranderen en de
boer moet mee, of hij overleeft het niet.
£EEF derhalve ook aan de in oppervlakte nog zo belangrijke
graanteelt voldoende aandacht. Pas de nieuwe methoden ge
rust toe en gebruik een goed geschoond zaaizaad. De kosten van
goefl zaaizaad zijn echt niet de moeite waard, vergeleken met de
duizenden guldens per bedrijf, die betaald worden voor goede
samengestelde mengvoeders.
Het rendement gemeten in meer opbrengst en minder arbeids
kosten bij toepassing van de moderne teelttechnieken, ook in de
graanbouw, is nog altijd de moeite waard.
Het moet een traditie worden dat het beste zaaizaad maar
nauwelijks goed genoeg is, zelfs voor zulke traditionele gewassen
als rogge en haver.
£LK jaar opnieuw moet in Zeeland ruim 100.000 ha bouwland worden ingezaaid en
bepoot. ten steeds weer kerende stroom dus van zaaizaad en pootgoed. Hoewel
in het huidige tijdsbestek vraagstukken als mechanisatie en bedrijfsrationalisatie meer
in het centrum van de belangstelling liggen, vormt het zaaizaad nog steeds éèn van de
belangrijke uitgangspunten voor de nieuwe oogst. Immers in het zaad liggen reeds de
raseigenschappen van het ras vastgelegd, terwijl de opkomst en de regelmaat van het
gewas voor een belangrijk deel mede worden bepaald door kiemkracht, kwaliteit en
gezondheidstoestand van het zaad.
Diverse personen en instanties, zowel landelijk als gewestelijk, houden zich bezig met
de teelt en voorziening van zaaizaad. Provinciaal zijn het de kwekers, telers en vermeer
deraars, de co-operaties, handelaren en bewerkingsinrichtingen, en de keuringsdienst
die hun activiteiten op het zaaizaad richten. Een samenbundeling van activiteiten die
er op gericht is de boer van zo goed mogelijk uitgangsmateriaal te voorzien.
Aan goed zaaizaad mag men de eis stePen dat bij een goede voorbereiding van het
zaaibed en een juiste zaaimethode het zaad gezonde en krachtige planten oplevert van
het gewenste rastype. Hiervoor is het nodig dat het zaad raszuiver en gezond is. een
goede kiemkracht bezit, goed geschoond is en geen onkruiden of andere verontreinigin
gen bevat, terwijl ook de kleur, stukkigheid enz. kortom de uiterlijke kwaliteit van
goede hoedanigheid dient te zijn. Tevens dient men er op te letten dat het zaaizaad
vóór de uitzaai wordt ontsmet. Door een zorgvuldige teelt en bewerking van het zaai
zaad gecombineerd met een beoordeling van het gewas te velde en op partij, waarbij
kiemkracht enz. in het laboratorium worden bepaald, kan aan deze eisen worden vol
daan.
Het beste zaad Is maar net goed genoeg om
gezaaid te worden
(Zie verder pagina 76),