Het wereldzaaizaad- en pootgoedjaar 1961 ZAAIZAAD- SN POOTGOSDNUMMSR In dit nummer No. 2565 Frankering bij abonnement: Terneazen ZATERDAG 28 JANUARI 1961 Jaargang* 2€€U\tfS lAHÖBOaWBlAÓ Goed zaad kost niets, het betaalt WAT BETEKENT NU EIGENLIJK HET GEBRUIK VAN GOED UITGANGSMATERIAAL IN de eerste plaats is dit om er voor te zorgen, dat men over hoog produktieve en aan de omstandig heden aangepaste rassen beschikt. Het betekent echter ook, dat er van deze rassen zaaizaad en pootgoed be schikbaar moet zijn, dat aan hoge eisen van kwaliteit voldoet. Tenslotte moeten ook de boeren het belang van dit goede uitgangsmateriaal inzien en dus bereid zijn dit zaaizaad en pootgoed, dat uiteraard iets duurder is dan het ongeselecteerde en ongecontroleerde, te kopen. Het zal iedereen duidelijk zijn, dat de toestanden op dit gebied in de verschillende landen zeer uiteenlopend zijn. In Vble landen moet men nog beginnen met het kweken van rassen, die aan de omstandigheden van deze landen zijn aangepast, terwijl het zaaizaad en poot goed, dat aan de grond wordt toevertrouwd meestal nog op geen enkele wijze op kwaliteit gecontroleerd wordt. In de meer ontwikkelde landen daarentegen wordt aan de plantenveredeling en het keuren van zaaizaad en pootgoed veel meer aandacht besteed. Dit is ook bij ons het geval. Wij behoeven maar te denken aan de vele particuliere kwekers en instituten, die zich met de plantenveredeling bezighouden en aan de N. A. K. en het Rijksproefstation voor Zaadcontrole, die zich veel moeite geven de kwaliteit van het zaaizaad en pootgoed te controleren. Met enige overdrijving zou men wel kunnen stellen, dat de Nederlandse boeren de mogelijkheden om zich van goed zaaizaad en pootgoed te voorzien als het ware op een presenteerblaadje worden aangeboden. Door J. I. C. BUTLER, Voorzitter van de Nationale Commissie voor het Wereldzaaizaad- en pootgoedjaar te 's-Gravenhage lN de dagbladpers zijn de laatste tijd geregeld berichten verschenen over de „anti-honger campagne", welke volgend jaar door de F. A. O. zal worden gestart en die over enkele jaren zijn hoogtepunt zal bereiken. Het doel van deze campagne is de produktie van voedsel in de wereld zodanig te verhogen, dat met meer succes het spook van de honger bestreden kan worden. In vele landen is dit in onze twintigste eeuw helaas nog nodig. Het is immers bekend, dat ongeveer twee-derde deel van de mens heid nog min of meer ondervoed is. Als voorloper van deze cam pagne is door de F. A. O. het jaar 1961 uitgeroepen tot het wereldzaaizaad- en pootgoedjaar. In dit jaar zal aan een van de vele technische facetten van onze landbouwproduktie, n.l. het gebruik van goed uitgangsmateriaal (zaaizaad, pootgoed. plantgoed) eens speciale aandacht besteed worden. HET is, geloof ik, een goed idee om juist dit onderwerp als aanloop tot de wereld anti-honger campagne naar voren ie schuiven. Het is immers in de meeste gevallen het uitgangspunt voor een verbetering van de landbouw, terwijl het over het algemeen wat minder spectaculair is, dan sommige andere onder werpen als b.v. kultuurtechnische maatregelen. Bovendien is het een van de eenvoudigste, van de meest voor de hand liggende en voor de gebruiker van dit uitgangsmateriaal ook een van de goodkoopste jmddelen om de produktiviteit op te voeren. HOE STAAT HET NU ECHTER MET DE BEREIDHEID HIERVAN DAN OOK GEBRUIK TE MAKEN IN vergelijking met andere, meer ontwikkelde landen valt dat misschien nog wel mee, maar het staat ook vast, dat het nog veel beter zou kunnen. Dii is o.a. wel gebleken uit de in de laatste jaren ge houden enquêtes, waarbij in de zaaitijd willekeurig mon sters genomen zijn van het zaad, dat de boer op dat moment aan het zaaien was. In vele gevallen bleek dit materiaal te zijn, dat de naam zaaizaad niet waardig was. Ook met het pootgoed is dit soms nog het geval. Natuurlijk waren de resul taten van streek tot streek wel verschillend, maai het betekent toch, dat er in ons land nog te veel materiaal aan de grond wordt toevertrouwd, dat niet gecontroleerd is op het voorkomen van ziekten, dat vaak maar een matige of lage kiemkracht heeft en dat vaak veront reinigd is met grote hoeveelheden onkruidzaad. Het initiatief van de F. A. O. is dan ook dankbaar aan vaard, om ook in ons land in het wereldzaaizaad- en pootgoedjaar speciale aandacht te schenken aan de pro paganda voor en de voorlichting over het gebruik van goed uitgangsmateriaal. Gaarne wil ik besluiten met de hoop uit te spreken, dat deze actie er toe zal leiden, dat ook de Nederlandse boer zich nog eens goed zal realiseren, welke grote waarde toegekend moet worden aan het gebruik van goed uit gangsmateriaal, zodat daar in de toekomst meer rekening mee gehouden zal worden dan nu nog vaak het geval is. I Een groot aantal artikelen over pootgoed en zaaizaad in verband met het wereldzaaizaad- en pootgoedjaar 1961. 1 Veredeling van suikerbieten - zaad, welk suikerbietenzaad moet gekozen worden en is er voldoende beschikbaar. 1 Afzet en zaaizaadvoorziening van peulvruchten. Zaaizaudnntsmettiiig bij zomer granen en van landbouwzaai- aden in het algemeen. Wetenswaardigheden over de veehouderij. Kostprijsberekening en een artikel over samenwerking tus sen boer en loonwerker. Wetenswaardigheden ruilver kaveling met punten die het H.B. K.N.L.C. besprak. I De tuinbouwrubriek waarin de. chemische onkruidbestrijding in de groenteteelt behandeld wordt en Voor de vrouw pag. 79 en Boerenjeugd pag. 83 Zeeuwse Agenda en diverse mededelingen pag. 87 Zitdagen Boekhou dbu reau der Z. L. M. pag. 87

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 1