Dagelijks Bestuur 'lil. vergaderde
P lattelandsbeleid
Taak voor organisatie en overheid
Aandacht voor het platteland
Akkerbouwcommissie ingesteld
4
PTo. 25&1 Frankering bij abonnement: Ter neuzen
ZATERDAG 21 JANUARI 1%1
49e Jaargang
Zeeuws
lAHÖBOUWBlAÖ
JQE ontwikkeling die ons zo dichtbevolkte land in
deze jaren doormaakt gaat het platteland niet
voorbij. Het omschakelingsproces, waarbij wij bezig zijn
van een agrarisch en handeldrijvend volk te worden tot
een industriële natie, heeft meer en ingrijpender gevol
gen voor de plattelandssamcnleving, dan dezesoms
zelve beseft. Op vele plaatsen en in vele opzichten gaat
deze industriële expansie met alles wat daarbij aan
noodzakelijke woningbouw, wegenaanleg, recreatiege
legenheid komt, ten koste van een deel van deze platte
landssamenleving. In het ene gebied gaat dit snel wij
denken aan de omgeving van Rotterdam op andere
plaatsen langzamer. Zeeland, onze nog voor een groot
deel agrarische provincie, merkt zelve direct nog weinig
van een industriële ontwikkeling, al wordt naar een
begin door provinciaal bestuur en gemeentelijke over
heden hard gestreefd. Maar indirect overspoelen de
gevolgen ook onze streken. Vele jonge mensen trekken
weg en zoeken werk en hun geluk in die gebieden, waar
industrie is en zich uitbreidt. Honderden anderen pen
delen er dagelijks heen, waarvan de jongeren natuurlijk
pogen er zich ook te vestigen. De bevolkingscijfers van
de laatste jaren, die U elders in dit nummer kunt vin
den, spreken duidelijke taal. De cijfers over 1960, zo
pas gepubliceerd, zijn ronduit verontrustend. Tal van
plattelandsgemeenten gingen sterk in bevolkingsaantal
achteruit.
HET probleem van de ontvolking van het platteland
vormt reeds enige jaren een punt van bespreking
en onderzoek van de landbouworganisaties. Gesteund
door de Ministeries van Landbouw en van Maatschap
pelijk Werk, trachten zij aan de ene kant de bewoners
van het platteland voor te lichten en hen te activeren
hun gemeenschap zo goed mogelijk in stand te houden.
Aan de andere kant zoeken zij naar wegen om de leef
baarheid van dit platteland zo goed mogelijk in stand
te houden. Zij wenden zich mede daartoe tot de Over
heden en trachten deze te bewegen door maatregelen
deze leefbaarheid te bevorderen.
In dit laatstgenoemde kader heeft ook het Bestuur
der Z. L. M zich in een schrijven tot het College van
Gedeputeerde Staten gewend. De bijgevoegde nota
kunt U in dit blad lezen en wij bevelen deze maar al
te gaarne in de aandacht van onze leden aan. Het gaat
hierbij immers om hun toekomst. Het gaat er om, dat
zij en hun kinderen ook straks hun werk kunnen doen
in een gemeenschap, op een platteland, waar het prettig
is te wonen en te leven.
Het gaat er om, dat er straks geen achtergebleven
gebieden in ons toch maar kleine land zullen zijn. Het
gaat om een materiële èn geestelijke welstand van onze
boerenbevolking, welke niet minder mag zijn dan van
andere bevolkingsgroepen. Daarvoor te werken en te
strijden is mede een taak van Uw landbouworganisatie.
S.
Boerderij „Thuys Vermuyden" op Tholen.
KORT VERSLAG van de vergadering van het Dagelijks Bestuur der
Z. L. M. gehouden op maandag 16 januari 1961 te Goes.
De Vice-Voorzitter, de heer P. J. J. Dekker, opent de vergadering met het uit*
spreken van een herdenkingswoord, gewijd aan de nagedachtenis van het overleden
bestuurslid, de heer A. J. Groenewege, hetgeen elders in dit blad is afgedrukt.
De heer Dekker wenst alle aanwezigen een goed 1961 met minder zorgen en
meer zon. Hij hoopt dat dit speciaal ook moge gelden voör de Algemeen Voorzitter,
Ir. M. A. Geuze, die herstellende is van zijn ziekte.
MEDEDELINGEN AKKERBOUW
DE heer J. B. Becu doet een aantal
mededelingen over de gang van zaken
in de akkerbouwsektor. Er wordt op het
ogenblik nog gedokterd aan nieuwe uit
gangspunten voor de kostprijsberekenin
gen, waarover de georganiseerde land
bouw overigens weinig enthousiast is.
De versnelde uitvoering van het E. E. G.
verdrag is inmiddels tot stand gekomen.
Dit is, voor zover, het de landbouw be
treft alleen gelukt, door toe te geven aan
de uitdrukkelijke wens van de Duitse af
vaardiging om het verschil in grond-
stoffenprijzen via heffingen te verreke
nen.
IN het produktschap is opnieuw uit-
voerig gediskussieerd over het meng-
percentage van inlandse tarwe in het
brood. Er was opnieuw geen meerderheid
om dit te verhogen. Wel is er een kom
missie ingesteld om te onderzoeken hoe*
veel inlandse tarwe bijgemengd kan wor
den zonder dat de kwaliteit van het brood
slechter wordt. De prijszetting van de
binnenlandse tarwe voldoet wel aan de
wensen, dank zij de toegepaste denatu-
ratie.
Daarentegen worden de streefprijzen
van de voedergranen lang niet gehaald.
Dit heeft als oorzaak de vaste heffing op
mais, sorgum en millet, welke te laag is.
Er valt voor dit seizoen aan dit systeem,
niets meer te veranderen.
MEN beraadt zich thans over de vol-,
gende oogst. Een hogere vaste hef
fing of het wederom invoeren van een
variabele heffing zijn de mogelijkheden
waartussen men kiezen moet. De uitzaai
van wintertarwe is in West-Europa mi
niem, zodat meer gerst wordt verwacht.
(Zie verder pagina 46)1