c4ig(ewie>te <~Dergadering 59 ZATERDAG 21 JANUARI 1961 NOTULEN VAN DE ALGEMENE VERGADERING DER ZEEUWSE LANDBOUW MAATSCHAP- PIJ, GEHOUDEN OP MAANDAG 19 DECEMBER 1960 TE 10.30 UUR IN DE „PRINS VAN ORANJE" TE GOES. .(Vervlog en slot.) HEROPENING. De Algemeen Voorzitter, de heer Ir. M. A. Geuze, opent de middagvergadering en heet allen harte lijk welkom. Een bijzonder woord van welkom richt spreker tot de Commissaris der Koningin en de heer C- Philipse. De Voorzitter verwelkomt vervolgens de dames van het Plattelandsvrouwenkoor van West Zuid- Beveland en zegt het zeer op prijs te stellen, dat zij weer aan de uitnodiging om enkele liederen ten ge hore te brengen, gevolg hebben gegeven. Hierna verwelkomt de Voorzitter de heer Van Vredenburch, erelid van de Z. L. M., de heren Kam- meraad en De Jonge, respectievelijk Voorzitter en Secretaris van de Kamer van Koophandel voor Noord-Zeeland, de heer Struikenkamp van het K. N. L. C., de heer Van Dijk, Directeur van het Districtsbureau voor de Arbeidsvoorziening in Zee land, en de heren vertegenwoordigers van de pers. De Vooratter wijst er vervolgens op, dat medi sche maatregelen hem er toe hebben genoopt een kortere openingsrede samen te stellen dan gebrui kelijk. OPENINGSREDE VOORZITTER. Vervolgens spreekt de Voorzitter zijn openings rede uit, welke reeds in het Zeeuws Landbouwblad van 24 december werd opgenomen. De Voorzitter zegt thans met genoegen het woord te verlenen aan de Commissaris der Koningin. De Commissaris dankt mede namens de heer Philipse hartelijk voor de vriendelijke welkomst woorden, die de Vice-Voorzitter in de morgenverga ring heeft uitgesproken. Tevens dankt de Commis saris voor de gelukwensen, ontvangen ter gelegen heid van zijn 12^-jarig ambtsjubileum en zijn ver jaardag. Vervolgens verontschuldigt de Commissaris zich voor het feit, dat hij de vergadering niet tot het einde toe zal kunnen bijwonen in verband met ambtsbezigheden. De Commissaris zegt met betrekking tot de door de heer Ter Haar Romeny tijdens de rond vraag gestelde vraag over de woningbouw, dat het Provinciaal Bestuur evenzeer overtuigd is van de noodzaak om de ontvolking van het plat teland tegen te gaan door de woningbouw in de dorpen zoveel mogelijk te stimuleren. Binnen kort mag weer het bouwvolume voor de ver schillende provincies tegemoetgezien worden en wij mogen hopen, dat dit voor Zeeland niet on gunstig zal zijn. Niettemin dienen wij voort te gaan met het zoeken naar wegen, die de woning bouw op het platteland kunnen bevorderen, oa. door samenwerking met de bestaande woning bouwverenigingen, met de landbouworganisa ties en met het Landbouwschap. Het aantal woningen, dat in Zeeland in de vrije sector wordt gebouwd, is helaas nog vrij klein, aldus de Commissaris. De Commissaris kan voorts mededelen, dat de Adviescommissie van het Provinciaal Bestuur, waarover in vorige vergaderingen reeds is ge sproken, binnenkort zal worden geïnstalleerd. De Commissaris wil zich voorts gaarne aan sluiten bij de woorden van de Voorzitter over de dit najaar geleverde prestaties bij de aard appel- en bietenoogst. Onder ongekend moei lijke omstandigheden heeft de boer, bijgestaan door zijn arbeiders, militairen en studenten ge toond, dat de techniek hem niet heeft doen ver slappen. De agrarische bevolking heeft thans evenals bij de ramp in 1953 weer getoond, dat zij ook lichamelijk nog tot grote prestaties in staat is, wanneer dit wordt geëist. De Commis saris wil hiervoor gaarne hulde brengen. (Ap plaus.) De Commissaris besluit zijn toespraak met de Voorzitter van harte een volledig herstel en een goede gezondheid toe te wensen. (Applaus.) De Commissaris en de heer Philipse verlaten hierna de vergadering. De Voorzitter wil vervolgens gaarne een aantal vragen beantwoorden, die tijdens de rondvraag in de morgenvergadering zijn gesteld. Wat de vraag inzake de korting op de suiker- bietenprijs betreft zegt de Voorzitter, dat erop moet worden gerekend, dat deze niet zal meevallen. Hoe wel de campagne nog niet geëindigd is en een juist beeld nog niet verkregen kan worden, moet aange nomen worden, dat de korting dichter 'bij de 10,-— dan bij de 7,zal liggen, wat aanvankelijk werd verwacht. Het is het eerste jaar, dat de telers volledig het produktierisico moeten dragen en deze korting zal er dan ook wel toe leiden, dat verschillende bedrij ven in Nederland beneden hun kostprijsniveau heb ben gewerkt. Mogelijk zal dit een soort van natuur lijke sanering tot gevolg hebben. Naar aanleiding van de vraag over de accijns op suiker deelt de Voorzitter mede, dat aangenomen moét worden, dat ongeveer 1/& deel van de prijs van een kg suiker in de schatkist verdwijnt, in E. E. G.-verband is Nederland het land met op één na de hoogste accijns op suiker. In de bepalingen van het E. E. G.-verdrag staat, dat natuurlijk ook een fiscale harmonisatie zal moeten worden tot stand gebracht, hetgeen inhoudt, dat op de lange duur een bepaalde gelijkschakeling zal moeten wor den bereikt. Hoe dit in de loop van de eerste jaren zal geschieden, hetzij naar boven of naar onder, valt in dit stadium nog niet te zeggen. De Voorzit ter is echter van mening, dat .wij wat Nederland betreft moeten streven naar aanpassing van de suikeraccijns op wat lager niveau, wat wellicht op de duur zal leiden tot een verruiming van het af zetgebied, omdat suikerverbruik in een tijd van hoogconjunctuur groter wordt. De Voorzitter zegt naar aanleiding van de vraag over het coupeerverbod, dat er een memorie van antwoord is verschenen op de wet op de dieren bescherming. Verwacht mag worden, dat de be handeling van de wet in de Eerste Kamer in januari 1961 aan de orde zal komen en dat alles in het werk zal worden gesteld om in gunstige zin voor de landbouw iets te bereiken. De Voorzitter gaat ten slotte in op de vraag over de vrije stemming over het Landbouwschap en wijst erop, dat een stemming over een bij wette lijke maatregel ingesteld orgaan niet past en geen zin heeft. Wel kan men een opiniepeiling organi seren ten aanzien van de betekenis van het Land bouwschap en de instelling zelf. Het is de bedoeling, aldus de Vooratter, om in de loop van 1961 op verzoek van de Kring Walche ren over dit punt een nadere bespreking te houden. Dit kan echter alleen op degelijke wijze geschieden, indien hieraan een goede voorbereiding voorafge gaan is. Het is onze taak, aldus de Voorzitter, de kwaliteiten van het Landbouwschap, zowel in posi tieve als in negatieve zin, in de eerstkomende tijd nog eens nader in het zoeklicht te stellen, alvorens onze opinie en onze gedachten als organisatie op dit punt uit te dragen. In dit verband moge een uitlating van Kamerleden, dat het Landbouwschap bij de behandeling van de garantieprijzen nog nim mer zo sterk heeft gestaan reeds als een vinger wijzing worden gezien. De Voorzitter nodigt thans het koor van de Bond van Plattelandsvrouwen uit hun programma uit te voeren. ZANGUITVOERING PLATTELANDSVROUWEN. De Voorzitter spreekt na het optreden van het koor woorden van waardering en dank voor de stijlvolle wijze, waarop het programma werd uit gevoerd. In het bijzonder wordt de dirigent, de heer Kousemaker, hierin betrokken alsmede de solisten en de pianist. Hierna spreekt de Voorzitter een bijzonder wel komstwoord tot de heer Ir. IJ. de Boer, die een in leiding zal houden over: „De graanpositie in Neder land". INLEIDING VAN DE HEER DE BOEK. Deze inleiding is reeds opgenomen in het num mer van zaterdag 24 december 1960. 4 De Voorzitter zegt, dat de inleiding van de heer De Boer niet alleen nuchter, zakelijk en deskundig is geweest, doch ook bijzonder boeiend. Vervolgens vraagt de Voorzitter aan de heer De Boer of de vaste heffing, die zeker naar boven gaat, vastgesteld is voor 12 maanden. Verder heeft spreker gehoord dat door het gebruik van te veel maïs in de mengvoeders de spekkwaliteit achter uitgaat. De heer De Boer zegt dat inderdaad de spekkwa liteit door gebruik van te veel maïs achteruitgaat. Wat betreft het verhogen van de vaste heffing merkt spreker op dat tussentijdse aanpassing moei lijk is. Bovendien zit men altijd met de voorraden. Verder wijst spreker er op, dat de markt op het ogenblik zwak is door het geringe vertrouwen dat er* is. De heer O. van Gorsel wijst er op, dat het voor de tarwetelers van groot belang is, dat het meng- percentage zo hoog mogelijk is. Spreker vraagt of het niet mogelijk is eens na te gaan hoe hoog dit mengpercentage met het oog op de kwaliteit kan zijn. Spreker vindt het brood, bereid uit 100 Zeeuwse tarwe, altijd nog het lekkerste. Verder merkt spreker op, dat er door de slechte weersom standigheden jammer genoeg deze herfst weinig tarwe gezaaid kan worden, anders zou de opper vlakte, volgens de heer Van Gorsel, aanzienlijk zijn geweest. De Voorzitter merkt naar aanleiding van de vraag van de heer Van Gorsel op, dat deze er wel licht van uitgaat, dat we, met het* oog op de garan tieregeling voor de tarwe, maar zoveel mogelijk tarwe moeten zaaien, wat, volgens spreker, zeker niet vanzelfsprekend is. De heer De Boer antwoordt, dat bij de vaststel ling van het mengpercentage tevens rekening ge houden moet worden met de eisen van de maalin- dustrie, terwijl ook de steeds verdergaande mecha nisatie in deze maalindustrie en de bakkerij haar aparte eisen, wat betreft de samenstelling van de melange, stelt. Een onderzoek op dit punt is intus sen, volgens spreker, aangevraagd en men is er mee bezig. Hierbij dienen we, volgens de heer De Boer, echter ook nog te bedenken dat er verschil bestaat tussen resultaten van laboratoriumproeven en mogelijkheden in de praktijk. De heer Kammeraad merkt op, dat men ook reke ning zal moeten houden met de consument. De heer De Boer onderschrijft dit, maar wijst er tevens op, dat deze dikwijls ondeskundig is. De Voorzitter stelt vast, dat het mengpercentage in België en Frankrijk aanzienlijk hoger ligt. Maar, aldus spreker, de vorm, waarin het gebakken pro- dukt wordt geleverd aan de consument, is dan ook geheel anders dan in Nederland. Volgens spreker gaat meerdere mechanisatie dikwijls ten koste van de kwaliteit, vooral in 't begin. Dit hoeft echter niet te betekenen, dat dit zo blijft, omdat aanpas sing meestal mogelijk is. De Voorzitter dankt de heer De Boer vervolgens nogmaals voor zijn inleiding en overhandigt hem daarbij een boekenbon. De heer C. van Gorsel spreekt zijn erkentelijkheid uit voor de waarderende woorden van de Voorzit ter en de Commissaris der Koningin over de ge leverde prestaties van de boeren in het afgelopen seizoen. Spreker meent echter dat dit slechts een schrale troost is, als de Minister juist nu meent de garantieprijzen te moeten verlagen. Wij hebben, aldus de heer Van Gorsel, allen onder protest ken nisgenomen van deze teleurstellende garantie prijzen. Spreker stelt voor een telegram aan de Minister te sturen, waarin tegen de nu gevolgde gang van zaken geprotesteerd wordt. De Voorzitter zegt dat het Bestuur der Z. L. M. op het zelfde standpunt staat. Spreker stelt daar om voor een telegram te sturen aan de Regering. De Voorzitter leest het volgende voorstel voor een dergelijk telegram voor: „De Zeeuwse Landbouw Maatschappij in AI gemene Vergadering bijeen betuigt de regering hare teleurstelling over de landbouwprijspoli- tieke beslissingen voor 1961, waarin naar hare overtuiging onvoldoende rekening is gehouden met de bijzondere ongunstige omstandigheden van «le beide laatste jaren vooral ten aanzien van het kostendeel in 1961. Naar de mening dezer vergadering zal op deze wijze de landbouw geen evenredig deel van de volkswelvaart toe vallen. Tevens laat de inkomenspositie van de landbouw onvoldoende investeringen toe, welke noodzakelijk zijn om de concurrentiepositie ten opzichte van het buitenland goed te kunnen handhaven. GEUZE, Voorzitter. SCHLINGEMANN, Secretaris." De vergadering betuigt hiermede onder applaus haar instemming. De heer C. Polderdijk wijst op het verslag in de pers over 9e ontwikkeling van het Zuid-Sloe, waar uit blijkt dat voor wegen en spoorwegaanleg heel wat landbouwgrond opgeofferd zal moeten worden. Spreker vraagt of de landbouwers, die hiervan de dupe worden, bij uitgifte van drooggekomen gron den in aanmerking komen voor compensatie. De Voorzitter zegt, dat, hoewel het gehele plan nog erg vers is, in de toekomst hieraan zeker aan dacht besteed zal worden. Aan het eind van de vergadering gekomen zijnde, stelt de Voorzitter vast, dat het idee om de gehele dag te vergaderen blijkbaar toch wel geslaagd is. Er is in ieder geval een nieuwe mogelijkheid tot discussie geweest. Spreker dankt de heer Dekker voor het waar nemen van het voorzitterschap tijdens de ochtend vergadering en de heren Vaandrager en De Boer voor hun gehouden inleidingen. Spreker hoopt dat door de natuur de structuur van onze gronden zodanig zal worden, dat volgend jaar een redelijke oogst mogelijk wordt. Hierna sluit de Voorzitter de vergadering.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 15