STALVENTILATIE
RUILVERKAVELING
55
WETENSWAARDIGHEDEN 13
OVER
Rechten en plichten van de pachter
t^EEDS verschillende malen is in de voorgaande stukjes de
■*v pachter genoemd. In verband met het belang van de
pacht in een ruilverkaveling zullen we op enkele punten nog
eens nader ingaan.
ZATERDAG 21 JANUARI 1961
HET STALKLIMAAT^IN SOMMIGE STALLEN.
MET het oog op de produktie is het van belang
dat de levensomstandigheden van de die
ren, ook tijdens de stalperiode, goed zijn.
Wij menen nog eens de aandacht te fnoeten
vestigen op het stalklimaat. Toen wij ëén dezer
dagen in nieuwgebouwde schuren diverse stallen
bezochten, bleek duidelijk dat de boer te weinig
aandacht aan de behuizing van zijn vee schenkt.
Zeker op die bedrijven waar de moderne mid
delen, zoals onderdorpels en mechanische venti
latie voorkomen, mag toch niets aan het stal
klimaat mankeren. Men kan nog zoveel per koe
aan moderne middelen investeren, als deze niet
op de juiste wijze worden toegepast, is het ver
loren kapitaal. Zo kwamen we in een stal waar
van al de onderdorpels er slechts twee open
waren.
De stand van de thermostaat die bij een be
paalde temperatuur de ventilator in werkng moet
stellen, was veel te hoog. Iemand had de ther
mostaat-stand opgedraaid tot 20° C. Het gevolg
was dat de ventilator niet draaide. In de stal was
het benauwd, terwijl het condenswater langs de
muren liep en van het plafond afdroop. We mo
gen niet generaliseren. Het zal op vele be
drijven zeker wel in orde zijn; ook in zulke stal
len zijn we geweest. Verhoudingsgewijs werd op
de meeste bedrijven de mogelijkheid tot goede
ventilatie echter onvoldoende benut.
FAKTOREN DIE HET STALKLIMAAT
BEÏNVLOEDEN.
HET stalklimaat wordt beïnvloed door de tem
peratuur, de vochtigheidsgraad het CO--
gehalte, NH-dampen en luchtverversing.
Door onderzoek en vele waarnemingen in de
praktijk heeft men de optimale grenzen voor
deze faktoren gevonden.
De optimale temperatuur ligt bij 12—140 C,
terwijl de relatieve luchtvochtigheid maximaal
8085 °/o mag bedragen.
Koolstofdioxyde en Amonlale dampen moeten
door een goede luchtverversing afgevoerd wor
den, zodat de giftige stoffen verdwijnen en de stal
stankvrij is. Tenslotte moet de stal tochtvrij zijn.
De tocht wordt boven de stand zelden door de
open onderdorpels veroorzaakt, maar wel door
openstaande deuren of kieren en reten bijv. in
een houten beschot.
NATUURLIJKE VENTILATIE.
BIJ de natuurlijke ventilatie kan dus gebruik
gemaakt worden van de ventilatie-onderdor-
pels. Per dier is een aanvoer van 300500 cm-
nodig. De ventilatiedorpels komen 1.301.40 m
boven de mestgang. Zij die eventueel zelf een
vèntilatiedorpel willen aanbrengen, moeten daar
bij bedenken dat het voor de opwaartse stuwing
van de lucht van groot belang is, dat de boven
rand van de onderdorpel op gelijke hoogte komt
Om te beginnen moet vaststaan, wie bij de aanvang van de
ruilverkaveling pachters van de gronden in het blok zijn. Daar
toe dient de pachtregistratie.
Uitsluitend de pachters, die hun pachtcontracten bij de
Plaatselijke Commissie ter registratie hebben ingezonden, héb
gen recht op het behoud van hun pachtrechten. Het spreekt
vanzelf dat alleen schriftelijke, door de Grondkamer goed
gekeurde pachtcontracten voor registratie in aanmerking komen.
Nbeginsel wordt de pachter in een ruilverkaveling op dezelfde wijze behandeld als de
eigenaar. Hij moet dus in plaats van de gronden die hij vóór de verkaveling in pacht
had, gelijkwaardige gronden in pacht terugkrijgen. Op de wenszitting kan hij evenals de
eigenaar naar voren brengen, waar hij in de nieuwe toestand wenst te worden toegedeeld.
Omdat de pachtverhouding een binding betekent tussen pachter en verpachter, wordt er
bij de toedeling naar gestreefd partijen niet te scheiden. Bij verlegging van de pachtgrond
gaat de pachter mee. Ter verkrijging van een goede gebruiksverkaveling doen zich echter
gevallen voer, dat de pachtverhouding niet gehandhaafd kan worden. Er moet dan pacht-
ruïl plaatshebben, wat betekent dat de Plaatselijke Commissie de pachter andere grond in
pacht geeft van een eigenaar die daartegen geen bezwaar heeft. Dit is alleen geoorloofd
als het belang van de ruilverkaveling dit dringend eist.
TOEN belangrijk punt is de verlengbaarheid van het pachtcontract. Een pachter die
■*-* een „veilig" pachtcontract had (bijv. van een kerk, een armbestuur, een levensver
zekering) zou ernstig gedupeerd worden, indien hij als verpachter aangewezen krijgt iemand
die de grond te zijner tijd zelf in gebruik wil nemen. Daarom bepaalt de Wet dat pachters
en verpachters bij verandering van hun pachtverhouding en, wat de duur en de verlengbaar
heid van de nieuwe pachtverhouding betreftzoveel mogelijk dezelfde aanspraken moeten
behouden die zij hadden.
r\E gehandhaafde, opgeheven en door de Plaatselijke Commissie gevestigde pachtver-
houdingen worden opgenomen in het plan van toedeling.
De kosten van da ruilverkaveling in de vorm van ruilverkavelingsrente worden niet
direct in rekening gebracht bij de pachter. Alleen de eigenaar betaalt ruilverkavelingsrente.
Wel kan de pachter langs indirecte weg aan de verpachter moeten betalendoordat de
Grondkamer pachtverhoging toestaat tengevolge van de betere cultuurtechnische uitrusting
van de gepachte grond
Jr. D. VAN DER ZAKEN
Ramen en dorpels in een stal aangebracht.
te liggen als de glaslijn van het erboven geplaat
ste raam.
Om het stalklimaat in orde te krijgen is alleen
aanvoer niet voldoende. Er moet ook een goede
luchtcirculatie zijn. Om dit te bereiken is een
luchtafvoer noodzakelijk. Deze afvoer bedraagt
300 cm- oppervlakte per dier d.m.v. luchtkoker(s)
600 cm- oppervlakte d.m.v. hooiluiken of 900
cm- oppervlakte per dier zonder koker. In de
praktijk houdt men deze afvoer vaak onvoldoen
de open. Zo kwamen we in een stal waar wel de
luchtkokers open stonden maar de hooiluiken
dichtgeschoven waren en volgetast met hooi.
Hier was een onvoldoende afvoer, zodat de dam
pen bleven hangen en de stal nat was van con
dens.
MEC HANISCHE VENTILATIE.
HET verschil tussen natuurlijke en mechanic
sche ventilatie zit niet in de luchtaanvoer
maar in de luchtafvoer. Hier wordt de lucht uit
de stal afgezogen. Daar in ons land de zuidwes
tenwind overheerst, moet de ventilator zo moge
lijk aan de oost- of noordoostzijde geplaatst wor
den. De hier meest luwe zijde dus. Het vermogen
van de ventilator moet aangepast worden aan het
aantal stuks vee, en bedraagt 150170 m3/koe/
uur bij l^po toeren. De ventilator kan via een in
de stal gemonteerde thermostaat worden aan ge-*
sloten.
De thermostaat wordt dan In het midden van
de stal op 2 m hoogte bevestigd en b.v. afge
steld op 12° C. Stijgt de temperatuur in de stal
in dit geval tot 13° C., dan wordt de ventilator
automatisch ingeschakeld en de lucht ververst,
totdat de temperatuur I>eneden 12° C. is gedaald
en de ventilator weer automatisch wordt uitges
schakeld. Mechanische ventilatie behoeft bij aan
leg niet duurder te zijn dan natuurlijke venti
latie d.m.v. luchtkokers. Het aanleggen moet
door een vakman gebeuren.
SAMENVATTING.
j^LGEMEEN gesteld moet er meer aandacht
geschonken worden aan het stalklimaat. Zij
die in hun stallen onderdorpels hebben, moeten
deze op de juiste wijze gebruiken.
De onderdorpels zijn beslist te duur om als
vergaarbak te dienen voor roestig pakdraad,
kammen, borstels, water en wat er nog allemaal
in is gekomen. Degenen die gebruik maken van j
gemechaniseerde luchtafvoer, moeten er op let
ten dat de thermostaat juist afgesteld is. Heb
ben kinderen of onbekenden er aan gedraaid,
dan krijgt u niet het meest nutyge effect van uw
betaalde ventilator.
Vooral tijdens dagen met somber stil weer,
zoals vaak in december voorkomen, kan een ven
tilator uitstekende diensten bewijzen. Onze over
tuiging is dan ook dat mits goed gebruikt
de mechanische ventilatie ons het meest ideale
stalklimaat voor ons vee kan verschaffen.
W. P. BALKENENDE.
R. L. V. D.