Bedrij fsorganisatie op het gemengde bedrijf 20 ZATERDAG 14 JANUARI 1961 IEDERE ondernemer heeft de taak om de verschillende bedrijfsonderde len harmonisch in elkaar te passen. Ook voor de ondernemer op onze kleinere landbouwbedrijven is dit een belangrijke taak. Door de sterke sei zoengebondenheid en de verscheidenheid van produkten en produktiemetho- den is dit geen gemakkelijke opgave. Hij moet zich bij elke handeling afvra gen welke invloed deze heeft op de verschillende bedrijfsonderdelen. De keuze van de beste combinatie van zijn pro- duktiefaktoren is dan ook een kwestie van den ken, rekenen en ervaring. Alleen degenen die nauwkeurig en doelbewust denkt en dan doet of laat doenbrengt het ver in zijn bedrijf. De produktiefaktoren waarmee hij moet reke nen, zijn 1. de beschikbare arbeid; 2. de bedrijfsoppervlakte; 3. het beschikbare kapitaal. ARBEID DE industrie streeft naar arbeidsverkorting en hogere produktie per man. De landbouw zal niet achter kunnen blijven; ook daar moet de arbeid aantrekkelijk zijn met hogere produktie per man. Doelmatige aanwending van de arbeid is noodzakelijk. Ons streven moet er op gericht zijn om alle arbeid te verrichten in de kortst mogelijke tijd met de minste inspanning van geest en lichaam. Verspilling van krachten, tijd en geld moet zoveel mogelijk voorkomen worden. De arbeid die in het bedrijf besteed wordt, moet volledig gehonoreerd worden, ook al wordt deze door de boer zelf of zijn gezinsleden gedaan. Wan neer b.v. vader en zoon op een bedrijf werken met een arbeidsinkomen van 8.000,—, dan bete kent dit dat er per man een jaar inkomen van ƒ4.000,verworven wordt. In de meeste gevallen wordt daarbij te weinig rekening gehouden met de naar verhouding sterke stijging van de lonen wat blijkt uit onderstaand staatje waarbij het jaar 1950 op 100 is gesteld. jaar inkomen kosten arbeidsloon 1950 100 100 100 1958 125 125 185 De kostenstijging houdt dus gelijke tred met de inkomstenstijging, terwijl de stijging van het loon daar ver bovenuitgaat. Hieruit is zonder meer af te lezen dat de arbeid duur geworden is vergeleken met 8 jaar geleden. Vandaar dat we by alle werk dat we verrichten ons af moeten vragen of dit op een andere manier, zonder extra inspanning, niet vlugger of beter kan. DOELMATIG WERKEN IS BELANGRIJK BESPARING op arbeid is mogelijk door een goede bedrijfsorganisatie waarbij de volgen de punten aandacht verdienen: a. een goed overwogen bouwplan met verant woorde eenheden; b. doelmatige arbeidsmethoden; c. verantwoorde mechanisatie. Een goed overwogen bouwplan betekent: niet meer gewassen verbouwen dan voor de vrucht wisseling en de arbeidsverdeling noodzakelijk is, b.v. één graan in de vorm van wintertarwe of zo- mergerst. Versnippering in te veel gewassen geeft te veel onrendabele uren en geen mogelijkheid om voldoende mechanisch te werken ook niet door tussenkomst van de loonwerker. Nemen we als voorbeeld een bedrijf van 15 ha met 9 ha bouwland en 6 ha grasland, dan zou het volgende bouwplan kunnen gelden; 3 ha wintertarwe 2 ha erwten 2 ha aardappelen 1.50 ha suikerbieten 0A0 ha voederbieten. - ..77:a;wMgmmm w<w Iedere koe kan een arbeidsinkomen van f 500,— geven. Veestapel 12 melkkoeien 5 pinken 5 kalveren De beschikbare arbeid bepaalt de mogelijkheid om meer of minder ar beidsintensieve gewas sen te verbouwen. Mo menteel rekent men per arbeidskracht 10—12 ha akkerbouw. Bij intensieve teelten zal dit wat minder zijn. Bij een vader-zoon bedrijf zal in de leeftijd waarin beiden vrijwel volwaardige arbeidskracht leveren, meer arbeid vragende gewassen verbouwd moeten worden, anders krijgen ze geen redelijk arbeidsinkomen. Op vrij veel bedrijven leeft men in die periode dan ten koste van de zoon die straks het bedrijf over moet nemen. Bij onze gemengde bedrijven mag men rekenen op 500,— arbeidsinkomen per koe, 1214 melkkoeien geven een inkomen voor een vol waardige arbeidskracht. Verantwoorde eenheden zijn in de veehouderij- sektor zeker niet minder belangrijk dan in de ak kerbouw. Versnippering is hier eveneens fout. Naast melkvee ook nog mestvee houden is op de kleinere gemengde bedrijven niet rendabel. Mestvee geeft geen arbeidsinkomen van beteke nis en past alleen op de grotere bedrijven en dan liefst in loop3tallen met zelfvoedering. Een verantwoorde eenheid is voor onze om standigheden minimaal 810 melkkoeien. Dan is een melkmachine rendabel te maken en kan er sneller en aangenamer gewerkt worden. Wanneer op het bedrijf 15 melkkoeien gehouden kunnen worden, is een doorloopstal of -wagen aan te be vélen, VOEDING BIJ de stalvoedering moet men met het opber gen van het voer rekening houden met de looplij nen. Bieten, kuilvoer, hooi, stro en krachtvoer zo dicht mogelijk bij de stal. Verder gebruik maken van een voerkar op luchtbanden. Het rantsoen toedienen in een zo gering mogelijk aantal keren b.v. per dag één keer kuil, één keer bieten, één keer hooi, enz. Een bietenreiniger kan ook heel wat werk besparen. HET MESTEN DIT kan met mestbak en lier of geheel auto matisch. De laatst genoemde methode vraagt een vrij hoge investering. DE VOEDERWINNING HET kuilen van gras kan gemakkelijk en goed door middel van een maaikneuzer met daar voor ingerichte wagens, uitgevoerd door een loon werker. Hierbij slaagt de kuil het beste bij droog en niet te jong gras. Men werkt zonder toevoe ging- De gemakkelijkste periode voor het winnen van wintervoer ligt tussen de verzorging en de oogst van de gewassen, zo ongeveer van 10 juni tot 10 juli. Voor het winnen van goed hooi is dit een geschikte tijd. Door het voorweiden van de per celen die voor hooi bestemd zijn, kan men in die tijd een hoogwaardig produkt krijgen. Een weinig arbeidvragende hooimethode is: het gras elke dag schudden en bij een droge stof gehalte van 65 Inschuren (dat is iets droger dan geruiterd kan worden) en verder nadrogen met koude lucht door middel van een ventilator met een passend lucht verdeelsysteem. Vereenvoudiging van het werk kan men verder krijgen door combinatie van werkzaamheden, b.v, zaaien en ineggen, weidesiepen en kunstmest- strooien, andere vereenvoudigingen zijn: normaliseren van de rijenafstand, bij het oog sten van erwten gebruik maken var een erwten schoffel, bietenrooien met kopschoffél en rooi- tang of lichter enz., enz. VERANTWOORDE MECHANISATIE Op onze kleinere gemengde bedrijven alle werk voldoende mechaniseren, zoals op de grote be drijven, is alleen mogelijk door het inschakelen van een loonwerker, of wanneer er enkele bedrij ven willen samenwerken, b.v. 4 bedrijven van 15 ha die in combinatie de nodige machines aan schaffen. Een goede afspraak is dan noodzake lijk om conflicten te voorkomen. Veel bedrijven van genoemde grootte zijn nu voor een groot gedeelte zelf gemechaniseerd met veel te hoge investeringen per ha. Deze verspil ling betekent een lager inkomen. Het is goed te weten dat gebleken is dat een melkmachine vlugger rendabel is op onze klei* nere bedrijven dan het vervangen van de paarden door een trekker. Om de arbeidsvoorwaarden op het platteland niet te ver bij de industrie achter te laten komen, is het gewenst dat men aandacht schenkt aan de mogelijkheid van samenwerking op het gebied van de rundveehouderij, om daardoor regelmatig over een vrije zaterdag en zondag te kunnen be schikken. Enkele punten ter overweging zijn: 1. enkele bedrijven hebben samen een vaste ar beider die zo nu en dan ook zaterdags en zon* dags het vee verzorgt. 2. Twee bedrijven die dicht bij elkaar liggen, spreken af om bij toerbeurt zaterdags en zon dags 2 veestapels te verzorgen. 3. Enkele bedrijven bouwen gemeenschappelijk een rundveestal en verzorgen bij toerbeurt (ook op zaterdag en zondag) het vee. Indien er op de bedriiven te veel werk is kunnen zij voor gezamenlijke rekening 'n veeverzorger in dienst nemen. Hierdoor behoeft ieder b.v. maar één weekend per maand te werken. Hooiventllatie vraagt minder arbeid en geeft een beter produkt. SAMENVATTING 1. Het gaat er om met de aanwezige produktie- middelen een zo hoog mogelijk inkomen te krijgen. Vooral het doelmatig aanwenden van arbeid en kapitaal is een eis van de eerste orde. 2. Een hulpmiddel om zwakke plekken in de economie van het bedrijf op te sporen, is het maken van een bedrijfsbegroting waarbij de bedrijfsvoorllchters willen helpen. 3. Het bouwplan zal zo eenvoudig mogelijk ge houden moeten worden en aangepast aan het arbeidsaanbod-op het bedrijf. 4. Bij de rundveehouderij geen versnippering in melk- en mestvee. 5. Alle werk zal kritisch bekeken moeten worden of het niet overbodig is of eenvoudiger of ge makkelijker kan. Arbeid is duur, ook van de boer zelf. 6. Voorzichtig zijn met mechaniseren in verband met de hoge investering die dit meebrengt. 7. Een goede organisator zal alle bedrijfsfacto ren in de juiste combiiatie gebruiken en zich vlug aanpassen aan de snel veranderende om standigheden van deze tijd. F. DE RONDE. R.L.V.D., Goes.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 9