De mechanisatie op de kleine bedrijven Verplichte Trekpaard-Hengstenkeuringen 1961 28 KORTE WENKEN ZEEUWS LANDBOUWBLAD Door de veranderde tijdsomstandigheden is ook op het kleine bedrijf een arbeidstekort ontstaan. Daarnaast kunnen we constateren, dat op deze bedrijven wordt getracht de produktie op te voeren in verband met de verhoging van de levensstandaard, welke men nastreeft. De traditionele bedrijfsvoering zal dus moeten worden gewijzigd. Op het kleine bedrijf staat men voor de taak die bedrijfsvoering na te streven, waar zowel de produktie per man als de produktie per ha zo hoog mogelijk kunnen worden opgevoerd. Door de beperkte bedrijf soppervlakte van het kleine bedrijf is dit geen eenvoudige taak. Is dit niet mogelijk, dan zal de betrokken boer de consequenties moeten dragen. We kunnen reeds constateren, dat bedrijven met een cultuuroppervlakte van kleiner dan 5 ha en ook reeds grotere, als landbouwbedrijf worden opgegeven. Waar de minimum bedrijfsoppervlakte ligt is moeilijk te zeggen. Dit minimum zal afhankelijk zijn van de oogstzekerheid van de grond; het al of niet hebben van produktie-onderdelen welke minder afhankelijk zijn van de grond; de investerings mogelijkheden van de boer om de noodzakelijke aanpassing uit te voeren en tenslotte de capaciteit van de boer. DE ontwikkeling in de landbouw gaat in de richting van vergroting van het aantal produktie-eenheden per man en per produktie-onderdeel van het be drijf. Dit leidt tot een zekere speciali satie. Het kleine bedrijf had veelal een groot aantal produktie-onderdelen om het ri sico te verdelen. Deze onderdelen kon den daardoor echter slechts klein van omvang zijn. De arbeidsbehoefte per eenheidsprodukt stijgt naar verhouding sterk, naarmate het aantal produktie- eenheden kleiner wordt. Dit was voor heen geen probleem, omdat op de kleine bedrijven veelal het arbeidsaanbod de arbeidsbehoefte overtrof. Verder zijn daar de prijsverhoudingen. Uit het verleden kunnen we zien, dat de prijzen van de produkten langzamer stijgen dan de kosten. Voor het kleine bedrijf betekent dit, dat haar bestaanszekerheid steeds meer wordt be dreigd. Voor de toekomst zijn moeilijk voorspellingen te doen. Maar voorlopig moeten we rekening houden met de tendens, dat de druk op het kleine bedrijf aanwezig blijft. Aanpassing van het kleine bedrijf "LJET kleine bedrijf zal dus een produktieplan moeten kiezen, dat aangepast is aan de veranderde tijdsomstandigheden. Bij de uitvoering van dit pro duktieplan moet de arbeid rationeel worden besteed met een verantwoorde mechanisatie. Velen zijn de gedachten toegedaan, dat de onvermijdelijke mechanisatie een tendens inhoud van vergroting van de minimale bedrijf soppervlakte. De werk- tuigkosten zijn een onderdeel van de totale kosten van een landbouwbedrijf. Deze kosten moeten we zien met betrekking tot de arbeidskosten. De werktuig- kosten plus de arbeidskosten, ook wel bewerkingskosten genoemd, zullen aan vankelijk gelijk blijven door de verhoging van de werktuigkosten en een af name van het aantal arbeidskrachten, maar zullen later stijgen door de hoger wordende kosten van de arbeid. Er zijn echter vele bedrijven waar de bewer kingskosten direct reeds gaan stijgen. Dat kan het geval zijn bij die bedrijfsvoering waarbij de boer een volledige eigen mechanisatie nastreeft of waar mechanisatie plaats vindt zonder afstoting yan arbeidskrachten. Voor deze bedrijven is het noodzakelijk de produktie zeer hoog op te voeren om het bedrijf rendabel te houden. Het produktieplan wordt dan veelal te gevoelig om normale bedrijfsrisico's op te van gen. Een veiliger weg is de mechanisatie ten dele in eigen beheer en ten dele in combinatie uit te voeren. Combinatievormen 1?R bestaan vele combinatievormen. Men kent voor eenvoudiger werktuigen een combinatie van een grote of kleine groep boeren; voor ingewikkelde werktuigen zijn de loonbedrijven en de werktuigcoöperatie de gebruiksvormen. Door het gebruik van de juiste combinatievorm voor elk werktuig heeft men de mogelijkheid tot mechanisch werken zonder dat de totale mechanisatiekosten belangrijk behoeven te stijgen. Immers bij een gezamelijke exploitatievorm zullen de werktuigkosten belangrijk lager zijn dan bij een volledig eigen werk tuigenexploitatie. Op het kleine bedrijf zijn de bewerkingen met machines en werktuigen van korte duur, omdat de oppervlakte yan het te bewerken perceel klein is. Dit feit alleen betekent capaciteitsverlies. Nu zijn de verliezen zeer groot bij zeer kleine percelen. De boer van het kleine bedrijf zal dus in de toekomst aandacht moeten besteden aan een minimum perceelsgrootte. Hoe groter de boer zijn percelen kan maken, des te geringer zijn de capaciteitsverliezen. Een stap in de goede richting is reeds wanneer de percelen niet kleiner zijn dan 50-75 are. Bij vele bewerkingen is reeds geconstateerd dat bij deze maat de capaciteitsver liezen er wel zijn, maar niet meer van doorslaggevende betekenis zijn bij goede afmetingen van de lengte en breedte van het perceel. Door het aanpassen van de bedrijfsvoering zijn er voor het kleine bedrijf mogelijkheden om de mechanisatie op een voor hen verantwoorde wijze uit te voeren. Een meer radicale oplossing voor de mechanisatie van het kleine bedrijf heeft men wel eens genoemd het samenvoegen van enkele kleine bedrijven en deze als één geheel te exploiteren met een ruime kans tot eigen exploitatie van werktuigen. Deze vorm van beheer is niet een oplossing voor het probleem van de mechanisatie van het kleine bedrijf, maar een oplossing van het kleine bedrijf als zodanig. Immers bij het combineren van kleine bedrijven maakt men een groter bedrijf met aanvankelijk meerdere ondernemers aan de top. In de praktijk zullen deze combinaties uitgroeien tot een éénhoofdige leiding met meerdere arbeidskrachten. Deze grotere onderneming zal dan om dezelfde reden als elk ander bedrijf op een gegeven moment tot het afstoten van arbeidskrachten moeten komen. De factor arbeid en de arbeidsbesteding TMTAAST de mechanisatiemoeilijkheden zal de boer onder de huidige omstan- digheden met nog meerdere factoren rekening moeten houden bij het zoeken naar de uitweg voor een verantwoorde bedrijfsvoering. Eén van de voornaamste factoren is de arbeid. Op het kleine bedrijf waar dus veelal één arbeidskracht aanwezig zal zijn, zal de boer dus voor zichzelf voor een verantwoorde arbeidsbesteding moeten zorgen. Het produktieplan moet derhalve zo zijn, dat de arbeidsbehoefte net gehele jaar zo regelmatig mogelijk is. De arbeidsbesteding in de winterperiode dwingt de bedrijfsvoering in de richting van rundveehouderij. Deze kan bestaan uit melkveehouderij of uit mestveehouderij. Het aantal eenheden bij deze rundveehouderij moet men zodanig kiezen, dat de invloed van het kleine getal zo gering mogelijk is. Bij de rundveehouderij behoort een grotere of kleinere oppervlakte grasland. De graslandexploitatie moet doelmatig en intensief zijn om de produktie per ha zo hoog mogelijk op te voeren. Voor vele kleine bedrijven zal deze intensieve rundveehouderij ingrijpende veranderingen vragen van de stalling op de boerderij. Bij de keuze voor de te telen akkerbouwgewassen zal men rekening moeten houden met een zo groot mogelijke spreiding van de arbeid en daarnaast een zo groot mogelijke oppervlakte per gewas. De keuze is dus beperkt. Ten dele kan men zich laten leiden door de marktvooruitzichten voor zo ver de vrucht opvolging en de oppervlakte dit toelaten. Voor de granen, zaderijen, peulvruchten en aardappelen is de teelt reeds zodanig te mechaniseren, dat grote moeilijkheden met de arbeidsbehoefte van deze gewassen niet te verwachten zijn. Anders ligt dit met de teelt van bieten. Deze teelt is voor een belangrijk deel nog niet gemechaniseerd. Vooral de verzorgingsarbeid is nog steeds hand werk. De hoeveelheid bieten welke in het produktieplan kunnen worden opge nomen, rpag niet groter zijn dan de beschikbare tijd toelaat. De intensieve gras landexploitatie mag niet in het gedrang komen. De rundveehouderij zal op het kleine bedrijf een steeds ruimere plaats gaan innemen, terwijl de akkerbouw beperkt in omvang, maar vooral ook beperkt in verscheidenheid zal worden. De bedrijfsvoering zal dus eenvoudiger worden en daarmede verkrijgt men tevens het voordeel dat de werktuigkosten worden verlaagd. Zowel op lichte als zware gronden zien we de kleine bedrijven zich in de zojuist geschetste richting ontwikkelen. Op de lichte gronden is de oogstzekerheid de beperkende factor bij het streven naar een zo hoog mogelijke produktie per ha; daartegenover heeft de lichte grond het voordeel dat de mechanisatie goedkoper kan zijn. Op de zwaardere gronden is de oogstzekerheid in het algemeen gunstiger, maar zijn de werktuigkosten hoger. Onder de huidige economische verhoudingen is het moge lijk dat met een aangepaste bedrijfsvoering het kleine be drijf een redelijke bestaansmogelijkheid biedt voor de boer en zijn gezin mits hij een verantwoorde mechanisatie toe past en de arbeid zo rationeel mogelijk aanwendt. Wageningen, januari 1961. Instituut voor Landbouwtechniek en Rationalisatie, Ir. W. P. M. CORSTIAENSEN. UANWEGE de Koninklijke Vereniging „Het Nederlandsche Trekpaard" worden ieder jaar ln de maand januari de verplichte hengsten- keuringen gehouden. Deze keuringen zijn zeer be langrijk, omdat zij vrijwel de totale trekpaard- hengstenstapel omvatten. Tijdens deze keuringen wordt het mannelijk fok- materiaal voor het dekseizoen 1961 gekeurd op exterieur en afstamming en eventueel goedgekeurd voor dekking en geprimeerd. Vanaf 4-jarige leeftijd kunnen de hengsten bovendien worden opgenomen in het Keurstamboek. Bij de oudere hengsten wordt bij de beoordeling tevens rekening gehouden met de reeds behaalde fokresultaten. Indien zij ten minste 3 jaren tevoren in het Keurstamboek zijn opgenomen, kunnen zij op grond van bijzondere fokwaarde voor een periode van 4 jaren goed gekeurd worden. Het totale aantal aangiften bedraagt 211, waar van 72 jonge (3-jarigen) die voor 't eerst ter keuring verschijnen en welke categorie steeds in het middelpunt der belangstelling staat. Voor de provincie Zeeland zullen deze keuringen plaats vinden op dinsdag 17 januari te Oostburg, woensdag 18 januari te Axel en donderdag 19 januari te Goes. NU de bietenoogst aan de kant is kan de balans opgemaakt worden. Wanneer we de land- bouwwagens bekijken verlangen deze wel naar een afwasbeurt. Ook zullen er sleutels aan te pas moeten komen daar de wagens enorm veel gele den hebben. Haal de wielen er af en maak de remtrommels schoon, want deze zitten vol mod der. r WEEMAAL scheren per dag behoeft U zich niet te doen, maar elke keer na het melken de melkmachine reinigen is toch wel noodzake lijk. Qakteriën zijn met het blote oog onzicht baar, maar spoedig in grote getale aanwezig. Zij veroorzaken gemakkelijk allerlei narigheden. Denk dus juist om die plaatsen, die moeilijk te reinigen zijn.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 8