27 HET ZEEUWSE GEMENGDE LAND- EN TUINBOUWBEDRIJF DE ORGANISATIE VAN KLEINE BOERENBEDRIJVEN (Vervolg van pagina 25) Een ha zaaiuien vraagt 1000 velduren aan arbeid, waarvan in ronde cijfers 600 uren voor wieden, 250 uren voor plukken ^en opzakken en 150 uren voor diversen. Door hef toepassen van chemische onkruidbestrijding kan het aantal wieduren met de helft worden verminderd, terwijl door mecha nisatie van de oogst de uren voor plukken en op zakken tot 50 kunnen worden teruggebracht. Het totaal aantal velduren kan bijgevolg met 50 worden verminderd. Bij 3500 arbeidsuren en 1 ha zaaiuien betekent dit feitelijk dat voor 500 arbeids uren, dat is 14 van de totale arbeid, kompensatie gevonden dient te worden! De vraag of verdere intensivering gewenst is, mag daarom iri het alge meen bevestigend beantwoord worden. HOE VERDER INTENSIVEREN DE nog betrekkelijk geringe omvang van de tuinbouwteelten op de bedrijven leidt er toe bij eventuele plannen tot intensivering vooral aan een uitbreiding van de tuinbouw te denken in de vorm van vroege aardappelen met nateelt, winter bloemkool, bonen, spruiten en bollenteeltgewassen als gladiolen, eventueel kléin-fruit (aardbeien, frambozen, bessen).'Een algemeen voorschrift valt hierbij niet te geven. Al naar zijn persoonlijke ge aardheid zal ieder een voor hem passende keuze moeten doen. Vooral gewassen die enige arbeids- spreiding (winterwerk) kunnen geven, verdienen belangstelling. Een voorbeeld van een geïnten siveerd bouwplan laten we hierbij nog volgen. Witlof. Voorbeeld van een geïntensiveerd bouwplan in aren van een gemengd land- en tuinbouwbedrijf van 4 ha. Wintertarwe 40 Vervroegde aardappelen 40 Late aardappelen 40 Zaaiuien 40 Vroege aardappelen, nateelten, aardbeien en prei om de helft40 Wijnpeen 20 Plantuitjes le jaar 20 Witlof wortels 40 Gladiolen 40 Spruiten 20 Aardbeien en Nateelt winterbloemkool 20 Bonen 10 Plantgoed Gladiolen 5 Aardbeien 5 Kadastraal verschil en eigen ge bruik 20 VERDER bestaat de mogelijkheid om door gemeenschappelijk gebruik van werktuigen of door gebruik te maken van de diensten van een loon werker bepaalde werkzaamheden goedkoper te verrichten dan op een groter bedrijf dat alle werktuigen individueel exploiteert Het is beslist nodig dat grotere werktuigen gezamenlijk worden geëxploi teerd of dat de loonwerker dit werk doet. Invoering van betere werkmethoden of wijziging van het produktieplan brengen dan de minste extra kosten met zich mee, omdat de aanwezige werktuigen reeds voldoende hebben gepresteerd. Het minimale inkomen voor de kleine boer is een arbeidsinkomen met betaling van overuren en een voldoende reserve voor de risico's van het bedrijf. Naast dit materiële minimum ontvangt deze boer een psychische bevrediging door het feit dat lüj een onafhankelijk en zelfstandig bestaan heeft. Voor dit laatste kan men zich inderdaad de opoffering getroosten om in drukke perioden meer arbeidsuren per dag of per week te maken dan een landarbeider contractueel zijn voorgeschreven. Is een kleine boer daartoe niet bereid, dan zal hij beter arbeider kunnen worden. DE BOER VAST staat dat de ondernemersgeest van groot belang is voor de resul- taten die worden bereikt. De factor boer is belangrijker dan de variatie in de bedrijfsgrootte van de kleine boerenbedrijven. Voldoende vakkennis en informatie over de bestaande produktiemogelijk- heden zijn nodig om zelfkritiek te kunnen opbrengen en moderne systemen en betere methoden te accepteren. De boer moet er zelf wat in zien en zija soms specifieke kennis en eigenschappen uitbuiten. De kleine boer met een gezond verstand, werklust en een ruime blik zal uit de bestaande mogelijkheden zeker een keuze kunnen maken die een vol doende inkomen mét behoud van de vrijheid als ondernemer mogelijk maken. Hopelijk draagt ook dit speciale nummer van het Zeeuws Landbouwblad daartoe bij. Een mooi exemplaar van liet middel vroege ras. Witlof in de grond. Door het witlof niet alleen te telen doch ook te Een mooie vaste kiep. trekken geeft dit gewas zowel in de zomer als in de winter produktieve uren. In dit bouwplan bedraagt het percentage tuin- aouwgewassen 60 (zaaiuien niet medegerekend). Nateelten leveren een bijdrage tot arbeidsspreiding door winterwerk. Voor een suksesvolle toepassing als éénmansbedrijf is evenwel een zekere mecha nisatie onontbeerlijk. Hoofdzakelijk zal deze ge vonden worden in een twee- of vierwielige trek ker met toebehoren, een plantmachine, een motor- rugnevelspuit en enig handgereedschap. Daarbij is er van uitgegaan dat het plukken van de bonen en aardbeien door anderen plaats vindt en de gerst wordt gemaaidorst. Uiteraard is daarbij een goede organisatie van de afzet bij voor de kopers aan trekkelijke hoeveèlheden. voor het welslagen van het geheel onontbeerlijk. KONKLUSIES 1. Uitstekende produktieomstandigheden van bo dem en klimaat, gepaard aan vakbekwaamheid en toewijding, leidden in sommige delen va;\ Zeeland tot een gemengd land- en tuinbouw bedrijf van 26 ha. 2. Hoewel op dit type kleinbedrijf gunstige be- drijfsuitkomsten worden verkregen, noopt voortschrijdende rationalisatie en mechanisatie tot verdere intensivering. 3. De nog betrekkelijk geringe betekenis van de tuinbouwteelten op de bedrijfjes leidt er toe de intensivering vooral in een uitbreiding van deze teelten naar omvang en aantal te vinden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 7