gemene ^0 erg ader ing 36 ZEEUWS LANDBOUWBLAD T NOTULEN VAN DE ALGEMENE VERGADERING DER ZEEUWSE LANDBOUW MAATSCHAP PIJ, GEHOUDEN OP MAANDAG 19 DECEMBER 1960 TE 10.30 UUR IN DE „PRINS VAN ORAN JE" TE GOES. OPENING. DE Algemene Vergadering wordt geopend door de Vice-Voorzitter der Z. L. M-, de heer P. J. J. Dekker, met de mededeling, dat de Algemeen Voor zitter, de heer Ir. M. A. Geuze, deze morgen een medische behandeling moet ondergaan, doch wèl op de middagvergadering aanwezig hoopt te zijn. In zijn openingswoord wijst de Voorzitter erop, dat thans op de 19e december als gevolg van de bijzonder grote regenval van de laatste maanden de produkten nog ten dele niet zijn geoogst of van het land afgevoerd kunnen worden. Nog veel bouwland moet op wintervoor worden geploegd, terwijl vrijwel nog geen wintertarwe kon worden ingezaaid. Niettegenstaande deze bijzonder ongun stige omstandigheden op de bedrijven kan de op komst op deze morgenvergadering zeer bevredi gend worden genoemd. De Voorzitter spreekt hierna een bijzonder woord van welkom tot de heer C. Philipse, vertegenwoor diger van het Provinciaal Bestuur. Wij stellen het zeer op prijs, aldus de Voorzitter, dat U steeds op onze vergaderingen en hoogtijdagen aanwezig wilt zijn en dit temeer, omdat wij weten, dat de be trekkingen tussen het Provinciaal Bestuur en de Z. L. M., mede dank zij Uw medewerking, zo goed zijn. De Voorzitter wil gaarne de hoop uitspreken, dat deze goede verhoudingen ook in de toekomst bestendigd zullen mogen blijven. De Voorzitter spreekt voorts een bijzonder woord van welkom tot de heer drs. N. A. Vaandrager en dankt deze voor de bereidheid om op deze verga dering een inleiding te houden over het loonbeleid. Het is ons bekend, dat U op dit terrein bij uitstek deskundig bent en onze verwachtingen zijn dan ook hoog gespannen. De Voorzitter verwelkomt voorts de heren De Jager en Goeman, resp. Voorzitter en Secretaris van de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap, de heren Dorst en Lindenbergh, ereleden van de Z. L. M„ de heren De Bruijne en Maljaars, oud-be stuursleden der maatschappij, de heren. Ter Haar Romeny, Voorzitter van de Commissie Landbouw- en Landbouwhuishoudonderwijs der Z. L. M., mevrouw Van Veen en mejuffrouw v. d. Leeden, resp. Presidente en Secretaresse van de Bond van Plattelandsvrouwen in Zeeland. De Voorzitter memoreert hier tevens de goede betrekkingen, die er tussen de Bond en de Z. L. M. bestaan. De Voorzitter verwelkomt verder de heer Kake- beeke, Voorzitter van de Raad van de Landbouw voorlichting, de heer Van Beekom, Voorzitter van het College van Consulenten, de heer Lenshoek, Voorzitter van de Afd. Zeeland van de Kon. Ver eniging „Het Ned. Trekpaard", de heer De Galan, sociaal-econoom van het Economisch Technologisch Instituut, de heer Van Vliet, Secretaris van de Landbouw Jongeren Gemeenschap Zeeland, de heer Helder, opvolger van de heer Warmenhoven als hoofd van de bedrijfseconomische afdeling van het Boekhoudbureau. De Voorzitter spreekt de hoop uit, dat de heren Helder en Van Vliet, die beiden voor de eerste maal op een Algemene Vergadering der Z. L. M. aan wezig zijn, vruchtbaar werk voor Zeeland ieder op zijn gebied zullen kunnen doen. Tot de vertegenwoordigers van de pers richt de Voorzitter waarderende woorden voor de wijze, waarop in het bijzonder de Zeeuwse pers de belan gen van de landbouw naar voren brengt en tracht te behartigen. Hierna brengt de Voorzitter nog in herinnering de belangrijke gebeurtenis welke geleid heeft tot de vaste verbinding van Noord- en Zuid-Beveland, namelijk de afsluiting van de „Zandkreek". Hier door is Noord-Beveland uit zijn eeuwenlange isole ment verlost en wij mogen de bewoners van Noord- Beveland hiermede namens de Maatschappij wel' bijzonder gelukwensen. Moge de opening van deze dam tot meerdere welvaart strekken van Zeeland en in het bijzonder van Noord-Beveland. Het grote belang van deze verbinding zal duidelijk aan het licht treden bij de Z. L. M.-landbouwdagen, die in 1961 in Noord-Beveland zullen worden gehouden. De Voorzitter vervolgt zijn openingswoord met erop te wijzen, dat de in de afgelopen tijd gehou den Kring- en Afdelingsvergaderingen en ook de kolommen van het Zeeuws Landbouwblad in het teken hebben gestaan van de geweldige water overlast, waarmede de landbouw dit najaar heeft te maken en die voor zeer velen ernstige gevolgen heeft gehad. Tevens is hierbij de grote teleurstel ling naar voren gekomen over het landbouwbeleid van de Regering, dat op verschillende punten niet aan de verwachtingen heeft voldaan. De Voorzitter zegt, dat de Algemeen Voorzitter in de middagvergadering nader op deze punten zal ingaan. Niettemin wil spreker duidelijk stellen, dat alom de overtuiging heerst, dat de landbouw ditmaal niet op rechtvaardige wijze door de Re gering is behandeld. Tevens is komen vast te staan, zowel op de vergaderingen van Afdelingen en Kringen, alsmede op de elders in het land ge houden massale voorlichtingsbijeenkomten, dat een eendrachtig optreden en het opstellen van deug delijke argumenten de landbouwbelangen kunnen dienen en behartigen. De Voorzitter besluit zijn openingswoord met de hoop uit te spreken, dat ook deze vergadering blijk zal geven van deze gedachte doordrongen te zijn. NOTULEN. DE notulen van de Algemene Vergadering van 16 juni 1960, welke ter goedkeuring aan alle afdelingen zijn toegezonden, worden ongewijzigd goedgekeurd en vastgesteld. MEDEDELINGEN. BE Voorzitter deelt mede, dat van de Commissaris der Koningin bericht is ontvangen, dat hij te half twaalf op de vergadering aanwezig zal zijn en ook een gedeelte van de middagvergadering zal bijwonen. Van de heer Van Vredenburch, erelid is bericht ontvangen, dat hij de middagvergadering zal bij wonen. Berichten van verhindering zijn ingekomen van het College van Burgemeester en Wethouders van Goes, van de heer Ir. C. S. Knottnerus, Voorzitter van het K. N. L. C., van de heren W. G. de Waard en A. Korteweg, resp. Vooratter en Secretaris van- de Noord Brabantse Mij van Landbouw, van de he ren J. A. van Nieuwenhuijzen en Ir. D. S. Tuijn- man, resp. Voorzitter en Secretaris van de Holland se Mij van Landbouw, van de Kamerleden de he ren drs. Th. J. Westerhout en D. Kodde, van de heer mr. E. Kuijlman, Secretaris van het K. N. L. C., mr. J. L. Nieuwenhuis, Directeur van de Pro vinciale Stoombootdiensten in Zeeland, de heer L. van Dijk, erelid der Z. L. M., de heren ir. J. A. H. Haenen en ir. J, Roest, adviseurs der Z. L. M., de heer J. J. Stols, hoofdbestuurslid, H. A. A. Baron Collot d'Escury, dr. C. J. A. Kerstens, hoofdinspec teur Veeartsenijkundige Dienst, ir. M. de Vink, di recteur Planologische Dienst. BEGROTING EN CONTRIBUTIEVASTSTELLIN G 1961. DE Voorzitter stelt de begroting en de daarin vervatte contributievaststelling voor 1961 aan de orde, die eveneens aan de afdelingen werd toe gezonden. De ontvangsten voor 1961 worden geraamd op 239.600, de uitgaven op een bedrag van 229.600 en derhalve sluitend met een post van „Onvoor zien" van ƒ10.000. In deze begroting is de navol gende contributieregeling verwerkt: a. Vaste contributie voor grondgebruikers 7,— Contributie per ha grond in gebruik 2,40 b. Vaste contributie voor leden zonder grond in gebruik 12,50 Contributie per ha grond in bezit 0,10 De regeling voor de categorie begunstigers is gebaseerd op een bijdrage van ue na 1 januari 1961 toetredende begunstigers van 35, terwijl na 1 jan. 1962 alle begunstigers een bedrag van 35 moeten betalen. De afdracht aan de Kringen blijft gehand haafd op 5 per begunstiger per jaar. De Voorzitter vraagt na de toelichting of iemand het woord verlangt of tot stemming wenst over te gaan. Daar niemand op- of aanmerking over de begro ting en de contributievaststelling wenst te maken wordt het voorstel van het Hoofdbestuur met al gemene stemmen ongewijzigd goedgekeurd en aanvaard, onder dankzegging voor het vertrouwen in het bestuur betoond. De Voorzitter stelt de vergadering voor om in afwijking van de agenda de rondvraag uit te stel len tot na de inleiding van de heer Vaandrager, waarmede de vergadering akkoord gaat. De Voorzitter geeft vervolgens het woord aan de inleider van deze ochtend, de heer Vaandrager. Deze inleiding werd reeds in ons Kerstnummer opgenomen. De Voorzitter zegt in zijn openingswoord te hebben gezegd, dat het door de heer Vaandrager te behandelen onderwerp moeilijk en ingewikkeld is, doch de wijze waarop spr. deze materie heeft be handeld verdient alle lof. De heer Vaandrager is er in geslaagd om op boeiende en heldere wijze een beeld te geven van de vele facetten, waarmede het vraagstuk van het loonbeleid is verbonden en hij dankt de heer Vaandrager dan ook hartelijk voor de uitvoerige behandeling van dit onderwerp. De Voorzitter richt zich vervolgens tot de Com missaris der Koningin, die juist ter vergadering is gekomen, met de volgende woorden: „Meneer de Commissaris, namens de Z. L. M. heten wij U bijzonder hartelijk welkom. Ik kan U verzekeren, dat het voor onze Maatschappij steeds een eer ls als U tegenwoordig bent op onze verga deringen of hoogtijdagen. Wij kennen Uw grote belangstelling voor de landbouw en voor onze Maatschappij in het bijzonder. U leeft met het wel en wee van onze boeren en tuinders van harte mee. Toen U dan ook op 1 aug. j.l. het voorrecht mocht genieten Uw ^^-jarig ambtsjubileum te vieren, hebben wij als georganiseerde landbouw met zeer veel enthousiasme aan deze huldiging deelgeno men. Hieruit zult U zeker de conclusie hebben getrok ken, dat onze sympathie wederkerig is en ik mag dan ook op deze plaats wel er aan herinneren, dat U zaterdag jarig" bent geweest en ik wil U dan ook namens de vergadering hiermede nog van harte gelukwensen. (Applaus.) Ik wens dan ook onze sympathie voor U als Commissaris van onze provincie nogmaals tot uitdrukking te brengen door de hoop uit te spreken, dat wij U nog vele jaren als Gouverneur van de provincie Zeeland op onze vergaderingen zullen mogen begroeten". (Applaus.) RONDVRAAG ALVORENS de rondvraag aan de orde te stellen, doet de Voorzitter mededeling van een inge komen schrijven van de Afdeling Biggekerke der Z. L. M. van de volgende inhoud: „In de laatst gehouden ledenvergadering is de vraag gesteld of de mogelijkheid gegeven kan wor. den aan kleine bedrijven voor het verstrekken van een vergunning voor de teelt van grove tuin- bouwprodukten. Deze vraag wordt gesteld door een lid, dat over voldoende arbeidskrachten be schikt en tracht zijn bedrijf rendabeler te maken, mede gelet op de lagere prijzen der landbouwpro- dukten." De Voorzitter zegt in aansluiting op deze vraag, dat deze moeilijkheden niet alleen in Biggekerke worden gevoeld, doch ook op die bedrijven in de grensgebieden van Zeeuws-Vlaanderen, die als ge volg van de moeilijkheden bij de vlasindustrie een uitkomst zien in de tuinbouw. Aan dit vraagstuk wordt de nodige aandacht besteed, wat möge blij ken uit het feit, dat Voorzitter en Secretaris van het Produktschap voor Groenten en Fruit in sa menwerking met de commissie tuinbouw uit de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap onlangs een bezoek aan deze gebieden hebben gebracht. De Voorzitter zegt, dat de heer Van Hennik deze besprekingen heeft bijgewoond en verzoekt hem de vraag van de Afdeling Biggekerke te willen beantwoorden. De heer Van Hennik zegt gaarne aan het verzoek van de Voorzitter te willen voldoen. Het bezoek van de Voorzitter van het Produktschap heeft plaats gevonden als gevolg van de grote aandrang, die al enige jaren in Zeeland wordt uitgeoefend op wijziging van de betreffende verordening, van de erkenningen en teeltvergunningen. Honderden grondgebruikers, veelal van de kleinere bedrijven, hebben behoefte aan intensivering van hun bedrij ven, o.a. aan het uitvoeren van bepaalde tuinbouw-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 16