ALEXANDRIJNSE KLAVER, 33 een nieuw gewas dat op klei- en zavelgronden goede toekomstmogelijkheden heeft Het kleine gezinsbedrijf en de kleinfruitteelt Een perceel Alexandrijnse klaver op het bedrijf van de heer Lous te Oostkapelle. Vervolg van vorige, pagina MISSCHIEN is het U afgelopen najaar hier en daar opgevallen dat er percelen met klaver in uw omgeving stonden die in habitus enigszins overeenkomen met die van lucerne. EEN SNEL GROEIENDE GROENBEMESTER ONGETWIJFELD betrof het percelen met Alexandrijnse klaver die pas na de graan oogst gezaaid zijn. Op behoorlijke praktijkschaal is dit voor ons land betrekkelijk nieuwe gewas door verschillende landbouwers beproefd èn met zeer goede resultaten. Alexandrijnse klaver kan ongeveer tot half augustus ingezaaid worden om nog een gewas te geven. In 1960 zijn er zelfs eind augustus nog percelen ingezaaid. Het gewas hier van bleef klein, doch de voordelen die men had waren groot, daar de grond als het ware be schermd was bij de abnormale regenval. Waar elders de grond door zware slagregens was dicht geslagen, hielden deze klavers de grond bedekt en dus beschut. WAT ZIJN NU DE GROTE VOORDELEN VAN DEZE KLAVERSOORT DIJ d.e bekende groenbemesters als buiten- landse rodeklaver en hoppeklaver die in graangewassen worden geteeld, loopt men het risiko, in jaren met veel vocht, van doorgroei. Hiermee hebben vele landbouwers de afgelopen jaren al de nodige moeilijkheden gehad. Na graangewassen, erwten, vroege aardappelen, karwei en zelfs in graszaadstoppels, die in de zo mermaanden vrij komen, kan men Alexandrijnse klaver zaaien. De zaaizaadhoeveelheid per ha is 20 kg. Voor de kosten hoeft U het niet te laten. Deze zijn per ha zeer gering, ongeveer 50, Alexandrijnse klaver is een gewas dat voor ex tensieve landbouwbedrijven een waardevolle aan vulling kan zijn voor de stikstofvoorziening van vele gronden. Vanwege diepe beworteling kan ook gezegd worden dat de bodemstruktuur ermee ver beterd kan worden. Alexandrijnse klaver is niet alleen een groenbe- mester, voor verrijking en verbetering van de bouwvoor, maar voor de gemengde bedrijven kan het gewas ook als veevoeder zijn bestemming krijgen. WAAR KOMT ALEXANDRIJNSE KLAVER VANDAAN UET is een gewas afkomstig uit het Midden- Oosten, wat in het Middellandsezeegebied een grote teeltverbreiding heeft gevonden. Enkele kweekstations zijn met de veredeling van Alexan drijnse klaver begonnen. In 1960 zijn speciaal proeven genomen met de rassen TABÖR en CAR- MEL, beide afkomstig van een Israëlisch kweek- station. Op het landbouwproefbedrijf te Wilhel- minadorp zijn beide selekties afgelopen najaar beproefd met goed resultaat. Met uw teeltplan 1961 is het zeker de moeite waard aandacht te besteden aan de nieuwe groen- bemester Alexandrijnse klaver. CENTRA VORMEN D7ANNEER we nog moeten beginnen is van groot belang dat we beginnen op verse grond. Als dat mogelijk is, hebben we reeds een zekere voorsprong op hen die het moeten doen met „uitgeboerde" grond. Een ander zeer belangrijk punt is dat men steeds centra moet vormen van waaruit de afzet op snelle wijze kan plaats vinden. Juist kleinfruitprodukten moeten steeds zo snel mogelijk weg en daarbij is erg belangrijk dat er door voldoende areaal ook een voldoende groot kwantum beschikbaar is. Op dit terrein liggen nog al wat problemen welke echter door onderling overleg, met inscha keling van de veilingen in het gebied waar men woont, opgelost kunnen worden en daarbij kan het soms wel nodig zijn, dat men via zijn veiling, de produkten afzet in overleg met een andere veiling welke op dat gebied meer ervaring heeft en waar ook de kopers komen, want die hebben we nodig voor onze kleinfruitprodukten. We zouden over het vraagstuk van de kleinfruit teelt nog wel enige tijd door kunnen gaan. U ziet wel dat er nog al wat aan vast zit. Het is evenwel een mooi vak, waar men nooit mee klaar is. Het vraagt de gehele mens en het is vol met risico's en verrassingen. Deze verrassingen kunnen zowel teleurstellend als verblijdend zijn. Het is een teelt waarbij het dikwijls nodig is het gehele gezin in te schakelen, al is het wel eens de vraag of dat wel goed en verantwoord is. Het kan hierdoor soms voorkomen dat jonge mensen met goede hersens worden opgeborgen tussen frambozen en bramen, terwijl ze in hun aard iets geheel anders zouden willen, maar dat kan niet want ze moeten mee op het bedrijf. Er kan wel eens het gevaar ontstaan dat juist op een kleinfruitbedrijf de kin deren worden geëxploiteerd door de ouders en u zult wel met ons eens zijn dat dit zeker voorkomen dient te worden. We zouden over het vraagstuk: kleine boer- kleinfruitkweker nog meer kunnen opmerken. We denken aan de bedrijfsgrootte, aan de mechanisatie welke niet gemist kan worden, allemaal onderwer pen apart. Onderwerpen ook welke men eigenlijk zelf zal moeten uitdokteren omdat ze niet zijn aan te geven in schema's en tabellen. De een kan een maal meer dan de ander en ziet ook weer andere mogelijkheden. We hebben geschreven over de teelt van klein- fruit in het algemeen. We willen waarschuwen voor overdreven optimisme bij deze teelt maar ook voor neerhalend pessimisme. De van huis uit pes simistisch gestemde mens, die altijd leeuwen on beren op de weg ziet, moet beslist niet beginnen met de teelt van kleinfruit. Hij zal nooit genieten van het mooie van zijn vak en van zijn „vrij man'' zijn. Als we beginnen als kleinfruitkweker staan ons vele middelen van voorlichtirg ter beschikking. Maakt daar dankbaar gebruik van. Degenen die vele jaren geleden zijn begonnen, hadden dat- niet. Op hen staat u dus belangrijk voor. A RBEIDSVRAAGSTUK I\E kleinfruitteelt is een arbeidsintensieve teelt. U Ze vraagt veel handenarbeid en in onze tijd is deze duur en schaars en de economie is er op gericht om dat zo te houden want schaarse arbeids krachten betekenen hoge lonen en hierdoor hoge koopkracht. De laatste jaren hebben ook enkele grootgrond gebruikers zich toegelegd op het^telen van klein fruit. We hebben daar nog weinig gunstige resul taten van gezien. Onder normale omstandigheden, dat wil zeggen met een grote concurrentie op de arbeidsmarkt, waarin de arbeidskrachten schaars zijn, en pro dukten uit landen met een laag loonniveau op de wereldmarkt volop te koop zijn, geloven we dat een grootgrondgebruiker er goed aan doet zich niet te verliezen in de teelt van kleinfruit. Voor de kleine grondgebruiker echter, dat wil zeggen voor hem die op een geringe oppervlakte grond een bestaan moet vinden, is er ondanks de risico's zeker wat voor te zeggen om te kijken of de teelt van produkten als aardbeien, frambozen, bessen en bramen past op zijn bedrijf en in zijn omgeving. Daarbij zal vakkennis een grote rol spelen en specialisatie onmisbaar zijn. We zouden ook nog kunnen schrijven over de teelt van gladiolen welke plaatselijk wel mogelijkheden biedt voor het klein bedrijf en ook valt er zeker wat te zeggen voor overschakeling op de intensieve groenteteelt, maar dit zijn onderwerpen welke vallen buiten het bestek van dit artikel. Dat wil echter niet zeggen, dat deze teelten gëen: perspectief bieden voor de kleine boer, al zal met name bij de groenteeelt het vraagstuk van de teeltregeling en erkenningseisen belemme rend werken maar ook hiervoor komt wellicht binnenkort een oplossing.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 13