Het kleine gezinsbedrijf en de kleinfruitteelt J32 ZEEUWS LANDBOUWBLAD bessen kunnen bijzonder veel te lijden hebben van de nachtvorst. Nu is het wel zo dat de omstandig heden in Zeeland aver het algemeen niet zo ongun stig zijn voor wat de nachtvorst betreft maar het blijft een risico dat zeker niet uit het oog verloren mag worden. Behalve de nachtvorst kennen we de regen welke de vruchten kan doen rotten of de droogte waar door ze kunnen verdrogen. Daar kan wel wat tegen gedaan worden, maar toch kan het een grote schadepost worden. Verder noemen we als risico's bij deze teelt de gevaren van ziekten en plagen en dan denken we speciaal aan het beruchte virus dat reeds vele per celen zwarte bessen heeft vernietigd nog voor ze in produktie waren gekomen en dat de laatste jaren onze aardbeien aanplantingen dermate par ten heeft gespeeld dat van rassen als Madame Moutot en Jucunda de opbrengst is teruggelopen tot minder dan de helft van een normale opbrengst. Een ander risico dat we willen noemen is de wisselvallige opbrengst en het nog wisselvalliger prijspeil. We merkten reeds op dat er overal in Europa de laatste jaren een uitbreiding is van de teelt van kleinfruitprodukten. Van achter het ijzeren gordijn komen grote hoeveelheden industrie-aardbeien het Westen binnen. Die worden verkocht tegen prijzen welke heel wat lager zijn dan onze kostprijzen van aardbeien. Hiertegen te concurreren is een zware opgave, voornamelijk omdat deze aardbeien zijn geteeld onder geheel andere omstandigheden dan in ons land en met name denken we dan aan de faktór arbeid. Bij de frambozen ondervinden we grote concur rentie van de produktie in Schotland. De laatste jaren zijn de prijzen van het kleinfruit niet zo best en dat komt niet direct door de uit breiding in ons land maar meer door die in het buitenland. Nu willen we uiteraard ook weer niet in het andere uiterste vervallen en de teelt van kleinfruit produkten beschrijven als een teelt welke in onze omgeving onder onze omstandigheden, haar tijd heeft gehad. Zó ligt het gelukkig ook niet. We hebben ook pluspunten en dan denken we aan de grondige vakkennis welke we ons eigen kunnen maken. We hebben een goede voorlichtingsdienst welke ons terzijde staat en onze afzetorganen zijn up to date. We willen echter wel waarschuwen tegen een overdreven optimisme. Denk heus niet dat het zo is dat als het met de akkerbouw niet meer gaat, het kleinfruit dan wel uitkomst kan en zal bieden. Er is een groot gevaar dat we ons blind staren op de resultaten van dat wat voorbij is. Daar moeten we het echter niet meer van hebben. De toekomst moet ons een bestaan geven. We willen hier beslist niet zeggen dat er geen mogelijkheid bestaat dat in die toekomst een goede werkkring in één .of ander vak wel eens beter zou kunnen zijn dan een eigen bedrijfje met kleinfruit. Niet iedereen heeft de vasthoudendheid en het door zettingsvermogen om in een periode met lage in komsten, de moed er in te houden en niet ieder heeft de energie om tegenslagen te trotseren. KWALITEITSPRODUKT WE zijn van mening dat de teler van kleinfruit zich in de eerste plaats zal moeten l ichten op het telen van een klasseprodukt, op primeurs, welke bovendien geschikt zijn voor doeleinden die beantwoorden aan de veranderende koop- en ge- bruiksgewoonten van de consument en dan denken we aan diepvries en verwerking in glas op siroop. Hiermede kunnen we een voorsprong krijgen en behouden op onze concurrenten, vooral ook Zeeland waar een aantal van nature gunstige ele menten aanwezig zijn. De onderzoekers zijn hier mede reeds druk bezig. Op de kleinfrüitproeftum in Kapelle zijn tal van proeven opgezet met dit doel. Er wordt gezocht naar rationeler oogstmethoden en naar kwaliteitsverbetering, gepaard gaande met kostprijsverlaging. Daar zal de kleinfruitkweker van de toekomst het van moeten hebben. Bij dé opzet van een nieuw bedrijf zal hij daar van uit moeten gaan. Een ander winstpunt voor ons gebied is de ontsluiting van Zeeland waardoor het dichter bij de Randstad Holland zal komen. Voor eerst is het echter nog niet zover. NIET TE ENTHOUSIAST WANNEER we het geheel overzien dan is er zeker aanleiding om beslist niet al te enthou siast te zijn om zich te werpen op een onverant woorde uitbreiding van de kleinfruitteelt. Dat wil echter niet zeggen dat we er geen moge lijkheden in zien voor hen die hun bestaan moe ten vinden op een kleine oppervlakte grond. Voor zulke grondgebruikers kan de teelt van kleinfruit produkten zeker perspectief bieden, al moet men er geen al te overdreven verwachtingen van hebben. Wanneer men zich echter de nodige vakkennis heeft eigen gemaakt en zich voor honderd procent geeft aan deze teelt, dan zit er zeker een bestaans mogelijkheid in. (Zie verder volgende pagina). WANNEER we deze week in de tuinbouwrubriek schrijven over het kleine gezinsbedrijf, dan is het te begrijpen dat we direkt terecht komen bij de teelt van kleinfruit. Deze tak van de tuinbouw past immers niet op het groot-bedrijf maar is wel geschikt voor de kleine bedrijven, de zgn. „gezinsbedrijven." Alvorens nader in te gaan op de aspecten van deze teelt voor het kleine bedrijf, willen we eerst nader omschrijven wat wordt verstaan onder het kleinfruit. Hiermede worden bedoeld de produkten aardbeien, frambozen, bessen en bramen, om de voor naamste uit deze sector te noemen. Wanneer we teruggaan in het verleden dan zien we dat in de loop van de laatste vijf en twintig jaar heel wat vroegere kleine boeren en ook wel bóeren-arbeiders, telers van klein fruit zijn geworden. Het is de drang naar zelfstandigheid en naar vrijheid welke heeft geleid tot het stichten van vele kleine bedrijfjes. Nu moeten we niet denken dat dit allemaal zo gemakkelijk en vanzelfsprekend ging. Integendeel, veelal stond men alleen in de strijd om het bestaan. Vele pas beginnende kleinfruitkwekers moesten het stellen zonder vakkennis. Zij moesten door schade en schande wijs worden. De voorlichting was zo'n vijf en twintig jaar geleden nog zeer gering. Dikwijls was voor deze „kleine zelfstandigen" grond van mindere kwaliteit beschikbaar. Daarop moest dan een bestaan worden gevonden. De kleine akkerbouwer begon met de teelt van uien en breekpeen, soms met die van groenten op contract. Men moest het wel zoeken in produkten die veel arbeid vroegen maar die ook de kans gaven op een wat hogere opbrengst dan de teelt van granen, aardappelen, enz. Andéren wierpen zich op de teelt van produkten als aardbeien, frambozen en bessen. IN de eerste plaats is er de invloed van de klimatologi sche omstandigheden op de pro dukten. We denken aan de nacht vorst welke bijzonder grote scha de kan toebrengen in een enkele nacht. Daar is nog erg weinig tegen te doen. Als omstreeks be gin mei de aardbeienpercelen wit staan met bloesems en het weer bericht spreekt over nachtvorst, dan houdt de kleinfruitkweker zijn hart vast. Dan slaapt hij 's nachts niet rustig en dikwijls gaat hij er midden in de nacht op uit om houtvuren aan te leggen tussen zijn aanplant of om ze af te dekken met papier of te spui ten met water. Veel gunstige resultaten heben we daar even wel nog niet van gezien in onze omgeving. Ook rode en zwarte IN bepaalde delen van onze provin cie is de teelt van deze produkten van zeer groot belang. Daarbij denken we in het bijzonder aan Kapelle en omgeving, een streek waar de grond zeer geschikt is voor de teelt van kleinfruit maar waar ook de bedrijfsgroot- te de grondgebrui kers heeft gedwon gen zich te begeven op het gebied van deze teelten die ar beidsintensief zijn met de mogelijkheid om een. redelijke be staan te vinden. In Kapelle en om geving kennen we zeer veel van deze kleine bedrijven. Ver schillende faktoren hebben hiertoe mee gewerkt. We noemen als voorbeeld het feit dat de Ned. Herv. Kerk in Kapelle in totaal 46 ha tuingrond in eigendom heeft welke is ver pacht aan niet minder dan 156 pachters. Op de meeste van deze 156 percelen wordt klein fruit geteeld. We vermelden dit voorbeeld om aan te geven hoe dit mede een reden is geweest van de sterke ontwikkeling van de kleinfruitteelt in dit gebied. HET VERLEDEN WANNEER we horen over hetgeen de klein fruitkweker van zo'n vijf en twintig jaar geleden moest doormaken om een schamel loon te verdienen, dan komen we onder de indruk van het doorzettingsvermogen van hen die zich in die moei lijke jaren ondanks tegenslagen wisten te hand haven en met taaie volharding zich wisten op te werken. De dertiger jaren zijn in onze gedachten nog maar al te bekend en de kleine zelfstandigen in de tuinbouw hebben toen aan de lijve ondervon den dat het niet gemakkelijk was „eigen baas" te zijn. Het is toen wel voorgekomen dat een burger lijk armbestuur of een diakonie er aan te pas moest komen. Eerst tijdens de tweede wereldoorlog hebben we een toenemende vraag gezien naar de produkten van de kleinfruitteelt en na de oorlog heeft zich dit voortgezet. De laatste jaren is er weer sprake van enige kentering. De door de oorlog geteisterde landen hebben zich CONCURRENTIE Gaat de kleinfruitkweker een moeilijke tijd tegemoet? We weten het niet en we zouden het ook niet graag durven beweren. Wel zien we ron dom ons dat ook dé levensstandaard van vele klein fruitkwekers sterk omhoog is gegaan. We zullen echter niet mogen vergeten dat we op de wereld markt onze produkten kwijt moeten en dat daar concurrentie is van landen waar de levensstan daard laag is en de lonen beslist niet hoog zijn. Op het ogenblik is het zo dat de teelt van klein fruit nagenoeg geheel vrij gegeven is en zich vrij wel onbeperkt kan uitbreiden. We zien ook wel dat er wordt uitgebreid, vooral in onze provincie. Is dat verantwoord? We weten het niet. We geloven evenwel dat het van groot belang is dat men bij uitbreiding van de kleinfruit teelt nuchter blijft en met beide benen op de grond staat. We hebben in de kleinfruitsector een gunstige tijd achter de rug maar wanneer we moeten be ginnen met deze teelt of wanneer willen uitbreiden dienen we ons toch wel terdege bewust te zijn van de risico's van deze teelten. Deze zijn beslist niet gering. De kleinfruitkweker die reeds enige ervaring heeft, weet dat maar al te goed. RISICO'S weer hersteld en sommige van deze zijn kleinfruit- exporterende landen geworden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 12