RASSENNUMMER
MS SEN KEUZE
BETEKENT
KIEZEN
r
Neem die rassen die het best in de
bedrijfsvoering op Uw bedrijf passen
No. 2562 Frankering bij abonnement: Terneuzen ZATERDAG 7 JANUARI 1961
49e Jaargang
Zeeuws
lANóeoawBiAö
T~AE belangstelling van de boer voor de rassenkeuze is hel:
grootst bij tarwe en suikerbieten. Bij erwten, schokkers
en aardappelen is dit in wat mindere mate het geval, terwijl
bij zomergerst, vlas en landbouwstambonen respectievelijk
de rassen Balder, Wiera en Beka min of meer een monopolie
positie innemen.
In de praktijk leeft al dan niet bewust een zekere
verwachting, dat er jaarlijks weer één of meer nieuwe veel
belovende rassen naar voren zullen komen. Toch is het mijn
overtuiging dat er dan teveel verwacht wordt. Hierbij mogen
we ook niet vergeten dat elk ras hoe kan het ook anders
altijd wel één of meer zwakkere punten heeft. Dit neemt
echter niet weg dat de kwekers aan de landbouw zeer grote
diensten bewijzen. Het volgende geeft hiervan enigszins een
indruk.
In 1948 gaven de erwten in veel gevallen een misoogst
wegens de topvergeling, die in die tijd als voetziekte werd
aangeduid. De Nederlandse kweekbedrijvcn hebben rassen
gekweekt die resistent zijn tegen topvergeling. Hierdoor is
een dergelijke calamiteit niet meer voorgekomen. De
gevreesde Amerikaanse vaatziekte heeft in verschillende
erwtenpereelen in het Zuid-Westen in 1960 danig huisge
houden. Het zijn ook hier weer de Nederlandse kweek
bedrijvcn die rassen naar voren hebben gebracht die resistent
zijn tegen deze gevaarlijke erwtenziekte.
DIJ de rassenkeuze komen 3 factoren
sterk naar voren, namelijk de op
brengst, de kwaliteit en de oogstzekerheid
van het ras.
DE OPBRENGST
HE belangstelling voor de rassenkeuze is vaak
f te eenzijdig gericht op de factor opbrengst.
Bij de bestudering van de in dit nummer weerge
geven rassenberichten moet U dus niet alleen aan
dacht schenken aan de vaak kleine verschillen in
opbrengst.
DE KWALITEIT
DIJ sommige gewassen komt de kwaliteit slechts
weinig tot uitdrukking in de prijs. Bij suiker
bieten, erwten en bonen spreekt de kwaliteit in de
prijs een behoorlijk woordje mee. Wanneer we be
denken dat de landbouwgewassen veelal meerdere
bewerkingen moeten ondergaan alvorens ze in de
consumptieve sfeer gebruikt worden brood,
suiker, linnen, bier, veevoer, zaaizaad en pootgoed
e.d. dan is het vanzelfsprekend dal gestreefd
dient te worden naar een zo hoog mogelijke kwali
teit
DE OOGSTZEKERHEID
UET natte oogstjaar 1960 heeft wel zeer veel
moeilijkheden veroorzaakt; legering, hoge
vochtgehaltes, schot, hoge tarra's, achteruitgang
in kwaliteit enz. In verschillende gevallen waren de
moeilijkheden onoverkomelijk, bijvoorbeeld bij de
aardappelen. Dit neemt toch niet weg dat we er
naar moeten blijven streven de oogstzekerheid zo
veilig mogelijk te stellen. Eigenschappen zoals
strostevigheid, gevoeligheid voor Schot, resistentie
tegen ziekten, geschiktheid voor oogsten met maai
dorser en vroegrijpheid zijn bij de rassenkeuze zeer
belangrijk. Bij een en ander spelen de grondsoort,
het mechanisatieniveau en de afzetmogelijkheden
ook een rol. Op „strorijke" gronden zijn rassen met
kort, stevig stro op hun plaats. Op gescheurd gras
land en lichte kleigronden kunnen erwten wel eens
teveel stro produceren, terwijl op zware kleigron
den de stro-ontwikkeling bij erwten wel eens te
gering is.
RASSE NON DERZOEK
JAARLIJKS worden vele proefvelden aange-
legd waar een aantal rassen van onze
landbouwgewassen vergeleken worden met de
nieuwe kweekprodukten. In dit rassen nummer
worden de gemiddelde opbrengsten en eigen-,
schappen van de in het Zuid-Westelijk zeekleis
gebied beproefde rassen over de laatste jaren
weergegeven. Verder is het ook noodzakelijk
om hierbij de 36e beschrijvende Rassenlijst voor
Landbouwgewassen 1961 te raadplegen. Zij ver
schaft een onschatbare bron van inlichtingen.
WERELDZAAIZAAD- EN POOTGOEDJAAR 1961
JDEDERLAND vervult een wel zeer belangrijke
rol in het Wereldzaaizaad- en pootgoedjaar
1961. Hoewel misschien overbodig wil ik er hier
toch nog eens op wijzen dat het zaak is gebruik
te maken van goed zaaizaad en pootgoed (dus
N. A.K. gekeurd of gezond en voldoend bewerkt
voortplantingsmateriaal uit eigen bedrijf) en ver
der ook het zaaizaad goed te ontsmetten.
Het zaad is het begin van de nieuwe oogst.
Ir. J. A. H. HAENEhT.
R. L. V. D. voor Zceuwsch-Vlaanderen te Axel,