DE ZEEUWSE FRUITTEELT IN 1960 15 TUINBOUW DINGEN VAN DE WEEK ZATERDAG 9 AN U A R I 19 6 1 HET gewone, alledaagse leven heeft deze week weer zijn gang hernomen. De feest dagen zijn achter de rug. We hebben elkaar een „Gelukkig Nieuwjaar" toegewenst en daarna zijn we weer aan het werk gegaan. Voor een ieder van ons zal dat werk weer anders hebben gelegen. De een zal begonnen zijn of verder zijn gegaan met de snoei van zijn vruchtbomen. Een ander heeft zijn ma chines eerst eens grondig nagezien want dat moest al zo lang gebeuren en het kwam er maar niet van. Een derde zat misschien nog in zijn frambozen of bramen om het oude hout er uit te halen en een vierde heeft wat verbeterd aan de waterafvoer op zijn bedrijf. Een ander zal begonnen zijn met het afleveren van zijn uien die thans wat meer vraag ontmoeten dan lange tijd achtereen het geval is geweest. Een ieder had weer zijn werk na die eerste of tweede januari van dit jaar. We zijn weer overgegaan tot de orde van de dag. Een nieuw jaar ligt voor ons. Wat het ons zal brengen weten we niet. We gaan het echter vol vertrouwen tegemoet, daarbij bezield met goede voornemens, er het beste van verwachtend. We hopen en vertrouwen dat het werk onzer handen in 1961 gezegend zal worden. Wanneer we de gang van zaken in de Zeeuwse tuinbouw in 1960 in haar totaliteit bekijken, dan kunnen we niet zeggen dat het een jaar was dat erg tegenviel. Zeker, het zat niet met alle produkten even hard mee, maar door elkaar genomen kon de ondernemer in het goed geleide Zeeuwse tuinbouw bedrijf in 1960 toch een redelijk bestaan vinden. HET WEER pR is de laatste tijd zoveel geschreven over de invloed van het natte weer op het werk van de ondernemer in de agrarische sector, dat we daar niet te veel over zullen schrijven. Ook voor de tuinder zat het weer niet mee en hij heeft er moeilijk door gewerkt. Toch kunnen we niet zeggen dat de oogst nadelige gevolgen van het slechte weer heeft ondervonden, althans niet van de regen. Wel zagen we in 1960 stormschade in de Zeeuwse fruitteelt en dan was er ook de nachtvorst in begin mei, welke vooral de kleinfruitkwekers schade toe bracht. Over het algemeen zijn we er nogal trots op, dat de klimatologische omstandigheden van Zeeland gunstig zijn voor de teelt van vroege kleinfruit- gewassen omdat er hier nooit zoveel nachtvorst is als elders in het land. In 1960 heeft de nachtvorst in Zeeland heel wat meer schade toegebracht aan het kleinfruit dan in vele andere streken van fret land en opnieuw zagen we hoe onberekenbaar en grillig de natuur is. Vooral de aardbeienoogst heeft geleden van deze nachtvorst, maar ook de bessen- oogst werd er belangrijk door verminderd en spe ciaal de kruisbessenoogst. Deze werd in Zeeland praktisch een mislukking. Dertig procent van een normale oogst kwam er aan de veiling. Verder mogen we ook de storm niet vergeten, welke bij het begin van de herfst (20 september) Zeeland teisterde en grote schade teweeg bracht Vooral veel peren stormden van de bomen af, maar ook duizenden kisten appels moesten worden op geraapt. Dat was een tegenslag voor de fruit kwekers en ook dat was weer een les, want de laatste jaren hebben we nimmer storm van be tekenis gekend, maar in 1960 zagen we dat dit geen denkbeeldig iets is en dat er zeker aandacht be steed moet worden aan de windkeringen rond onze fruitpercelen. Ook voor het kleinfruit is dat belangrijk, want hier kan de opbrengst belangrijk gedrukt worden door het ontbreken van een windkering. Op be drijven waar er wat aan mankeert zal men er goed aan doen er maatregelen tegen te nemen, want we hebben het afgelopen jaar gezien dat dit niet over bodig is. HAGEL 17EN ander aspect van het weer is de hagel, welke zo gevreesd is voor onze fruitbedrijven. We hebben ook in 1960 in onze provincie weer hagel- schade gezien en soms in erge mate. Deze kwam voor tot ver in het seizoen, want zelfs in september werd er nog hagelschade gemeld in ons gewest. De fruitkwekers gaan er steeds meer toe over om zich tegen dit grote bedrijfsrisico te verzekeren en het is nodig dat dit nog meer gebeurt, want de hagel is een zeer groot risico dat op eenvoudige wijze ge dekt kan worden door middel van een verzekering. MINDER KLEINFRUIT T7AN vrijwel alle kleinfruitprodukten kwamen lagere opbrengsten. Vooral bij de aardbeien was dat opmerkelijk. Hiervan kwamen in 1960 op de veilingen van Zuid-Beveland een aanvoer van 950 ton en in 1959, toen er ook geen sprake was van een grote oogst, bedroeg de aanvoer 1561 ton. Ook rode bessen kwamen er 30 minder dan in 1959 en zelfs de frambozen kwamen niet aan het kwantum van 1959, hoewel dat aanvankelijk wel werd verwacht. De kwaliteit van het fruit was over het algemeen zeer goed. Hoewel de vele regen anders zou doen verwachten, was de kleur van het fruit zeer mooi, waarschijnlijk een nawerking van de zomer van 1959. De hardfruitoogst begon in Zeeland op 18 juli. Toen werd de aanvoer vrijgegeven van Yellow Tr?i*?p;want. Groene partijen van dit ras werden geweerd van de Zeeuwse veilingen. Over het al gemeen is de Yellow Transparant dit jaar erg klein van stuk gebleven en de appels rijpten zeer snel. De prijs viel niet tegen. Van het nieuwe ras Stark Earliest kwam dit jaar weer een groter aanbod op de veilingen en dat werd vlot afgezet tegen hoge prijzen. De handel heeft zeer veel interesse voor deze fraaie zomer- appel en ook de telers tonen er een toenemende belangstelling voor. Er werd opnieuw heel wat Stark Earliest aangeplant. Een ander ras dat deze zomer een goede beurt maakte was de Tydeman's Early Worchester. De prachtige rode vruchten van dit ras vinden een vlotte kopersmarkt en hoge prijzen werden er voor betaald. Voor de ras-fruit kweker die zich wil specialiseren op een verfijnd produkt is dat een ras dat perspectief biedt, maar vooralsnog menen we niet dat het een ras is dat door een ieder op grote schaal kan worden aan geplant. Hiervoor heeft de groeiwijze van de bomen nog te veel nadelen. 1>IJ de zomerrassen hebben we dit jaar ook ver- a schillende partijen rode James Grieve op de veilingen gezien. Ten opzichte van de bestaande James Grieve, lijkt ons dat beslist een verbetering en de handel kocht deze gekleurde partijen graag. Vooral de James Grieve Lired deed het best in 1960 en houdt een belofte in voor de toekomst. Het belangrijke zomerras James Grieve bracht in 1960 weer eens teleurstellingen door te Vroege aan voer. Overigens gebeurde dat niet in Zeeland, want de provinciale afzetcommissie voor fruit besloot dat enkel de gekleurde partijen van dit ras aangevoerd mochten worden en hieraan is streng de hand ge houden op de Zeeuwse veilingen. Hiermede heeft men bereikt dat er vanuit Zeeland enkel goede James Grieve de consument heeft bereikt. Het is overigens jammer dut nog niet in het gehele land een dergelijke maatstaf wordt aangelegd en dat er al grasgroene, onsmakelijke James Grieve uit België in ons land was ingevoerd op een moment dat de Zeeuwse telers nog niet aan het plukken van deze appel dachten. TEN aanzien van de prijzen kunnen we opmerken dat voor het goede fruit in 1960 vrij behoorlijke prijzen werden betaald. Het zgn. „ondereind" was echter zeer moeilijk te plaatsen en moest in hoofd zaak naar de fabrieken tegen prijzen welke be langrijk lager waren dan de kostprijs. De midden- prijs van de appels en peren lag dit jaar heel wat lager dan het vorig jaar. Aan het reeds eerder aangehaalde overzicht uit het Zeeuws Fruittelers blad ontlenen we nog, dat de middenprijs van de appels op de Zuidbevelandso veilingen in 1960 27 cent per kg was tegen in 1959 41 cent per kg. In 1958 was de middenpxijs evenwel maar 24 cent per kg. Bij de peren is er ook nog al wat verschil want voor 1960 komt men hier aart een gemiddelde prijs van 32 cent per kg en in 1959 was dat 44 cent, terwijl 1958 een gemiddelde prijs van 27 cent per kg te zien gaf. Uit deze cijfers blijkt wel dat het erg op en neer gaat met de opbrengsten in de Zeeuwse fruitteelt. De telers welke een bedrijf hebben dat is aan gepast aan de eisen van deze tijd kunnen evenwel terugzien op een jaar dat gunstige resultaten gaf, zij het ook dat er geen sprake was van grote winst en dat men wel eens het idee had achter te blijven bij de algehele stijging van de welvaart in ons land. MECHANISATIE ■pEN ander punt dat we zeker niet voorbij mogen gaan in dit algemeen overzicht is de mechani satie op onze bedrijven. Deze heeft zich in 1960 weer in versterkte mate voortgezet. De arbeids voorziening dwong hier ook toe. Er werd veel nieuw aangeschaft en er werd vernieuwd. Vooral de vierwielige trekker kwam meer en meer naar voren op de wat grotere fruitteeltbedrij- yen. Velen welke het tot dusver hadden gedaan met een tweewielige trekker, gingen nu over tot aan schaf van een vierwielige. Bij de tweewielige trek kers zagen we een overgang naar het zwaardere type en naar de dieselmotor. Bij de ziektebestrijding werden de nevelspuiten en automatische snelspuiten verder vervolmaakt. De handel kon de ondernemers in de tuinbouw- WE zijn weer begonnen met het werk op onze bedrijven, en staan voor het feit dat er nog heel veel moet gebeuren. Onze gedachten gaan dan m de eerste plaats uit naar de snoei. Als er één onderdeel is dat van grote betekenis is voor de fruitkweker dan is het wel die snoei. Als het goed is, is de fruitkweker volkomen op de hoogte met de eigenschappen van zijn bomen, hetzij spil of struik, oud of jong. In de afgelopen zomer is de diagnose reeds vastgesteld en naar aanleiding daarvan weet de fruitkweker nu wat hij moet doen. Snoeiboekjes en snoeilessen zijn prachtig en ze hebben ook wel enige waarde maar er gaat toch niets boven het eigen inzicht van de teler, waar door hij weet hoe hij zijn bomen moet behandelen. Deze behandeling zal van bedrijf tot bedrijf ver schillend zijn, vooral in de oudere gebieden, waai* het doel van de fruitteelt ook uiteen loopt. In een jong bedrijf van gelijke ouderdom kan men een bepaalde richting kiezen. In een oud bedrijf, waar men aan het vernieuwen is, gaat dat veel moei lijker. Men kan b.v. door een sterke snoei de boom nog een paar jaar mee laten gaan of men kan ze op laten dragen. Ook de plantaf stand en de verschillende rassen op een bepaald perceel brengen heel wat moeilijk heden mee bij de snoei. De praktisch vakman zal hier een weg in moeten vinden en de snoei moeten richten op het doel dat hij zich voor ogen heeft gesteld. Hij „praat'' met de boom. Belangrijk is daarbij dat op tijd wordt begonnen, opdat elke boom de beurt kan krijgen welke hjj nodig heeft. Komt men in tijdnood dan wordt er dikwijls naar gesnoeid en in de zomer zien we de gevolgen. Het is ook belangrijk om op tijd klaar te zyn want de uitlopende knoppen in het voorjaar hebben reeds geprofiteerd van de voedselvoorraad welke anders ten goede was gekomen aan de overblijven de knoppen. In de bloeitijd heeft de boom alles nodig voor de vruchtzetting en de groei. Daarom moet de snoei plaats vinden in de periode dat de boom in rust is. Ook voor de ziektebestrijding is dat belang rijk want onze bestrijdingsmiddelen zijn duur en hoe meer hout er in de boom zit, hoe meer bestrij dingsmiddelen we nodig hebben. Daarom zouden we een ieder willen adviseren om elke geschikte dag in de komende tijd voor de snoei te gebruiken. Het kan nog flink winter jvorden en dan is het snoeien zowel voor uzelf als voor de boom niet aan te bevelen. Dan is het beter om een vuurtje te maken van het snoeihout. We mogen aannemen dat onze lezers met ernst en toewijding de snoei op hun bedrijf toepassen. Toch zien we nog al eens boomgaarden waar het snoelep niet op de juiste wijze geschiedt en dat is jammer. Als u voorlichting nodig hebt bij de snoei, wendt u dan eens tot de assistent van de Rijks- tuinbouwvoorlichtingsdienst in uw rayon. Probeer half werk bij de snoei te voorkomen. Als u het goed doet, zult u er zelf plezier aan beleven. bedrijven voorzien van een grote sortering van machines, aangepast aan de eisen welke elk bedrijf afzonderlijk stelt. ZIEKTEBESTRIJDING TEN aanzien van de ziektebestrijding tenslotte kunnen we nog opmerken dat deze weinig moei lijkheden heeft gegeven, met uitzondering evenwel van de meeldauw, welke nog steeds vijand nummer één is van de fruitkwekers. Op bedrijven waar de bestrijding van deze plaag in de fruitteelt energiek en doelmatig werd ter hand genomen, werd een redelijk resultaat verkregen': Dat ging echter alleen ten koste van grote inspanning en veel geld. Het fruitspint vormde dit jaar tengevolge van het weer niet zulk een probleem als in andere jaren wel het geval was en de schurft was vrij eenvoudig onder de knie te houden. SAMENVATTING yyANNEER we het geheel samenvatten, dan zien we dat een goede oogst van goed fruit kon worden afgezet tegen redelijke prijzen die een rendabele teelt mogelijk maakten, echter alleen voor het moderne bedrijf. Het zgn. „ver ouderde" bedrijf zal in 1960 met verlies hebben gewerkt. De ziektebestrijding gaf geen onoverkomelijke moeilijkheden en de arbeidsvoorziening was moeilijker dan in voorgaande jaren maar leidde toch nog niet tot aanwijsbare schade. Wel dwong het de telers tot verder gaande mechanisering, waartoe algemeen werd overgegaan. Tot zover deze terugblik op de fruitteelt in ons gewest in 1960. Een volgende keer willen we graag iets zeggen over de gang van zaken in de Zeeuwse groenteteelt en enkele opmerkingen maken naar aanleiding van de ontwikkeling welke hier mogelijk is.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1961 | | pagina 15