ZWARTE BESSEN
925
OUD EN NIEUW
Zeeuwse fruitteeltdag
TUINBOUW
ZATERDAG 31 DECEMBER 1960
MR& UIT EEN gekt int
tmjiEEKBOEK vam
BRAM un déSLIKHQEI^
27 dec.
Oudejaar, o, laat ons rusten,
Omzien eer we vesder gaan,
't Nieuwe jaar wordt niet begonnen
Voor we hebben stil gestaan.
Voor w'in ernst elkander vroegen
Deed ik waarlijk wat ik kon,
Ben ik beter, wijzer, vromer,
Dan toen 't jaar zijn loop begon.
Dit oude schoolversje kwam ons in gedachten,
toen we 't laatste weekboek in het jaar I960 gin
gen schrijven. Wat is het jaar snel voorbijgegaan.
Het is of bij het ouder worden, het nog sneller
gaat. Of zou het zijn dat we liefst niet zo gauw
oud willen zijn? We herinneren ons nog heel
goed, hoe we begin maart het vlas gingen zaaien
en nu na heel veel zorgen precies enige dagen
vóór Kerstmis hebben we de laatste suikerbieten
binnengehaald.
Voor ons landbouwers is 1960 een jaar geweest,
dat ons lang zal heugen. 1960, het natte jaar, dat
zijn gelijke in geen reeks van jaren heeft gehad
Ï002 mm viel er hier, normaal 410). Het eerste
halfjaar was bijna normaal, iets te droog mis
schien maar de tweede helft van het jaar was
nog maar net gekomen toen de regen kwam en
.er maar weinige droge dagen geweest zijn tot
Kerstmis. Ja, wel eens van de drie weken 19 re
gendagen gehad.
OP oudejaarsavond worden onze gedachten altijd
bepaald bij datgene wat voorbij ging. Als de
klokken van onze torens hun afscheidslied beieren
over dorpen en steden voelen we zo duidelijk dat
er weer iets voorbij ging. Weldra zal het jaar 1960
als het ware uit onze handen zijn geglipt om er niet
weer in terug te keren.
Velen die het met ons zijn begonnen, hebben het
niet mogen beëindigen. In menig gezin is rouw en
droefheid om de ledige plaats welke er is. Er zijn
er velen weggenomen, soms onverwacht, terwijl ze
nog waren in de kracht van hun leven, soms na een
langdurige ziekte die hun krachten langzaam maar
zeker sloopte.
Op oudejaarsavond denken we terug als land
bouwers en fruitkwekers aan een moeilijk jaar. Er
waren vele zorgen. Heel wat verlies- en winst
rekeningen zullen een tekort vertonen.
Wanneer we de balans en verlies- en winstreke
ning opmaken van onze eigen verhouding tegenover
God en tegenover andere mensen, dan zullen er ook
heel wat „.tekorten" genoteerd moeten worden. We
zouden soms wel graag verschillende bladzijden
uit willen rukken uit ons dagboek waarop 1960
staat.
Er is onrust in de wereld. Ons bestaan heeft een
wankele basis. We kennen de verliezen. We kunnen
niet vast houden wat we zo graag zouden willen
en dat alles drukt op ons als een zware last op de
oudejaarsavond van 1960. Hoewel we ieder voor
zich het op verschillende wjjze trachten weg te
dringen, er aan trachten te ontkomen, gelukt ons
dit toch niet.
Het is ook goed dat we ons bezinnen op de Oude
jaarsavond. Dat we trachten de zin van het leven
te begrijpen. De stoffelijke dingen van deze jach
tende tijd nemen ons zo in beslag dat er voor onze
geestelijke belangen geen of weinig tijd over blijft.
Het is fout om op de laatste dag van het jaar
sentimenteel te doen en overgeestelijk te worden,
net alsof we nog dringend iets goed willen maken.
Elke avond zou eigenlijk voor ons „oudejaars
avond" moeten zijn, want elke dag is een afgesloten
tijdvak dat niet terugkeert,, wat we niet over kun
nen doen.
Maar naast alle somberheid, droefheid soms, is
er toch ook veel dat vreugde geeft op oudejaars
avond. We zijn gezond en voelen ons gelukkig, we
hebben kinderen, kleinkinderen dikwijls. We gaan
trouwen of hopen ons weldra te verloven. We heb
ben een woning gekregen of we zien kans een be
drijf te bemachtigen en een bestaan op te bouwen.
We zijn weldra afgestudeerd en hebben het voor
uitzicht op een goede betrekking. Weach laten
we niet verder gaan, er zou nog zo veel hierover
te zeggen zijn, over al die dingen waarover een
mens blij en gelukkig kan zijn. Moeten we er ook
niet blij en dankbaar over zijn dat we ons kunnen
geven voor onze eigen organisatie, voor de kerk
waartoe we behoren, voor de maatschappij waarin
we leven
We mochten ook dit jaar genieten van de Vrede.
Ons Koninklijk gezin werd voor ons gespaard. Als
we zien wat ons is gegeven, wat ons niet is ont
nomen., dan kunnen we op oudejaarsavond dank
baarheid, blijdschap en berusting in ons hart voelen.
Dan stappen wij na de slagen van 12 uur over
in een nieuw jaar, niet in angst of met doffe be-
Het werk, dat er goed voorstond, schoot niet
meer op, de gewassen op het land gingen er on
der lijden, het mooie van de oogst ging er af. Het
was telkens maar proberen om iets binnen te
halen en had men het binnen dan was men er
nog niet blij mee. Zou het wel goed blijven? Veel
■graan moest nat worden verkocht omdat de
droogcapaciteit voor zo'n bijzonder nat jaar te
gering was. De erwtenruiters, die men nog wat
liet staan om buiten te dorsen, werden met de
dag zwarter. Van het stro, dat door de maaidor
sers op het land achtergelaten werd, kon soms
nog iets soms geheel niet geperst worden en werd
zwart van kleur. De aardappeloogst werd een mi
sère. Eerst ging het nog, maar later stonden de
rijen vol water en moest alles uit de modder
worden opgeraapt. Op vele plaatsen kwamen er
nat-rotte en zieke aardappelen, die onherkenbaar
waren, door de modder.
We zagen oude machines voor den dag halen,
die in geen jaren het daglicht hadden gezien om
te proberen daarmede nog de aardappels te rooi
en. We konden geen tarwe zaaien, wat vroegere
jaren wel eens door de droogte tegengehouden
werd maar nu door het vele water, dat op de
akkers stond. Alles liep in de war. De boeren za
gen er bijna geen gat in, doch werkten en ploe
terden met hun weinige mensen om klaar te ko
men. Ze stonden met de rug tegen de muur, de
bieten moesten toch ook nog worden gerooid. De
eersten lukten nog machinaal, maar "later ging
dat ook niet meer. De machines liepen vol en ver
zakten in de natte grond. We zaten nog met de
angst, dat er vorst zou komen en dan was alles
verloren. Zwaar was de opgaaf om met het wei
nige personeel klaar te komen. Met de tanden op
.elkaar is er door geploeterd en al zijn er nog per
celen aardappels in de grond gebleven (wat heel
jammer is en de boer pijn doet, dat hij dit niet
heeft kunnen klaarspelen). Toch zijn de akkers
rusting voor al het onbekende dat ons wacht, maar
met een blij gemoed en met vast vertrouwen, we
tende dat we niet alleen de drempel van het
nieuwe jaar over gaan, maar dat onze Hemelse
Vader bij ons is in lief en leed, in voor- en tegen
spoed.
Niemand weet wat er over ons is besloten in het
nieuwe jaar en dat is maar gelukkig. Boven alles is
het echter noodzakelijk dat we onze plicht doen in
ons werk, binnen onze organisatie, voor dc maat
schappij.
Niet omzien naar betgeen voorbij is,, maar de blik
vooruit, de hand aan de ploeg. Het werk op onze
bedrijven wacht weer. We gaan vol vertrouwen aan
het werk.
Na deze heerlijke feestdagen, vol van huiselijk
geluk, krijgen we weer lust om onze arbeid opnieuw
te beginnen.
We wensen al onze lezers en vrienden een ge
zegend 1961 toe.
In het afgelopen jaar hebben we u steeds mogen
vertellen over het wel en wee in onze tuinbouw
sector.
We zijn dankbaar voor de waardering, ook voor
de kritiek.
We hopen ook in 1961 op deze wijze verder te
kunnen gaan om u te vertellen wat er leeft binnen
de tuinbouw en wat uw organisatie doet op dit
terrein.
leeg gekomen. De ongekende hoeveelheid neer
slag kon op vele plaatsen niet snel genoeg afge
voerd worden. Alleen op de herverkavelingsge-
bieden heeft men nu het nut gezien van ruime
afwateringsmogelijkheden. Akkers waar in geen
jaren water op had gestaan, stonden nu blank.
De natuurlijke lozing, door slechte wind maar
korte tijd werkend, was nu te gering om de gro
te hoeveelheid regenwater af te voeren. Telkens
keek de boer naar de barometer en luisterde
naar de weerberichten, die steeds maar regen
voorspelden. Ook de kalender werd in de gaten
gehouden. Er heerste steeds hoogspanning in
het bedrijf! Deze spanning bracht ons ook niet
altijd in het beste humeur. Nu is de spanning er
af, de rust op onze bedrijven is weergekeerd al
moet er nog veel gebeuren en zal de winter niet
lang duren. De ploegers trekken nu hun voren
van licht tot donker. Veel moet er nog geploegd
worden. We konden zelfs nog voor Kerstmis aan
het zaaien geraken en het ging redelijk. Een gro
te doorn was hiermee uit de voet.
Door de grote drukte was er weinig tijd om na
te denken, ja en om zich te ergeren aan de ge
ringe medewerking van Den Haag. Het grote
vuur in de Kamer voor ons ontstoken door de
Kamerleden die ons ter wille waren, bleek een
storm te zijn en ze zijn met een kluitje het riet
ingestuurd. De prijzen onzer produkten zijn op
't ogenblik nog zeer minnetjes en een opleving
is wel gewenst. We hopen dit in 1961 zo gauw
mogelijk mee te maken.
Zo staan we dan op de drempel van 1960. Vele
vrienden en kennissen hebben we verloren in
1960. We houden ze steeds in onze gedachten. Dat
hunne gezinnen troost mogen ontvangen. Dat we
1961 in mogen gaan, met vele goede voornemens,
we elkander tot steun mogen zijn. is de wens van
de Slikhoekers. Allen een gelukkig Nieuwjaar
toegewenst
Gaarne willen we allen, die betrokken zfjn bij
de fruitteelt., opwekken om a.s. vrijdag 6 januari
de Ontwikkelings dag voor de Zeeuwse fruitteelt
te bezoeken, welke in Goes wordt gehouden en
wordt georganiseerd door de Kring Zeeland van de
N.F.O., met medewerking van de Rijkstuinbouw-
voorlichtingsdienst.
De opzet van deze dag is deze keer iets anders
dan anders.
In de voormiddag, namelijk van 9 tot half twee,
zal er in zaal Krijger aan de Beestenmarkt een show
zijn van machines voor de tuinbouw.
De middagbijeenkemst wordt gehouden in „De
Prins van Oranje". Dan worden er enkele lezingen
gehouden en wel door ir. G. S. Roosje van het
Proefstation voor de Fruitteelt in de Vollegrond te
Wilhelminadorp over „Fruiteelt en ziektebestrij
ding" in Amerika, en door de heer F. Siaens,. leraar
aan de Tuinbouwschool te Melle in België over „De
teelt van peren".
De jaarlijkse ontwikkeüngsdag voor de Zeeuwse
fruitteelt op de eerste vrijdag van het nieuwe jaar
is steeds een hoogtijdag voor de fruittelers in ons
gewest. We hopen dat vele lezers van ons blad er
aanwezig zullen zijn om te zien en te horen over
datgene wat van belang is voor hun bedrijf.
door Mej. Ir. H. G. Kronenberg, van het I.V.T. te Wageningen
r\E sterk toegenomen vraag naar zwarte bessen, in het bijzonder voor de bereiding ran vruchten
drankenheeft vooral in het buitenland een uitbreiding van de teelt tot gevolg gehad.
Toenemendeconcurrentie en daardoor een tendens van dalende prijzen maken het noodzakelijk de
teelt op de meest rationele wijze te beoefenen om de produktiekosten zo laag mogelijk te maken.
TTlER liggen voor zwarte bessen ernstige knelpunten, voornamelijk ten gevolge van de lage ge-
*-*■ middelde opbrengsten per ha door een te geringe oogstzekerheid nachtvorstrisico'sziekten); en door
het lastige plukken van de vaak korte trosjes.
Met betrekking tot de gevoeligheid voor nachtvorst zijn er helaas nog geen rassen gevonden die
hiervoor enige mate van resistentie bezitten, al is de schade aan enkele later bloeiende rassen als Goliath,
Roodknop en Amos Black gemiddeld geringer dan aan andere; zeer gevoelig zijn o.a. Baldwin, Akker
mans' Bes, Westwick Choice, Wellington XXX en Boskoop Giant.
/~)OK het Canadese ras Consort is niet ongevoelig, zoals aanvankelijk werd vermoed.
Gezocht wordt naar rassen met langere trossen die ook in andere opzichten goed kunnen worden
geteeld. De rassen met de mooiste lange trossen, Boskoop Giant en Silv er gieter' s Zwarte, komen daar
voor niet in aanmerking wegens rui, nachti:orstgevoeligheid of onvoldoende vruchtbaarheid. Gunstiger
lijkt de Daniels's September.
JN praktijkproeven wordt de waarde van een aantal minder bekende rassen op verschillende
-* plaatsen in Nederland nagegaan. Hieruit werden aaniuijzingen verkregen, dat Daniels's September
het mogelijk beter doet in het noorden des lands dan in het zuid-oosten, terwijl op de Brabantse zand
gronden juist Consort goed produktief bleek te kannen zijn.
Een nieuw aspect voor de teelt vormt de industriële verwerking tot sap, als dra.nk, waarvoor de
kwalitatieve eigenschappen van de bessen van meer betekenis gaan worden dan bij de pulp- en jam
bereiding.
f~)PVALLEND is, dat de meer belangrijke rassen van zwarte bessen alle reeds vrij oud, of zelfs
zeer oud zijn. Er is neen geregelde toevloed van nieuwe rassen, zoals b.v. bij appels en aardbeien.
Kruisingen tussen de bestaande rassen blijken ook geen grote verbeteringen op te leveren. Vandaar
dat men het de laatste jaren meer zoekt in de richting van soortkruisingen. Zelf hebben wij een paar
jaar geleden een begin gemaakt met v ere deling swerk in zwarte bessen. Het is echter nog te vroeg
daarover thans iets naders mede te delen.