RUILVERKAVELING ZIEKTEBESTRIJDING IN DE FRUITTEELT Ontvangen kalenders WETENSWAARDIGHEDEN 12 OVER Electriciteit en waterleiding Schadelijke aaltjes KATERDAG 31 DECEMBER 1969 921 IQfiO was een jaar, waarin de bestrijding I3UU van ziekten en plagen geen bijzon dere moeilijkheden gaf, met als uitzondering de meeldauw. Met de beschikbare middelen kon een redelijke tot goede bestrijding wor den verkregen, mits deze goed en op tijd werden toegepast. Opmerkelijk was, dat ondanks weinig zon in zomer en herfst het fruit goed kleurde. Er trad veel vroegtijdige val op zowel bij de vroege als ook bij de late rassen. Schurft kwam dit jaar weinig voor. Tengevolge van de vele regens trad vooral bij Conference vrij veel phytophthora op aan de vruchten. Ook kankeraantasting, speciaal bij jonge bomen, kwam voor bij de Cox's Orange Pippin. De fruitspint werd beter bestreden dan vorig seizoen. De weersomstandigheden wa ren bovendien ongunstig voor de snelle ver meerdering van deze parasiet. Ook leren de telers beter de diverse middelen kennen, waardoor zij de voor hun bedrijf beste mid delen kiezen en gebruiken. Voor wat de heggebladroller betreft zal het zaak zijn in 1961 hierop te letten en zonodig dit insekt goed te bestrijden. Voor een onaangename verrassing zorgde dit jaar de roze appelluis, die meer voorkwam dan vorige jaren. Bloed- luis kwam later op het jaar nog vrij veelvul dig voor. Meeldauwaantasiing was soms vrij ernstig. In het kleinfruit, vooral in de aardbeien, Voorbehoedende bespuitingen, op tijd uitge voerd, kunnen veel narigheid voorkomen. IYEZE gegevens ontlenen wij aan het nu voor het vijfde achtereenvolgende jaar verschenen boekje „Ziektebestrijding in de Fruitteelt", dat door de Rijkstuinbouwvoor- lichtingendienst, in samenwerking met de P. D. te Goes, Terneuzen en Wagen ingen en in overleg met enkele onderzoekers van liet Proefstation voor de Fruitteelt in de volle grond te Wilhelminadorp ook dit jaar werd samengesteld. De praktijkervaringen en de resultaten van de proefnemingen in 1960 zijn in dit werkje samengevat tot adviezen voor de ziektebestrijding in 1961 voor Zeeland en West Noord-Brabant. Een schat van gege vens over de ziektebestrijding in de winter, bestrijding van parasieten in de loop van het seizoen voor fruitteelt en kleinfruit als ge gevens over mengen, beschadigingen, spuit- techniek en een aantal insecticiden, fungi- ciden met gemiddelde prijzen en de veilig heidstermijn vindt U daarin terug. Belanghebbenden en geïnteresseerden kun nen dit boekje, dat slechts 1,kost, bestel len bij de R. T. C. te Goes. Giro 5037. B. Veldkonings Handel Maatschappij N.V. te Roermond; maandkalender. Tweemaands-kalender van „Centraal Bu reau" te Rotterdam afdeling Aardolieproduk- ten met mooie reproduktie van houtskoolte keningen. V'..; £EN ruilverkaveling heeft ten doel de plattelandsuitrusting voor een lange reeks van jaren te verbeteren. Electriciteit en waterleiding zijn voorzieningen die voor bedrijf en huishou- ding onmisbaar zijn. Het ligt daarom voor de hand dat in een ruilverkaveling, waar bedrijven en woningen voorkomen die nog niet aangesloten zijn, deze mogelijkheid geboden wordt. (7\E electriciteits- en waterleidingmaatschappijen staan bij de aanleg van deze voorzienin- J-J gen altijd voor 't probleem van de z.g. onrendabele aansluitingen. Dat wil zeggen dat de grote bedragen, die gestoken moeten worden in de aansluiting van verspreid liggende boer derijen, niet kunnen worden betaald door de latere afname van water en stroom. Zou men de tarieven hierop afstemmen, dan zouden ze veel te hoog worden. Weliswaar reserveren de maatschappijen gelden in een fonds voor onrendabele aansluitingen, maar deze fondsen zijn meestal ontoereikend om op korte termijn alle aansluitingen tot stand' te brengen. Aan sluiting ih ruilverkavelingsverband is dan de beste oplossing. JN de ruilverkavelingen in Zeeland wordt uitgegaan van de financieringsregeling van de herverkavelingen. Deze komt in het kort hier op neer, dat de belanghebbende voor een electriciteitsaansluiting betaalt 400,voor het gebouw, vermeerderd met 40,per ha bij het bedrijf behorende grond. Voor waterleiding zijn deze bedragen resp. f 500,— en 50,— per ha. Een bedrijf van 15 ha betaalt dus voor een electriciteitsaansluiting 400,15 X f 40, f 1.000. De eigenaar kan de kosten in de vorm van ruilverkavelingsrente tegen 5% ge- durende 30 jaar betalen. In het voorbeeld betaalt hij 5 °/o van f 1.000,is 50,per jaar gedurende 30 jaar. CYOWEL bij electriciteit als bij waterleiding neemt de provincie 10 en de gemeente 20 voor zijn rekeningbij electriciteit draagt tevens de P.Z.E.M. 10 bij. Het restant wordt gedragen door het Rijk in de vorm van een subsidie in de ruilverkaveling. De bovengenoemde kostenverdeling heeft uitsluitend betrekking op de aanlegkosten van de buitenleidingen. Alles wat binnenshuis moet gebeuren staat hierbuiten en komt geheel voor rekening van de belanghebbende. (T)E subsidieregeling geldt voor de aansluiting van agrarische panden, dus zowel bedrijfs- -Lz gebouwen als landarbeiderswoningen en tussengelegen woningen. Wordt een boerderij die aangesloten was in het kader van de ruilverkaveling verplaatst, dan komt het aandeel van de boer voor rekening van de ruilverkaveling. Bestaat in een bepaald gebied al een sluitende regeling om tot aansluiting te komen (zoals bijv. het 100 °/o-plan van de Waterleidingmij Zeeuw sch-V laander en), dan vindt die regeling normaal doorgang, buiten de ruilverkaveling om. In de gebieden waar men de financiële eindjes niet aan elkaar kan knopen biedt aanslui ting in ruilverkavelingsverband een aantrekkelijke mogelijkheid. Ir. D. VAN DER ZAKEN. IN zijn algemeenheid is het voorkomen van aaltjes en de moeheids verschijnselen die deze diertjes veroorzaken' reeds aan veie landbouwers en tuinders bekend. Minder bekend is, dat er vele soorten aaltjes zijn die de gewassen bedreigen. Ongetwijfeld is het daarom nuttig om enige be langrijke groepen en soorten te noemen. Allereerst de cystenaaltjes die schade doen aan landbouw- en tuinbouwgewassen. Er behoren verschillende soorten tot deze groep die zich vooral richten tot het gewas waar ze naar ge noemd zijn. Wij kennen o.a. de bieten-, haver-, klaver-, erwten- en aardappelcystenaaltjes. Van de vrijleven.de wortelaaltjes die ook in land- en tuinbouwgewassen schade doen, willen wij vooral de Pratylenchus penetrans en de Roty- lenchus robustus noemen. Deze aaltjessoorten beperken zich niet tot één bepaald gewas, niaar kunnen zeer vele gewassen aantasten. De Praty lenchus penetrans wordt vooral genoemd als het aaltje dat moeilijkheden kan geven bij de her- inplant van boomgaarden. De wortelknobixdaaltjes komen vooral voor in kassen. Sla en tomaten kunnen o.a. zeer ernstig te lijden hebben van deze aaltjes. Bladaaltjes worden in bijzondere mate in bloe menkassen aangetroffen. De stengelaaltjes doen vooral schade bij de teelt van uien („kroef" of „bolbroek"), maar ook bij bieten, tulpen en rogge („reup"). Slechts en kele stengelaaltjes per kg grond kunnen reeds grote schade aanrichten. De twee voornaamste bestrijdingsmiddelen zijn; vruchtwisseling en grondontsmetting. Aaltjeson- derzoek kan thans geschieden in combinatie met grondonderzoek. Dit geldt echter niet voor sten gelaaltjes, omdat hiervoor andere bemonsterings^ voorschriften gelden. (Vervolg van vorige pagina.) Vanuit de gang langs do leslokalen komen wij weer in een hal, waarin eveneens een garderobe met toiletten wordt gemaakt. De leerlingen van de twee laatste lokalen behoeven dus niet steeds de gang door te lopen als ze van het toilet gébruik willen maken, terwijl voor hen tevens gelegenheid bestaat om de jassen hier op te hangen. Naast de garderobe is er een uitgang naar de tuin rond de school. HET OVERBLIJFLOKAAL DAAR er rekening mee moet worden gehouden, dat praktisch alle leer lingen tussen de middag in de school moeten overblijven, daar de af stand naar huis te groot is, wordt er een overblijflokaal gebouwd met een vloeroppervlakte van ongeveer 7% x 16 m. In dit lokaal kunnen ruim 100 leerlingen overblijven. Indien in de toekomst blijkt, dat er nog een leslokaal te kort is, kan een gedeelte van het overblijflokaal hiervoor worden gebruikt, daar er in het midden een harmonicawand wordt gemaakt, die het overblijf lokaal in tweeën deelt. Naast dit overblijflokaal, vanuit de hal bereikbaar, wordt een dienkeuken gebouwd. In deze keuken kan er voor de overblijvende leerlingen b.v. koffie worden gezet, terwijl er voor een eventuele school- of ouderavond ook consumpties klaar gemaakt kunnen worden. Het overblijf lokaal is naar het oosten gebouwd, zodat de ramen van dit lokaal op het zuiden liggen. Langs het overblijflokaal loopt er weer een gang waardoor we bij de z.g. melkkamer komen. In dit lokaal wordt les gegeven in het machinaal melken, terwijl er tevens aandacht zal worden geschonken aan de bewaring van de ge wonnen melk. Dit lokaal heeft een vloeroppervlakte van A.Vz x 6 m. Naast het melklokaal zal het waslokaal worden gebouwd, waarin een vier tal douches met toiletten zijn ondergebracht, benevens een aantal wastafels. Het melklokaal en het waslokaal zijn ook vanuit de tuin bereikbaar. II AND VAARDIGHEIDSLOK AAL nWARS op deze lokalen wordt het handvaardigheidslokaal gebouwd met een vloeroppervlakte van 10 x 20 m. De landbouwmachines en tractoren, waarover in het vakvaardigheids- lokaal les wordt gegeven, worden vanuit het Torenvlietwegje in het lokaal gebracht, waarvoor een doorrij ruimte van 4 m breed wordt gemaakt. Daar in dit lokaal dus arbeid wordt verricht, waarbij de leerlingen vuil worden, is het eerder genoemde waslokaal vanuit het handvaardigheidslokaal bereikbaar, zodat de leerlingen na de les onmiddellijk een douche kunnen nemen. Aan het handvaardigheidslokaal zal verder nog een gereedschappenberging worden gebouwd, met aan de ene kant een afzonderlijke berging voor tuin gereedschappen en aan de andere kant een afzonderlijke berging voor vluch tige brandstoffen. Deze laatste wordt in het handvaardigheidslokaal gebruikt b.v. voor het laten werken van tractoren. Boven de gereedschappenberging wordt er een opslagplaats gemaakt voor het timmerhout dat door de leer lingen wordt verwerkt, de z.g. houtstek. Daar de grondslag niet toelaat, dat de school op een z.g. strokenfundering wordt gebouwd, is er een paalfundering ontworpen. Onder het nieuw te bouwen gedeelte zullen ongeveer 240 houten palen, met een gemiddelde lengte van 10 m, worden geslagen. NSLOTTE komt er langs de nieuwe leslokalen, dus aan de westkant van het terrein, een overdekte berging voor rijwielen en bromfietsen, met een lengte van 44 m. Deze berging is toegankelijk vanaf de Koudekerkse- weg. De kosten voor het uitbreiden van deze school zullen ongeveer 470.000,— bedragen. Zoals uit de uiteenzetting wel blijkt, is deze school ruim opgezet, waardoor er ongeveer 120 leerlingen modern landbouwonderwijs kunnen ontvangen. Met de bouw zal 2 jauari 1961 een aanvang worden gemaakt, terwijl de gehele school omstreeks november 1961 voor de eerste maal moet worden opgeleverd.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1960 | | pagina 5