STARING
c. e.
wi ï'jtertarwe
de landbouw op de
Aktualiteiten van
Zeeuwse eilanden
Landbouwverslag Zeeuwsch-Vlaanderen 1960
WETENSWAARDIGHEDEN VOOR WERKGEVERS
ZATERDAG SI DECEMBER 19 09
927
DOOR de Rijkslandbouwvoorlichtings-
dienst te Goes is in samenwerking
met de drie Verenigingen- voor Bedrijfs
voorlichting en de drie Bedrijfsstudiegroe-
pen, een uitgave samengesteld over een
aantal onderwerpen die veelal de aandacht
van de praktijk op de Zeeuwse eilanden
vragen. In deze, ook druktechnisch, keurig
verzorgde, van prachtige foto's voorziene
uitgave hebben, naast medewerkers-specia
listen van het Rijkslandbouwconsulent-
schap te Goes, ook een aantal gastmede
werkers een bijdrage geleverd. De oplage
is 1900 exemplaren waarvan een 1450 door
de leden van de Verenigingen voor Bedrijfs
voorlichting en Bedrijf sstudiegroepen,
werkzaam op de Zeeuwse Eilanden, afge
nomen zullen worden. Een beperkt aantal
is voor de verkoop tegen f 2,50 per exem
plaar beschikbaar.
Wij geven hierbij een korte samen
vatting van de inhoul en willen de wens
door dr. ir. C. W. C. van Beekom in zijn
voorwoord uitgesproken Dit smaakt naar
meer" gaarne onderschrijven.
ZELF AANBRENGEN VAN VERBETERING IN,
AAN EN ROND DE BEDRIJFSGEBOUWEN
BIJ dit „doet het zelf" artikel is uiteraard de
nadruk gelegd op de werkzaamheden die dooi
de boer en zijn personeelsleden zelf kunnen wor
den uitgevoerd. Enige kennis van de te gebruiken
materialen en hun toepassing is daarbij onontbeer
lijk. Gezien het grote bedrag aan gebouwen, ma
chines en werktuigen kan aan het hoofdstuk „be
schermingsmiddelen" niet te veel aandacht worden
geschonken. Omdat 60 van de arbeidstijd in en
rond de bedrijfsgebouwen wordt besteed is aan de
diverse methoden van erfverharding veel aandacht
geschonken.
DROGEN EN BEWAREN VAN GRANEN
DE snelle toename van het aantal maaidorsers
in ons land heeft verstrekkende gevolgen ge
had voor de droog- en opslagcapaciteit.
Aan het probleem of het graan centraal of op de
boerderij gedroogd en bewaard moet worden is uit
voerig aandacht geschonken. Tevens wordt nader
ingegaan op enkele begrippen en bijzonderheden
bij de droog- en bewaartechniek. Tot slot wordt de
aandacht gevestigd op een geheel nieuw droog- en
opslagsysteefti.
VENTILEREN VAN HOOI
UITVOERIG wordt in dit artikel ingegaan op de
werkwijze die gevolgd moet worden om een
goed resultaat te krijgen. Ook de hiervoor beno
digde materialen worden afzonderlijk besproken.
De kostenberekening vormt ook hier weer het
sluitstuk van het artikel.
TECHNISCHE VOORLICHTING
AAN LANDARBEIDERS
ALS uitgangspunt wordt hier de vraag gesteld
waarom voorlichting aan landarbeiders ge
geven moet worden. In de eerste plaats maakt de
drastische afname van het aantal landarbeiders dit
noodzakelijk. Op Schouwen-Duiveland is dit aantal
in 10 jaar tijds gehalveerd.
In de tweede plaats stelt de omgang met vele en
kostbare machines hoge eisen aan de vakkennis
van de landarbeiders.
LOONWERKER EN LANDBOUWBEDRIJF
MET nadruk wordt hier gesteld dat een goed
funktionerend loonbedrijf voor de boer van
groot belang is. Het rendement van de kostbare
machines evenals de vaak krappe arbeidsmarkt zijn
bij de praktijk nogal eens onderwerp van het ge
sprek. Meer overleg tussen boer en loonwerker
moet tot stand komen.
STRUKTUUR EN ORGANISCHE BEMESTING
DE vraag of de bodemvruchtbaarheid van onze
eenzijdige akkerbouwbedrijven bij de huidige
exploitatiewijze in stand kan worden gehouden is
niet alleen aktueel maar ook veelomvattend.
In dit artikel wordt het laatste woord daarover
dan ook niet gezegd. Het is alleen een bescheiden
bijdrage voor het benaderen van een essentieel
vraagstuk.
Enerzijds stellen we nog steeds hogere eisen aan
de struktuur, b.v. bij het in de zak rooien van aard
appelen en het gebruik van éénkiemig bietezaad,
terwijl anderzijds de grond in toenemende mate als
draagvlak voor machines en werktuigen fungeert.
Een begroeiing van de grond met een groenbemes-
ting is van buitengewoon belang.
DE ONTWIKKELING VAN HET
RASSENSORTIMENT IN DE TOEKOMST
DE E. E. G. zal zonder twijfel van invloed zijn op
ons huidige rassensortiment. Vaak zal dit
een aanpassing betekenen aan de vraag van onze
E. E. G.-partners. Na uitgebreid overleg met veel
deskundigen is in dit artikel getracht de lijn aan
te geven volgens welke het kweekwerk zich in de
naaste toekomst voor enkele gewassen vermoede
lijk zal ontwikkelen. Wij komen hier in ons vol
gend nummer op terug.
BODEM PLANT DIER
EEN typisch voorbeeld van gecoördineerd en
verdiept onderzoek. In de eerste plaats wordt
op de betekenis van een tweetal spore-elementen
voor de gezondheidstoestand en de vruchtbaarheid
van ons rundvee gewezen. Daarna volgt een uiteen
zetting over de gevolgde werkwijze en een verwer
king van de gevonden resultaten met een praktijk
advies.
HET ZEEUWSE GEMENGDE
LAND. EN TUINBOUWBEDRIJF
JJET typische kleine bedrijf dat in bepaalde ge-
bieden van Zeefand sterkt vertegenwoordigd
is. Nu men allerwege spreekt over bedrijfsvergro-
ting is het goed te stellen dat er ook voor dit be-
drijfstype nog toekomst is mits het zich bezig
houdt met arbeidsintensieve teelten. Te vaak is het
een afspiegeling van het grotere bedrijf. Ook hierop
verwachten wij binnenkort terug te komen.
HET DRIE-EILANDENPLAN EN ZIJN
BETEKENIS VOOR DE LANDBOUW
ACHTEREENVOLGENS worden in dit artikel
behandeld: de waterstaatkundige konsekwen-
ties, de landbouwkundige konsekwenties en de
rekreatieve mogelijkheden.
Een zinvolle afsluiting van dit landbouwtechnisch
verslag.
ZIEKENGELDVERZEKERING HUISPERSONEEL
MET ingang van 1 januari 1961 is in de bepalingen betreffende de verplichte verzekering voor
I" huispersoneel een belangrijke wijziging gekomen.
Volgens de oude regeling die gold vóór 1 januari 1961, was het huispersoneel verplicht verzekerd,
indien dat personeel inwonend was bij de werkgever, of in dezelfde kalenderweek op 5 dagen of meer
werkzaam was in dienst van dezelfde werkgever.
De nieuwe regeling houdt in, dat huispersoneel verplicht verzekerd is, indien dat personeel in
loondienst van een natuurlijk persoon uitsluitend of nagenoeg uitsluitend huiselijke arbeid verricht
in diens private huishouding, mits dat personeel de dienstbetrekking doorgaans op meer dan twee
dagen per week vervult.
Ter toelichting van het begrip „doorgaans" diene het volgende: „Iemand, die bijv. steeds op 3
dagen per week in de huishouding werkzaam is, maar een enkele keer op 2 dagen per week, zal
ook in de laatstbedoelde week toch verplicht verzekerd zijn.
Daarentegen zal degene, die bijv. steeds op 2 dagen per week in de huishouding werkzaam is, doch
in de „schoonmaaktijd" op bijv. 4 dagen per week, in laatstbedoelde tijd evenmin verplicht verzekerd
zijn.
PREMIE SOCIALE VERZEKERING 1961
De vóór 1961 geldende premie-percentages sociale verzekering bedragen:
Ziekenfondsverzekering 4.9
Kinderbijslagwet 5,1 °/o
Werkloosheidsverzekering 1,2
Wachtgeldfonds (vaste arbeiders) 0.4
Wachtgeldfonds (losse arbeiders) 7,6%
(Adv.)
Een zeer oogstzeker ras voor uitzaai in december.
t\E Landbouwstudieclubs in- en de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst voor Zeeuwsch-Vlaande-
deren brengen in<hun landbouwverslag 1960 wederom een aantal aktuele onderwerpen naar
voren. Vraagstukken die, bij de huidige ontwikkeling van rationele vormen van bedrijfsvoering, voor
een ieder van belang zijn.
Het graantransport is door het gebruik van maaidorser met graantank en het transport van
los graan op de landbouwwagen op geheel nieuwe wegen gebracht. Oogstmachines, wagens, trans
portbanden en graanontvanginrichtingen dienen te worden aangepast. Aan de organisatie worden
hoge eisen gesteld. De bèwaHngr'van granen op eigen bedrijf kan voor de grotere akkerbouw
bedrijven aantrekkelijk zijn. Ook hierop wordt in het versla,g nader ingegaan.
De mogelijkheden van de mechanische verzorging van bieten worden besproken, opvoering van
de arbeidsprestatie per man, gezien het gebrek aan personeel noodzakelijk, kan door het gebruik
van monogernzaadprecisie-zaadmachine, rijendun-machine en/of onkruidegge mogelijk worden ge
maakt. Ook de bemesting, ziektebestrijding en mechanisatie in het algemeen, bieden nog vele moge
lijkheden tot verbetering van rationalisatie.
Zoals overal staat ook in Zeeuwsch-Vlaander en tuinbouw en fruitteelt in de belangstelling. Op
enkele problemen rond de tuinbouw en de fruitteelt op akkerbouwbedrijven wofdt dan ook in een
tweetal artikelen ingegaan.
Naast de teelt van graszaad, grondonderzoek, rundveehouderij en veeverbetering, hand- en ma
chinaal melken, een bespreking van een bedrijf te Overslag, wordt onder meer aan de Praktijkschool
te Schoonlijke en de scholing en technische voorlichting van de landarbeider ruime aandacht be
steedt.
In zijn voorwoord wijst de Rijkslandbouwconsulent ir. J. A. H. Haenen erop, dat bij alle verande
ringen in de bedrijfsvoering het niet alleen noodzakelijk is de zaak technisch uit te voeren, maar
dat het er vooral op aankomt dat de boer tevoren nagaat begrootwelke invloed deze veranderin
gen op het bedrijfresultaat hebben. Wat voor het ene bedrijf gunstig is kan voor een ander bedrijf
minder gunstig of zelfs slecht zijn
