en kostenprognose Modder-, prijzenfront DF stem der natuur laat zich niet overschreeuwen. De techniek is wei steeds bezig dit te doen en in woord en geschrift doet het gehele moderne leven er braaf aan mede, de feiten zijn anders. ZATERDAG 2 4 DECEMBER 1960 889 OPENINGSREDE Ir. M. A. GEUZE op de Algemene Vergadering der Z. L. M. De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York komt niet bijeen, omdat de sneeuwval het niet toelaat; in Nederland blijkt in grote delen van steden het water de nieuwe huizen binnen te dringen, d.w.z. de natuur dringt de stad binnen. De cultuurmens, de stedeling, heeft daarvoor geen begrip. Dit is onaanvaardbaar, zegt prof. Hellinga; voor de natuurmens, de boer, echter is het een risiko, zegt de hoogleraar. De oogst van de boer wordt door het water verrast, zijn oogst blijft op het veld of moet via het modderfront, onder omstandigheden, die aan de strijd op de Vlaamse slagvelden in 1917 bij Passchendale herin neren, veroverd worden. Er vallen minder doden, al gaan onze gedachten naar de mensen en kinderen o.a., die onder trek kers en wagens of zelfs in die modder zijn omgekomen. Het aantal gemelde ziekte- en onge vallen bij de B. V. A. B. is ongekend. De hoeveelheid water, die in de tweede helft van 1960 is gevallen, zal voor Zeeltnd wel alle records ge slagen hebben. We schrijven 13 december 1960 en we maten tot nog toe 825 mm regen sinds 1 juli; dat is in 5M maand tijd de periode, waarin vrijwel de gehele oogst valt aan zienlijk meer dan het gehele jaargemiddelde. De cultuur mens echter schijnt vergeten te zijn dat hij evenzeer afhan kelijk is van de oogst, zij het niet zoals de landbouwer, die hij dan tegenover zich de natuurmens ziet vertegenwoordigen, voor zijn inkomen. De stedeling koopt zijn voedsel met geld m de winkels, waar alles kant en klaar gereed ligt en dat hoort maar zo te zijn. Van de afhankelijkheid van de landbouw en veeteelt van Gods natuur, van de Dankdag voor het gewas, het is een afstand, het is een kloof, tussen stad en platteland, die overbrugd moet worden. Wijlen H. D. Louwes, in wiens heengaan onze boerenstand een zo groot en smartelijk verlies moest lijden dit jaar, heeft dit verschil tus sen stad en platteland uitgedrukt, toen hij zeide: „De ernstige land man, die zich diep in zijn ziel af hankelijk weet van onbeheersbare machten, die in zijn levenshouding dit besef tot uiting brengt, staat dichter bij de waarheid van het mens-zijn dan de stedeling, die zijn welvaart en zijn lot veel zekerder ziet en voor vvien het levend besef van zijn afhankelijkheid achter een valsen schijn van menselijke heer schappij over welvaart en lot is ver loren gegaan". TERWIJL, geachte vergadering, de boeren, hun gezinnen, de landarbeiders, de militairen, de laatsten eerst in het noorden, later in het zuidwesten in de voorste gelederen hun strijd op het oogst- front streden en de eersten op dit moment nog bezig zijn dit te doen, is in de droge en warme binnen kamers van Den Haag een andere strijd gestreden, een strijd op het prijzenfront. U weet allemaal hoe dit gegaan is, ik kom er straks op terug. Na de beslechting van deze strijd is er zeer veel geschreven, in de eigen landbouwpers, in de grote en de regionale pers. Het is merk waardig hoe een deel van de grote pers vooral meende tegen de landbouw te keer te moeten gaan en welke grove woorden men meende te moeten gebruiken. Dit laatste is meestal niet nodig als men een sterke zaak moet verdedigen. Landbouwbonzen en niet voor hun raak berekende bestuurders, dat zijn de mensen, die de boeren gekozen heb ben om hun belangen te verdedigen. Het moge een troost zijn dat Lichtenberg gezegd heeft dat nooit een mens zijn karakter scherper tekent dan in Je manier, waarop hij een ander tekent. Of wij leiding hebben gegeven of geleid werden, zal te eniger tijd de geschiedschrijving of bevoegde beoordelaar maar moeten uitmaken. Dat wij, temidden van onze boeren staande, ons niet van hun noden en zorgen laten vervreemden en tegelijkertijd de weg proberen aan te geven, waarnaar dc toekomst ons richt, aan die taak zullen we onze vermogens blijven geven. Dan zie ik het groene front als een eerbare naam, die wij ons niet zelve hebben aangemeten, maar die men ons heeft toegedacht. Niet alleen is de grofheid merkwaardig, waarmede men een stand van kleine en niet sterke zelfstandige ondernemers meent te moeten aanvallen we zouden er nog iets van begrijpen, wanneer deze mensen lui waren of on bekwaam, doch daarvan is geen sprake doch ze steekt schrijnend af bij de fluwelen handschoenen, waarmede men, de regering trouwens voorop, één industriële voedselproducent hanteert, wanneer ten gevolge van diens fout honderdduizend mensen in ons vaderland ziek worden en enigen zelfs sterven. Alle normale verhoudingen dreigen bij de aanleg van maatstaven zoek te raken, wanneer men sommige kommentaren uit dezelfde bladen vergelijkt. De prostitutie van de menselijke geest staat voor niets, niet alleen in oorlogs tijd, evenzeer in vredestijd. HET GARANTIEBELEID HET prijzenoverleg tussen Minister en Landbouwschap, daarna het beraad tussen regering en Tweede Kamer heeft voor de boer prijsverlagingen opgeleverd, zij het dat de Minister in laatste instantie enige koncessies heeft moeten doen ten aanzien van de melkprijs en het melkkwantum. De Minister is er niet zonder kleerscheuren afgekomen. Er was een soort storm opge stoken, doch tijdens de behandeling in de Tweede Kamer van de land bouwbegroting ging die storm ook weer wat liggen. We deinen nu nog na. Het zal nogal een lange deining worden. We willen niet alles her kauwen, wat al over deze zaken ge zegd en geschreven is. We zullen volstaan met enkele opmerkingen. In de eerste plaats dan willen we erop wijzen dat de nieuwe uitgangs punten voor de kostprijsberekening tot enkele lagere vraagprijzen voor het Landbouwschap aanleiding heb ben gegeven. Het Landbouwschap is er kennelijk van uitgegaan dat de onaanvechtbaarheid van de laatst herziene kostprijzen geen aanleiding meer zou mogen geven aan de Minister tot zogenaamde ontkop peling, tot losmaken van het ver band tussen kostprijzen en ga rantieprijzen. De Minister heeft zich die vrijheid toch voorbehouden - een vrijheid, die men in beginsel wel zal erkennen doch het Landbouw schap achtte deze niet toepasselijk, omdat het de Minister kennelijk moreel gebonden achtte. De Minis ter heeft zijn vrijheid niet besteed met een beroep op technische ver schillen van mening, doch met een beroep op de slechte afzetsituatie. Daarom week Zijne Excellentie naar beneden af voor de garanties, zo o.a. in belangrijke mate voor de suikerbieten. Maar waarom heeft helaas een bepaald gedeelte van de Nadat in de ochtendvergadering; het huis- - houdelijk gedeelte was afgehandeld en Drs. N. A. Vaandrager zijn inleiding over „De landbouw in de draaikolk van de vrijere loonpolitiek" hal gehouden, hield na de lunchpauze Ir. M. A. Geuze, Voorzitter van de Z. L. M„ zijn openingsrede. Zijn openings woord laten wij hieronder volgen:

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1960 | | pagina 5