STARING
C. B.
wintertarwe
T uinbouwmogelijkheden
dienen te worden benut
879
Weeroverzicht herfst 1980
IN slechts weinige jaren is vooral in de omgeving van Koewacht
een tuinbouwcentrum aan het groeien. De resultaten zijn van dien
aard, dat het. de moeite loont in het kader van de Streekverbetering
grote aandacht aan de tuinbouwsector te wijden en verdere mogelijk
heden te benutten. In het onderstaande wordt getracht een overzicht
te geven van deze mogelijkheden en hoe de taak aan de pakken.
IS TUINBOUW VERANTWOORD?
ALVORENS over uitbreidingsmogelijkheden
van de tuinbouw te spreken, is het noodza
kelijk eerst, een antwoord te geven op de hierbo
ven gestelde vraag. Hierbij moet rekening worden
gehouden met een aantal omstandigheden, die
voor de tuinbouw van grote betekenis zijn.
In de eerste plaats is er de omstandigheid in
hoeverre er vraag is naar tuinbouwprodukten. Een
gunstige factor is daarbij dat bij een toenemende
welvaart de consument steeds meer zal vragen
naar fijne tuinbouwprodukten van goede kwali
teit. Het verbruik van groenten, fruit en bloemen
neemt nog steeds toe.
Hierbij moet echter rekening worden gehouden
met het feit, dat de produktie eveneens over bijna
de gehele wereld toeneemt. Er is in vele gebieden
een sterke uitbreiding van de tuinbouw, vooral in
meer zuidelijk gelegen landen. Dit betekent toe
nemende concurrentie en daardoor een mogelijk
heid van scherper gestelde prijzen. Bovendien
kennen we in Nederland eeri vrije prijsvorming
voor tuinbouwprodukten, zonder garanties of
steun.
Bij een toenemende concurrentie zullen die te
lers of groepen van telers aan het langste eind
trekken, die onder de meest gunstige omstandig
heden werken en de teelt het beste en doelma
tigst uitvoeren.
Ir. J. J. van Hennik
heeft in het kader van
de Streekverbetering
Koewacht voor de com
missie Fruitteelt'Groen
teteelt van de Geweste
lijke Raad voor Zee
land van het Landbouw
schap een nota samen
gesteld over de moge
lijkheden van de Tuin
bouw in dit gebied. Wij
ontlenen aan deze nota
het volgende:
VOORWAARDEN VOOR UITBREIDING
GROTE betekenis moet worden toegekend aan
een geschikt klimaat en een goede grond.
Wat betreft het klimaat zijn er vooral in de pro
vincie Zeeland, en dus ook in ons gebied, gunstige
voorwaarden. Landelijk gezien kunnen in ons
zuidelijk gebied vroege produkten, z.g.n. primeurs,
worden voortgebracht. Nachtvorst en wintervorst
zijn minder gevaarlijk dan voor de in het binnen
land gelegen gebieden.
De aan de grond te stellen eisen zijn niet een
voudig. Over het algemeen verdienen goede zavel
gronden en verder vochthoudende, voldoende hu
mus bevattende zandgronden de voorkeur. Aan de
keuze van de grond zal alle aandacht moeten wor
den besteed door bodemkartering. Verbetering
van de grond, vooral t.a.v. de waterhuishouding
en de humusvoorziening, vraagt eveneens de aan
dacht.
Verder kan niet genoeg worden gewezen op de
ontwikkeling van het vakmanschap, vooral door
middel van tuinbouwonderwijs. Cursussen zoals
al meerdere jaren in het gebied gegeven, zijn van
grote betekenis. Voor de verdere vakontwikkeling
zijn vakscholen onontbeerlijk. Voor de fruitteelt
is er een vakschool te Philippine, terwijl voor de
groenteteelt een vakschool te Koewacht in oprich
ting is.
Deze scholen duren ruim een jaar. waarbij de
lessen één dag per week worden gegeven. Zij zijn
toegankelijk voor personen, die in liet bezit zijn
van een diploma van een algemene land- of tuin-
bouwwintercursus, of lagere of middelbare land-
of tuinbouwschool.
Een zeer belangrijke voorwaarde voor tuinbouw-
bevestiging is tenslotte de aanwezigheid van een
afzetapparaat. Dit betekent in de tuinbouwsector
een goed toegeruste veiling. Zeeuws-Vlaanderen
beschikt tegenwoordig over een goed functione
rende tuinbouwveiling te Terneuzen. Deze veiling
is vooral in de laatste jaren belangrijk uitgebreid,
o.a. door de bouw van koelhuizen voor opslag van
het fruit.
IN WELKE RICHTING UITBREIDING?
ONDER de gegeven omstandigheden, zowel wat
betreft de grond, het klimaat, huidige be-
drijfstype en vooral afzetmogelijkheden, dient de
aandacht vooral gericht te zijn op de teelt van
bepaalde groenten en kleinfruit. Als belangrijke
gewassen kunnen worden genoemd de teelt van
■aardbeien, frambozen, bessen en bramen als
kleinfruitgewassen en asperges, vroege aardappe
len met nacultures, winterbloemkool. spruiten,
stamslabonen en witlof.
In het kader van de streekverbetering zal door
proef- en demonstratievelden, vooral gezocht
moeten worden naar de meest geschikte en ver
antwoorde gewassen, waarbij uiteraard ook het
rassenvraagstuk nader moet worden bezien.
Voor de teelt van appels en peren zijn er even
eens mogelijkheden, maar dit geldt vooral voor
bedrijven die over grotore percelen beschikken
in verband met de sterk voortgeschreden mecha
nisatie in deze sector.
Een verdere stap. door enkelen in Koewacht
reeds gedaan, zijn de mogelijkheden van verdere
intensivering, o.m. door het gebruik van glas. Uit
een oogpunt van vakontwikkeling en financie
ringsmogelijkheden is een geleidelijke toepassing
en uitbouw van de tuinbouw gewenst.
Nieuwe en reeds gevestigde telers dienen alle
aandacht te schenken aan de ontwikkeling van de
vakkennis. In dit verband zijn excursies naar
andere tuinbouwgebieden bijzonder nuttig. Voor
bepaalde jongeren zou het bijzonder aan te beve
len zijn elders voor enige tijd te gaan werken om
het vak te leren.
Een facet, dat zich bij een zich uitbreidende
tuinbouw in belangrijke mate voordoet, is de fi
nanciering. Verantwoorde investering van vermo1-
gen dient steeds in het oog te worden gehouden
en het is aan te bevelen zich vooral op dit punt
te laten voorlichten.
De ervaringen hebben geleerd, dat uitoefening
van de tuinbouw in ons gebied met behoorlijke
resultaten mogelijk is. In weinige jaren zien wij
dan ook een uitbreiding in de omgeving van Koe
wacht tot ruim 100 ha groente- en fruitgewassen.
Sommige produkten hebben reeds een goede
naam, o.a. aardbeien en asperges. Het aantal be
drijven met tuinbouw in het Streekverbeterings-
gebied bedraagt thans 75.
Deze ontwikkeling is vooral mogelijk geweest
door het inzicht en het onvermoeide streven van
enige pioniers, die, gedwongen door moeilijkheden
in de vlasserijsector, zich hebben toegelegd op de
tuinbouw.
Mede door hun initiatief en werkkracht is het
nu mogelijk in het kader van de Streekverbetering
de taak met nog groter kracht en voortvarendheid
aan te vatten met het dosl bij te dragen tot meer
dere welvaart in dit gebied.
(T\ EZE herfst week sterk af van het gemiddelde
dy doordat hij zo nat is geweest. Alvorens daar
nader op in te gaan geven we eerst een overzicht
van temperatuur en zonneschijn.
De gemiddelde temperaturen van de drie herfst
maanden waren in De Bilt:
september 13,6° tegen 14,2° gemiddeld1over 30
jaren
oktober 10.8° tegen 9.8° gemiddeld
november 7,5tegen 5,5° gemiddeld
September was dus aan de koude kant, maar
oktober en november waren beide te warm.
Het aantal uren zonneschijn in de herfstmaan
den bedroeg te De Bilt:
september 132 uren tegen 148 uren gemiddeld,
over 30 jaren
oktober 62 uren tegen 105 uren gemiddeld
november 54 uren tegen 53 uren gemiddeld.
Vooral oktober was te somber. Merkwaardig
doet het aan. dat de veel te natte novembermaand
toch nog het normale aantal uren zon heeft gege
ven, althans in De Bilt.
jiJU de neerslag.
*- Het landgemiddelde van de neerslag bedroeg
in de drie herfstmaanden:
september 73 mm tegen 71 mm gemiddeld1) over
30 jaren
oktober 135 mm tegen 73 mm gemiddeld
november 133 mm tegen 74 mm gemiddeld
Totaal: 341 mm tegen 218 mm gemiddeld.
Hiermee is deze herfst wel zeer nat. Andere
zeer natte herfsten, met meer dan 300 mm, wa
ren
1852 met 336 mm
1903 met ?02 mm
1930 met 322 mm
1932 met 328 mm
1939 met 315 mm
1944 met 341 mm
1955 met 309 mm
In de reeks regenwaarnemingen van 1848 tot
heden waren ook twee herfsten met minder dan
100 mm neerslag, n.l. 1920 met 61 mm en 1953 met
80 mm. De totale hoeveelheid neerslag in de
herfst was juist gelijk aan die in de herfst van
1944. Deze twee jaren staan in dit opzicht aan de
top.
De verdeling van de neerslag over het land was
in november minder onregelmatig dan in oktober
en september. De meeste regen in deze herfst viel
in Zeeland en op de Zuidhollandse eilanden, de
kleinste hoeveelheid in het gebied Groningen en
Drente. In het gebied Zeeland viel over de drie
herfstmaanden gemiddeld ongeveer 415 mm en in
Groningen-Drenthe 285 mm.
fl LS wij de neerslaghoeveelheid over oktober
en november alleen rekenen dan bedioeg
deze gemiddeld over het land 268 mm, een hoe
veelheid die de grootste was over deze periode in
de gehele reeks van 1848 tot heden.
De natte herfst werd onmiddellijk gevolgd door
een buitengewoon grote hoeveelheid regen in de
eerste dagen van december. Hoewel nog niet alle
gegevens binnen waren, geeft het onderstaande
staatje een indruk van de hoeveelheden die zijn
gevallen tussen 3 december 's morgens 7 uur en
4 december 's avonds 7 uur.
Valkenburg bij Leiden 60 mm
Den Helder 93 mm
Schiphol 60 mm
De Bilt 57 mm
Leeuwarden 55 mm
Deelen bij Arnhem 73 mm
Eelde 51 mm
Twente 54 mm
Vlissingen 55 mm
Eindhoven 61 mm
Volkel (N. O.-Brabant) 82 mm
Vliegveld Z. Limburg 33 mm
Dergelijke hoeveelheden in zo korte tijd zijn
uiterst zeldzaam in deze tijd van het jaar. Op
verscheidene stations was dit nog niet voorgeko
men.
fp\E enorme overlast die in deze dagen ontstond
J-s is dus wel te begrijpen als men bedenkt dat
een reeds verzadigde grond deze hoeveelheid niet
kon verwerken zodat alles door afstroming weg
moest vloeien.
Nu maakt een millimeter op ons de indruk van
iets geringsmaar het betekent dat er op elke
vierkante metèr 1 liter water viel. Als we daarmee
gaan rekenen komen we tot onvoorstelbare hoe
veelheden. Als we aannemen dat in de Wieringer-
meerpolder 80 mm is gevallen (Den Helder had
93 mm) dan betekent dit voor die polder, met
een oppervlakte van 20.000 ha, een waterhoeveel-
heid van 16 miljoen kubieke meters. Als de capa
citeit van de gemalen nog even groot is als des
tijds bij de bouw in de driemaandelijkse berichten
van de Zuiderzeewerken werd opgegeven, dan zul
len deze gemalen zes en een half etmaal op volle
capaciteit hebben moeten werken om deze hoe
veelheid uit te slaan.
Men kan zich nu wel voorstellen dat polders
met veel kwel en/of onvoldoende bemalingscapa
citeit blank kivamen te staan, vooral omdat waar
schijnlijk alle sloten en kanalen hun maximale
bergingscapaciteit reeds in de zeer natte novem
ber hadden moeten leveren.
M. SCHARRINGA.
(Adv.)
Een zeer oogstzeker ras voor uitzaai in december.