DE BOERENJEUGD HMIIIIIH» Wetenswaardigheden over de Veehouderij Onderwijs en examens in Machinaal Melken Middeleeuwse techniek 869 2) D ZATERDAG 1© DECEMBER i960 DE belangstelling voor het machinaal melken neemt nog steeds toe. In ons land zijn momen teel op meer dan 40.000 bedrijven melkmachines in gebruik. Hiervan zijn in Zeeland (per 1 oktober) 218 stuks. In Zeeland zijn deze melkmachines per gebied als volgt verdeeld. Schouwen-Duiveland 65; TholenSt. Philips- land 14; Walcheren 52; Noord-Beveland 2; Zuid- Beveland 30; West Zeeuws Vlaanderen 36; Oost Zeeuws-Vlaanderen 19, met een totaal van 218. Dit najaar was de belangstelling voor de melk machine groot, zodat dit aantal inmiddels belang rijk is gestegen. De overgang van hand- naar machinaal melken is zowel voor de melker als voor de koe een in grijpende verandering. Teneinde het machinaal melken tot een goed resultaat te leiden, is het no dig, dat de gebruiker goed op de hoogte is met de werking, onderhoud en toepassing van de melk machine. Ook het kennen van eigenschappen en gedragingen van de koe ten opzichte van de ma chine is hiertoe nodig. Bij deskundig gebruik biedt de melkmachine veel voordelen. De ontwikkeling op dit gebied opent nieuwe ge zichtspunten ten aanzien van de melkveehouderij. Het volgen van deze ontwikkeling is nodig. De ge legenheid hiervoor is ruimschoots aanwezig. LEERGANG VOOR MELK MACH IN EKENNIS. EVENALS voorgaande jaren zullen machinemel- kers, toekomstige gebruikers en andere be langstellenden in de gelegenheid worden gesteld tot het volgen van onderricht in het machinaal melken. Hiervoor zijn leergangen geprojecteerd, die 6 les- dagen omvatten. Per week wordt één lesdag ge geven; zo mogelijk gedurende 6 achtereenvolgen de weken. De lesuren zijn ongeveer van 10 tot 12 uur en van 1 tot 3 uur. De lessen worden toege licht met demonstratiemateriaal. Bij voldoende belangstelling zal in onderstaande plaatsen een leergang in melkmachinekennis wor den gehouden: Goes, Hulst, Middelburg, Schoondijke, Scherpe- nisse en Zierikzee. De deelnemer!ster)s dienen tenminste 16 jaar te zijn. Degenen, die deze leergang geheel volgen, ontvangen een getuigschrift. Het lesgeld bedraagt 15,-. De aanvang van deze leergangen is gesteld op ongeveer half december. OPLEIDING VOOR INSTRUCTEUR MACHINAAL MELKEN. BIJ het aanschaffen van een melkmachine wor den deze op de bedrijven zogenaamd ingemol- ken. De importeurs hebben hiervoor instructeurs in dienst, die dit inmelken verzorgen. Deze in structeurs komen hiervoor tenminste 6 keer op de bedrijven. Om als instructeur te kunnen fungeren, is het bezit van het diploma „Instructeur Machinaal Mel ken" nodig. De opleiding en de examens hiertoe staan onder leiding van de Melkmachine Commissie van liet Landbouwschap. De opleiding omvat 15 lesdagen, waarvan per week 1 les wordt gegeven. Het examen omvat een practisch en een theoretisch gedeelte. Meerdere malen bereikte ons het verzoek om adressen van gediplomeerde inmelkers. Deze zijh er in Zeeland niet. Bij voldoende belangstelling- kan ook in Zeeland deze opleiding worden ver zorgd. Hiervoor zal Goes de meest geschikte plaats zijn. Om dit te verwezenlijken, zijn tenminste 20 cursisten nodig. Kan dat aantal niet worden ge haald, dan is er de mogelijkheid, in West-Brabant aan een cursus deel te nemen. Het lesgeld bedraagt 25,het examengeld 35,De examens worden omstreeks mei 1961 afgenomen. Voor de geslaagden wordt 15, restitutie verleend. PRACTIJKDIPLOMA MACHINAAL MELKEN. DE Melkmachine Commissie van het Landbouw schap heeft in 1952 een examen ingesteld voor het verkrijgen van het Practijkdiploma Machinaal Melken. De kandidaten moeten een proeve van bekwaamheid afleggen in het practisch gebruik van de melkmachine. Op dit examen moeten 7 koeien worden gemolken. Dit kan op het eigen bedrijf plaats vinden. Voor deelname aan dit examen zijn de volgende voorwaarden gesteld: Bezit van het diploma hand- melken; bezit getuigschrift van cursus of leergang machinaal melken; tenminste 1 jaar machinaal hebben gemolken. Het examengeld bedraagt 15,—. Aangifte voor deelname kan plaats vinden bij de lieer lr. W. L. Harmsen, Rijks veeteelt- en Zuivel- consulent voor Zeeland te Middelburg. Tel. 01180 2720. Het is gewenst, dat bij aanmelding wordt opgegeven, aan welke opleiding of examen zal worden deelgenomen. J. H. LANTINGA, Hoofdass.-A b/d R. V.- en Z. V. D. ALS we tegenwoordig het eentonig gebrom van tractoren en oogstmachines horen, staan we er meestal niet bij stil dat al deze geluiden eeuwen ge leden niet gehoord werden. Toch werden in die tijd de akkers ook bewerkt. Hoe dat dan gebeurde en hoe alle bijkomstige werkzaamheden uitgevoerd werden, zullen we in het onderstaande eens bekijken. Mensen, dieren en molens, deze drie vormden in vroeger tijden de voornaam ste energiebronnen. Deze bepaalden ook het peil van de techniek in die dagen. Ons land, voor zover het reeds bestond, is lange tijd bezet geweest door de Romeinen. Deze bezetting bracht ook een zekere beschaving met zicht mee, welke na de val van het Romeinse rijk door de oorspronkelijke bewoners werd bewaard. Rogge, haver, boekweit en hop waren enkele van de gewassen welke door de Romeinen hier werden ingevoerd, evenals de kunst van het weven en het maken van houten vaten en dergelijke. Doze erfenis van ambachten en pro- dukten was op zichzelf niet voldoende om de Middeleeuwse techniek op te voeren. Zoals steeds in de geschiedenis het geval is, werd ook de ontwikkeling van de Middeleeuwse techniek bepaald door de bronnen van arbeidsvermogen waarover men beschikte of die men wist te veroveren op de natuur. Slechts door meer arbeidsvermogen te concen treren op werktuigen en machines die men gebruikte, was men in staat gro ter en krachtiger machines te bouwen en meer en meer handenarbeid mecha nisch te laten verrichten. De oudere generaties hadden reeds ex-varen dat slavenarbeid duur en slecht was en weinig kon bijdragen tot de ont wikkeling van handwerk en techniek. De kerstening van West-Europa had meer eerbied voor de handenarbeid en de medemens gebracht. Dergelijke factoren werkten, meest onbewust in de richting van een mecha nisering van de oude ambachten. HET WATERWIEL ALS KRACHTBRON. DE Romeinse ingenieurs hadden de primitieve waterturbine zodanig verbeterd, dat zij, aangedreven door stromend water van rivieren of beken, een vermogen van 35 pk kon ontwik kelen. Voor die tijd een geweldige prestatie! Deze waterwielen wei-den in enkele Romeinse steden gebruikt voor het ma len van koren. Het waterwiel of ook wel watermo len genoemd, veroorzaakte in West- Europa een ware industriële revolutie. Ze ging niet alleen dienen voor het vermalen van koren, maar ook voor het opvoeren van water, het persen van oliezaden, het aandrijven van slijp stenen en draaibanken, kortom ze was onmisbaar geworden. De steeds verdergaande mechanisatie leverde vaak verzet op bij bepaalde ge deelten van het volk, dat bang was voor werkeloosheid. HET PAARD ALS TREKKRACHT. rCH was nog lang niet alle handen arbeid door machines vervangen, mensen en dieren leverden vaak ar beidsvermogen in de vorm van spier kracht. Ten tijde van de Middeleeuwen voltrok zich een grote verandei-ing in de benutting van de trekkracht van dieren, met name het paard, dat in het vervoer en in de landbouw een veel grotere rol zou gaan spelen dan in de oudheid het geval was. Men had door een verkeerd type halster en door het ontbreken van hoef beslag nimmer de volle trekkracht van het paard kunnen benutten; het was toen economischer met de langzame, logge ossen te werken. Het moderne type halster, dat niet als het antieke de luchtpijp van het paard dichtsnoerde en het belette zijn volle trekkracht te geven, werd in de negende eeuw ingevoerd door ontlening aan steppenvolkeren van Oost-Europa. Omstreeks dezelfde tijd wex-den op de hoef gespijkerde hoefijzers ingevoei-d. Ook het paardrijden werd onder in vloed der steppenvolkeren sterk verbe terd. In de achtste eeuw voerde men de stijgbeugel in, iets later sporen, bit en betere zadels, waardoor de ruiter meer macht over het rijdier kreeg, zonder er meer inspanning van te vragen. Deze „mobilisatie van het paard" had grote gevolgen voor verkeer en oor logsvoering. Daarnaast had de meer doelmatige bespanning van het paax-d als trekdier tot resultaat, dat het meer en meer de os ging vervangen als „machine van de boer". VOORTSCHRIJDENDE TECHNIEK. DOOR de steeds voorschrijdende tech niek vond er ook een omwenteling en een uitbreiding van de landbouw te constateren. Zo kwam de zware Saksi sche ploeg in gebruik, die het dwars- ploegen ovex-bodig maakte, en die oor zaak was dat de velden minder een viexkante vorm gingen vertonen. Door het beschikbaar komen van grotere trekkracht konden zware ri vierkleigronden in cultuur worden ge- bracht. Tal van nieuwe gewassen kwa men in zwang, o.a. hennep, vlas enz. Ook voedingsmiddelen zoals kaas en boter kwamen in trek. Door de invoe ring van bieten en voederknollen kon .men meer vee in de winter aanhouden. Voordien moest men grote hoeveel heden vee in de herfst slachten en werd het vlees, gerookt of gezouten, voor de komende winter bewaai'd. In het dagelijks leven kwam ondanks de vele ontdekkingen en uitvindingen niet zo heel veel verandering. Ei- waren inderdaad nieuwe voedingsmid delen zoals boter en kaas in ruimex-e mate beschikbaar, doch de volksmassa leefde voornamelijk van brood, groen ten en vis. INDUSTRIALISATIE. rlNSLOTTE nog iets over de in die tijd bestaande industrieën. Tegen het einde van de twaalfde eeuw was in vele streken het hout zeer schaars geworden, zodat men rijn toevlucht moest nemen tot steenkool als bx-and- stof bij de fabricage van ruw ijzer en andere tussenprodukten van de metaal industrie. Zo ontstonden steenkolen mijnen in België en Groot-Brittannië. Toen omstreeks dertienhonderd het buskruit uitgevonden werd, begon men ijzer en later ook brons aan te wenden voor de vervaardiging van geschut. Dit bracht grote veranderingen teweeg. Met name ook in de landbouw. Vanaf die tijd dateert het begin van de indus trialisatie, die ook nu nog met kracht voortgaat. L. W. PLATTELAXDSAVOXD. van de L.J.G.—Z.P.M. afdeling Axel op 16 december a.s. in het „Centrum" te Axel. O.a. zal opgevoerd worden het toneel spel „De Vluchtelinge" van C. v. d. Lin- gen. Verder zullen muziek en volksdans de avond opluisteren. Aanvang 7 uur n.m. Toegangsprijs 1,25. KOMT ALLEN! E L.J.G. Streek Zuid-Beveland organiseert op VRIJDAG 16 DECEM- ganda-avond. Hierop zal ir. C. S. Knottnerus, voorzitter van het K.N.L.C., een praatje houden over zijn belevenissen achter het ijzeren gordijn. r%E L.J.G. Streek Zuid-Beveland organiseert, ook nog op ZATERDAG 10 DECEMBER in de Caissonte Kapelle, 's avonds om half achtt een gezellige avondwaarop noten en nog wat, rijkelijk zullen vloeien. „The Crescendo Boys" zullen hun muzikale medewerking verlenen. Al met al een prachtige gelegenheid voor de dansliefhebbers. Op beide bijeenkomsten is iedereen van harte welkom!

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1960 | | pagina 13