Argumenten georganiseerde Landbouw door Tweede Kamer overgenomen Klacht van een melkveehouder De soldatenhulp De regen in 1960 Ernstige kritiek op te karig beleid ZATERDAG S DECEMBER I960 S47 Ik verlang: naar een modern koebeest Om slechts vijf dagen te melken op zijn meest, Een koe die slaapt op zaterdag en snurkt op zondag En weer melk geeft op maandag. Ik wens een stal die weet op welke manier Elkaar te wassen iedere dag en dier voor dier. Een stal die ons nooit meer zal doen schrikken Wegens abortus, klauwzeer of peekoppen hikken. Ik wenste een nieuw en beter ras Dat met minder zorg en voedsel tevreden was, Dat bovendien zo verstandig zou zijn De W. C. te gebruiken en de doortreklijn! Geef mij ieder weekeind het werk maar klaar Bh minder te doen van jaar tot jaar. En koeien die een topproduktie halen Met slechts vijf dagen per week betalen. Ik kijk uit naar ambtenaren by de vleet Om my boer voor te lichten, die 't niet weet: Om ons stomme fokkers te leren Hoe een vijfdaagse melkkoe te propageren. (Vrij uit het Engels vertaald.) M. A. GEUZE. WEGENS het byzonder slechte weer heeft de Gewestelyke Raad van het Landbouwschap de militaire hulp bij het aardappelrooien moeten staken. Dat is geen wonder, als we zien dat het sinds vrijdagmiddag gedurende het weekeinde een kleine 50 mm regende en november de 200 mm wel zal halen. Er zouden nog een 1000 ha aardappelen in Zeeland in de grond zitten. De hulp van militaire zijde is bijzonder gewaar deerd. Onder zeer ongunstige omstandigheden is er veel goeds gepresteerd en daarbij soms door jongens, die thuis op een boerenbedryf even hard nodig waren. De hulp van de soldaten en ook b.v. van de studenten is bovendien een morele steun geweest voor de boeren die in 't nauw zaten. Psychologisch getuigt deze steun van Overheids- zijde van meer inzicht dan haar prijsbeleid. IN de vergadering van Afdelingsbesturen en Kringbestuur van de Kring Westelijk Zuid- Beveland met liet Sekretariaat der Z. L. M. gaf de Voorzitter der Kring, de heer F. de Groene, enige cijfers over de hoeveelheid regen die nu al in 1960 gevallen is. Zijn regenmeter in de Wilhelminapolder gaf in vergeiyking met 1959 de volgende neerslagcijfers te zien: 1960 1959 Juni17.0 nim 33.0 mm Juli86.5 mm 46.8 mm Augustus 163.1 mm 44.8 mm September 101.3 mm 7,0 mm Oktober 185.6 mui' 71,6 mm November 176.9 mm 'SjS mm Totaal 730.4 mm 258.7 mm TOT op heden (28 november) is vanaf januari '60 934.3 mm regen gevallen. Daarby komen dus nog de 2 dagen in november en de regenval over de gehele maand december, over het algemeen geen „droge" maand Het jaartotaal over 1959 gaf slechts 596.4 mm te zien. Vanaf het jaar 1900 staat 1927 aan de kop met het grootste jaartotaal van 974 mm. Nog circa 45 mm en dit hoge cijfer zal in 1960 worden geslagen, tot groot ongerief, van de landbouw. HET garantieprijsbeleid dat minister Marijnen voert is woens- dag in de Tweede Kamer onderwerp van ernstige kritiek pi geweest. Dat de minister afgeweken is van de opvattingen en |||j ■prijsvoorstellen van het Landbouwschap namen de landbouw- specialisten hem ten zeerste kwalijk en de minister had dan ook van de zijde van de agrarische deskundigen een algemene aanval en felle kritiek op zijn gevoerde beleid te verduren. De heer Den Hartog (V.V.D.), Biesheuvel (A.R.), Mellema (C.H.) en Brouwer (K.V.P.) ondersteunden in hun betoog het Landbouwschap dat om de woorden van de heer Mellema te f|| gebruiken logischer en gedocumenteerderte werk is gegaan p| dan de bewindsman die in zijn argumentatie bijzonder zwak |g| staat. ®E heer Den Hartog wees er op dat de droogteschade in het niet zinkt bij de regenschade van dit jaar. Onder de boe ren heerst een slechte stemming en veel onrust mede veroor zaakt doordat de garantieprijzen niet zijn vastgesteld zoals ver wacht werd. Het is moeilijk aan de boeren duidelijk te maken dat zij met een laag inkomen genoegen moeten nemen omdat het zo goed uitkomt voor de conjuncturele en structurele ontwik keling. Het is niet te begrijpendat er altijd gemillimeterd wordt als het de boeren betreft. Een jaarlijkse strijd om een gulden meer hier, een dubbeltje daar. Men zal de akkerbouw zo aantrekkelijk mogelijk moeten maken als gezien de belangen van de veehouder maar mogelijk is. Er was geen reden om van de voorstellen van het Landbouwschap af te wijken. Het is te hopen dat de minister op aanvaardbare wijze aan de bedenkin gen tegemoet zal komen, anders zal het de heer Den Hartog uitermate moeilijk zijn het beleid te blijven steunen. ®E heer Egas achtte het beleid van de minister te sterk eco nomisch. Er is te weinig aandacht besteed aan de sociale aspecten. Sociaal gezien is de rechtvaardigheid in het gedingen dit beleid sociaal onhoudbaar". De structurele moeilijkheden kon men niet bestrijden „door aan de prijzen te gaan knijpen Een onaanvaardbare en niet-rechtvaardige situatie noemde spreker het toeslagenbeleid voor de lichte gronden. De minister van Landbouw, Mr. Marijnen. heeft felle kritiek van de regerings- en oppositionele par tijen te horen gekregen over zijn garantieprijsbeleid. Het ..groene front" leek als één blok tegenover de minister te staan. mR. Biesheuvel was evenmin tevreden over de resultaten van het garantieprijsbeleid. In het bij zonder had hij bezwaren tegen de conclusies die de minister heeft getrokken uit de berekenin gen van het L.E.I. Wat het prijsbeleid van de minister betreft zei de heer Biesheuvel dat hij bij het steeds terugkerende woordje complexin de stukken bijna een kriebelcomplexkreeg in het jeuk- jaar 1960. Er heerst een ernstige vertrouwenscrisis bij het agrarische bedrijfsleven, een crisis die ernstige vormen gaat aannemen. De minister kan de teleur stilling wegnemen als de regering bereid is om het beleid op enkele punten te herzien, vooral ten aanzien van de melk. (T)E heer Brouwer sprak van een agrarische laagconjunctuur als donkere wolk aan de heldere XJ hoogconjunctuur hemel. De z.g. inkomensoverdrachtvan de niet-boeren naar de boeren be loopt niet meer dan f35,per hoofd en spreker vond dit niet veel als men ziet hoeveel de inko mensoverdracht naar andere delen van het bedrijfsleven is. Ondanks die overdracht wordt elk jaar aan de positie van de landbouw getornd. De lage prijzen die de regering wil garanderen, maken het uiterst moeilijk aan de lonen van de landarbeiders iets te doen. Een redelijk bestaan van boeren op vele goed geleide bedrijven wordt bedreigd. Zij delen niet in de welvaart. Men kan wel zeggen, dat de landbouw nooit tevreden is en altijd klaagt; het is geen wonder, want elk jaar wordt aan de ga ranties getornd. De landbouw blijft voortdurend achter en de produktiviteitsstijging in de agrari sche sector zal overeenkomstig de algemene richtlijnen voor de loonpolitiek aan de landbouw moe ten worden gelaten. Als de uitgangspunten van het Landbouwschap juist zijn, dan zijn deze voorstel len logisch en redelijk. (T\ E heer Mellema, de C.H.-woordvoerder, betreurde het dat de minister niet bereid is 't Landbouw- X~X schap de gevraagde 15 miljoen voor de zandgebieden te geven. Het Landbouwschap had met evenveel recht de gehele produktiestijging kunnen vragen. Door dit niet te doen heeft het begrip ge toond voor de moeilijkheden van de minister. Het heeft alle redelijkheid betracht. Het Landbouw schap heeft met zijn prijsberekeningen nog nooit zo sterk gestaan als dit jaar. De minister is, wat de zuivelprijzen aangaat, bewust afgeweken van de gebruikelijke kostprijsberekeningen. Zijn argu mentatie is echter tegenstrijdig, en de heer Mellema kon zich dan ook niet akkoord verklaren mei de bevriezing van de 5 miljard kilo melk. De minister dient alsnog de toeslag voor de lichte gronden te verhogen, het te garanderen kwantum melk eveneens en de vraagprijs van het Landbouwschap niet te verlagen. Hij bepleitte voorts een hoger percentage bijmenging inlandse tarwe in het brood, ixl. 40 in plaats van 35 procent. HET internationale landbouwbeleid werd uitvoerig door mr. Van Dijk belicht, die van mening was dat het voornaamste vraagstuk is hoe men in de Benelux de samenwerking zó kan ontwikke len, dat de gezamenlijke belangen in Europa een rol zullen spelen. Nederland zal op bepaalde pun ten in de overgangsfase prijzen moeten verhogen. De tegenstellingen worden echter nog verscherpt als men de verschillen met andere landen nog groter maakt. De positie van de landbouw zag hij niet gediend door lage garantieprijzen, terwijl t.z.t. ons land zijn prijzen toch moet optrekken tot het hogere Europese peil. Dat kan beter geleidelijk dan met een heftige schok gebeuren. De woordvoerder vroeg zich af of het niet beter zou zijn de versnelling van de Europese integratie aan de landbouw op te hangen en of de regering niet haar medewerking moest weigeren aan deze versnelling, zolang de landbouw niet daarbij volledig is betrokken. T R. Vredeling is van mening, dat de ontwikkeling van de landbouw in de E. E. G-., met name wat X de versnelling betreft, er slecht voor staat. Deze woordvoerder waarschuwde de minister niet in de val te lopen, die de Duitse landbouw in samenwerking met de industrie heeft opgezet. Het van geval tot geval nastreven van bilaterale oplossingen zou de nekslag zijn voor de gemeenschappelijke markt. De heer Vredeling zag als dreigend gevaar dat de nadelige gevolgen van het garantiebeleid op de ruggen van de landarbeiders wordt afgewenteld. ®E minister heeft op deze veelheid van kritiek op zijn beleid, waar het voorgaande slechts een uiterst onvolledig inzicht in geeft, donderdagmiddagna kabinetsberaad, geantwoord, en wij komen hier vanzelfsprekend de volgende week uitvoerig op terug.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1960 | | pagina 3