De nieuwe belastingontwerpen maakt U sterker! Neem geen onnodig risiko WETENSWAARDIGHEDEN voor werkgevers KORTE WENKEN COÖP. BOERENLEENBANK RAIFFEISENBANK V erzek eringszaken 830 ZEEUWS LANDBOUWBLAD WAARDEVERANDERING VAN LANDBOUWGRONDEN IN het Zeeuws Landbouwblad van 13 augustus 1960 hebben wij de opmerking gemaakt, dat het voor de landbouw een bittere pil zou zijn, als art. 6 lid 2 van het Besluit Inkomstenbelasting 1941 zou vervallen. Dit art. luidt: „Waardeverandering van onroerende goede ren, welke tot het landbouwbedrijf van de be lastingplichtige behoren, heeft geen invloed op de winst, behalve voorzover de verandering in de uitoefening van het bedrijf is ontstaan." In het ontwerp Wet Ink. Belasting 1958 heeft minister Hofstra dit 2e lid van art. 6 geschrapt en de wijzigingsnota van minister Zijlstra en staatssecretaris Van den Berge vermeldt hierover niets. Dit artikel blijft dus wat lid 2 betreft ge schrapt. De landbouw mag en zal niet nalaten hiertegen so krachtig mogelijk te protesteren. 1LS art. 6 lid 2 komt te vervallen betekent dit een zeer sterke uitbreiding van het winstbe grip. Zelfs bij een ruime interpretatie van het •winstbegrip als „de voordelen tot het behalen waarvan de onderneming in staat heeft gesteld," behoort art. 6 lid 2 te blijven gelden. Het voordeel van de waardeverandering (en ook het nadeel daarvan) is niet een voordeel waartoe aïe onderneming in staat heeft gesteld, maar het zijn van grondeigenaar. Het is ook wel in hoge mate merkwaardig, dat het beginsel van art. 6 lid 2 feitelijk reeds gelding heeft sedert de invoering van de Wet. Inkomsten belasting 1914. De verschillen in deze bijna 50 ja ren zijn niet van principiële aard maar slechts nuanceringen. In de M. v. T. op het ontwerp 1958 wordt hierover opgemerkt Reeds onder de werking van de wet Ink. Bel. 1914 werd krachtens ministrieel voorschrift de winst behaald bij de vervreemding van een boerenplaats of een gedeelte daarvan niet in de belastingheffing betrokken. Daarbij werd, blijkens de resolutie van 3 februari 1933 no. 63 B.no. 5650) uitgegaan van het standpunt: ,,dat de grond in het bedrijf van een land bouwer een geheel andere plaats inneemt clan b.v. een machine in het bedrijf van een fabri kant. Het bedrijf van laatstgenoemde brengt mede, dat de ondernemer eigenaar is van zijn machines, huur zal uitzondering zijn. In het landbouwbedrijf is het anders. Dit bedrijf kan zeer goed op gehuurde grond worden uitge oefend. Dat de landbouwer tevens eigenaar van de grond is, is geenszins regel, doch slechts een toevallige omstandigheid. De landbouwer-eige naar heeft twee kwaliteiten, welker samengaan geenszins uit de aard van het bedrijf voort- vliet, deshalve aangenomen wordt, dat ae grond voor hem geen bedrijfsmiddel is." Tot zover dit citaat uit de M. v. T. 0.1. een zeer gezond standpunt. Behoeft het nu werkelijk zo breed betoog dat waardeveran dering van gronden door conjuncturele en mone taire factoren van geheel andere aard zijn dan de 'bedrijfswinst? Is het niet volkomen duidelijk dat deze waarde verschillen, voortvloeiende uit oorzaken buiten de onderneming gelegen niet tot de normale winst behoren? Door het Landbouwschap wordt in een adres aan de leden van de 2e Kamer gewezen op het geen minister en staatssecretaris opmerken in de wijzigingsnota op het wetsontwerp Ink. Bel. 1958 t.a.v. een in te voeren Vermogenswinstbelasting. Soortgelijke argumenten als tegen een Vermo genswinstbelasting zijn aan te voeren gelden te gen het vervallen van art. 6 lid 2. NU is één van de argumenten in het ontwerp 1958 (M.v.T.) dat een bestaande ongelijk heid tussen de werking van de Ink. Bel. voor de agrarische sector en de andere sectoren van het bedrijfsleven dient te worden weggenomen. Dit argument kan ons beslist niet overtuigen. Als één lid van het gezin buikpijn heeft, is het beter om de gelijkheid met het andere gezinslid te bewer ken om deze van zijn buikpijn te genezen, dan er toe mee te werken dat ook het tweede lid buikpijn krijgt. Als het waar is dat art. 6 lid 2 iets biedt aan de landbouw, wat ook aan de andere sectoren toekomt dan moet men dat ook aan die andere sectoren geven, maar niet aan de landbouw ontnemen. Men bereikt door dit laatste niet dat de ongelijkheid wordt weggenomen maar alleen dat deze zich verplaatst. Hierover en over de verdere aspecten van het onderhavige onderwerp een vol gende week nader. MEIJERS. WINTERLONEN C.A.O. LANDBOUW 1960-61 INGAANDE 1 december a.s. gelden voor de periode 1 december 1960 t/m 28 februari 1961 wederom voor de vaste arbeiders de winterlonen. weeklonen uurlonen vak- vak- vak- vak- vak- arb. arb. arb* arb. arb. A B A B B ook in akkoord nimmer werkend in akk. werkend 17 jaar 46.19 44.23 0.93 0.89"2 0.901 2 18 jaar 52.54 50.59 1.06 1.02 1.03' 2 19 jaar 60.61 58.41 1.22 2 1.18 1-19' 2 20 jaar 67.20 64.52 1-35' 2 1.30"' 2 1.32 21 jaar 72.82 69.89 1.46'. 2 1.411^ 1.43 22 jaar 76.73 73.80 1.55 1.49 1.51 23-65 jaar 80.89 77.71 1.63 1.57 1.59 65 jaar en ouder 74.29 71.36 1.50 1.44 1.46 De huurcompensatie ad ƒ3,50 per week is in deze lonen nog niet verwerkt en dient bij het weekloon te worden geteld. OOK ioor een paard is het uiterst belangrijk onder welke omstandigheden de arbeid ver richt moet worden. Vooral dit najaar wordt zeer veel van deze krachtbron gevergd. De beste krach ten kan het paard alleen geven wanneer naast een goede verzorging ook voor passend en goed tuig wordt zorggedragen. TL ET personeels-tekort neemt nog steeds toe, I i vandaar dat u moet trachten met minder werk toch hetzelfde te bereiken. Ook het gebruik van mengmeststoffen kan hierbij helpen. Door dat in één werkgang de gehele bemesting gegeven kan worden, geeft het gebruik een welkome ar beidsbesparing.. Bij een normale bemestingstoe stand is de bemesting met 3 a 4 mengmeststoffen mooi rond te krijgen. (QOED uitgangsmateriaal is de basis voor een q_7 goede opbrengst. Door proeven is reeds vaak aangetoond, dat bij slecht poot goed de op brengstderving al gauw 5000 kg per ha bedraagt. Hoewel van sommige rassen het pootgoed duur en schaars is verdient het beslist geen aanbe veling dan maar waardeloze rommel uit te poten. Voorzie u tijdig van goed materiaal, waardoor veel risiko's worden voorkomen. (~\NGEBONDEN ZIJN" wil iedereen wel graag, maar voor jongvee is het beslist noodzakelijk. Een goede beenstand en spieront- wikkeling worden er gunstig door beïnvloed. Op vele bedrijven is voor jongvee met een beetje goede wil wel een loopruimte te maken. Boven dien kan dan de verzorging belangrijk vereenvou digd worden. IQ OER zijn onder moeilijke omstandigheden JiQ vergt heel wat meer van de persoonlijke kapaciteite?i dan wanneer alles vanzelf gaat. Dit jaar kwam dit weer duidelijk naar voren. Daarom is het nodig een goede bedrijfsorganisatie op te zetten en tijdig een planning te maken. (T\ E eenvoudigste administratie is wel het bij- werken van het bouwboek. Wanneer u niet weet wat voor boek dit is, moet u spoedig zo'n boek aanschaffen. Allerlei gegevens over bouw plan, vruchtwisseling, bemesting, opbrengsten enz. kunnen hier op een gemakkelijke manier in aangetekend worden. U kunt het bestellen bij de rayonassistent. VOOR de vakarbeider A en melkknechts geldt in deze periode een normale arbeidstijd van 47% uur per week t.w. 5 werkdagen van 8% uur en een zaterdag van 4 uur. Aanvang 6.30 uur, ein de 17.30 uur met een maximum schafttijd van 2% uur per dag. UOOR de overige arbeiders een normale ar- beidstijd van 44 uur per week t.w. 5 werkda gen van 8 uur en een zaterdag van 4 uur. Aanvang 7.30 uur, einde 17.30 uur, met een maximum schafttijd van 2 uur per dag. Sparen brengt U geld in de hand. En wie contant betaalt staat altijd sterker. Neem nu een spaarboekje bij de aangesloten bij de Coop. Centr. Raiffeisen-Bank te Utrecht I\AT de boer en fruitteler al voldoende be drijfsrisiko's loopt is dit jaar wel voldoende tot u uitdrukking gekomen. We zullen het hier dan ook niet hebben over regen, modder, narig-, heid en wat er nog meer akeligs valt op te merken. Daar wordt o.i. voldoende over geschre ven. Neen, in dit artikeltje meenden wij nog eens de aandacht te moeten vestigen op het risiko van wettelijke aansprakelijkheid, die in het bij zonder iedere ondernemer loopt. Het blijkt tel kens weer, dat talloze Z. L. M.-Ieden tegen dit risiko nog niet verzekerd zijn. Vandaar, de titel „neem geen onnodig risiko". Als er één risico is, dat grote financiële gevol gen met zich kan brengen, dan is het zeker het risiko van wettelijke aansprakelijkheid. Wan neer de man, de vrouw of kinderen, het personeel, de paarden, de veestapel een'ongeluk veroor zaken kan de schade gering zijn maar ook eno rra groot. DIJ het uitvoeren van bespuitingen kan schade aan gewassen van derden ontstaan. Deze schade kan enkele guldens bedragen, maar ook honderden, ja duizenden. Voor dit alles loopt de ondernemer, de boer, tuinder en fruitteler risiko's. En dan te weten, dat juist dit risiko tegen een zeer geringe premie goed is te verzekeren. Onvoldoende wordt gerealiseerd, dat het W. A. risiko voor het bedrijf en gezin volop aan wezig is. Praktisch niemand zal meer in een auto gaan rijden zonder op zijn minst een goede W. A.- verzekering voor de auto te hebben afgesloten. De ondernemer is dit immersteeenover zijn gezin verplicht. MAAR als b.v. de kinderen naar school gaan en onderweg een partijtje lopen te voetballen is het risiko van wettelijke aansprakelijkheid niet minder aanwezig. Welnu in de komende winterperiode komt er wellicht een adempauze, waarin de polissen uit een diepe lade tevoor schijn kunnen worden getoverd, Zaak is dan om na te gaan of men in het bezit is van een W. A.-verzekering voor het bedrijf en gezin en of deze goed is. IIEEFT men geen W. A.-verzekering dan moeten wij adviseren deze onmiddellijk te sluiten. Bij welke maatschappij? Dat is een overbodige vraag; vanzelfsprekend bij Landbouw Ri sico, gevestigd Landbouwhuis, Goes. Landbouw Risico is immers een onderlinge voor en van de leden van de Z. L. M. De premie is zeer laag. Ook in die gevallen waar een W. A.-verzekering elders loopt valt te overwegen deze per ver valdag over te sluiten naar Landbouw Risico. Neem geen risiko: Neem Landbouw Risico. De L.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1960 | | pagina 6