HET OVERPAD RUILVERKAVELING H 829 WETENSWAARDIGHEDEN 9 Het plan van toedeling ZATERDAG 2 6 NOVEMBER I960 ET overpad en de rechten en plich ten welke hierbij te pas komen zijn reeds vele malen aanleiding geweest- tot moeilijkheden. Het is voor hen die hiermee te maken hebben mis schien wel eens goed aan deze kwestie extra aandacht te schenken. WAT BETEKENT RECHT VAN OVERPAD? DAT iemand recht van overpad heeft wil zeggen dat hij zich over het land van een ander naar zijn eigen perceel mag begeven zonder dat die ander hem on welke wijze dan ook zijn doorgang mag belemmeren. In het Burgerlijk Wetboek wordt niet gesproken over ..recht van overpad", maar van erfdienst baarheid. Ir. art. 721 lezen wij: ,,een erfdienstbaar heid is een last waarmee een erf bezwaard is tot gebruik er ten nutte van een erf hetwelk aan een andere eigenaar toebehoort". Een recht van over pad wil nog niet zeggen dat men dan met diverse vervoermiddelen langs dat pad mag gaan. Er be staan n.l. verschillende rechten op dit punt. Er kan een erfdienstbaarheid gevestigd zijn van voetpad. Men heeft dan het recht om te voet over een andersmans perceel te gaan. Wanneer gesproken wordt over een recht van rijpad of dreef dan mag men te paard over dat land gaan of beesten hier langs drijven. Alleen wanneer een recht van weg gevestigd is mag men daarover rijden met wagens e.d. Het is dus wel zaak in uw koopakte na te gaan welk recht u heeft of, indien u hierin niet voldoende kunt vinden, eens to- informeren bij het kadaster op welke wijze uw recht gevestigd is. HOE KAN EEN RECHT VAN OVERPAD ONTSTAAN EEN recht van overpad kan ontstaan door het stellen van voorwaarden bij aankoop van een perceel grond waarbij de verkoper het recht ver leent aan de koper om via het erf van de verkoper naar het i.ieuw gekochte perceel te gaan. Deze rechten moeten duidelijk worden omschreven en opgenomen in de openbare registers (koopakte, kadaster). Let hierbij op het aangeven van de juiste ligging en de breedte van het pad. Vergeet ook niet de kwestie van eventuele beharding, onderhoud van dammen of bruggen enz. Men kan ook zonder meer een recht van overpad kopen. Men kan proberen een recht van overpad (recht van weg) te kopen voor een bedrag ineens of tegen een jaarlijkse vergoeding. Deze overeen komst dient in de openbare registers te worden in geschreven. Ook kan in bepaalde gevallen een recht van overpad (uitgang) worden gevorderd. Volgens art. 715 B. W. is dit mogelijk als een perceel geheel dooi andere percelen is ingesloten. Dit komt niet zoveel voer. want meestal heeft een dergelijk per ceel reeds een zodanig recht. Toch komt het wel eens voor dat men jaren lang in de veronderstel ling verkeerde een recht van weg te bezitten ter wijl bij onderzoek blijkt dat van een dergelijk recht in de openbare registers niets te vinden is. Dan zit er niets anders op, dan met de betrokken buurman tot overeenstemming te komen betref fende de aankoop van een recht op overpad, dan wel via de rechtbank tot vordering over te gaan. In een dergelijk geval wordt nogal eens de fout gemaakt te denken dat alles rustig zit omdat reeds meer dan dertig jaar van het betrokken overpad gebruik is gemaakt. Dit is onjuist. Men kan geen rechten krijgen op dit pad op grond van verjaring. In art. 746 B. W. kan men lezen dat het genot, zelfs sedert onheugelijke jafen niet voldoende is om het recht van erfdienstbaarheid te vestigen. HET OVERPAD IN DE RCILVERKAVELING EEN van de vele voordelen van een ruilver kaveling is wel dat ook een aantal overpaden komt te rervallen. Een van de voorwaarden voor de ruilverkaveling is immers dat alle kavels aan een openbare weg of vaart komen te liggen. Hier mede vervallen dus automatisch de overpaden. Eventuele overpaden», welke niet gemist kunnen worden dienen in een ruilverkavelingsakte te wor den opgenomen. Deze rechten moeten dan ook ingeschreven staan in de lijst van rechthebbenden. HET JUISTE GEBRUIK VAN EEN OVERPAD AVER net gebruik van een overpad komen nogal eens meningsverschillen voor. Veelal is bij de vestiging van het overpadrecht onvoldoende aan dacht geschonken aan een juiste omschrijving van die rechten Hoe breed moet het pad zijn? Voor wie komt het onderhoud van eventuele dammen of bruggen? Het Burgerlijk Wetboek geeft in grote lijnen hieromtrent bepaalde voorschriften. In art. 739 kunnen we lezen dat de eigenaar van het overpad niets mag doen wat de bruikbaarheid van dat nad kan verminderen of ongemakkelijker maken. Ook de ligging mag niet worden gewijzigd. Dit laatste is wel mogelijk als de gebruiker van het pad rr mee akkoord gaat of als u aan kunt tonen dat deze er geen nadeel van heeft. Het pad moet dus steeds ruim zijn. Geen mesthopen gedeeltelijk op het pad gooien, geen takken van bomen over laten hangen, geen diepe greppel naast het pad maken. Kortom, het pad moet ongestoord gebruikt kunnen worden. AE gebruiker daarentegen is verplicht op de minst bezwarende wijze van het overpad ge bruik te maken. Dus niet met uitgesproken slecht weer met zware vrachten gaan rijden als het niet strikt noodzakelijk is. Niet de gehele breedte van het perceel als pad gebruiken (één rijbaan is de afspraak). Geen rommel veroorzaken door afge waaid stro, modderige wielen e.d. Ruim dan even die boel op, vooral op het erf, aan de weg. Wat betreft de breedte van een overpad is meestal geen nauwkeurige afspraak gemaakt. Ook in het B. W. wordt deze niet in cm aangegeven. Wel is in art. 733 bepaald dat. als de breedte niet is vast gelegd, deze wordt geregeld overeenkomstig de bijzondere verordeningen of plaatselijke gebruiken. In elk geval komt het hierop neer dat het voor de gebrui ker van het pad mogelijk moet zijn met de normaal in deze omgeving voorkomende machines en werk tuigen naar zijn perceel te gaan. ÏJIT het bovenstaande blijkt wel dat er talloze manieren zijn om het elkaar lastig te maken. Men is graag geneigd alleen te denken aan de rechten die men heeft, doch de plichten worden even graag vergeten. Wanneer beide partijen als goede bedrijfsgenoten de rechten, maar vooral de plichten, goed nakomen zullen eventuele moeilijkheden gemakkelijk en op een plezierige wijze overwonnen kunnen worden.- Dat zal ten goede komen aan hun zelf, hun huis genoten en de bedrijven. Er is op dit punt al heel wat narigheid gesticht. En met welk resultaat? Het onderhoud van een pad komt (indien niet nadrukkelijk anders is vastgelegd) voor rekening van de gebruiker of gebruikers. Indien anderen ook van dit pad gebruik mogen maken, wees dan redelijk. Als u misschien met een zware trekker geregeld langs dit pad gaat en anderen met lich tere voertuigen, verlang dan niet dat die anderen in gelijke mate aan het onderhoud moeten mee helpen. Het onderhoud van dammen, bruggen enz. is meestal wel omschreven. Indien dat niet zo is komt het onderhoud voor rekening van de gebruikers- Onder de gebruikers kan ook de eigenaar- van het pad zijn. HOE KOMT EEN RECHT VAN OVERPAD TE VERV ALLEN H7ANNEER de eigenaar van een perceel land waarop het recht van overpad gevestigd is van dat recht af wil, kan hij aan de gebruiker van dat pad verzoeken om tegen betaling van een be paald bedrag afstand te doen van zijn rechten. Bij overeenstemming dient hiervoor een akte te wor den opgemaakt welke in de openbare registers moet worden ingeschreven. Een recht van overpad kan ook door verjaring te niet gaan. Hiervoor- is een termijn gesteld van dertig jaren. Die termijn begint te lopen vanaf de dag dat het gebruikmaken van dat pad onmogelijk is gemaakt. Dit kan gebeuren door b.v. het plaat sen van een vast hek, het graven van een diepe greppel dwars door het pad, het omploegen van het pad enz. Om van een verjaring te kunnen profi teren is het dus nodig dat het gebruik van dat pad onmogelijk wordt gemaakt, pas vanaf die dag be gint de termijn van dertig jaar te tellen. En het is zelfs zo dat indien in die tussentijd, b.v. na twintig jaar, de oorspronkelijke gebruiker weer- een toe gang tot dat pad forceert of opeist, zijn rechten nog steeds geldig zijn. Wanneer na enkele dagen het pad wederom wordt afgesloten, moet opnieuw een termijn „van dertig jaar worden afgewacht. De wijze waarop van een pad gebruik wordt ge maakt kan ook verjaren. Men heeft b.v. het recht van weg. maar men gebruikt dat pad slechts al leen om er te voet over te gaan. Als de eigenaar van dat pad enkele palen plaatst waardoor het dus alleen mogelijk is om te voet daar langs te gaan en de gebruiker protesteert daar niet tegen, kan na dertig jaar het recht van weg komen te vervallen en blijft alleen het recht van voetpad over, art. 756 B. W. OVEK (T)E vorige keer zagen we, dat ieder in de ruilverkaveling -kJ een waarde aan grond krijgt toegedeelddie overeen komt met de grondwaarde die hij hadrekening houdende met een korting wegens de aanleg van nieuwe wegen en waterlopen en met een speling van 5 °/o door over- en onder bedeling. STELT dat u 1 ha grond van goede kwaliteit inbrengt met een geschatte waarde van 3.100. Wegens korting wegen en waterlopen gaat hier 100 af, zodat u recht hebt op een grondwaarde van f3.000. De vraag kan gesteld worden of men u dan 2 ha grond van slechte kwaliteit kan toedelen met een schattingswaarde van 1.500 per ha, die samen ook een waarde van 3.000 vertegenwoordigen. Weliswaar krijgt u dan dezelfde grondwaarde in totaal terug, maar de gebruikswaarde van deze percelen i s aanzienlijk minder dan wat u voorheen had. Dit zou onrechtvaardig zijn en de Wet schrijft daarom voor, dat iedereen zoveel mogelijk grond van dezelfde hoedanigheid of gébruiksbestemming moet terugkrijgen als hij vóór de ruilverkaveling had. Als u bouwland had kan men u tegen uw zin geen gras land teruggeven. ifT\E bedoeling van de ruiling van percelen is het tot stand brengen van een betere ver- 'EJ kaveling. Dit kunnen we bereiken door het samenvoegen van voorheen verspreide percelen van dezelfde gebruiker en het leggen van de eigendoms- en gebruikspercelen zo dicht mogelijk bij de bedrijfsgebouwen. Ook door de aanleg van nieuwe wegen en water lopen worden kavels doorsneden en is een herindeling nodig. Vorm en afmetingen van de nieuwe kavels moeten zodanig zijn, dat ze mechanisch goed zijn te bewerken. Volgens de Wet moet elke nieuwe kavel zó worden gevormd, dat hij grenst aan een open bare weg en een behoorlijke afwatering heeft. Liggen de gronden van één bedrijf al goed aaneengesloten bij de bedrijfsgebouwen dan heeft het weinig zin hier wijziging in te brengen. 1QOORDAT het nieuwe verkctuelingsplan wordt opgemaakt, worden de zogenaamde wens- v zittingen gehouden. Iedere belanghebbende in het blok krijgt een uitnodiging om op een zitting van de Plaatselijke Commissie met de landmeter te verschijnen en daar zijn wen sen naar voren te brengen over de plaats van de nieuwe kavels. De wensen worden nauw keurig opgeschreven. Aan de hand van deze wensen gaat de landmeter in opdracht van de Plaatselijke Commissie het plan van toedeling maken. Hij gaat daarbij uit van het nieuwe stelsel van wegen en waterlopen en van de schattingswaarde van de gronden. Bij het op lossen van deze legpuzzel, in nauw overleg met de Plaatselijke Commissie, is het natuurlijk niet mogelijk alle uitgebrachte wensen volledig te vervullen. Immers de beste gronden zul len bij de wenszittingen het meest in trek zijn, terwijl de belangstelling voor de slechtere gronden gering is. Er wordt gestreefd naar vervulling van zoveel mogelijk redelijke wen sen. Hierdoor zijn veel mensen tevreden en komen er weinig bezwaarschriften. QM een sluitend geheel te krijgen zal men in bepaalde gevallen gebruik moeten maken n J van de bevoegdheid om een kleine onder- of overbedeling van ten hoogste 5 to6 te passexi. Ir D. VAN DER ZAKEN.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1960 | | pagina 5