Van Boerderij en Organisatie 828 Nu nog wintertarwe zaaien ZEEUWS LANDBOUWBLAD 21 november. SCHOt WEN EX DLIVELAND. HET vorig jaar om deze tijd was de bietenoogst vrijwel gebeurd. Xu staat een groot gedeelte nog op rooien te wachten. Enkele bedrijven zijn reeds zó ver; alleen alles moet nog van het land. Dat laatste is nu het probleem geworden, want de meesten weten geen nieuw spoor meer te vinden. De laatste aardappelen worden met behulp van militairen gerooid. Het is één grote modderpoel, waarin men de aardappelen moet zoeken. Of het de moeite loont, betwijfelen we. De solda ten zijn niet goedkoop en de kwaliteit valt hard tegen. Aan de oproep tot deelname aan de veevoedervoorlichting hebben tot nu toe slechts 10 personen gehoor ge geven. Het is bedroevend weinig en tevens erg teleurstellend. Het is alweer ƒ7,zeggen velen, wat niet altijd verstandig is. Wat de kosten deze winter zullen zijn weet geen mens. Iedereen hoeft ook niet mee te doen, alleen degenen die zichzelf afvragen of het alles wel rond zit. Dat het over al npg niet rond zit, hebben de afge lopen jaren wel bewezen. Het opstellen van een voederrantsoen is heus niet zo'n grote opgave. Een interessante avond kunt U op S december a.s. bezoeken. De Bond van Veehouders en de Veevoederkern op Schouwen en Duiveland beleggen dan een gezamenlijke bijeenkomst in Zie- xikzee. Naast de prijsuitreiking van de afgelopen zomer gehouden fokveedag en enkele films spreekt de Rijksvee- teelteonsulent in algemene dienst, Ir. F. de Boer' uit Wageningen, over de laatste ontwikkelingen op het gebied van de veevoeding. Ook in dit vak staat de weten- x-hap niet stil en ongetwijfeld kunt U deze avond wat meenemen. Iede re veehouder dient hier dan ook aanwezig te zijn. Het gaat om uw eigen bedrijf! NOORD- BE Y ELAN D WANNEER het binnen enkele weken geen zaaibaar weer meer wordt en de kansen daarop worden nu steeds groter dan zal in de plaats van wintertarwe heil moeten worden gezocht bij zomertarwe en zomergerst. Welke van die twee, dat is zorg voor later, de bieten en aardappels geven nvj genoeg zorgen. Maar wanneer de hoop op zaaibaar weer en zaaibare grond toch nog eens al is het dan tegen de verwachtin gen in werd verwezenlijkt: wat zou dan het geschikste ras wezen, zo vraagt men zich af. Wanneer we de verschillende tarwe- rassen eens naast elkaar zouden uit zaaien in duplo: in oktober en in december, dan zouden we zien, dat gemiddeld de wintervaste rassen het bij decemberzaai zouden moeten verlie zen van de minder wintervaste. Men kan in het algemeen wel stellen, dat er een verband bestaat tussen de mogelijkheid van laat zaaien en de wintervastheid: hoe groter deze laatste, des te minder gunstig laat zaaien is, en omgekeerd. Dit betekent dus, dat het voor wintervaste rassen als Dippe's Triumph, Bonus en Apollo nu eigen lijk al te laat is gewordëh. Maar ras sen als Staring, Mado, Flamingo en Stella, waarvoor er op Noord-Beveland nogal wat belangstelling bestaat kan men in de decembermaand nog rustig zaaien. Raakt het januari en mocht de januarimaand nog zaaibaar weer leve- ren, dan zal een minder koudebehoeftig ras als Capelle Desprez de meeste kansen bieden (hoe minder de winter vastheid, des te minder ook de koude- behoefte en omgekeerd. Men beweerde vroeger niet voor niets, dat een zeer wintervast ras als Carstens V voor een hoge opbrengst een strenge winter moest passeren. Het op wintervoor ploegen is zeer laat op gang gekomen. Veel hebben nog op beter weer gehoopt en gewacht, maar toen dat niet kwam, gold het: gaar of niet gaar, het heeft zijn tijd ge had! Een ding is wel heel zeker: de basis voor oogst 1961 is wel bar slecht, tenzij, ja tenzij de natuur door strenge vorst nog gezond mocht maken, wat het heeft bedorven. Zou een strenge winter uitblijven, dan zullen structuur-gevoelige gewassen als erwten, aardappels en vlas het niet breed kragen. Eén dezer dagen kregen we de uit komsten van een spitproef onder ogen. Aardappels gaven op het gespitte deel daar 30 meer opbrengst dan op het geploegde, erwten 5 Wél moet worden gezegd, dat in december van het vorig jaar werd geploegd en gespit, maar dat zjjn toch maar de zelfde om standigheden als nu, zeker niet slechter! In elk geval zal niet te diep ploegen wel het best zijn: de zieke blubber maar niet al te diep wegsteken, des te groter is de kans, dat ze door vriest. Maar we weten het niet gauw: we hebben wel eens eerder gesproken over een slecht begin en dat het toch nog goed kwam en wat was ook de basis voor oogst 1960 goed en wat is er van geworden! We weten het niet en het is goed zo. Z VID- BEVELAND WE zijn weer 14 dagen verder ln het najaar, er was een week bij dat er bijna geen neerslag viel, de andere week viel er weer wat meer. De grond was intussen weer een heel klein beetje opgeknapt, zodat de werkzaamheden weer wat zijn gevorderd. Het kost ech ter zeer veel inspanning om het werk gedaan te krijgen. De grond is echter veelal nog zo nat dat vrijwel geen enkele bietenrooier in gezet kan worden, ze staan practisch zonder uitzondering werkeloos op de bedrijven. Ook voor de afvoer van de bieten naar een verharde opslagplaats voor verder vervoer of naar spoor of haven moeten vele moeilijkheden over wonnen worden. Er wordt voor deze afvoer naar verschillende hulpmidde len gezocht. Voor sommige bedrijven zal het indien niet meer mechanisch gerooid kan worden toch woekeren met de tijd worden om de laatste bieten toch nog tijdig genoeg op de fabriek te kunnen leveren. Ondanks de moeilijkheden met de twee laatste gewassen, n.l. de aardap pelen en de suikerbieten van oogst I960, moeten we toch ook weer al den ken aan verschillende voorbereidingen voor oogst 1961. Hoewel het erg nat is, is het thans toch nog de tijd om grondmonsters te laten nemen, hetzij voor volledig onderzoek of anders voor onderzoek op bietencystenaaltjes en uienstengelaaltjes. U kunt zich hier voor opgeven bij de Assistent van de R. L. V. D. of direct bij de grondmon sternemer. WALCHEREN'. MET veel moeite worden de bieten van het land gehaald. Niettegen staande dat is er, wat de aanvoer op de losplaatsen betreft, geen achter stand. In zekere zin heeft men dit te danken aan een te geringe aanvoer op andere losplaatsen. De fabrieken had den gebrek aan bieten, waardoor veel schepen gestuurd werden naar plaatsen waar wel aanvoer was. Hier is de laat ste week verandering in gekomen. Er mocht niet meer worden aangevoerd dan volgens het schema is vastgesteld. Mag er dan bij de bietenoogst gemid deld geen achterstand van betekenis zijn, anders ligt het bij het overige werk. Wintertarwe is er nog weinig gé- zaaid. Bij uitzondering kan men een perceel tarwe aantreffen dat er goed voor staat. De eerste schadepost voor oogst 1961/'62 is voor veel bedrijven een feit. Dure zaait ar we is meestal ont smet aangekocht. Vooral wanneer dit wintervaste rassen betreft kan men deze wel goeddeels afschrijven. Rassen als Apollo en Bonus lenen zich minder goed voor decemberzaai. Ook van Felix moet een opbrengstdepressie bij late zaai worden verwacht. Voor decemberzaai komen rassen als Flamingo, Sambo, Mado en Staring nog wel in aanmerking. Zou men in januari nog een kans krijgen dan zijn Capelle Desprez en Minister de aange wezen rassen. Hiervan zijn vrijwel zeker maar weinig zaaizaad beschik baar zijn. Met de beste wil van de wereld ie er vrijwel geen gelegenheid om op winter voor te ploegen. Op veel bedrijven zit de mest nog in de mestput. Dikwijls moet plaats ge maakt worden voor de mestproduktie van de pas begonnen sjtalperiode. De beste oplossing lijkt het op een hoop plaatsen van de oude mest naast of in de omgeving van de mestvaalt. Een grijper kan daarbij nuttig dienst doen. OOST ZEEUWS-VLAANDEREN. Een ieder schijnt zich nu aan de uit zonderlijke weersomstandigheden te hebben aangepast. De zakken zaai- tarwe staan vergeten ergens op een zolder. Verschillende percelen aard appels worden aan hun waterrotlot overgelaten. De hoop dat na augustus er toch nog wel eens een droge periode zou komen is ijdel gebleken. Het enige wat ons, na het afwachten, nog rest is haast te maken met de bietenoogst. Verschillenden die te lang op de rooi- machine hebben gewacht staan nu voor het kostbare probleem om aan handkrachten te komen. Zijn de bieten eenmaal gerooid is het de vraag hoe men ze er af moet krijgen. Bij som migen vindt een heroïsche strijd plaats eer een vracht van twee ton aan „wal" is gevoerd. De puur gemechaniseerden zijn er nog het slechtst aan toe; geen personeel en zonder paardekrachten. Wanneer er dan toch eindelijk twee vrachten bieten aan de grond zijn ont worsteld begint de reis naar Sas van Gent of andere plaatsen. Hadden de fabrieken enkele weken terug gebrek aan bieten nu zitten ze er tot „de nek" in. Andere laadplaat sen vooxheen geliefde trekpleisters van de fabrieken zijn nu vergeten oorden. Het is overigens te begrijpen, ieder wil van z'n bieten af, een dergelijke druk is door geen een fabriek op te vangen. Maar hoe moet het dan? Nog meer regen riskeren zou dwaas zijn, aan de fabriek kan men alles tegelijk niet kwijt, het beste zal zijn zelf een tijde lijke opslag te maken. Voor mogelijke vorst stro of zeilen bij de hand. Wel is aan te raden de hoop zo aan te leg gen dat de oudste bieten eerst kunnen worden afgevoerd en de bieten (met de momenteel hoge temperaturen) niet langer dan twee weken in de hoop te laten zitten. We zullen nog maar niet stil staan bij de vraag wanneer alles geploegd moet worden of wat er volgend jaar dan wel gezaaid moet worden bij de huidige garantieprijzen van minister Marijnen. We hebben voorlopig nog genoeg aan de bieten. Eerlijk gezegd zitten we daar meer mee in dan de uitslagen van de presidentsverkiezingen in Amerika of over de nieuwe minister van Landbouw- in België die zo fel op botersmokkel schijnt te zijn (alsof we daar aan meedoen). Hoe nat het ook mag zijn of welke onverwachte problemen zich ook nog voor mogen doen een echte Nederland1- se Vlaming geeft de moed nog niet op. WEST-ZEEUWS-VLAANDEREN WANNEER ooit een bevolkings groep letterlijk en figuurlijk door het slijk is gehaald, dan zijn het dit jaar toch wel de agrariëi-s. Niettegenstaande de uiterst beroerde omstandigheden waaronder we oogst 1960 uit de modder moeten halen, heeft onze regering het boer zijn blijkbaar toch nog wel wat te aanlokkelijk be vonden, getuide de verlaging van de garantieprijzen voor onze basisproduk- ten in het komende oogstjaar. Wij willen van hieruit niet nader in gaan op de in de lucht hangende loons verhogingen en arbeidstijdverkorting, maar we vragen ons wanneer we hier aan denken toch wel af, welk deel van de nationale welvaartstijging voor de agrarische ondernemers men bij de vaststelling van deze garantieprijzen voor ogen heeft gehad. En uit welke middelen we de verdere mechanisatie moeten bekostigen, om tot de produk- tiviteitstijging te komen die aan het huidige prijzenstelsel ten grondslag ligt. Uitgesproken natte jaien als I960 zullen dan wel niet meer voorkomen, want dit jaar is meer dan ooit gebleken dat onze hele mechanisatie afhankelijk is van het weer. Maar wie zal de lijdende partij zijn, als het mis gaat met het weer? Dagelijks staan wij boeren samen met onze arbeiders in het slijk, ervarende, dat slechts droog weer ons in staat stelt om mechanisch te oogsten. Grote waardering moeten we hierbij hebben voor hen die ons hierbij helpen om onze produkten te oogsten. Het was voor vele boeren dan ook beslist geen morele steun om midden in deze oogstmisère te moeten verne men dat de garantieprijzen omlaag worden gehaald. Veel is hierover* reeds geschreven en gesproken, in allerlei bewoordingen. Wij blijven in boerentermenwij noe men het de boeren door het slijk halen. DEZE vraag wordt ons momenteel herhaaldelijk gesteld. De aanhoudende regenval doorkruist echter alle plannen en het zaaien moet steeds uitge steld worden. Er is reeds een aantal landbouwers die dit najaar van tarwe zaaien afziet. Toch is er nog een grote groep die zou willen zaaien. De reden hiervan is dat reeds duur zaaigraan gekocht is. Het zaaigraan van eigen bedrijf is in vele gevallen al enige tijd ontsmet. Verder handhaaft men ook gaarne tarwe in het bouwrplan, omdat het financieel resultaat gunstiger is dan dat van zomertarwe en gerst. TOT WANNEER KAN MEN" DE BEKENDE RASSEN NOG ZAAIEN'? IN de rassenhjst worden de rassen ingedeeld naar de wintervastheid in 4 groepen. Dit is echter niet de juiste maatstaf voor het nog al of niet meer kunnen zaaien van een bepaald ras. Dit wordt in de rassenlijst weer gegeven met een cijfer voor de mogelijkheid van laat zaaien. Een en ander houdt verband met de koudebehoefte van het betreffende ras. De ..goed win tervaste" rassen verdragen laat zaaien in het algemeen minder goed. De geschikte tijd voor uitzaaien van deze rassen is eigenlijk verstreken, behalve die van het ras Felix dat voor de mogelijkheid van laat zaaien met eèn 7 wordt gewaardeerd. Dit ras kan begin december nog wel gezaaid worden. Een koudere of zachtere winter- en voorjaarsperiode kan voor de ontwik keling van het gewas van belang zijn. Als na 15 december nog Felix ge zaaid wordt, begint 't erg bedenkelijk te worden voor het verkrijgen van een behoorlijke opbrengst. DE „vrij goed en matig wintervaste rassen" waartoe Flamingo, Stella, Mado en Staring behoren, kunnen nog weer later gezaaid worden, b.v. tot ruim half december. Na het einde van het jaar wordt het zaaien vaih deze rassen toch ook wel erg bedenkelijk. Genoemde rassen hebben voor mogelijkheid van laat zaaien respectievelijk de cijfers 7%, 8, IV2 en 8. |\E rassen Minister en Cappelle Desprez kunnen het laatst gezaaid worden. De laatstgenoemde is zelfs wel eind januari gezaaid met goede resul taten. DIJ late zaai zijn de omstandigheden voor een vlotte kieming ongunstiger dan bij een normaal tijdstip van zaaien. Bij de zeer late zaai van dit jaar is het gewenst 30 a 40 kg meer zaaizaad per ha te gebruiken. De zaaizaadhoeveelheid houdt ook zeer sterk verband met de kiemkracht van het zaaizaad. De kiemkracht kan nadelig beïnvloed zijn als het zaaizaad reeds geruime tijd ontsmet is. Dit geldt speciaal voor zwakkere partijen (nat oogstjaar schot). Om volledige zekerheid te hebben bij dergelijke partijen zaaizaad is het noodzakelijk een eenvoudig kiemproefje te nemen. JL L. V. D. Zeeuwsch-Vlaanderen, Oostburg. k. F. MALCORPS.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1960 | | pagina 4