De kostprijsberekening voor het
Zuid-Westelijk kleigebied
r
A
J
In dil milliliter
No. 2556 Frankering bij abonnement: Ter neuzen ZATERDAG 26 NOVEMBER I960
48e Jaargang
ZEEUWS LANiBOUWBLAD
waarin opgenomen
DE BOERENJEUGD
Officieel Orgaan van de
ZEEUWSE LANDBOUWMAATSCHAPPIJ
•b de LANDBOUW JONGEREN GEMEENSCHAP
ZEELAND
PÉN van de grote verdiensten van wijlen de heer H. D. Louwes voor onze landbouw is onge
il twijfeld geweest het initiatief nemen tot het oprichten van het L. E. I.
Toen in 1930 de landbouwkrisis in grote hevigheid losbarstte, ontstond bij het bepleiten van
maatregelen behoefte aan documentatiemateriaal om aan te tonen in welke orde van grootte de
kostprijzen van onze produkten lagen. Verschillende berekeningen werden onafhankelijk van
elkaar opgezet doch bij vergelijking van de grote verschillen liep men vast.
Men was uitgegaan van verschillende uitgangspunten en diverse veronderstellingen welke men
niet kon bewijzen. Voldoende documentatiemateriaal is er gekomen na het starten van het L. E. I.,
waarbij het nodig bleek afspraken te maken over verschillende uitgangspunten.
Ondanks kleine verschillen van mening over uit werking van bepaalde vaak ondergeschikte din
gen is het een feit dat de rapporten van het L. E. I. omtrent kostprijzen, kosten en opbrengsten
in de landbouw voor de regering en de landbouw van onschatbare waarde zijn.
HET laatst verschenen rapport is nr. 356 en
hieraan ontlenen wij o.a. het volgende
1. IJET doel van de berekeningen is een
basis te leggen voor het landbouw
beleid.
De berekeningen gelden voor gemiddelde
omstandigheden, èn bij het te verwachten
prijspeil in de naaste toekomst èn bij het
te verwachten produktiviteitspeil 1960/61.
De documentatie is ontleend aan de bij het
L. E. I. in administratie zijnde bedrijven.
Ten opzichte van vroeger zijn een aantal
wijzigingen aangebracht in de uitgangs
punten.
9 2. ALS uitgangspunt gelden kostprijzen van
.,goed geleide, sociaal-economisch ver
antwoorde bedrijven".
41 3. HOOR weidebedrijven, gemengde bedrij-
ven op zandgrond en de veenkoloniale
bedrijven zijn minimum-normen gesteld
t.o. van produktiviteit, waaraan de bedrij
ven moeten voldoen om voor de kostprijs
gebruikt te worden.
Voor de akkerbouwbedrijven zijn deze nor
men wegens tijdnood nog niet toegepast.
4. AE beloning voor de bedrijfsleiding wordt
ingecalculeerd op basis van een procent
van de som van de kosten voor arbeid,
trekkracht, werktuigen, werk voor derden
en rentekosten. Dit procent is voor akker
bouwbedrijven in de kleigebieden 12Vj
41 5. HE waardering voor grond en gebouwen
worden gebaseerd op de officiële pacht
normen die gelden voor kwaliteitsklasse II
voor grond en voor gebouwen: het gemid
delde van de normen voor de doelmatig
heidsklassen voldoende en matig. Voor
Z.W. klei is dit per ha ƒ230,—.
6. IIET aantal kostprijsbedrijven waarop de
berekeningen zijn gebaseerd, zijn klei
ner dan in voorgaande jaren. Immers de
bedrijven welke niet aan de vastgestelde
minimum produktiviteitsnormen voldoen
worden uitgeschakeld.
Deze hoeveelheid uitgeschakelde bedrijven
is voor de gemengde zandbedrijven
gedeelte van het aantal bedrijven en voor
de veenkoloniën ±1/6 gedeelte.
MEN verwacht in 1960/61 voor een bedrijf in
het Z.W. kleigebied,, groot 35 ha, de volgende
uitkomsten:
De gespecifeerde bedra
gen van de kosten zijn:
opbrengsten
kosten
f 67.785
58.483
9.302
netto oversch.
arbeidskosten
boer en gezin 6.600
arbeidsinkomen
van gezin 15.902
arbeidsk. van
gezinsleden 1.800
arbeidsinkomen
van boer 14.102
arbeidskosten
werk door
derden
werktuigkosten
trekkerkosten
zaaizaad/
pootgoed
meststoffen
veevoer
grond en
gebouwen
overige
Hierbij is aangehouden als opbrengstprijzen
der verschillende produkten, zo mogelijk de ga
rantie of richtprijzen van oogst 1960 en voor de
andere produkten is een schatting gemaakt op
basis van de opbrengstprijzen van oogst 1959.
Invloed van prijswijzigingen op de financiële
resultaten van het bedrijf
Aange
Wijziging
houden
opbrenst
in prijzen
prijzen
per 100 kg
tarwe
31
1.—
gerst
„28
1,—
haver
25,75
L—
stro
„47
10 l)
combine stro
„36
10')
erwten
„45
1,—
bruine bonen
.,90
1,—
vlas ongerepeld
„22
1,—
gerepeld
„25
99 1>—
cons, aardappelen
herfst en voorj. af lev,
„14
1,—
suikerbieten 10 °/o
„54
1')
J) per 1000 kilo
Z.-W. klei
Invloed
o d. fin.
result,
gehele
bedrijf
189
277
16
275
ti 118
14
103
,1073
245
hE rentabiliteit is in sterke mate afhankelijk
van de in rekening gebrachte opbrengstprij
zen. Ëen beoordeling van liet rendement dient
daarom te geschieden tegen de achtergrond van
onze aangehouden opbrengstprijzen.
Het is wel duidelijk dat indien de vrije prijzen
voor oogst 1960/'61 zouden blijven op het lage peil
waarop ze zich nu in november 1960 bevinden en
we rekening houden met de lagere garantieprijzen
voor tarwe en suikerbieten zoals deze voor oogst
1961 vastgesteld zijn, de uitkomsten behoorlijk
lager uitkomen.
Landbouwbegroting en garan-
tiebeleïd 1961pag. 827
Hoe financier ik mijn bedrijf pag. 827
Nu nog wintertarwe zaaien? p«g. 828
Het Hoofdbestuur vergaderde
te Goes. De noluien van deze
vergadering op
pug. 832. 833,836, 837 en 839
Meer suiker met minder moeite pag. 834
In en om de suikerfabriek pag. 835
De tuinbouw rubriek over hef
rooien en planten, rassenkeuze
appels enz. pag. 831 en 839
Belasting-, verzekeringszaken
met wetenswaardigheden voor
werkgevers en korte wenken op pag. 839
Zitdagen Boekhoudbureau
der Z. L. Mpag. 826
ALS kostprijzen komen we voor 1960/'61 aan
de volgende prijzen voor het Z. W. zeeklei
gebied
wintertarwe ƒ26,05 per 100 kilo
zomertarwe 27,90 per 100 kilo
zomergerst 26,per 100 kil®
haver ƒ26,10 per 100 kilo
suikerbieten 43,80 per 100 kilo
consumptie-aardappelen 11,15 per 100 kilo
De vergelijking van de kostprijzen met die van
het vorige jaar wordt bemoeilijkt door de her
ziene uitgangspunten.
Afgezien hiervan zijn ze een gevolg van het
gewijzigde prijspeil en de voortschrijdende ont
wikkeling in de produktiviteit.
MEN vindt in de loop der jaren een steeds ver
hoogd arbeidsloon (volgens C. A. O.), doch
de hoeveelheid arbeid welke nodig is voor een
vastgestelde „eenheid" te verrichten wordt steeds
minder.
Ondanks 11 loonsverhoging na 1 april 1960,
vinden we dat de totale post arbeidskosten slechts
zeer weinig gestegen is en voor sommige produk
ten afzonderlijk zelfs gedaald.
(Zie verder pag. 827)!
22.303
4.893
4.202
3.473
4.339
4.824
1.497
8.540
99 4.412
58.483
«isssss® -;:,::.vass:iiiiiiiiiii
De militairen geven nog steeds hun zeer gewaardeerde hulp bij het binnenhalen van de aardappel*
oogst, waardoor deze nog gedeeltelijk gered kan wórden. Hier zijn ze bezig met het rapen van Ü9
aardappelen nadat deze met het riekje zyn gerooid.