Groenten en fruit in de E. E. G. 803 Sa PROEVEN MET GLASAARDBE1EN ZATERDAG 12 NOVEMBER 1960 ringen met dit ras zijn thans echter nog te kort voor een beoordeling. De opbrengsten van de frambozenrassenproef over de laatste drie oogstjaren zijn de volgende: 1958 1959 1960 02 cö O M •o CÖ «2 bi) G 02 ■p to b» G O V in bn G o V s* O be 5 G.tl cö -Ï7 f-t O ón .Q O- o.5 S>$3 G!" cö u O opbre: in kg rangoj cijfer 170 1 182 1 170 1 147 3 173 2 110 5 64 10 41 12 75 10 130 5 110 8 63 12 144 4 149 4 100 6 49 11 122 6 131 2 83 9 49 11 75 11 128 6 116 7 86 9 160 2 164 3 128 3 42 12 87 10 96 7 104 8 89 9 87 8 113 7 144 5 111 4 Ras Malling Promise Malling Exploit Malling Enterprise Malling Jewel Malling Landmark Schönemann1 Preussen Lloyd George NZ Geneva 17861 WK 7 1 Rote Wadenswiler Oregon 564 Deze rassen werden een jaar later, nameliik januari 1957, geplant. Zwarte en rode besgen proeven AOK de bessen krijgen de aandacht op deze proeftuin. In een plantafstandenproef met de voor Zeeland twee belangrijkste zwarte bes- senrassen, Wellington XXX en Baldwin Hilltop, wordt nagegaan welke afstand de beste resultaten geeft. Deze werd geplant in januari 1956. De beproef de afstanden zijn 2 x 1.50 en 2 x 1 meter. Zowel in 1959 als in 1960 hadden de bessen ern stig te lijden van nachtvorst tijdens de bloei. Om dat de opbrengstcijfers hierdoor niet betrouw baar zijn, heeft het geen zin deze te vermelden. Wel kan. gezien de groeikracht, geconcludeerd worden dat een afstand van 2 x 1 meter voor Wellington XXX onvoldoende is. Dit krachtig groeiende ras behoeft een ruimere plantafstand b.v. 2 x 1.5C meter. Voor Baldwin Hilltop is 2 x 1 meter op de meeste klei en zavelgronden voldoende. Op humusrijke, vochthoudende zavelgronden zal echter voor beide rassen de plantafstand ruimer moeten zijn. Ook in de rassenproef van zwarte bessen heeft de genoemde nachtvorst veel schade veroorzaakt. Hierdoor is de produktiviteit van de rassen moei lijk te beoordelen. Uit de opbrengstcijfers blijkt dat Wellington XXX, Baldwin Hilltop, Malvern Cross, Daniels September en Akkermansbes over drie jaar de meest produktieve rassen zijn. De overige rassen gaven een te geringe opbrengst. RODE BESSEN DIJ de rode bessen beloofden de struiken na u een rijke bloei een goede oogst te geven. Na öe nachtvorst van 2 op.3 mei trad er echter een sterke rui op. De opbrengstcijfers zijn hierdoor ook niet betrouwbaar. De rassen welke zich heb ben onderscheiden zijn: Jonkheer van Tets, Ver sailles Rouge, Maarse's Prominent, Rondom en Rote Spatlese. CLLTUURPROEF RODE BESSEN IN de cultuurproef rode bessen worden twee 1 rassen, namelijk Jonkheer van Tets en Fay's Prolific, met elkaar vergeleken onder normale struikenbeplanting en draadbeplanting. De plantafstand bedraagt voor Jonkheer van Tets 2x2 meter en voor Fay's Prolific 2x1 meter. Daar de plantafstand van draadteelt ge lijk is aan de afstand voor gewone struiken, wordt de opbrengst per struik berekend. Uit onder staand overzicht blijkt duidelijk dat de opbreng sten van de hagen elk jaar hoger liggen dan van de gewone struiken. De meeropbrengst van de Jonkheer van Tets bedraagt over de laatste drie jaar 98 kg per are. Fay's Prolific is door zijn te zwakke groei ongeschikt voor de teelt aan draad. De opbrengsten waren als volgt: ER bestaat een groot gevaar dat u bij het lezen van de kop boven dit artikel zult zeggen „Dat is geen kost voor mij", en dat u de neiging voelt opkomen om niet verder te lezen. Toch hopen we dat u dit wel zult doen want ook als tuinders hebben we wel degelijk veel belang bij de aan de gang zijnde ontwikkeling in de E.E.G. en de politiek welke wordt gevoerd ten aanzien van groenten en fruit binnen deze Euromarkt. Het zit namelijk alle maal nog niet zo erg „lekker" op dat terrein. Er zijn nog al wat voetangels en klemmen en we hebben daar als tuinders in een land dat is aangewezen op tuinbouw-export een zeer groot belang bij. Er wordt thans gewerkt aan het opstellen van de definitieve voorstellen van de Europese commissie voor een gemeenschappeijke politiek in de sector groenten en fruit. De E.E.G.-werkgroep groenten en fruit is reeds enige malen bijeen geweest om zijn standpunt over deze voorstellen te bepalen en daarbij is duidelijk naar voren gekomen dat het zeer moei lijk zal zijn een eensluidend oordeel van de delegaties te verwezenlijken. Er zijn wel pogingen hiertoe aangewend maar na moeizame besprekingen werd de kloof tussen de groenten en fruit exporterende en de deze produkten importerende landen steeds groter. Zo stonden Italië en Nederland aan de ene zijde cn Duitsland, Frankrijk, België en Luxemburg aan de andere zijde. VRIJERE MARKT BIJ de besprekingen dook het spook van de ge lijkschakeling van de proöuktie-voorwaarden weer levensgroot op. Deze produktie-voorwaarden dienen juist door een gemeenschappelijke markt geleidelijk naar elkaar toe te groeien. Hier en daar zal dit niet realiseerbaar blijken maar dit zijn de konsekwenties van het verdrag tussen de E.E.G.-landen. Het E.E.G.-verdrag beoogt im mers de produktie te doen plaats vinden daar waar de omstandigheden het gunstigst zijn. Met. het streven naar gelijkschakeling van de produk tie-voorwaarden draait men de zaak juist om. Hiermede beoogt men eerst een gelijkschakeling alvorens een vrije(re) markt te creëren. Het streven naar een vrije markt is dan niet meer nodig, deze ontstaat vanzelf. Een dergelijke marktzou echter volkomen kunstmatig zijn en niets meer met economische samenwerking te maken hebben. Er is nü ten aanzien van de E.E.G.-politiek voor groenten en fruit een memorandum opgesteld waarin wordt voorgesteld de nationale statistie ken betreffende groenten en fruit te coördineren en te verbeteren waardoor gegevens over teelt en produktie beter vergelijkbaar zullen worden. HERDER zegt de E.E.G.-werkgroep groenten en fruit in bedoeld memorandum dat zij in be ginsel instemt met de vorming van een gemeen schappelijke markt, echter onder de voorwaarde dat gedurende de overgangstijd de in het E.E.G.- verdrag voorziene harmonisering van de econo mische en sociale voorwaarden wordt door gevoerd. De Nederlandse en Italiaanse delegaties gaan ook akkoord met de paragrafen van de voorstel len van de Europese commissie welke een geleide lijke vrijmaking van de handel in groenten en fruit beogen, te beginnen op 1 januari 1962 en eindigende op 1 januari 1965. De produkten van de hoogste kwaliteit in speciale verpakking zul len het eerst vrij zijn. Daarna zullen de overige kwaliteiten en verpakkingen volgen. Na laatst ge noemde datum zullen geen minimum-importprij- zen meer mogen gelden. De Duitse, Franse. Belgi sche en Luxemburgse delegaties nemen echter ten aanzien van dit punt een ander standpunt in. In beginsel begroeten deze landen de invoering van een verplichte normalisatie van groenten en fruit. In het belang van een stabilisatie van de markten is het echter niet bij alle produkten reeds mogelijk de normalisatie te koppelen aan het toelaten tot een vrij handelsverkeer. Zij wil len voorstellen een lijst op te stellen van produk ten welke onmiddellijk tot het vrije handelsver keer toegelaten kunnen worden. Ten aanzien van de overblijvende produkten willen zij nader be raad voeren binnen de kring van het bedrijfs leven in de E.E.G. Verder achtten deze landen minimumprijzen geëigend om tot ordening van de markten bij te dragen. als struik vorm: aan draad Ras Jonkheer van Tets Fay's Prolific bJD G O R2 40 kg 22 kg <0 0) 02 02 5 cö 5 3 in bE G 02 opbrengst, 1960 li O T- opbrengst/ 1959 opbrengst/ 1960 122 kg 61 kg 100 kg 55 kg 107 kg 83 kg 134 kg 73 kg 123 kg 65 kg *NOEI |\OOR de heren Goedegebure en Ruissen u wordt in hun verslag over de bessen voorts pgemerkt dat de snoei van de draadbeplanting 'nigszins gewijzigd moest worden. In 1958 werd de korte vruchthoutsnoei toegepast met een vterke zomersnoei. Door deze zomersnoei trad echter een groeiremming op, zodat deze in de volgende jaren niet meer werd uitgevoerd. Het bleek dat door de korte vruchthoutsnoei de >ro6sen te dicht op elkaar hingen, zodat de bes sen moeilijker te plukken waren. Daarom werd overgegaan op een langere vruchthoutsnoei. De trossen hangen dan meer verspreid. De mening dat de vruchten, gegroeid aan hagen, eerder rijp zijn is onjuist. De rijptijd valt gelijk met die van de struiken. Het grote voordeel van draadteelt is echter de vroegere produktie. Tevens zijn verschillende cultuurzorgen, zoals plukken en grondbewerking, gemakkelijker uit te voeren. Zij bedoelen dus te zeggen dat zij de aan gegeven periode voor het vrijmaken van de handel een veel te snelle stap achtten om te kunnen verwezenijken. Men is bevreesd dat Italië en Nederland nog sneller de markt zul len veroveren met grote hoeveelheden, goede kwaliteit en concurrerende prijzen. MINIMUM PRIJZEN r)N aanzien van hetgeen wordt gezegd over de minimumprijzen komt een principiëel be zwaar om de hoek kijken tegen de verdwijning van het minimum-importprijzen-systeem. Hier over zal het laatste woord voorlopig nog wel niet gesproken zijn. Het is wel één van de gevaarlijk ste klippen van het E.E.G.-verdrag ten aanzien van groenten en fruit, welke omzeild moet wor den. Alle landen zijn het er weer wel over eens dat bij toepassing van minimumprijzen voor groen ten en fruit over de hoogte van deze prijzen en de aard van het systeem overleg tussen de part ner-landen moet plaats vinden. Het totaal resultaat van deze besprekingen is voor Nederland niet gunstig. Van de zijde van de Afd. Tuinbouw van het K. N. L. C„ waarvan we deze gegevens kregen, wordt opgemerkt dat het klimaat voor de reali sering van het E.E.G.-verdrag momenteel niet gunstig is. Alle sektoren hebben hieronder te lei den. Het is echter te hopen dat het getij spoedig keert opdat deze goede zaak voortgang kan vin den in het belang van geheel West-Europa. Gr O ALS bekend, worden op de kleinjruitproef- tuin in Kapelle vele proeven gemhnen met verschillende kleinfruitprodukten. In mededelingen van het Rijkstuinbouwconsu- lentschap voor kleinfruitkwekers werd mede deling gedaan van de resultaten van deze proeven in het afgelopen jaar. De belangrijkste gegevens hiervan hopen we in de loop van de komende weken hier weer te geven en graag willen we ze ter bestudering aan bevelen want ze leveren interessant vergelijkings materiaal op en om bij de tijd te blijven is het belangrijk dat men weet wat er in proeven is ge bleken ten aanzien van de produkten van onze bedrijven. (T\EZE week vermelden u>e enkele resultaten van proeven met aardbeien onder glas en wel: 1. Korte-dagbehandeling. Hierbij werden en kele ramen op verschillende tijdstippen afgedekt met rietmatten van 's middags 4 uur tot 's mor gens 8 uur. De opbrengsten per raam waren voor de verschillende objecten als volgt: Korte-dag van tot 15 sept. tot 30 nov. 30 sept. 15 okt. 30 okt. 15 nov. onbehandeld Opbr. in kg per raam 1X4 1.77 224 2.09 2.17 1.88 Zoals uit bovenstaande cijfers blijkt, heeft ver duistering van 15 oktober tot 30 november een meeropbrengst van 0.4 kg per raam gegeven ten opzichte van onbehandeld. Deze proef wordt in het seizoen 19601961 herhaald. 2. Planttijdenproef. Geplant werd op vijf tijd stippen met een gelijk aantal planten per raarru De opbrengstcijfers zijn als volgt: Geplant 20 juli 30 juli 10 aug. 20 aug. 30 aug. blanco (le week aug.) Opbr. in kg per raam 1.01 1.34 1.60 122 1.01 1.88 De normale planttijd blancotoas het afgela pen seizoen dus duidelijk de beste planttijd.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1960 | | pagina 15