Verslag kleinfruitproeftuin Kapelle
TUINBOUW
DINGEN VAN DE WEEK
ZEEUWS LANDBOUWBLAD
UAN de hand van de heren L. Goedegebure en J. Ruissen ontvingen we een uitgebreid ver-
slag van de resultaten van de proeven met kleinfruitgewassen in 1960 op de kleinfruit
proeftuin in Kapelle. Deze proeftuin is een onderdeel van het Proefstation voor de Fruitteelt
in de vollegrond te Wihelminadorp. Het werk dat hier gebeurt is van groot belang voor de ont
wikkeling van de kleinfruitteelt in ons gewest. De laatste jaren is de belangstelling voor de
kleinfruitteelt zeer groot en vooral voor het kleinbedrijf biedt dit grote mogelijkheden. We kun
nen rustig stellen dat de opkomst van deze teelt voor een niet gering deel is te danken aan
het werk op de proeftuin. Daarom willen we de gegevens welke ons zijn verstrekt ook graag
aanbevelen in de belangstelling van een ieder weke er mee heeft te maken.
Aardbeien
ALLEREERST willen we de aardbeien rassen-
proef bekijken, want hoewel de aardbeien
teelt voor Zeeland niet meer is wat ze is geweest,
is het toch nog altijd één van de pijlers van het
k'.einfruitbedrijf en het is van groot belang dat
deze pijler blijft bestaan.
Het afgelopen seizoen waren er op de proeftuin
te Kapelle twee aardbeienrassenproeven. Ze wer
den geplant in augustus 1958 en in augustus 1959.
Doordat het plantmateriaal van de laatste proef
van verschillende kwekers betrokken moest wor
den, konden niet alle rassen gelijktijdig geplant
worden. De planttijd varieerde van begin tot eind
augustus. De kg-opbrengst was in 1960 belangrijk
lager dan in 1959. Dit is voornamelijk te wijten
aan de strenge nachtvorst van 2 op 3 mei. Vooral
de vroege rassen hebben daardoor sterk geleden.
TWEEJARIGE PROEF
VAN de rassen met een zware bladontwikke-
ling, namelijk Senga Sengana, Siletz en Ta
lisman, werd na de eerste oogst om de andere
plant een pol weggeschoffeld. Door de ruimere
stand welke hierdoor ontstond, was het gevaar
voor botrytisaantasting minder. In de onderstaan
de tabel worden de opbrengstcijfers met de sor
tering weergegeven.
1959
rang- opbr./
Ras orde are
cijfer
Merton Princess l 174 kg
Siletz 2 164 kg
Cambr. Vigour 3 161 kg
Talisman 4 147 kg
Senga Sengana 5 145 kg
Mach. Frühernte 6 95 kg
Cambr. Prizewinner 7 93 kg
Senga Precosa 8 90 kg
Gorella 9 87 kg
Deutsch Evern 10 75 kg
No. 159 11 73 kg
Regina 12 43 kg
Oranda 13 42 kg
Lihama 14 37 kg
Redgauntlet 15 25 kg
sortering
le kw. 2e kw.
95%
93%
84%
82
79%
85';
77%
87
94
89
91
98%
88%
89%
98
5%
7%
16%
18
21
15%
23
13%
6%
11
9%
2%
12%
11
2%
DUIDELIJK komen hier de grote verschillen
in opbrengst en sortering naar voren. De
Merton Princess gaf een hoge opbrengst maar de
vruchten hiervan zijn niet mooi en van minder
goede kwaliteit en smaak. Waarschijnlijk is het
hierdoor zowel voor de industrie als voor verse
consumptie minder geschikt.
Naast de bekende rassen komen hier ook weer
enkele nieuwe rassen naar voren en wel in de
eerste plaats de Senga Precosa, een nieuw ras
dat volgens de mensen van de proeftuin de aan-
1960
opbr.
sortering
rangorde
opb r.
sortering
rangorde
are
le kw.
2e kw. cijfer
are
le kw.
2e kw.
cijfer
Redgauntlet
213 kg
96%
4%
4
166 kg
88
12%
1
Siletz
205 kg
84
16
5
152 kg
85
15%
2
Talisman
216 kg
87%
15
3
132 kg
78
22%
3
Juspa
160 kg
86
14
6
113 kg
84
16%
4
Senga Sengana
254 kg
90%
10
2
104 kg
85
15%
5
Cambridge Vigour
261 kg
87%
13
1
63 kg
85
15%
7
Regina
109 kg
87%
13
7
48 kg
90%
10
8
Climax')
80 kg
76%
24
8
Macherauch's Frühernte1)
98 kg
79%
21
6
a) Door de sterke aantasting van voorjaarsbont is Climax na de eerste oogst afgevoerd.
Daarvoor is Macherauch's Frühernte in de plaats gekomen. Laatstgenoemd ras is dus in
deze proef niet vergelijkbaar.
Uiteraard is ook belangrijk wat van de ver
schillende rassen gezegd kan worden. Hierover
hebben de deskundigen van de proeftuin de vol
gende mening:
Redgauntlet heeft in deze proef goed voldaan.
Dit ras heeft verschillende goede eigenschappen.
Door de opgaande groei en lange bloemstengels
liggen de vruchten buiten het blad, zodat ze ge
makkelijk plukken en minder gevoelig zijn voor
botrytis. De vrucht is stevig en van goede kwali
teit. De smaak is matig. Ze kunnen zonder dop
worden geplukt. De pluktijd is middentijds.
Siletz is een ras dat wat meer aandacht ver
dient. Het valt op door een gezonde, forse groei.
Het geeft een hoge produktie. De vruchten zijn
donkerrood, met dieprood vruchtvlees en hebben
een aromatische smaak. Het is zeer geschikt voor
de industrie. Het kan zonder dop geplukt wor
den. Een nadeel van dit ras kan zijn de gevoelig
heid voor droogte en botrytis. De pluktijd is mid
dentijds tot laat.
Talisman is bij de meeste telers voldoende be
kend. Dit ras geeft een goede produktie. De
vruchten zijn geschikt voor verse consumptie,
doch laten zich vrijwel niet zonder dop plukken.
Voor tweejarige teelt is het minder geschikt.
De vruchtzetting van Jaspa, vooral van de eer-
se bloemen, is slecht. Daardoor zijn er veel mis
vormde vruchten. De vraag naar dit ras neemt
daarom af.
•Senga Sengana komt door de geschiktheid voor
de industrie steeds meer op de voorgrond. De
vruchten zijn stevig en goed van kwaliteit. Door
de grote gevoeligheid voor botrytis is een ruimere
plantafstand gewenst. Het is minder geschikt
voor meerjarige teelt.
Cambridge Vigour, een vroeg ras, kan hoge op
brengsten geven. Hef geeft forsgroeiend gewas,
met zware bladontwikkeling. Het is gevoelig voor
botrytis. De smaak van de vruchten is goed. Het
kan zonder dop geplukt worden. Op slempige
grond wordt last ondervonden van verwelkings-
ziekte. Het is alleen geschikt voor éénjarige teelt.
Regina heeft zwaar door de nachtvorst geleden
en gaf daardoor een bijzonder lage opbrengst.
DE EENJARIGE PROEF
DE resultaten van de eenjarige proef laten
weer een andere opstelling zien en wel de
volgende:
dacht verdient. De pluktijd valt enkele dagen
vroeger dan van de Regina. De vruchten zijn goed
van smaak en matig van grootte en kwaliteit.
Voor een volledige beoordeling heeft men er ech
ter nog te weinig ervaring mee.
Een ander nieuw ras, afkomstig van het I. V. T.,
is de Gorella. De groei is tamelijk fors en ge
zond maar in deze proef viel het tegen wat pro-
dukte betreft. Het geeft grote, stevige vruchten,
met een goede smaak en het is niet gevoelig voor
botrytis. De oogsttijd is vroeg tot middentijds.
Tot zover de resultaten van de proeven met
aardbeien. Graag bevelen we de bestudering van
de cijfers in uw belangstelling aan.
Daarbij moet ons echter ook van het hart dat
we hopen dat we bewaard zullen blijven voor een
beproeven op enigszins ruime schaal van al deze
rassen door de Zeeuwse telers met als gevolg een
grote versnippering van het aanbod. We zijn er
van overtuigd dat hier een probleem van de eerste
orde ligt. Het gevaar van onze aardbeienteelt is
dat we teveel rassen krijgen. We zullen onze
kracht moeten vinden in een groot aanbod van be
paalde goede rassen. Uiteraard ligt het niet aan
ons om hier te zeggen welke rassen dat moeten
zijn. Bestudeert u de proevenresultaten maar eens,
maar laat het beproeven zelf verder over aan de
deskundigen van deze proeftuin en laten we er als
Zeeuwse kleinfruittelers voor waken dat we een
versnipperd aanbod krijgen of als we het reeds
hebben, laten we er dan voor zorgen dat het ver
dwijnt.
Frambozen
DIJ de frambozen is er op de proeftuin in Ka-
D pelle een cutuur- en een rassenproef. Voor
een zo hoog mogelijke opbrengst is een juiste
rassenkeuze van groot belang. In 1956 zijn daar
om op de proeftuin een rassenproef van fram
bozen opgezet met twaalf rassen in drievoud.
In een andere proef is bij de gebruikelijke ras
sen nagegaan of zo mogelijk de opbrengst nog te
verhogen is door middel van meer of minder
stengels per strekkende meter, zonder kwaliteits
vermindering. De beproefde rassen hierbij zijn
Malling Promise en Malling Exploit op een
rijenafstand van 2 meter
Ongemerkt zitten we in het midden van november
en de winter staat voor de deur. Niet alleen in de
landbouwsector is er een achterstand tengevolge
van het ongunstige weer maar ook in onze tuin
bouw en fruitteelt is dat het geval.
Inzonderheid in de kleinfruitsector is veel Wijven
zitten. We zien vele frambozenpercelen er nog pre
cies eender bij liggen als na het einde van de oogst.
Vele jonge en ook oude percelen aardbeien zitten
nog dik onder het vuil. Van een vroege snoei bij
onze bessen is niet veel terecht gekomen. Nu de
pluk achter de rug is, gaat men zijn werk opnieuw
i>ekijken en wat het meest urgent is, wordt het
eerst aangepakt. Wie inplanten wil en eerst nog
moet rooien, dient daar spoedig mee te beginnen,
indien de grond het tenminste toelaat.
Wie nog getwijfeld heeft of hij een verouderd
perceel zou rooien of het nog laten staan, is na dit
seizoen wel tot de conclusie gekomen, dat het het
verstandigste is om dat maar zo vlug mogelijk te
doen. Verouderde percelen geven verlies. Het fruit
hieruit brengt de kostprijs niet meer op en we zien
het verschil elk jaar groter worden. Er komt
immers ook steeds meer kwaliteitsl'ruit.
Men mag aannemen dat alle voorbereidingen
voor een goede en juiste aanplant zijn genomen en
dat de rassenkeuze zo juist mogelijk is opgesteld.
Hierbij kan men echter nog dikwijls voor verras
singen staan. Wie echter op zijn tijd rooit en ook
weer inplant, zal zijn bedrijf „fit" houden en het
niet „opleveren" zoals ook nog wel gebeurt.
Als we hopelijk nog eens wat mooie dagen krij
gen, zullen we die goed moeten benutten om het
vele werk te kunnen doen.
De frambozen en aardbeien en straks de bramen
moeten nog worden verzorgd. Als het kan vóór de
winter invalt.
De teler van hard fruit moet nog beginnen met
de snoei. Meestal valt de winter immers tegen om
veel werk te kunnen doen.
Zo is er nimmer stilstand op onze bedrijven. Het
is een cirkel van planten, verzorgen en oogsten.
Elk jaar opnieuw.
We kregen dezer dagen de verslagen over de
proeven met de kleinfruitprodukten op de proef
tuin in Kapelle.
Op de resultaten hiervan hopen we in de loop
van de komende weken terug te komen en graag
bevelen we de gegevens welke hierin worden ver
strekt, in uw belangstelling aan.
C ULTUL' R P ROEF
IN 1958 werden van de beide rassen vier, zes of
acht stengels per strekkende meter aange
bonden. Het geheel lag in vier herhalingen.
Uit onderstaande tabel blijkt dat de opbrengst
van 4 stengels per meter ten opzichte van 8 sten
gels te gering is. Daarom is de proef in 1959 en
1960 verder uitgevoerd met zes, acht en tien sten
gels per meter.
Het resultaat hiervan was als volgt:
Ras
Malling Promise
Malling Exploit
3§>
G Si
c3 ui
4
6
8
4
6
8
c3
Ul aa
o/.S
G
<x>
(h
X
a
o
CS
<D
<D
CS
G o>
- 5?
G C
c3
CS c/3
6
8
10
6
8
10
<o
d
c 2
<u -«
XI
a
o
x
a
o
167 kg
202 kg
223 kg
162 kg
172 kg
197 kg
144 kg
154 kg
159 kg
101 kg
105 kg
124 kg
152 kg
190 kg
227 kg
111 kg
158 kg
179 kg
Deze cijfers tonen aan dat tien stengels per
meter de hoogste opbrengst gaf. In vruchtgrootte
en kwaliteit kwamen geen verschillen voor. Waar
echter geplant wordt op een rijenafstand van 1.50
of 1.75 m, zal door het aanbinden van tien sten
gels per strekkende meter een te dicht gewas ont
staan. Hierdoor wordt vooral in een natte zomer
de botrytisaantasting in de hand gewerkt. Het is
daarom aan te bevelen bij rassen welke veel op
loop geven, enkele stengels per meter minder aan
te binden.
RASSENPROEF
IN de rassenproef van frambozen kwam weer
duidelijk naar voren dat de Malling Promise
voor Zeeland nog steeds het beste frambozenras
is. De kilo-opbrengst lag ook dit jaar weer hoog.
Over de laatste drie oogstjaren gaf dit ras de
hoogste opbrengst. Hierbij komt ook dat de
vruchtgrootte en de kwaliteit goed is. De Malling
Exploit gaf belangrijke verschillen in opbrengst
te zien. Voor een deel komt dat door de weers
omstandigheden. Bij harde wind breken de
vruchtscheuten van dit ras gemakkelijk uit. Het
is daarom noodzakelijk voor een goede windsin-
gel te zorgen.
Als nieuw ras bij de frambozen is de Schöne-
mann naar voren gekomen, een laat ras, afkom
stig uit Duitsland. Het is ontstaan uit een krui
sing van Lloyd George met Preussen. De vrucht
grootte en de kwaliteit zijn goed. Volgens de des
kundigen van de proeftuin is het een ras dat, met
het oog op oogstspreiding, mogelijk in de toe
komst in aanmerking kan komen om naast de
Malling Promise aangeplant te worden. De erva-
(Zie verder volgende pag.)