RUILVERKAVELING De marktsituatie van Aardappelen VERBETERING PLATTELANDSONTSLUITING HULP BIJ DE AARDAPPELOOGST X WETENSWAARDIGHEDEN 6 OVER De aanvraag 777 pE bij (Je agenda van de Bestuursvergadering van het Produktschap voor Aardappelen ge voegde mededelingen geven zoals gewoonlijk een overzicht van de situatie op de binnen- en buitenlandse aardappelmarkt. Wij ontlenen hieraan de volgende gegevens. De per 10 oktober 1960 voorlopige oogstraming geeft voor klei-aardappelen een geraamde netto- opbrengst van 1.308.000 ton als resultaat. Het uit schotpercentage dat voor klei-aardappelen op ruim 20 is geraamd is niet in dit cijfer begrepen, om dat het uitschot niet op de consumptie-aardappel- markt drukt. Om de betekenis van deze opbrengst duidelijker te laten uitkomen wordt hieronder met verhou- dingscijfers een overzicht van de opbrengsten in voorgaande jaren gegeven waarbij de jongste oogstraming op 100 is gesteld. Totaal opbrengst in OOGST verhoudingscijfers klei-aardappelen 1960 (voorl.) 100 1959 (def.) 87 1958 (def.) 98 1957 (def.)' 69 1956 (def.) 83 BIJ de beoordeling van de opbrengstcijfers mag niet over het hoofd worden gezien dat begin oktober beslist nog geen duidelijk inzicht bestond van de aantasting door phytophthora en waterrot. De laatste weken komen steeds meer klachten over toenemende phytophthora-aantasting in eerder ge rooide partijen. In de luchtgekoelde bewaarplaatsen ondervindt men dit niet. Na 10 oktober is er zeer veel regen gevallen waardoor vooral op de klei gronden veel percelen wateroverlast hebben onder vonden, soms in ernstige mate. Op 25 oktober moest in het zuidwestelijk kleigebied met rond 25.000 ha gemiddeld nog circa 20 worden ge rooid. In de noordelijke en oostelijke provincies :s dit percentage lager en in enkele streken zijn de rooiwerkzaamheden achter de rug. Een en ander geeft aanleiding tot de veronder stelling dat de definitieve raming, die in de 3de week van november wordt gehouden, lagere uit komsten zal geven, wat niet wegneemt, dat aange komen kan worden dat dit jaar zowel de gemid delde ha-opbrengst als de totaal-opbrengst goed zijn. DE MARKTSITUATIE GEZIEN de flinke oogst van dit jaar en daar tegenover de geringe export is het logisch dat de prijzen laag zijn. Voor de Eigenheimer van kleigrond stijgen de prijzen wat en kunnen op zich zelf niet onbevredigend worden genoemd. De Bintje-prijs is lager omdat de prijsvorming voor dit ras wel in het bijzonder afhankelijk is van de exportmogelijkheden die niet gunstig beoordeeld worden. Over het prijsverloop op wat langere termijn is thans nog niets te voorspellen. De verhouding tus sen vraag en aanbod zal voornamelijk afhangen van de houdbaarheid van de aardappelen d.w.z. van het percentage uitschot wegens ziekte, rot e.d. Dit geldt in nog veel sterkere mate voor de andere landen waar men eveneens met de gevolgen van te veel regenval, gedurende zomer en herfst te kam pen heeft. DE EXPORT nE Nederlandse uitvoer blijft tot nu toe beneden het gemiddelde van vorige jaren. Dit jaar werd tot en met oktober slechts ca. 50.700 ton geëxporteerd tegen 84.500 ton in 1959 en 77.000 ton in 1958. In België b.v., waar de prijzen van de zomer zeer laag waren, waardoor nogal een flinke uitvoer plaatsvond, zelfs naar ons land (ca. 9.000 ton) zijn de prijzen de laatste maand wat gestegen als ge volg van de nogal ernstige phytophthora-aantas ting. Hierdoor is het mogelijk geworden dat sinrls eind september consumptie-aardappelen vnl. Bintje-klei naar dit land worden uitgevoerd. In West-Duitsland zijn de prijzen, mede onder invloed van de hogere graanprijzen, wat hoger dan hier. Niettegenstaande het invoerrecht van 16 worden regelmatig aardappelen verladen naar de grote consumptie-centra dicht bij de grens. Franco bestemming zijn de Nederlandse aardap- appelen wat duurder maar de kwaliteit en met name de sortering wordt gunstiger beoordeeld. Ook in Frankrijk komt nogal ziekte in de aard appelen voor, terwijl de opbrengsten ook daar goed ïken. De prijs op de Parijse markt is voor Bintje 40/opw. ƒ10,tot ƒ14,per 100 kg. De telers- rijzen zijn van ƒ7,tct ƒ10,per 100 kg. In Italië is enige vraag naar grove consumptie- ardappelen voor de steden in het noorden. Afge zien van ca. 500 ton die door ons geleverd zijn, wordt de vraag vrijwel geheel gedekt uit Zwitser land en Oostenrijk waar de oogst eveneens groot is, terwijl ook in Frankrijk wordt gekocht. In Engeland spreekt men over grote overschot ten, maar de indruk bestaat dat men zich nog geen oordeel kan vormen over de netto oogst die be schikbaar zal komen. In dit land heeft men n.l. veel overlast van regenwater ondervonden. Intussen is begonnen met de aankoop van con sumptie-aardappelen tegen garantieprijzen die af hankelijk van het gebied variëren van ca. 10, tot 11.per 100 kg voor de maanden oktober, november en december en oplopend tot april met in totaal ruim 3,50 per 100 kg. Zweden regelt de invoer van consumptie-aard appelen door middel van een variabel invoerrecht dat thans nog ruim ƒ8,per 100 kg bedraagt, waardoor export naar dit land thans niet mogelijk is. De groothandelsprijzen zijn daar voor goede kwaliteiten ca. ƒ20,— per 100 kg. Ook in dit land schijnt de kwaliteit dooreengenomen minder goed te zijn. Over de toekomstige prijsontwikkeling in déze landen is nu nog niets te voorspellen en dus ook niet over onze latere exportmogelijkheden naar deze landen. OVERAL LAGE PRIJZEN IIET gemiddelde prijsniveau van consumptie- aardappelen in West-Euiopa is in verge lijking tot 1959 met ca. 30 en t.o.v. 1958 met 16 gedaald. Deze prijsontwikkeling moet voor namelijk worden toegeschreven aan de omstandig heid dat de aardappeloogst van 1960 aanzienlijk beter uitvalt dan verleden jaar. De zelfvoor zieningsgraad in de verschillende landen is daar door veel groter dan in 1959. Per 20 september j.l. bedroegen de gemiddelde prijzen per 100 kg: West- Duitsland ƒ7,51; Nederiand 8,69; België ƒ9,41; Frankrijk 8,05; Groot-Brittannië ƒ15,39; Dene marken f8,34; met als hoogste Zweden ƒ19,en Zwitserland 20,09. |\E vereenvoudigde bijdrage-regeling ter ver- betering van de plattelandsontsluiting blijkt goed te voldoen, aldus minister Marijnen, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken, >n zijn antwoord op schriftelijke vragen van het iid van de Tweede Kamer, de heer Van Koeverden. Sedert de totstandkoming van de regeling in ok tober van het vorige jaar is tot 1 oktober 1960 13 km zandwegen verhard. Verharding van 217 km is in uitvoering en van 346 km in voorbereiding. De gemiddelde kosten bedragen 39.150.per km. Voor het merendeel (517 km) hebben de wegen een breedte van 3 meter, daarnaast zijn ook wegen van 3V2 meter (15 km), 4 meter (16 km), 4Vs meter (14*km) en 5 meter (14 km) breedte. Om voor een bijdrage in aanmerking te komen, stelt de Cultuurtechnische Dienst de eis, dat het tracé, bij voorkeur gebaseerd op een raamont- sluitingsplan, past in de te verwachten toekom stige agrarisch-planologische ontwikkeling van de betrokken streek en een eventuele toekomstige ruilverkaveling niet in de weg zal staan. Verder moet de kruin- en verhardingsbreedte gebaseerd zijn op de afmetingen en intensiteit van het ver keer en de aan te brengen beplanting terwijl de verhardingsconstructie zodanig moet zijn, dat zij voldoende geacht kan worden gedurende langere tijd zonder hoge onderhoudskosten de verkeers belastingen te dragen. Naar wij van de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap vernemen zal, indien de weersomstandigheden dit toelaten, op maan dag a.s. de hulp door de 300 militairen bij de aardappeloogst weer voortgezet worden. In.de loop van de vorige week werden er ca. 50 bunder mede door deze hulp uitge haald. Nog steeds komen aanvragen om hulp binnen. De kosten per man die eerst op 12,per dag bij werkbaar weer en op ƒ6.per dag bij onwerkbaar weer als voor schot ter nadere verrekening waren gesteld bleken te laag te zijn geschat. Vanaf maan dag wordt als voorschot een bedrag van 15.berekend, indien gewerkt kan wor den, en ƒ8,per dag bij onwerkbaar weer. OM voor ruilverkaveling in aanmerking te komen moet eerst een aanvraag worden ingediend van het betreffende gebied. Dit kan op 3 manieren gebeuren: le. door minstens één vijfde deel van de eigenaren, die gronden binnen het gebied hebben; 2e. door verenigingen en stichtingen die werkzaam zijn in het belang van land-, tuin-, bosbouw of veehouderij en rechtper- soonlijkheid bezitten; hiertoe behoren de landbouworgani saties. 3e. door het Rijk, de Provincie, gemeenten, waterschappen, veenpolders e.d. De aanvraag moet schriftelijk gebeuren bij Gedeputeerde Staten en vergezeld gaan van een kaart, waarop het ruilverkavelingsblok is aangegeven. Van de eerstgenoemde mogelijkheid wordt zelden gebruik gemaakt. Vooral wanneer er veel eigenaren in het blok liggen is het verzamelen van voldoende handtekeningen een om slachtige en tijdrovende methode. Een aanvraag door het Rijk of de Provincie komt ook zelden voor. m EEST AL wordt de aanvraag ingediend door de standorganisaties, door het waterschap of door één of meer gemeenten. Het indienen van 'n aanvraag tot ruilverkaveling be tekent nog helemaal niet, dat men daarmee besloten heeft tot ruilverkaveling. Het betekent alleen, dat er na verloop van kortere of langere tijd een uitgebreid onderzoek in het gebied kan worden ingesteld naar de cultuurtechnische knelpunten. Op grond daarvan wordt een verbeteringsplan opgesteld en een raming van de kosten gemaakt. Wanneer dit plan is goed gekeurd door de Centrale Cultuurtechnische Commissie en doox Gedeputeerde Staten wordt de stemmingsvergadering gehouden. Pas door deze stemming wordt beslist of de eigenaren al dan niet tot ruilverkaveling wensen over te gaan. Het aanvragen van een ruilverkaveling houdt dus niet in, dat men zich bindt tot het aan nemen daarvan. Ook hoeft de begrenzing van het aangevraagde blok niet dezelfde te zijn als de blok grens bij de stemming. Als door een nadere studie blijkt dat bepaalde delen van het aan gevraagde blok weinig ruilverkavelingsbehoef tig zijn of om andere redenen beter buiten het blok kunnen blijven kan de grens gewijzigd worden. Zowel bij de ruilverkaveling Kle- verskerke als bij Stoppeldijk is dit het geval. N 1960 zijn 3 blokken aangevraagd: het grensgebied in Oost Zeeuwsch-Vlaander en (9300 ha) door N.C.B., Z.L.M. en C.B.T.B. gezamenlijk, Walsoorden (1140 ha) door 't Kroon domein en het gehele eiland Noord-Beveland door Z. L. M. en C. B. T. B. samen. Van ouder e datum zijn aanvragen voor het Yerseke Moer en voor de Poel op Zuid-Beveland. Ir. D. VAN DER ZAKEN.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1960 | | pagina 5