Brief van een verre Zeeuw MEER MET MET HOOFD, MINDER MET DE HANDEN Ervaringen van een I. F.Y. E. 782 ZEEUWS LANDBOUWBLAD Ij (Vervolg van pag. 781) duizend zitplaatsen verder met ossen op haalde. Het is werke lijk een indrukwek kend monument. In de tabernakel, dat is het kerkgebouw waar de godsdienstoefeningen gehouden worden, staat het grootste pijp orgel ter wereld. Iedere morgen en avond wordt dat 2'uur bespeeld. Dat is dan ook één van de grote touristische attracties van de Grote Zoutmeerstad. Acht- voorzien uiteraard ruim schoots in de behoefte van al de luisterlustigen. GRAAN, OLIE EN GOUD MET een laatste blik op het in een zee van licht badende Salt Lake City, reden we om 10 uur in de avond in oostelijke richting weg. Met het gloren van het daglicht van de volgende mor gen waren we al een heel stuk in Wijoming met zijn vele olieraffinaderijen. Zacht golvend strekt de boomloze vlakte met sagehush zich voor ons uit. Hier en daar staan grote ranches. Later, tegen de middag, rijden we door enorme graanvelden. Men was aan het com'oinen. Negen combines op één perceel naast elkaar. En het wemelde van kipauto's met grote hoge schotten, waar het graan los op gestort wordt. Deze brengen het naar de grote graan silo's, die meestal aan de spoorlijn staan. Om twee uur in de middag hadden we onze 800 km vanaf Salt Lake City er weer opzitten. We hadden Denver bereikt, een prachtige stad met 300.000 inwoners, één van de steden waar de dollars gemaakt worden. Vooral uranium en goud hebben hun rijkdom aan deze stad bijgedragen. Na wat rondkijken in deze moderne stad, stapten we maar weer in de bus voor de rit naar Kansas City. De staat Kansas is de grootste graanprodu cent van geheel Amerika. Een vlak land, onder broken door hier en daar een groep bomen en graansilo's, ook weer langs de spoorlijn. Het com- binen was hier kennelijk al achter de rug (23 juli was men klaar gekomen) en men was al volop bezig met het stoppelen. Opeens reden we in het centrum van de staat Kansas door het grootste olieveld dat ik ooit ge zien heb. Of je nu naar noord of zuid keek, overal boortorens en ja-knikkers, alsof ze gezaaid waren. De laatste pompen de olie systematisch naar bo ven. De boeren krijgen echter maar een klein deel van de opbrengst, het grootste deel is n.l. be stemd voor de spoorwegmaatschappij. MAIS, SLACHTERIJEN EN AUTO'S ANGZAMERHAND kwamen we daarna in de maisgebieden. De mais was al geweldig lang en stond er prachtig voor. Plots rijzen aan de horizon de wolkenkrabbers van Kansas City op. Een reusachtige stad met 3 miljoen inwoners. Hier klopt het hart van Amerika. Het is het landbouwbusiness-centrum van de midwest met grote graansilo's en natuurlijk de slachterijen van schapen, koeien en varkens. Verder is het de tweede autostad ter wereld, (naast Detroit) met fabrieken van Ford en Chevrolet. Uit de Ford- (Vervolg van pag. 780) de uitvoering van het Deltaplan, groots en gewel dig, maar voor de leek een onbegrijpelijk wonder. Over de Nederlandse landbouw, met zijn uiterst rationele bedrijfsvoering is hij vol bewondering en vindt natuurlijk de uitgestrektheid van onze vlakke polders iets geweldigs. De prachtige vergezichten zijn voor deze Zwit ser een machtige gewaarwording. Nergens een berg die het gezichtsveld beperkt Wat hem echter wel benauwd is de geweldige hoeveelheid mensen die in het kleine Nedertand wonen. Overal massa's mensen. Hebben die alle maal wel werk en voldoende mogelijkheden? Natuurlijk hebben we ook naar zijn gedachten gevraagd omtrent de Nederlander zelf. Hij meent dat de Hollander gemoedelijk van aard is. De familiebanden zijn hechter en het gezinsleven is gezelliger. Men gaat vertrouwelij ker met elkaar om. De huizen zijn sfeervoller ingericht, gemakkelijke stoelen, mooie stoffering en veel bloemen en planten. Kortom meer con- fort in de Nederlandse woning. Tot slot hebben wij gevraagd waarom hij juist naar Nederland gekomen was en hoe hij het vond. Het antwoord op de eerste vraag noemde hij nogal voor de hand liggend. Nergens in de wereld vindt men een zo interessante landbouw en der gelijke hoge opbrengsten. Nergens kun je zoveel opsteken. Nergens geen land zo instructief. Ja, hij had het buitengewoon naar zijn zin en verlangde nog niet naar de thuisreis. Zeer veel is hem de gelegenheid gegeven om erop uit te trekken en Nederland te leren kennen. Hij wil hier nog veel zien en bestuderen. Wij wensen hem daarbij veel sukses en nog een bijzonder plezierige tijd in Holland. fabriek rollen 40 auto's per dag van de lopende band. Kansas City is ook de stad waar Harry Truman is geboren en waar hij nu ook nog woont. Vele officiële gebouwen dragen er zijn naam. Na hier overnacht te hebben in het Piek Wiek ^otel gingen we 's morgens naar de Universiteit van Missouri in Columbia. Daar verbleven we als gasten gedurende een week in de hypermoderne universiteitsgebouwen. De Amerikaanse student schijnt het rijk te hebben. Ze hebben tenminste ieder hun eigen auto, waarin ze trouwens ook het meest studeren. Het college lopen nemen ze niet zo zwaar op. Twaalfhonderd gemeten groot is het terrein waarop de universiteitsgebouwen staan. Daarnaar gerekend is het toch niet zo'n luxe een auto te hebben. Het hoogtepunt voor ons I. F. Y. S.'s tij dens deze zes dagen, was ongetwijfeld de Inter nationale Night. Een amusementsprogramma voor ongeveer 500 genodigden werd voor ons ver zorgd. Ieder werelddeel zette zijn beste beentje voor met sketchjes, dansen en klederdrachten. NAAR NEW YORK NA het afscheid van de nieuw gemaakte vrien den en vriendinnen, speciaal ook van mijn Noordbevelandse vriend Huib van der Maas, gin gen we vol goede moed op onze tweede staat af. In de avond van de derde dag na het vertrek uit Columbia bereikten we New York. We passeerden ook de grote en vuile industrie steden St. Louis, Indianapolis en Pittsburg. Het westen van New York wordt begrensd door een moerasgebied. Het is er een wirwar van brug gen en dijken waar de verkeerswegen overheen gelegd zijn. Nederlandse ingenieurs werkten aan dit project. Op het ogenblik zijn ze bezig om de moerassen in te dijken en droog te malen. Een bijzonder lange en huizenhoge brug voerde ons over de New York Baai. Die brug draagt de naam van de Amerikaanse generaal Poulaski. De buitenwijken zijn ruim gebouwd. Steeds denk je nu zijn we in het centrum, maar dan pas seer je opeens weer open plaatsen met plotseling oprijzende bergen van rotsgesteente, nota bene midden in het moeras. Niet alleen op de weg is het razend druk, maar ook in de lucht cirkelen vele verkeersvliegtuigen, die wachten op hun lan dingsbeurt op één van de vier grote luchthavens van New York. Eindelijk naderden wij de wolkenkrabbers van Manhattan. Meer naar het zuiden zien we ook de groep wolkenkrabbers van Wall Street, waar het geld van de wereld circuleert. Voor we echter op Manhattan zijn, moeten we nog over de Hudson rivier. De grootste hangbrug hierover is de Geor ge Washingtonbrug. Maar de bus prefereert de Lincolntunnel. Aan het begin van de V/2 km lange tunnel moeten we eerst tol betalen. Op Manhac tan, aan de andere kant van de rivier aangekomen, zijn we aan het einde van onze tocht. We overnachten in een groot hotel met 2100 kamers aan de 7e Avenue. De andere morgen om half zes gingen wij weer noordwaarts, via de Amsterdam Avenue door de Bronx, het noordelijke gedeelte van New York naar Connecticut, waar ik dus tot november blijf. Ik hoop hier in mijn volgende brief op terug te komen. WIM DE VRIEZE (Vervolg van pag. 781) men in de noordelijke staten evenals in Europa niet kan begrijpen, omdat ze het probleem niet kennen en er niet midden in zitten), dat als men deze ontwikkeling forceert een mislukking niet uit blijft. LANGZAAM AAN EEN ander Noord-Zuid-verschil is het feit, dat al mijn South Carolina-families een „take it easy"-mentaliteit hadden, d.w.z. men haastte zich nooit, men had een ontzettend traag tempo en men nam alles van de zorgeloze kant op; en dit ging samen met 'n onvoorstelbare gastvrijheid vriendelijkheid. Toen we bijvoorbeeld op een be paalde boerderij, waar ik verbleef, tarwe zouden gaan oogsten, hebben we een halve dag moeten zoeken voor we de combine ergens midden in de bossen vonden, op de plaats waar de baas hem het vorige jaar tijdelijk „geparkeerd" had. nadat hij het laatste veld eraf gereden had. Het ding was volgegroeid met geschoten tarwe en struik gewas. Maar dat gaf allemaal geen reden om je druk te maken, want toen buurman langs kwam gereden en ons inviteerde voor het eten, spen deerden we de rest van de dag in zijn huis, om eens gezellig te kletsen, zonder ons verder te be kommeren over zulke futiliteiten als tarwe-com- binen. (Voor diegenen die het niet geloven kun- nendit is niet overdreven, hoewel het wel één van de sterkste gevallen is die ik me kan her inneren!) Daarentegen zijn de mensen hier in „de West" veel nuchtiger en zakelijkerdus veel meer zoals wij in Europa denken dat de Amerikanen zijn. De boeren hier hebben altijd haast en denken het hele jaar door dat ze een week achter zijn met hun werk. Deze bevolking lijkt in het begin niet al te vriendelijk en gast vrij, maar na afloop van tijd blijkt dat alleen maar een ruwe bolster te zijn. Als ze je goed kunnen verdragen, hebben ze alles voor je over. Zo doen dan echter gewoon en zonder de hele show van vriendelijke gebaren en gezegdes, die men in het zuiden gebruikt. INDRUKKEN VAN DE LANDBOUW EN VEETEELT VOOR wat betreft de landbouw had ik eerst in V South Carolina de onvergetelijke ervaring om het „boeren" op de katoen- en tabaksbedrij- ven mee te maken. Mooie gewassen, die een be hoorlijke ervaring vereisen van de teler, om een goede opbrengst te krijgen. Maar op speciale punten heeft ieder gewas bijzondere aandacht nodig, en dat is iets wat een gemiddelde Zeeuwse boer toch altijd nog beter weet dan de meeste boeren daar. Ze knoeien meestal maar wat met kunstmest, grondbewerking, vruchtwisseling enz. Iedere rechtgeaarde „peelander" zou hier het dubbele kunnen maken van wat zij doen. En dat is tot nu toe mijn algemene indruk over de landbouw in de „States". Als men hier beweert dat wij in Nederland met onze goede landbouwmethodes en moderne machines dit van de Amerikanen hebben afgekeken, kunnen zij toch beter eens over de „plas" komen om te leren hoe zij werkelijk moeten „boeren". Sinds ik nu hier in South Dacota ben is mij echter één ding opgevallen waar wij in Neder landse landbouwkringen jaloers op kunnen zijn. Dat is het feit dat ze hier op deze „ranches" (prairie zover het oog reikt, groot 5.000 tot 15.000 gemeten met nog steeds het min of meer ruige cowboyleven, ook al gebruikt men dan jeeps inplaats van paarden), werkelijk vleesrassen ge bruiken als mestvee. Dat is wat we in Nederland nodig hebben, inplaats van oude zwartbonte melkkoeien en misvormde M.R.IJ.-exemplaren, om vet te mesten. Het wordt hoog tijd dat wij ook deze „Herefords" en „Aberdeen Angus" gaan importeren om er een eigen stamboek van op te bouwen. Ook ondanks alle tegenwerking van de zuivelboeren, die als dekmantel het gevaar van rasvermenging gebruiken, maar die in werkelijk heid bang zijn dat ze hun oude melkkoeien niet meer aan de vetmesterij kwijt zullen kunnen. TYPISCH AMERIKAANS WU ik deze laatste zinnen zo onbesuisd héb neergeschreven, is het dunkt me veiliger voor me om „een punt aan dit artikeltje te draaien". En dat wil ik dan doen door u nog enkele dingen te noemen, die mij tijdens mijn verblijf hier, als „typisch Amerikaans" opgeval len zijn. 1. Het op vroege leeftijd onafhankelijk zijn van de jeugd en het daarmee in verband staande jong trouwen. Trouwen zodra men van de „High School" afkomt is heel gewoon. 2. Het onrustbarende percentage echtscheidin gen, als waarschijnlijk gevolg van het boven staande. 25 van huwelijken in de U.S.A. loopt uit op een echtscheiding. 3. Het hoge gemiddelde geldbedrag per gezin dat men hier investeert in auto's, T.V.'s, koelkas ten, diepvriezers en moderne keukens. Gemid deld heeft men hier l'/a auto per gezin. 4. Het in bijna alle Amerikaanse huizen afwezig zijn van een boekenkast, met als gevolg een grote oppervlakkigheid in de vrijetijdsbeste ding. 5. De slechte televisieprogramma's, met 9 van de 12 uren Wild-Westfilms en reclame. 6. De rangorde in het gezin met betrekking tot de belangrijkheid van de leden ervan, welke (volgens de mannen) is als volgt: a. de hond/honden, c. de vrouw en b. de kinderen, d. de man en vader. En dan ten laatste maar niet ten minste: Het feit dat dit land ondanks mijn kritiek toch een goed land is om in te leven, met nog steeds vrij wel ongelimiteerde mogelijkheden om er een. be staan op te bouwen! Volgend keer meer. HUIB VAN DER MAAS. P.S. Kees Maas, vorig jaar nog één van onze beste en meest aktieve L.J.G.-ers en nu één van de beste boeren in een nieuw irrigatiegebied nabij >tHot Springshier in South Dacota, laat mij door middel van deze regels zijn hartelijke groe ten aan alle bekenden overbrengen,

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1960 | | pagina 10