Voederbieten en vergelingsziekte
763
BINDING jEUGDIGE
LANDARBEIDERS
De maand november op het
Zeeuwse landbouwbedrijf
ZATERDAG 2 9 OKTOBER 196*
JIM «Ie besmetting va» bietenpercelen met vergelingsziekte in voorjaar 1961 vanuit «Ie voetier-
bietenhuilen tegen te gaan, is het een eerste vereiste hieraan op «lit moment in «Ie bedrijfs
voering reeds alle aandacht te besteden.
De moeilijkheden bij de oogst en het geringe optreden van de vergelingsziekte in het afge
lopen jaar zouden ons bijna doen vergeten dat deze ziekte nog steeds bietenvijand nr. 1 is.
Het is echter nodig zich er nu reeds op in te stellen dat al of niet met een verordening
als stok achter de deur met 1 april er geen voederbieten met spruiten meer aanwezig mo
gen zijn.
IN 1956 werd «ïoor het Bestuur van het Laml-
boawschap en «Ie Directeur-Generaal voor «Ie
Arbeidsvoorziening een commissie ingesteld, «lie
tot taak kreeg na. te gaan op welke wijze «ie jeug
dige lan«Iarhei<Iers meer aan het landbouwbedrqf
kon«!en wor«len gebonden. Deze commissie beeft
thans in een rapport bet verslag van haar bevin-
«fingen aangebo«len. Van «Ie conclusies en aanbe
velingen in «lit rapport willen wij voorlopig er
slechts enkele noemen. De commissie is van
mening «lat voldoende doorstroming van jeugdige
werknemers in land- en tuinbouw, ook voor de
toekomst, van groot belang is. Alhoewel onder
bepaalde voorwaarden «Ie omvang van «Ie afneming
van «Ie werkgelegenheid voor landarbeiders «ïoor
mechanisatie, rationalisatie enz. wel te ramen is,
fis het gebruikelijk «lat men «laarbij van onveran
derde arbei«Istij«ïen uitgaat.
Pe. eommissie wijst «fan ook op het feit «lat over
bet algemeen werknemers in land- en tuin?
feomv belangrijk langer werken dan die in andere
bedrijfstakken. Door «le ook in «le lan«l- en tuin
bouw waarschijnlijke verkorting van «ïe werktijd
meent «le commissie dat hier«loor «le afneming van
bet aantal landarbeiders geringer zal zijn, «lan vaak
wor«lt ve* ondersteld.
|N «le akkerbouw- en weidegebieden ligt het
percentage jeug«lige arbeiders (1519'jaar)
belangrijk lager «lan in «le andere gebieden en wel
op een «ïergelijk laag niveau «lat mén kan betwij
felen of «leze gr«jep voldoende groot is voor ver
vanging Van de oudere landarbeiders.
De commissie is «Ia» ook van oordeel, «lat indien
geen maatregelen wor«!en getroffen om het con-
urrerend vermogen van de landarheidersgroep te
vergroten en «Ie maatschappelijke onderwaardering
op te heffen, het toe- en afvloeiingspati'oon in de
toekomst voor «Ie landbouw grote nadelige veran
deringen zal ondergaan.
Bepalen<l voor aantrekkelijkheid van bet beroep
landarbeider noemt «Ie commissie:
au duurzaamheid van «le werkgelegenheid
b. «Ie arbeidsvoorwaarden
e. «Ie arbeidsomstandigheden
«5. «Se menselijke verhoudingen, zowel op het bedrijf
als in «Ie «lorpsgemeensehap
e. de „leefiwarheid'' van bet woongebied.
BE opbrengst aan bietenkoppen plus loof is
evenals die van de voederbieten hoog. Dit
kan er gemakkelijk toe leiden dat men met
1 april nog flink wat voederbieten heeft liggfn.
Dit zal zeker het geval zijn. als gewoon zoals
in andere jaren een bepaalde oppervlakte kop
pen in het najaar opgevoerd wordt en daarna
gedurende de winter het normale bietenrantsoen
verstrekt wordt.
Welke maatregelen kan toen nu reeds nemen?
MEN zou, met name op de akkerbouwbedrij-
III ven> er dit jaar wat vlugger dan anders toe
moeten besluiten een gedeelte van de koppen
onder te ploegen. Uit het oogpunt, van groenbe-
mesting is dit op de meeste percelen zeker geen
luxe. Overigens ook een maatregel waar men
door de weersomstandigheden toch reeds toe ge
dwongen zal zijn.
Verder zal men in die gevallen dat na 1 april
de ingekuilde koppen de voederbieten kunnen
vervangen, dit najaar wat meer koppen in moe
ten kuilen om vroeger met het voeren van de bie
ten te beginnen.
In de derde plaats zal men op die bedrijven
waar men van mening is na 1 april nog bieten te
moeten voeren, het betreffende kwantum kunnen
behandelen met een spruitremmend middel. Rot-
wering en luisdoding zijn hier enkele niet onbe
langrijke nevenvoordelen van.
ENKELE wenken voor het doen slagen vin de
behandeling zijn de volgende:
1. Gooi sterk beschadigde en door stengelaaltjes
aangetaste exemplaren, evenals de schieters
direct op een aparte hoop en vervoer die eerst.
Dit geldt trouwens ook wanneer men de bie
ten niet met een chemisch middel behandelt.
2. Kuil de te behandelen bieten in op afzonder
lijke hopen of zorg wanneer men in de
grote kuil slechts een gedeelte behandelt
voor een afscheiding van een stevige goed
aaneensluitende laag stro.
3. Per 1000 kg bieten gebruike men 2'/a kg AA-
sprutex of 3Va kg Gonserbeta.
4. Strooi eerst wat poeder op de bodem. Verdeel
daarna het poeder zeer regelmatig over de bie
ten.
5. Direct na het aanleggen van de kuil sluite
men de kanten goed af niet stro "en ëen laagje
grond. De kop kan men nog enige tijd open
laten in verband met het uitzweten van de
bieten. Inregenen van de kuil moet echter
zoveel mogelijk voorkomen worden.
6. Een behandelde kuil is meer vorstgevoelig. Bij
het optreden van vorst vragen behandelde bie
ten een zwaarder dek dan onbehandelde.
7. Ook bij inschuren is het noodzakelijk om na
het uitzweten de behandelde bieten af te dek
ken. In strenge winters zal ook bij bewaring
binnen, het grotere gevaar van bevriezen niet
uit het oog verloren mogen worden.
P. VERHAGE,
Goes
R. L. V. D.
Axel
POORAL deze herfst zal de lüchtkoeling weer
zijn diensten kunnen bewijzen. Aardappe
len die onder vochtige omstandigheden worden
gerooid, kunnen n.l. met het ventilatiesysteem
niet worden gedroogd. Dit heeft als grote voor
deel, dat fytoftora-aantasting, die gewoonlijk ge
volgd wordt door bacterie-natrot, tot staan wordt
gebracht en zich niet uitbreidt op de gezonde
knollen.
WE commissie meent «lat «le oplossing van vele
problemen op het gebied van «le personeels
voorziening in «Ie landbouw kan worden benaderd
«Soor bundeling van arbeidskrachten over meer dan
één enkele onderneming. Op «leze wijze worden
promotiekansen, grotere specialisatie, verbetering
van «le werkomstandigheden en het opheffen van
«ile seizoenwerk loosheid mogelijk. Gedacht wordt
aan zgn. arheidscombinaties (50100 man) of «le
aanzienlijk kleinere personeelscoöperaties (48
Vaste arbeiders) voor «He gebie«len waar bedrijfs-
type en bedrijfsgroofctestructuur combinatie van
grote omvang niet mogelijk zijn. Ten aanzien van
♦lie jeugdige arbeiders worden in het; rapport o.m.
aanbevelingen gedaan over opleiding in schoolver
band en op het bedrijf, handvaardigheidscursussen
en uitwisseling van landarbeiders. Het rapport
wer«! aan «Ie Hoofdafdeling Sociale Zaken voor
advies «foorgegeven zodat wij hier later op terug
zullen komen.
(Vervolg van vorige pagina)
Matig winter vaste
rassen:
Mado
Staring
Weinig wintervaste
rassen
7r» Capelle Desprez 9
8 Minister 8
jj DE GRONDBEWERKING j
IER is een oud gezegde dat luidt; „De punt van
de schaar is van zilver, die van de schop van
goud''. Zo'n gezegde ontstaat niet zomaar. Wan
neer je dit eens gaat onderzoeken, kom je tot ve?l
feiten die deze conclusie op hielpen bouwen. Nu is
het met de hand spitten van de akkerbouwpèrcelen
niet uitvoerbaar. Dat weet een ieder. Maar veel
handenarbeid wordt gemechaniseerd. Zo ook dit.
Velen van U hebben de spitmachine zien werken.
Hij verkeert nog wel in een stadium van ontwik
keling. maar de behaalde resultaten zijn hoop
gevend.
Het grote voordeel is, dat er weinig of geen
slip optreedt bij de trekker, en dat er geen wiel
door de voor rijdt. De ondergrond wordt vermoe
delijk minder in elkaar gedrukt. Dit heeft in de
herfst van 1958 zijn voordcel bewezen, doordat het
land in het voorjaar 1959 eerder droog was. Nu wil
ik niet zeggen dat iedereen direct een dergelijke
machine aan moet schaffen, maar wanneer met
de trekker en de ploeg slecht werk verricht wordt,
zou ik toch eens overwegen om een loonwerker
met zijn spitmachine te laten komen.
Wieïslip is een grote structuurverknoeier. De
natuur «naakt wel veel goed van wat «le mens ver
knoeit, maar er zijn grenzen. Let dus ook in no
vember op goe«l ploeg werk en denk «laarbij aan
het vorenstaande.
DE VEEHOUDERI J
buiten op de mestvaalt. U maakt daar van pakken
stro een «hoge ligruimte waar tevens gevoerd kan
worden. Dit is heel waf beter dan het jongvee -le
hele winter vast te zetten. Vrije beweging is beter
voor de ontwikkeling van de dieren.
ALGEMEEN
Weilandverzorging. Bij het aanhoudende natte
weer zal het vee vroeg op stal staan. Er zijn dan
nog veel weiden waarin het gras te lang is. En
U weet dat een goede weilandverzorger zijn gras
land kort de winter in laat gaan. Dat is de eerste
winst voor de volgende oogst. Ook de pollen voor
de winter afmaaien en de mestflatten uit elkaar
slepen verdient aanbeveling. Misschien is hiervoor
in november nog even tijd. Neem dit werk reeds
in Uw' werkplan op, wanneer U het vee op stal
zet.
Veevoeding, Nu komen we aan een punt, dat
haast nog meer de aandacht vraagt. De goeden
niet te na gesproken, wordt deze kant van de vee
houderij wel eens stiefmoederlijk behandeld. En
waarom? Uit Uw bouwlandprobeert U toch ook
te halen wat er in zit? Dat gaat bij de veehouderij
ook Vraagt U het diegenen, die enige jaren mee
deden met de veevoederkernen. De meesten van
hen behaalden er voordeel mee. Het kwam nogal
eens voor dat zij die dachten dat zij goed voerden,
er net naast zaten en een veel te duur rantsoen
gaven. Nu er weer aan de garantieprijs van de
melk geknabbeld wordt en zoals U weet de voeding
van het vee M? deel van de kosten vergt, geef ik
U in overweging een en ander eens met de betref
fende rayonassistent in Uw gebied te bespreken.
Er zit winst voor U in.
Stalling. De loopstal komt steeds meer naar
voren, al was mén er in het begin wat huiverig
voor. Nog weinig bedrijven beschikken over een
dergelijke stal voor het melkvee. Laat in ieder
geval Uw jongvee los lopen. B.v. de kalveren in
de tas in een afgesloten ruimte en de jaarlingen
MISSCHIEN is er in november naast al deze
problemen ook nog tijd om over de afwate
ring te denken. Na de vele regen zagen we vrij
veel overlast van water. Een of twee dagen kan
overlast voorkomen maar als er een week na de
regen nog percelen blank staan is de ontwatering
niet in orde. Veelal zie je dan sloten volgegrooid
met riet en alle mogelijke andere rommel. De
capaciteit van de gemalen is wel voldoende, maar
als de boer niet zorgt voor een vlotte toevoer, blijft
hij zelf met narigheid zitten. Zorg «laf winter
en zomer Uw sloten botlemschoon blijven. Het is
in Uw eigen voordeel. Ook voor riet zijn bestrij
dingsmiddelen in de handel of in beproeving.
Houdt dit voor het volgend jaar in het oog.
Aan al de genoemde onderwerpen zitten natuur
lijk financiële zijden. De kostenfactor is daar een
van de belangrijkste vanniet iedereen ziet die als
een grootheid waarmee hij moet werken. Wel weet
men wat voor een gewas gemaakt moet worden
om winst te behalen. Maar de rest doet dan het
boekhoudbureau wel. Dit is toch niet juist. Het is
precies als bij het spuiten van de gewassen. U
dient daarbij zelf te weten waarmee en hoeveel en
wanneer ?r gespoten moet worden. Zo ook met de
kosten op Uw bedrijf. Wat zijn mijn kosten? Om
dit te weten te komen, kan de rayonassistent U
helpen bij het opstellen van een bedrijfsbegroting.
Op zeer eenvoudige manier krijgt U dan een over
zicht van de toegerekende en de niet toegerekende
kosten. .Met deze gegevens is een bouwplan samen
te stellen dat een zo hoog mogelijk netto overschot
te zien geeft bij gemiddelde opbrengst en normale
weersomstandigheden en prijzen. Ook zijn er vaak
middelen om op de vaste kosten te besparen. En
via deze begroting krijgt U een goed inzicht in
Uw veehouderij. Deze tak van 't bedrijf drukt nogal
eens het netto overschot.
De avonden worden nu weer lang; zij zijn op
deze manier nuttig te besteden. Bespreekt U ook
dat eens met de assistent.
J. C. VAN BERGEIJK.
R. L. V. D., .Goes.