Rassenkeuze Wintertarwe 100 KORTE WENKEN HET GARANTIEBELEÏD ZATE Si) A G 21 SEPTEMREffi 196(1 Dfi gunstige zaaitijd in de herfst 1959, alsmede de garantieprijs voor de tarwe hadden tot gevolg dat het areaal wintertarwe sterk uitbreidde. Tengevolge van de goede eigenschappen en hoge op brengsten van enkele rassen, was er niet zo'n grote verscheidenheid in het rassensortiment als in andere jaren het geval was. u i De opkomst van de tarwe was voorspoedig; de eerste ontwikkeling echter traag, zodat het gewas klein de winter inging. Van uitwintering was geen sprake. Dit was gunstig voor rassen als Cappelle Desprez en Minister. In Zeeuwsch-Vlaanderen worden deze rassen nog vrij veel uitgezaaid. De ontwikkeling van de tarwe in het voorjaar en de zomer was uitstekend. Gele roest kwam slechts zeer weinig voor. Hierdoor kon de gevoeligheid voor deze ziekte van de verschillende nieuwe rassen op de proefvelden moeilijk beoordeeld worden. Door zeer ongunstige weersomstandigheden ver liep de oogst moeilijk. Zelfs op dit ogenblik (11 september) is nog niet alle tarwe geborgen. De op brengsten zijn over het algemeen goed tot zeer goed. Op veel percelen kwam schot voor. Het belang van goed wintervaste rassen geldt vooral in de gebieden boven de Westerschelde. De vatbaarheid voor gele roest zal dan ook wel eens van doorslaggevende betekenis kunnen zijn bij de rassenkeuze; dit gezien de ervaringen die we indertijd met Heine's VII hebben opgedaan. Ook zal de geschiktheid om te maaidorsen zijn invloed op de keuze van het ras doen gelden. Al deze factoren tezamen leiden er toe dat op de grotere bedrijven of op die bedrijven waar veel tarwe verbouwd wordt, mede uit het oogpunt van risico- en arbeidsspreiding, het niet gewenst is alles op één kaart te zetten, doch meer dan één ras te verbouwen. In nevenstaande publicatie geven de Rijkslandbouwconsulenten van het Zuid- Westelijk Zeekleigebied bijzonderheden over de proefveidgegevens t.a.v. rassen keuze wintertarwe. In de samenvatting komen zij tot de conclusie, dat in het huidige sortiment enkele rassen sterk naar voren komen, zoals bijv.: Felix, Flamingo en Mado, terwijl er in de praktijk ook reeds veel belangstelling bestaat voor het nieuwe ras Stella. Heeft men met één of meer bepaalde rassen goede resultaten bereikt, dan zal men terecht minder gauw geneigd zijn over te schakelen op nieuwe rassen. Dit geldt vooral als het nieuwe ras minder goed in de bedrijfsvoering past. Hierbij denken we speciaal aan de meerdere of mindere geschiktheid om te maaidorsen. OPBRENGSTEN WÏNTERTARWERASSEN IN KG/ARE Gemiddelde van de proefvelden Geschiktheid Z.W zeekleigebied in de jaren Gemiddeld voor 1956 1957 1958 1959 1960 1950-1960 maaidorsen Goed winternast Felix 49.1 59.8 50.0 56.4 65.7 106 5 Apolio 50.5 53.8 44.7 56.4 61.8 100 6 Vi Carsten's VI 46.8 50.9 44.1 51.9 57.2 94 6 Heine's VII 47.2 44.0 42.4 58.1 90 6 Bonus 48.6 55.7 45.6 54.7 61.8 6 Dippe's Triumph 45.8 54.6 46.7 54.1 60.5 99 6'/2 Vrij goed wintervast Flamingo 47.7 56.3 49.4 57.5 65.0 103 7 Leda 45.8 53.2 44.6 57.0 60.5 97 6 Stella 52.5 58.1 67.6 106 7 Sambo 51.6 59.8 65.0 105 5 Matig wintervast iVz Mado 43.5 53.4 49.2 57.0 62.4 98 Staring 39.4 52.3 47.5 53.6 59.2 94 7 Weinig wintervast Cappelle Desprez 32.9 55.6 49.5 55.8 61.8 99 8 Minister 35.2 57.8 50.3 57.0 61.8 101 7 GOED WINTERVASTE RASSEN UIT deze groep verdient het ras Felix de meeste belangstelling. Dit ras heeft in 1960 ook in de praktijk weer zeer goede, opbrengsten gegeven. Felix heeft kort en stevig stro. Tot op heden kwam in dit ras zeer weïhig gele roest voor. Het gewas is zeer bladrijk. waardoor mede tengevolge hiervan in geile gewassen veel meeldauw kan optreden. Een nadeel is de gevoeligheid voor korreluitval, alhoewel dit ook in 1960 weer veel is meegevallen, omdat het tijdens de oogst vrij stil weer was. De rode korrel is groot, goed gevuld en weinig gevoelig voor schot. Felix geeft ook op de minder vruchtbare gronden goede opbrengsten. Weinig geschikt voor zandgrond. De rassen Apollo en Bonus ontlopen elkaar in opbrengst niet veel, maar blijven duidelijk ten achter bij Felix. Apollo is roodzadig en heeft tamelijk lang. middelmatig stevig stro. Rijpt vrij laat. Bonus is een witzadig ras met middelmatig lang en matig stevig stro. De afrij ping is wel eens minder mooi. Het ras is zeer gevoelig voor schot. Voor de andere rassen in deze groep is de belangstelling gering. Op minder vruchtbare gronden kan de verbouw van Carsterfs VI nog overweging ver dienen. VRIJ GOED WINTERVASTE RASSEN ÏN deze groep komen evenals Felix zeer produktieve rassen voor. Alle rassen uit deze groep- zijn echter enigszins vatbaar voor gele roest. Om zijn goede opbrengsten en andere eigenschappen verdient Flamingo de nodige belangstelling. Het stro is Lang en vrij stevig. De stikstofgift dient hierbij aangepast te worden. De vatbaarheid voor gele roest beperkt zich tot aantasting in het jeugdstadium. Flamingo heeft een grote witte korrel van zeer goede kwaliteit. Korreluitval komt weinig voor, waardoor dit ras zich goed leent om te maaidorsen. De grote hoeveelheid stro die verwerkt moet worden, zou een bezwaar kunnen zijn. Het nieuwe ras Stella heeft een vlotte, blad rijke beginontwikkeling. groeit gemakkelijk en stoelt goed uit. Dit ras is geschikt voor alle grondsoorten. Het stro is kort, fijn en matig stevig, echter wel veerkrachtig. Mag niet te dik' gezaaid worden. Rijpt vroeg. In 1959 werd Stella plaatselijk vrij sterk door gele roest aangetast. Ze komt daarom vooral in aanmerking voor verbouw in die gebieden waar weinig gele roest voorkomt. Ook in 1960 was de opbrengst wederom zeer goed. De rode korrel is vrij groot en van matige kwaliteit. Weinig gevoelig voor schot. Dit ras is goed geschikt om te maaidorsen. Sambo is een steil groeiend, fijnbladig gewas en is zeer geschikt als dek- vrucht. Het stro is kort, vrij stevig en veerkrachtig. Het ras is evenals Fla mingo in het jeugdstadium vatbaar voor gele roest. Later bleef het gewas gezond. Rijpt vrij laat. Sambo is het meest geschikt voor de vruchtbare klei gronden en kan daar zeer goede opbrengsten geven. De rode korrel is vrij klein. Een groot nadeel is de grote gevoeligheid voor korreluitval. Hierdoor minder geschikt om te maaidorsen. Vanwege de grote vatbaarheid voor gele roest is de belangstelling voor Leda zeer gering. Panter zal*van de rassenlijst afgevoerd worden. MATIG WINTERVASTE RASSEN TN deze groep kennen we twee rassen, namelijk Mado en Staring. Op de vruchtbare tarwegronden is er nog wel belangstelling voor de verbouw van Mado. Staring js een oogstzeker ras, maar geeft nooit topopbrengsten. Beide rassen zijn goed stevig en geschikt om te maaidorsen. Bij wat uitwinte ring heeft Mado een beter herstellingsvermogen dan Staring. Vooral voor Mado is een flinke stikstofgift gewenst. WEINIG WINTERVASTE RASSEN r\OK in deze groep komen maar twee rassen voor, namelijk Cappelle Desprez en Minister. Komt geen uitwintering voor, dan kunnen deze rassen zeer goede opbrengsten geven. Beide rassen hebben vrij kort en stevig stro en kunnen een hoge stikstofbemesting verdragen. Cappelle Desprez komt in aanmerking voor verbouw op vruchtbare gronden Is weinig gevoelig voor schot. Kan nog vrij laat gezaaid worden (december, januari). Minister kan op alle grondsoorten goede resultaten geven. De witte korrel is minder mooi en zeer gevoelig voor schot. Dit laatste kwam vooral in 1960 weer goed tot uiting. Zowel Cappelle Desprez als Minister lenen zich uitstekend om te maaidorsen. SI ET EN op de juiste diepte koppen is zeer be langrijk. Te diep gekopte bieten geven verlies aan opbrengst. Zijn ze te licht gekopt, dan ivordt het tarrapercentage onnodig hoog en heeft het blad als veevoer minder waarde. Zowel het hand- als het machinaal koppen moet vakkundig gebeuren. DEGENE, die geen aardappelen te rooien heeft, doet er goed aan om zoveel mogelijk bieten op vroege termijn te leveren. Zelfs al neemt de groei van 50 tot 55 ton per ha. en het suikergehalte 1 procent toe bij latere levering, dan komt door de premietoeslag vroege levering toch nog iets voor deliger uit. Bovendien 'zijn de dagen nu langer en de loeersomstandigheden dikwijls nog beter. IETENBLAD heeft in geld uitgedrukt een vrij hoge voederwaarde, mits met overleg gevoerd wordt. Degene, die jaarlijks grote kwantums bie tenblad ineens op het weiland brengt, profiteert niet van deze voederwaarde. Gebruik uw ver stand en smijt niet indirect met geld. J-fET advies voor de uitzaai van tarwerassen- keuze vindt u in dit nummer. Leg het niet achteloos naast u neer. Telkenjare. blijkt, dat de hierin verwerkte cijfers, die afkomstig zijn van de proefvelden, een goede leidraad zijn voor de meest gewenste rassen in uw bedrijfsomstandigheden. JI/INTERTARWE is het meest winstgevende graangewas. Zomertarwe geeft beslist een iets minder goed bedrijfsresultaat. Zorg, dat u tijdig weet op welke percelen wintertarwe moet komen. Wacht u hiermee te lang, dan kan de grond wel eens dermate nat zijn, dat wintertarwe zaaien onmogelijk is. ONDER normale omstandigheden moeten de vroege bietenrassen eerst worden gerooid. Toch kan het voordeliger zijn, een later ras voorrang te geven. Dit is bijv. het geval, wanneer een later ras door vergelingsziekte, droogte of wateroverlast verder is afgerijpt dan een vroeg ras. Moet u een laat ras eerst rooien, omdat er tarwe moet worden ingezaaid of aan een slecht onderhouden landweg gelegen is, dan hebt u bij de uitzaai van de bieten een fout gemaakt. ONDANKS alle arbeidsmethoden en mechani satie, hebben de kosten per eenheid produkt de neiging tot stijging. Dit wordt mede veroor zaakt doordat machines worden aangeschaft, die niet rendabel zijn voor het betreffende bedrijf. Bovendien wordt de handenarbeid, die door het machinaal werken vrij komt, niet op andere wijze rendabel gemaakt. NU de kwaliteit van de granen door schot en slechte weersomstandigheden minder is, moet men voorzichtig zijn met het vooruit ontsmetten van zaaizaad met kwikhoudende middelen. Voor rogge is het raadzaam om T.M.T.D. te gebruiken. Deze middelen geven nooit kiembeschadiging. Bij tarwe zal een kwikhoudend middel gebruikt MOE TEN worden. AKAARTEN is wel vervelendmaar soms t noodzakelijk. Iedere boer heeft dit jaar de vele groene prui ken op de graanhokken kunnen bewonderen. De geleden schade tengevolge van schot in het graan is groot. Zorg daarom dat u zich het volgend jaar voldoende tegen dit weerrisiko dekt door bij het opbokken van graan een betere methode toe te passen. (Vervolg van pagina 677) leid naar zijn mening aan een tweetal punten bijzondere aandacht moeten worden geschonken: a. de onderlinge verhouding van de prijzen der gegarandeerde produkten in de akkerbouw sector; b. de mogelijkheden om in het kader van het in de zuivelsector te voeren markt- en prijs beleid de omvang van de ten laste van het Landbouw-Egalisatiefonds te verstrekken, overheidsbijdrage te beperken. De minister vertrouwt, dat het mogelijk zal zijn vóór de mondelinge behandeling van de land bouwbegroting 1961 in de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Kamer in te lichten omtrent de beslissingen der regering met betrekking tot het garantiebeleid voor het jaar 1960/61, zodat deze bij de gedachtewisseling in de beschouwin gen kunnen worden betrokken.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1960 | | pagina 7