Landbouwbegroting 1961
Actief landbouwbeleid gericht op centrale doelstelling
MARGARINE-DRAMA
LANDBOUWBEGROTING
1961
ZAIERöAO «4 SEPTEMBER I960
Uitvoering van verantwoord programma van structurele verbeteringen
Grote inspanning gevraagd van overheid en bedrijfsleven voor onderzoek
en voorlichting in de landbouw
De grondbeginselen van het landbouwbeleid, die minister Marijnen het vorig
jaar heeft ontwikkeld, zullen ook in het komende begrotingsjaar uitgangspunt
en leidraad zijn voor het te voeren beleid.
Aard en inhoud van het Nederlandse landbouwbeleid worden in hoge mate
bepaald door de typische economische structuur van de agrarische bedrijfstak
en de grote betekenis daarvan voor onze nationale economie. Dit hangt vooral
samen met de vergaande inschakeling van de land- en tuinbouw in het inter
nationale ruilverkeer en met de daaruit voortvloeiende sterke verwevenheid van
onze land- en tuinbouw met handel en industrie.
Ongeveer 40 l'o van de Nederlandse agrarische produktie wordt in het buiten
land afgezet iij de vorm van hoogwaardige akkerbouw-, veehouderij- en tuinbouw-
produkten. Tegenover deze export staat een import van meer arbeidsextensieve
produkten. Van het totale verbruik van brood- en voedergranen wordt ongeveer
65 uit import gedekt.
De verbondenheid met buitenlandse markten brengt echter mede, dat de
landbouw ook bijzonder kwetsbaar is. Ontwikkelingen op onze afzetmarkt hebben
onmiddellijk hun weerslag op de afzetmogelijkheden voor onze agrarische pro-
dukten.
1*OT nog toe hebben we niet geschreven over het
feit, dat meer dan 100.000 Nederlanders ziek
werden en naar wordt aangenomen zelfs een
viertal mensen stierven van het eten van be
paalde merken margarine van het Unilever-concern.
Ook wordt zo lazen we elders nog nagegaan
of een doodgeboren kind niet het slachtoffer werd
van de ziekte. Men vreest namelijk dat het nutti
gen van de gevaarlijke Planta door de moeder,
dodelijk is geweest voor de vrucht.
De rechter zal straks moeten uitmaken, hoe het
met de schuldvraag gesteld is. De betrokken firma
heeft schadevergoeding aangeboden; van smarte-
geld schijnt echter niet gesproken te worden.
Het verloop van de affaire is zeer merkwaardig
te achten. Aanvankelijk leek het of alleen het merk
Planta gevaarlijk was, vanwege de toevoeging van
een nieuwe emulgator (2.000 gram per ton). Later
bleek, dat hoeveelheden Planta ook door andere
merken van de fabrikant, doch niet door alle plm.
60 merken, waren gemengd en ziektegevallen op
leverden. Volgens Unilever was het Departement
tevoren van deze mogelijkheid op de hoogte ge
bracht. Het Departement van Sociale Zaken, afd.
Volksgezondheid, spreekt deze bewering echter
tegen, zeker wat het quantitatieve effect betreft.
De emulgator aan de margarine toegevoegd
moest, naar de verklaring luidt, dienen om het
spatten te voorkomen. Tevens verwekt deze stof
echter bij velen overgevoeligheidsreacties, die dus
zelfs dodelijk kunnen zijn.
Er is kennelijk met een groot gebrek aan zorg
vuldigheid. alle menselijk voedsel waardig, opge
treden en geëxperimenteerd. Het einde van een
definitief onderzoek is niet afgewacht. Een ander
onderdeel van het concern blijkt in 1958 in Duits
land ook reeds met dezelfde emulgator aan marga
rine toegevoegd, geëxperimenteerd te hebben, zij
het met een mindere hoeveelheid. Men schrijft over
8001000 gram inplaats van 2000 gram per ton.
Daar heeft het toen reeds de zgn. blaasjesziekle
veroorzaakt, naar nu vrijwel vast is komen te staan.
De stelling, dat in de mengtrommels geringe
hoeveelheden „rode" Planta zouden zijn achterge
bleven, welke de andere merken bij latere menging
besmet zouden hebben, komt merkwaardig voor,
wanneer men bedenkt dat de besmetting dan mini
maal geweest moet zijn, terwijl toch ziekte optrad.
Wanneer we goed zijn ingelicht, betekent de
toevoeging van een emulgator aan margarine ook
dat er meer water in fijn verdeelde vorm dan
in blijft zitten en voor geld verkocht kan worden.
De consument zal er goed aan doen zich te be
raden over de waarde van reclame voor produkten
even goed of beter als het natuurprodukt. over
veredelde, gevitamineerde margarine en weet ik
meer. We mogen de consument het lezen van het
beek „De verborgen verleiders" aanbevelen.
De Nederlandse overheid moet de Warenwet nog
maar eens op zijn deugdelijkheid bekijken.
De boeren en tuinders moeten zich ook beter
afvragen of er met hun natuurlijke produkten na
aflevering niet geknoeid wordt.
De artsen, die beschouwingen hielden over de
waarde van plantaardige en dierlijke vetten voor
de coiisument, zullen zich evenzeer dienen af le
vragen of hun afwijzing van de boter nu verant
woord is geweest.
Tegenover elke margarine ook de onver
valste houden wij het op de boter, met onze
reclame:
NIETS EVENAART HET NATUURLIJKE
PRODUKT
A
QP deze en volgende pagina's geven wij in het
kort een overzicht van de belangrijkste passages
uit de Memorie van Toelichting op de Landbouw
begroting 1961, zoals deze door het Ministerie van
Landbouw en Visserij werden opgesteld.
De komende weken zullen wij in ons wekelijks
overzicht commentaar op deze voor onze landbouw
zo uitermate belangrijke zaken geven.
ACTIEF LANDBOUWBELEID
Deze situatie noopt tot en vormt tevens het be
langrijkste motief voor het voeren van een actief
landbouwbeleid, dat ook in het komende begro
tingsjaar gericht zal zijn op de verwezenlijking
van de centrale doelstelling, die de regering als
uitgangspunt van haar beleid heeft aanvaard, t.w.
het bevorderen van een zodanige nettobijdrage
van de agrarische sector, dat het nationale pro-
dukt door een zo gunstig mogelijke aanwending
van de beschikbare produktieve krachten zo
groot mogelijk wordt en het bevorderen van een
redelijk bestaan in de agrarische sector.
Bij het nastreven van deze doelstelling zullen
de belangrijkste elementen van het landbouwbe
leid moeten zijn:
bevordering van het landbouwkundig onder
zoek, de landbouwvoorlichting en het land
bouwonderwijs;
krachtige medewerking aan een beleid, ge
richt op het verbeteren van de levens- en
werkomstandigheden op het platteland in het
algemeen en van de cultuurtechnische pro-
duktie-omstandigheden in de landbouw en
tuinbouw in het bijzonder;
bevordering van een redelijk bestaan in de
de landbouw door middel van een actief
markt- en prijsbeleid voor die landbouwpro-
dukten die van wezenlijk belang zijn voor de
inkomstenvorming, voorzover de marktver
houdingen daartoe aanleiding geven;
verbetering van de afzetmogelijkheden van
landbouwprodukten, zowel in het binnenland
als in het buitenland;
het krachtig nastreven van een vrij interna
tionaal handelsverkeer in landbouwproduk
ten, waartoe een internationaal geharmoni
seerd landbouwbeleid zal kunnen bijdragen.
ONDERWIJS
IYE omzetting van de lagere land- en tuinbouw-
V scholen met oud programma in scholen met
een nieuw programma, alsmede het opvangen
van leerlingen van het 7e leerjaar vergt in 1961
een aanzienlijke verhoging van de bedragen voor
het lager landbouwonderwijs. Ook voor de ont
wikkeling van het hoger landbouwonderwijs zijn
vrij aanzienlijk hogere bedragen uitgetrokken.
ONDERZOEK
VOOR onderzoek en voorlichting zal van over
heid en bedrijfsleven in onderlinge samen
werking een grote inspanning moeten worden
gevraagd om te trachten zo goed mogelijk te voor
zien in de grote behoefte. Op vrijwel alle terreinen
bestaat een grote vraag naar de resultaten van
landbouwkundig onderzoek.
Met betrekking tot de overheidsbijdrage aan
het onderzoek voorziet deze begroting in een be
perkte uitbreiding voor de verdere uitbouw van
enkele instellingen, die nog in een stadium van
opbouw verkeren.
Ten aanzien van de voorlichting staat
de minister op het standpunt, dat uitbrei
ding van het apparaat en van de* omvang
der activiteiten niet ten laste van de
overheid zal kunnen worden genomen.
STRUCTURELE VERBETERINGEN
AOK de verbetering van de externe produktie-
omstandigheden waarop de boer en tuin
der niet of niet zelfstandig invloed kunnen uit
oefenen verdient grote aandacht. De minister
hecht zeer veel waarde aan de totstandkoming
van structurele verbeteringen. Met kracht wil hij
daarom de totstandkoming van deze structurele
verbetering ondersteunen. Binnen het raam van
het bedrag, dat hiervoor op deze begroting kan
worden uitgetrokken, acht; hij uitvoering van een
verantwoord programma, mede gebaseerd op de
studies neergelegd in het meerjarenplan voor
ruilverkaveling en andere cultuurtechnische
werken, mogelijk. Naast voorzieningen, die in
ruilverkavelingsverband of door middel van an
dere cultuurtechnische maatregelen kunnen wor
den getroffen, is ook overigens een verbetering
van de toerusting van het platteland noodzake
lijk, zoals o.m. industrialisatie en voorzieningen
op cultureel en sociaal terrein.
Een goede samenwerking en veel activiteiten
zullen nodig zijn om te bereiken, dat de omstan
digheden, waaronder de agrariërs leven en wer
ken, niet ongunstig afsteken ten opzichte van
die van de stedelijke beroepsbevolking.
Bij alle veranderingen, die zich op het platte
land aan het voltrekken zijn, staat de agrarische
bevolking voor velerlei aanpassings- en over
gangsproblemen.
AGRARISCHE HANDEL EN INDUSTRIE
DE nauwe verbondenheid van onze agrarische
produktie met de agrarische handel en in
dustrie brengt mede, dat de belangen van deze
bedrijfstakken nauw met die van de landbouw
verwever. zijn.
Minister Marijnen zal gaarne alle medewerking
verlenen aan een beleid dat een gezonde ontwik
keling van handel en industrie ook in de agrari
sche sector bevordert. Daarbij is een zo vrij mo
gelijke binnenlandse markt met gezonde concur
rentieverhoudingen van groot belang. Een actieve
deelname aan verschillende vormen van interna
tionale samenwerking en overleg, in het bijzonder
wanneer deze gericht zijn op een afbraak van
beschermende maatregelen is blijvend noodzake
lijk.